Premier Alexander De Croo (Open VLD) blikt vooruit op het nieuwe jaar: “Wil u terug naar de kapper? Hou u dan aan de regels”
Tegen het einde van de zomer een ietwat normaal leven: dat is de grote hoop van premier Alexander De Croo (Open VLD) voor het nieuwe jaar. Dan zou zeventig procent van de bevolking gevaccineerd moeten zijn. Wij doen een stevige wandeling langs de Brakelse velden voor een diepgaand gesprek over zijn twijfels, de eerste versoepelingen en de toekomst van het land.
Onze premier is geboren en getogen in Michelbeke, een wandelparadijs in het hart van de Vlaamse Ardennen. Hij is er tien jaar geleden opnieuw komen wonen, na omzwervingen in Amerika en Brussel. Vader Herman en moeder Françoise wonen verderop in de straat. Laten we een wandelinterview doen, had hij voorgesteld. Coronaproof . We hebben afspraak aan zijn woning. De liberaal ziet er scherp uit. Hij heeft stevige stapschoenen aan, een dikke vest en een blauwe muts. Ik ben onder de indruk van zijn schapenweide. Of hij de dieren zelf scheert, vraag ik hem. Hij lacht luid. “Wat denkt u? Neen, dat zou niets voor mij zijn.” De premier blijkt wel gefascineerd door dieren. Hij vertelt enthousiast over de buizerds in zijn bomen en de sierlijke kievit die onlangs in zijn tuin dartelde. Dat er zelfs vuur-salamanders in deze drassige velden leven, zegt hij. “Die zijn zo uitzonderlijk dat er een team van de Universiteit Gent onderzoek op doet.” Hij rijdt ook paard: dat is een erfenis van zijn vader.
We starten onze wandeling. De Croo vertelt honderduit over de mensen en de plekken die passeren. Over de boerderij van zijn grootouders, het huis van Panamarenko en de traditie van paardenommegangen. Zijn ogen glinsteren. “Ik ben fier op mijn roots. Weet u wat het voordeel van corona is? Dat veel mensen hun eigen streek herontdekken. Ik ken deze baantjes goed van te mountainbiken. Vroeger kwam je geen kat tegen. Nu wandelen er altijd mensen. Dat is mooi.”
Wat mij opvalt: dat de premier van België hier kan wandelen zonder bodyguards in de buurt.
En gelukkig maar. Vindt u dat vreemd? U mag mijn bodyguard zijn. ( lacht )
Hebt u mij al eens goed bekeken? Neen, ik bedoel: in Amerika mag een president zelfs niet met een auto rijden.
Gelukkig is ons land niet zo strikt. Ik vind het belangrijk om minstens in het weekend vrij te kunnen bewegen. Ik moet met mijn kinderen kunnen wandelen, ik moet op zondag zelf naar de bakker kunnen. Zonder die vrijheid zou ik deze functie niet goed kunnen invullen.
Of die man eigenlijk graag premier is, vroeg mijn dochter van acht.
Moeilijke vraag. ( denkt na ) Ik doe niet aan politiek om mensen te zeggen dat ze geen vrienden mogen zien. Ik doe niet aan politiek om kappers en horecazaken te sluiten. Dus wat we moeten doen, maakt me niet blij. Anderzijds word ik wel gedreven door de ambitie om dit land beter te maken. Dan is premier de ideale functie. Eigenlijk zal ik pas na mijn termijn deze vraag kunnen beantwoorden. ( stil ) Ik heb getwijfeld of ik dit zou doen, hoor. Ik zeg dat eerlijk.
Omdat uw partij maar de zevende van het land is?
Ook. Maar ook omdat je twijfelt aan jezelf. Zal ik dit wel aankunnen? Ben ik wel de geschikte figuur om een land te leiden? Dat is menselijk, denk ik. Ook op die vragen weet ik nog geen ant-woord.
Las u vorige week het interview met Paul Magnette (PS) in onze krant?
Jawel. Ik vond het mooi. Gevoelig ook. Ik wist niet dat hij dat openbaar zou zeggen.
Hij was graag zelf premier geworden, maar vond u een betere keuze voor de stabiliteit van het land.
Dat was zijn overweging, ja. ( denkt na ) Er zijn twee mensen die iets ongelooflijk hebben gerealiseerd in de vorming van deze regering. Dat is ten eerste Paul Magnette. Hij had premier kunnen zijn. Maar hij laat dat aan iemand anders, omdat hij kiest voor het algemeen belang. Dat is straf. Ik denk zelfs dat dat ongezien is in de politiek. En ten tweede mijn voorzitter Egbert Lachaert. Hij heeft zich uit de naad gewerkt voor deze regering, met gevaar voor zijn gezondheid.
U kreeg veel lof voor uw eerste speech. U werd zelfs vergeleken met Obama. Wat deed dat met u?
Dat is een gevaarlijke vergelijking. Ik wil die niet maken. Ik was wel blij met de reacties. Ik wou een positief verhaal vertellen, omdat ik heb aangevoeld dat veel mensen de aanvallen en verdachtmakingen beu zijn. Wat ik zei, kwam recht uit het hart. Die speech is op een halfuur geschreven. In een hotelkamer in Brussel. Met dank aan mijn woordvoerder. Dat was het meest hectische moment van mijn leven, denk ik. We bereikten ‘s ochtends rond 6 uur een akkoord en moesten daarna naar het paleis. Ik wou snel even douchen, scheren en mijn vrouw bellen. Vandaar dat hotel. Vervolgens trokken we in sneltreinvaart naar de koning en daarna naar het Egmontpaleis voor de speech.
Een derde golf zal nóg erger zijn dan de tweede. Ik zal meer zeggen: we kunnen geen derde golf aan.
En zeggen dat u verlegen bent. Of is dat verleden tijd?
Neen. Ik ben nog altijd introvert. Als ik moet spreken, moet ik eerst een drempel over. Maar ik denk wel dat ik dat goed kan verstoppen. Je kan dat leren.
Is Obama een voorbeeld voor u?
Absoluut. Op veel vlakken. Hij liet zich ook omringen door een diverse ploeg. Het is daarom dat ik zo gelukkig ben met deze regering. Die vormt een ware afspiegeling van de samenleving. Ik ben nu zijn biografie aan het lezen. Op mijn verlanglijstje voor kerst stonden twee boeken: dat van Obama en dat van Frank Deboosere over astronomie.
Een verrassend duo.
( lacht ) Ik ben enorm geboeid door astronomie. Het is trouwens met mijn sterrenkijker dat ik de buizerds kan zien.
Voelt een verlegen man zich niet geïntimideerd door ‘meester’ Frank Vandenbroucke (SP.A)?
Neen, eigenlijk niet. Ik kan het goed vinden met Frank. Veel mensen lijken dat vreemd te vinden. Ik heb hem destijds voorzitter gemaakt van de pensioencommissie. Dat viel niet in alle liberale kringen even goed. ( grijnst ) Er bestaat een fout beeld van Frank. Hij staat wél open voor debat. Maar je moet met goede argumenten komen.
Hij lijkt soms wel te denken dat het geld aan de bomen groeit. Zelfs het woord gratisis terug. Moet u hem nooit tegenhouden?
Dat is al meermaals gebeurd. ( lacht ) Kijk, we moeten nu eerst alles doen om de mensen door deze crisis te sleuren: op medisch, menselijk en economisch vlak. Maar daarna zullen we wel weer de vinger op de knip moeten houden. Dat zal soms moeilijke keuzes vragen.
Dat het budget de achillespees is van uw regering, kan u dat al eerlijk zeggen?
Jawel, maar dat is zo voor álle regeringen in Europa. De situatie was al niet rooskleurig en corona heeft daar geen goed aan gedaan. We moeten heel zorgvuldig omgaan met de beschikbare middelen.
Wat is voor u de grootste uitdaging van het nieuwe jaar?
( resoluut ) De mensen gemotiveerd houden. Wie het vaccin krijgt, kan niet meer zelf ziek worden, maar kan het virus wel nog overdragen. De mensen moeten dat goed beseffen. Het is daarom dat we niet meteen alle regels kunnen lossen. Ook wie gevaccineerd is, moet zich aan de maatregelen houden. Het vrije leven is helaas nog niet helemaal terug.
Ik kan niet ontkennen dat ons land onder druk staat. Mijn ambitie is duidelijk: ik wil dit land beter maken.
Wanneer dan wel? Als zeventig procent van de bevolking gevaccineerd is?
Dat is wat wetenschappers zeggen. Ik hoop dat dat lukt tegen het einde van de zomer, dat we dan opnieuw een ietwat normaal leven kunnen leiden. Dat is het perspectief dat ik kan geven. Wacht eens even. ( wijst naar een café ) Kent u de televisiereeks De Ronde ? In dat café is er gefilmd met Stefaan Degand. ( aarzelend ) Hoe was zijn quote weer?
‘Aje moe kakkn, moe je kakkn.’
( lacht ) Juist. Dat is hier in Zwalm opgenomen. Dat café is helaas ook al gesloten. Al die klassieke dorpscafés zijn aan het verdwijnen. Kom eens mee. ( steekt de straat over ) Dit standbeeld symboliseert de ruitersommegang. Dan worden de paarden gezegend. Dat is in het late voorjaar. Ook Michelbeke heeft een ommegang. Ik rijd altijd mee. ( mijmerend ) Dat is wat ik meest mis: het ongedwongen menselijk contact. Door corona zijn we haast bang geworden van elkaar. Ik heb het daar moeilijk mee.
Waarom moeten die vaccinaties zo lang duren?
Omdat we afhankelijk zijn van de productie. Dat geldt voor alle Europese landen. Meer kunnen we niet doen. Al is het wel mogelijk dat toekomstige vaccins het proces versnellen. De vaccins die we nu toedienen, houden de verspreiding van het virus niet tegen. Andere vaccins zullen dat misschien wel doen. Al kan ik daar niet op vooruitlopen.
Komen er nog versoepelingen voor 1 maart?
Ik hoop van wel. Als de cijfers verder dalen, en we duiken onder de 800 besmettingen per dag, dan moet er iets mogelijk zijn. We hebben dat dus allemaal samen in handen. Wil u terug naar de kapper, hou u dan aan de regels.
Wie mag hoop koesteren?
De niet-medische contactberoepen, zoals de kappers, staan bovenaan. Maar daar kunnen nog andere groepen aan toegevoegd worden. De horeca? We zijn aan het onderzoeken of dat mogelijk is. Wat ik absoluut wil vermijden, is een jojo-effect.
We zitten dus nog maanden in dit strenge regime. Kan u dat nog verantwoorden tegenover al die kinderen, jongeren, zelfstandigen, alleenstaanden en andere mensen voor wie dit isolement verwoestend werkt?
Dat is een terechte bedenking. En we moeten daar veel aandacht aan besteden. Het is daarom dat we bijvoorbeeld een knuffelcontact toelaten. ( zwijgt even ) Maar het is belangrijk voor ogen te houden waarom we dit doen. Er sterven nog altijd élke dag zeventig mensen aan covid. Honderden anderen vechten voor hun leven. Het is voor hén dat we dit doen. We móeten.
Is er geen alternatief voor deze totale isolatie? Meer dan de helft van de doden valt in woonzorgcentra.
Maar welk dan? We kunnen onze woonzorgcentra toch niet onder een stolp plaatsen? En wat dan met de mensen die daar werken? Los daarvan: bijna de helft van de doden komt niet van woonzorgcentra. Er zijn ook jonge mensen die ziek worden. Bovendien worden er minder kankergezwellen vastgesteld, omdat mensen niet naar het ziekenhuis durven. ( op dreef ) We doen dit om een derde golf te vermijden. Want die zal nóg erger zijn dan de tweede. Ik zal meer zeggen: we kunnen geen derde golf aan. ( stopt even ) We zijn opnieuw in Michelbeke. We wandelen nu op een mijnwerkerspad langs de oude spoorlijn. Ziet u die vijver daar? In de zomer zit die vol met libellen en kikkers. Natuurpunt heeft dat gebied mooi hersteld.
Bent u lid van Natuurpunt?
Neen, eigenlijk niet. Al heb ik veel sympathie. Misschien moet ik mij een lidkaart aanschaffen. Een goede tip, waarvoor dank. ( lacht )
Kwam u nog nooit badend in het zweet wakker met de vrees dat u de laatste premier van België bent?
Als u dat letterlijk bedoelt, dan is mijn antwoord neen. Ik slaap zeer goed. Maar ik kan niet ontkennen dat ons land onder druk staat. België is nog geen volwassen federaal land. We moeten meer waar voor ons geld krijgen. Ons land moet vooral beter werken. Dat moeten we met open blik durven bekijken. Sommige dingen moeten we verder regionaliseren. Maar andere dingen doen we beter op Belgisch niveau: dat heeft deze crisis wel bewezen.
Paul Magnette wil een federaal land met vier volwaardige gewesten. Is dat ook uw model?
( wikt zijn woorden ) Ik ben het grotendeels eens, ja. Dat Brussel bestuurd wordt door Vlaanderen en Wallonië, is niet meer aangepast aan de realiteit. Brussel is een internationaal knooppunt, terwijl wij dat nog behandelen als het knooppunt tussen Vlamingen en Walen. Het zou dus logisch zijn, mocht Brussel een volwaardig gewest worden. ( denkt na ) Wat ik vooral wil, is een rationeel debat over een efficiëntere staat. Zonder taboes. We gaan daarover een publiek debat organiseren. Dat is al een grote stap vooruit. Vroeger werd een staatshervorming in achterkamertjes besloten. Wat kwam daaruit? Dikwijls een ezel met vijf poten. Ik wil maar zeggen: dat was niet altijd even mooi. Wij willen in 2024 met een helder plan komen. Daarna kan de kiezer zich uitspreken. Die zal bepalen hoe het land eruit ziet. Mijn ambitie is duidelijk: ik wil dit land beter maken.
Dat is genoteerd. Ik wil u bedanken voor de boeiende rondleiding.
Ik zal u nog iets tonen op het kerkhof. Dat is hier vlakbij. Mijn vader toont dat ook altijd aan zijn gasten. Hier is het: onze familiekelder. Die gaat terug tot de achttiende eeuw.
Zelfs de naam van uw vader staat erop.
Een beetje macaber, hè. Mijn moeder vindt het vreselijk. ( lacht ) Het is mijn grootmoeder die deze kelder wou. Maar bon , het toont aan hoezeer de familie verbonden is aan de streek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier