Antwerps schepen Jinnih Beels (SP.A) is scherp voor voormalige kartelpartner Groen: “Uiteengaan was verstandig”

ANTWERPEN – Jinnih Beels is een verademing voor de politiek. Het nieuwe socialistische boegbeeld zegt wat ze denkt, niet gehinderd door debatfiches. De klimaatspijbelaars mogen stoppen, wat haar betreft. Ze betreurt niet dat het kartel met Groen uiteengevallen is. En tot spijt van haar partij kiest ze ook na 26 mei voor Antwerpen.

Flashback naar 13 oktober 2017. Groen en SP.A maken bekend dat ze in kartel naar de Antwerpse kiezer stappen onder de noemer ‘Samen’. De grote verrassing op de lijst is de tweede plek voor ‘onafhankelijke’ Jinnih Beels, voormalig politiecommissaris. Drie maanden later spat het kartel uiteen. Beels kiest voor SP.A, en krijgt daar de eerste plaats. Hoewel ze niet kan vermijden dat haar partij klappen krijgt op verkiezingsdag, houdt zij verrassend stand en wordt zo een nieuw boegbeeld van de belaagde socialisten. Na zware onderhandelingen loodst ze haar partij zelfs in het nieuwe stadsbestuur, in een omstreden coalitie met ‘grote vijand’ N-VA en Open VLD. Beels wordt schepen, bevoegd voor onderwijs, jeugd, integratie en inburgering.

En mevrouw de schepen, went die aanspreektitel al?
Neen. (lacht) Ik schrik vaak als ik dat hoor. Ik val van de ene rollercoaster in de andere. Jongens, waar ben ik mee bezig, heb ik vaak gedacht. Anderzijds: dat is de story of my life. Ik was amper zes, toen ik van India plots naar België verhuisde (met haar Belgische vader, nadat haar Indiase moeder daar gestorven was, red). Ik was net afgestudeerd als criminologe, toen ik plots politiebaas werd van Hoboken. Ik ben dus een en ander gewoon. Maar ik ga niet flauw doen: ja, ik ben in die politiek gesmeten zonder ervaring, en ja, ik voel dat.

Waarom wou u de politiek in?
Ik hou van Antwerpen. Ik vond dat de stad een ander beleid verdiende. Toen kwam die vraag van groen en rood. Ik dacht aanvankelijk écht dat dat een mooi verhaal zou worden en zou leiden tot een progressief front. Dat is niet gelukt.

Helaas?
Neen. Het was verstandig om uiteen te gaan. Ik heb geleerd dat rood en groen fundamenteel anders naar de samenleving kijken. Het kartel zou dus sowieso uiteengevallen zijn: een verstandshuwelijk blijft nooit durven. Groen vertelt een meer liberaal verhaal voor de mensen die de luxe hebben om bijvoorbeeld wakker te liggen van het klimaat. Ik mis daar de sociale component, maatregelen die voor iedereen haalbaar zijn. Ik ga het verschil stout uitdrukken. Wij willen eerst de mensen doen groeien, en daarna de bomen. Groen wil het omgekeerde.

“Wij willen eerst de mensen doen groeien, en daarna de bomen. Groen wil het omgekeerde.”

Is het klimaat geen bekommernis van u?
Jawel, maar anders. Het debat wordt vandaag gevoerd door Groen aan de ene kant en de zogenaamde ecorealisten aan de andere kant. Ik kijk liever naar de gulden middenweg. We moeten het klimaat aanpakken, maar zónder de mensen pijn te doen. Als Groen pleit voor een lage emissiezone over heel Vlaanderen, dan zeg ik neen, want dat zal de mensen pijn doen die geen nieuwe wagen kúnnen kopen. Wij investeren liever in openbaar vervoer. Of wil je ook hier de gele hesjes op straat zien? N-VA weigert dan weer de grote vervuilers aan te spreken.

U hebt een zoon van twaalf. Zou hij mogen spijbelen voor het klimaat?
Neen. Ik heb hem wel uitgelegd waarom. Die eerste betoging vond ik fantastisch. Die bewees dat jongeren wél kritisch kunnen zijn. Ik was zelfs ontzettend trots daarop. De tweede betoging, oké. Maar dan was het signaal gegeven. Ik ben grote voorstander van het stakingsrecht. Maar gebruik je dat te pas en te onpas, dan verdwijnt de kracht daarvan. Ik trek dat door naar de klimaatbetogingen. Ik vind ook niet dat wij, volwassenen, spijbelende jongeren moeten aanmoedigen. En laat me dat debat ook even in perspectief plaatsen. Ik ben geboren in India, een grote vervuiler. Daar ligt niemand wakker van het klimaat. Als we willen slagen, moeten we eerst die landen mee krijgen. Waarmee ik niet wil zeggen dat we niets moeten doen.

Als u één les geleerd hebt in die zestien maanden politiek, welke is dat?
Dat de samenleving vies kijkt naar de politiek. Ik ben nu politica, en dús een graaier. (zucht) Ik vind dat spijtig. Ik leg een groot deel van de verantwoordelijkheid bij middenveldorganisaties die activistisch voor hun doel opkomen en de politiek als iets vies voorstellen.

Doelt u op de vakbonden?
Neen. Ik doel op organisaties in het algemeen.

Mijn vijand van vandaag kan morgen mijn vriend zijn. Is dat ook een les?
Dat wist ik al van bij de politie. (lacht) Maar ik heb wel geleerd dat wat in een campagne gezegd wordt, niet meer telt na een verkiezing.

“Ik heb een rood hart, maar dat betekent niet dat ik mijn partij klakkeloos volg.”

Is Bart De Wever vandaag uw vriend?
Zeker en vast niet. Mijn visie op de samenleving staat haaks op de zijne. Hij is een collega. Ik heb hem wel leren waarderen. Hij heeft zijn rol als bemiddelaar tussen de drie partijen goed ingevuld. Dat zal niet evident geweest zijn. Ik zie nu ook in het schepencollege dat hij ervoor zorgt dat de gulden middenweg bewandeld wordt. Hij zorgt ervoor dat de drie partijen hun afspraken nakomen.

Wat heeft u écht overtuigd om in zee te gaan met N-VA?
Wat heeft zes jaar oppositie ons opgebracht? Niets. Dát heeft mij overtuigd. Wie wil dat Antwerpen verandert, moet mee besturen.

En inhoudelijk? U krijgt de kritiek dat u weinig hebt binnengehaald.
(feller) Gezonde maaltijden op school. Een attest voor elke huurwoning. Inzetten op kleuterparticipatie. Praktijktesten. Is dat weinig? U weet goed dat N-VA op Vlaams niveau die praktijktesten heeft tegengehouden. Wel, in Antwerpen voeren we die in. We hebben zware bevoegdheden zoals onderwijs, integratie en sociale zaken. Maar ook op alle andere domeinen moeten de maatregelen collegiaal genomen worden. Gebeurt dat niet, dan zullen wij de pain in the ass zijn. En wees gerust, dat kunnen we goed. (knipoogt) Hebben we alles binnen gehaald? Neen. Maar we kunnen met dit akkoord wel een rode stempel drukken op de stad.

Het valt op hoe N-VA nu haar pijlen richt op Groen. Dat is misschien uw grootste verdienste?
(lacht) Eigenlijk doet N-VA een schuldbekentenis. Het is dan toch niet allemaal de schuld van de socialisten. Eerlijk: ik ben ook niet van plan om tijdens de campagne ruzie te maken met mijn coalitiepartners. Dat betekent niet dat ik geen kritiek zal leveren. Maar ik zal dat met respect doen. Ik verwacht van hen hetzelfde.

Staat er op die Antwerpse atomaschriftjes iets geschreven over het discours van N-VA en de burgemeester?
Neen. Daarop staan afspraken over de uitvoering van het bestuursakkoord. Je kan niet op papier zetten welk discours iemand moet voeren. Dat zou waardeloos zijn. Natuurlijk hebben wij hen gevraagd hun discours aan te passen. Als de burgemeester écht de grote verbinder wil zijn, dan doet hij dat ook. Maar we hebben tegelijk de afspraak gemaakt met de Grasmarkt (nationaal hoofdkwartier van SP.A, red) dat wij lokaal en nationaal van elkaar scheiden. Wat nationaal gebeurt, mag geen impact hebben op Antwerpen.

Vindt u dat realistisch? Uw burgemeester is nationaal voorzitter van N-VA.
Dat is moeilijk, ja. Vandaar dat ik blij ben dat hij eindelijk een keuze maakt. Dat was ook onze dwingende vraag aan zijn adres. Laat me duidelijk zijn: dat hij plots minister-president wil worden, was een absolute verrassing voor mij. Maar wij hadden hem wel gevraagd één petje af te zetten. Hij had beloofd daarover na te denken.

Het valt mij op hoe spontaan u op alles antwoordt.
Ja? (lacht) Ik mis dat vaak in de politiek, moet ik toegeven. Veel politici denken aan de gevolgen van hun uitspraken. Gaat mij dat stemmen opleveren? Ik denk zo niet. Je m’en fous. Ik denk trouwens dat de mensen dat waarderen, die eerlijkheid. Ik heb een rood hart, maar dat betekent niet dat ik mijn partij klakkeloos volg. Ik weet bijvoorbeeld dat veel socialisten niet graag horen dat ik spreek over rechten én plichten. In die zin blijf ik op mijn onafhankelijkheid staan.

U gaat ook complexloos om met Filip Dewinter van Vlaams Belang.
Ik geef die mens een hand of een zoen, ja. Dat wordt mij soms kwalijk genomen. Ik ben nu eenmaal zo opgevoed. Je moet ook met je vijanden fatsoenlijk omgaan.

U duwt de Vlaamse lijst op 26 mei. Wat gaat u doen als u verkozen bent?
Ik kies voor Antwerpen, dus ik ga niet zetelen. Ik weet dat mijn partij daar niet zo gelukkig mee is. Ik begrijp dat ook. Maar ik blijf loyaal aan de stad waarvoor ik in de politiek gestapt ben.

Doet uw partij zichzelf de das niet om met die strenge decumulregeling?
Ik ga daar geen uitspraken over doen. Dat was voor mijn tijd. John (Crombez, de voorzitter, red) zal wel zijn redenen hebben.

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier