Minister Bacquelaine (MR) in de bres voor zijn omstreden beleid en zijn partij: “De pensioenleeftijd moest omhoog”
Daniel Bacquelaine bezit met Pensioenen één van de zwaarste portefeuilles in de federale regering. Toch is de Luikse MR-minister voor veel Vlamingen een grote onbekende. Niet voor de vakbonden, voor hen is hij één van de favoriete schietschijven na de verhoging van de pensioenleeftijd. Maar de nestor van de regering is niet zo snel van zijn pad af te krijgen.
Door Paul Cobbaert
Hij wordt er 64 vandaag, onze minister van Pensioenen. Van een goed voorbeeld gesproken. Of hij tijd heeft om dat te vieren? “Natuurlijk wel. Al moet dat niets speciaal zijn. Een diner met de kinderen en de kleinzoon, denk ik. Of het zou moeten zijn dat zij wat anders voorzien hebben. (lacht)”
Aan stoppen denkt hij niet. “Eind deze legislatuur zal ik er 67 zijn, ik zou dus kunnen. Maar ik voel me en plein forme. Ik heb me nooit gefixeerd op mijn leeftijd, nu ook niet. Mensen zeggen wel eens dat iemand die de zestig voorbij is meer kans heeft op een burn-out. Dat choqueert mij. Dat klopt niet, als huisarts weet ik dat goed. Vooral mensen tussen de veertig en de vijftig kampen met een burn-out. Zolang ik me goed voel, doe ik verder.”
Was de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar een noodzaak? Was het niet beter geweest te focussen op de verhoging van de reële pensioenleeftijd, die nu 59 jaar is?
Je kan het ene niet los zien van het andere. De reële pensioenleeftijd is inderdaad het grote probleem in België. Het Europees gemiddelde is 62 à 63 jaar. Daar moeten we naartoe. Maar als je sommige mensen toelaat vroeger uit te treden, zware beroepen of mensen die op 18 jaar al gaan werken, dan moeten andere mensen langer werken. Dat is eenvoudige wiskunde.
Om een meer comfortabel leven te leiden, heb je het aanvullend pensioen nodig.
Dat stond in geen enkel verkiezingsprogramma. Is dat geen kiezersbedrog?
Tussen de verkiezingen en de regeringsvorming was er één belangrijk nieuw feit: de publicatie van het rapport van de pensioencommissie-Vandenbroucke. Die zei heel duidelijk dat de leeftijd omhoog moest. Anders zou een catastrofe volgen. Wel, dan moet je je verantwoordelijkheid opnemen. In aanloop naar de verkiezingen was pensioen inderdaad geen prioriteit, maar dat rapport heeft iedereen wakker geschud. (fijntjes) Let op: pas in 2030 verhoogt de leeftijd naar 67 jaar. Toekomstige regeringen zijn vrij dat weer in te trekken.
Elio Di Rupo (PS) heeft dat al plechtig beloofd.
Ik ben ervan overtuigd dat hij dat niet zal doen. Overal in Europa wordt 67 jaar de standaard.
Wat zie je als finaliteit van alle hervormingen op vlak van pensioenen?
Die is duidelijk: zorgen voor een duurzame financiering van ons systeem en iedereen een goed wettelijk pensioen garanderen, dat is de sociale dimensie. Je hebt drie mogelijkheden om dat te doen. Ofwel verhoog je de sociale bijdragen, wat deze regering niet doet, ofwel verlaag je de pensioenbedragen zoals in Griekenland of Italië, wat ik sociaal onaanvaardbaar vind, ofwel gaat iedereen wat langer aan de slag.
Kan je garanderen dat dankzij deze maatregelen iedereen ook in pakweg 2050 een leefbaar pensioen zal krijgen?
Dat is mijn overtuiging. Máár: het wettelijk pensioen zal niet voldoende zijn om de levensstandaard aan te houden die je gewoon bent met je laatste salaris. Daar ben ik ook eerlijk in. Om een meer comfortabel leven te leiden, zal je de tweede pijler nodig hebben, het aanvullend pensioen. Vandaag heeft drie op vijf werknemers toegang daartoe, dat is te weinig. Dat moeten wij verder stimuleren. Die tweede pijler moet fiscaal voordelig blijven, want dat bepaalt de aantrekkelijkheid daarvan, zeker nu de intrestvoeten laag zijn. Ik zie die twee pijlers als complementair.
Onze positie wordt niet gedicteerd door de Vlamingen. Wij kiezen onze eigen koers.
Opmerkelijk: je verlaagt de solidariteitstaks op de hoogste pensioenen. Dat komt vreemd over in tijden dat iedereen moet besparen?
Kijk, tijdens de begrotingsopmaak hebben we twee belangrijke zaken beslist. Eén: de minimumpensioenen worden verder verhoogd. En mag ik toch even benadrukken dat ondanks de indexsprong wij de minima in twee jaar al meer verhoogd hebben dan de vorige regering de laatste twee jaar van haar legislatuur?
Tussen haakjes: jouw belofte was wel die minima tot tien procent boven de armoedegrens te verhogen. Daar bent je nog lang niet.
Dat klopt, en dat blijft het objectief. Al zal ik niet beloven dat dat er deze legislatuur komt. Maar we maken wel vooruitgang. Veel hangt af van de economische groei de komende jaren. Naast de verhoging van de minima hebben we inderdaad ook de solidariteitsbijdrage verlaagd met 25 procent. En waarom? Omdat dat een fundamenteel onrechtvaardige taks was voor mensen die al heel hun leven belastingen betaald hebben. Die was destijds door de regering-Dehaene ingevoerd.
Dat de regering rijdt voor de rijken, is populistische praat.
Dat is koren op de molen van de vakbonden die vinden dat deze regering rijdt voor de rijken.
Dat is populistische praat. Werknemers betalen die bijdrage vanaf een brutopensioen van 2.266 euro, wat neerkomt op ongeveer 1.690 euro netto. Dat gaat niet alleen over de hoogste pensioenen, hè. Onze maatregel komt zo’n 900.000 mensen ten goede.
Had je de harde weerstand van de vakbonden verwacht toen je minister werd?
Het zou me verbaasd hebben mochten ze mij feliciteren. (lacht) Nee, ik vind het normaal dat vakbonden ongerustheden uitdrukken. Maar ik betreur dat ze ook foute informatie verspreiden. Dat vind ik over de limiet gaan. Zeggen dat iedereen tot 67 jaar zal moeten werken, klopt gewoon niet. Zo creëer je angst onder de mensen, en dat is toch hun rol niet, dacht ik.
Wat is jouw grote passie, geneeskunde of politiek?
Ik zou niet kunnen kiezen. Ik zie die twee al heel mijn leven als complementair. Als politicus heb ik leren nadenken over het leven, als huisarts had ik voeling met het leven. Weet u, ik ben tegen de professionalisering van de politiek. Mensen die de universiteit verlaten, direct de politiek ingaan en niets anders doen, ik vind dat niet ideaal. Dan mis je voeling met het echte leven. Als parlementslid zou je ook iets anders moeten doen.
Zeggen dat iedereen tot 67 jaar zal moeten werken, klopt gewoon niet.
Was het voor jou als liberaal moeilijk om in een regering te stappen met Vlaams-nationalisten?
Neen. Ik beschouw N-VA als een democratische partij. Al ben ik zeker geen nationalist. Als liberaal geloof ik niet in een collectieve identiteit. De enige identiteit die reëel bestaat, is de individuele identiteit. Al de rest is geconstrueerd.
Het communautaire lijkt wel weer springlevend met CETA, het omstreden vrijhandelsakkoord tussen Europa en Canada.
Dat heeft niets te maken met het communautaire, maar alles met de politieke context in Wallonië. De PS en de CDH voelen de druk van de extreemlinkse PTB. Ook in dit dossier is veel foute informatie verspreid. Zeggen dat wij overspoeld gaan worden met chloorkippen en hormonenvlees, is de publieke opinie onnodig ongerust maken. Dat staat niet in de teksten van CETA.
Is het niet vreemd dat Buitenlandse Handel in een federaal land een regionale bevoegdheid is?
Dat is paradoxaal, ja. Maar de Vlamingen hebben die regionalisering gevraagd. De Franstaligen hebben dat aanvaard in kader van het bredere compromis rond de staatshervorming.
Volgens Open VLD zou dat beter weer federaal worden.
Dat komt te laat. Je moet de situatie zoals ze vandaag is, aanvaarden. Je kan dat betreuren, maar het is nu zo.
CETA versterkt wel het beeld dat de MR de Vlamingen achterna holt.
(blaast) Onze positie wordt niet gedicteerd door de Vlamingen. Wij kiezen onze eigen koers. Wij zijn altijd voor vrijhandel geweest. Akkoord, we zijn de enige in Wallonië, maar dat ligt niet aan ons. Als je met een goed ontwikkeld land als Canada geen vrijhandelsakkoord meer kan sluiten, kan je dat met niemand meer.
Wie is onze Pensioenminister?
Daniel Bacquelaine werd geboren op 30 november 1952 in Luik. Na zijn studies Geneeskunde vestigde hij zich met zijn vrouw Marie in Chaudfontaine waar hij als huisarts een praktijk opende. Als student was hij al betrokken in de liberale beweging. Halfweg de jaren zeventig leidde hij protesten tegen de hervormingsplannen van toenmalig liberaal Onderwijsminister Herman De Croo.
In 1982 begon zijn lokale politieke carrière in Chaudfontaine. Tien jaar later wordt hij er burgemeester wat hij tot op vandaag is. In 1994 maakte hij zijn intrede in het federaal parlement als vervanger van zijn grote voorbeeld Jean Gol. Hij zal zich vooral tonen op sociale zaken en volksgezondheid. Van 1999 tot 2014 was hij MR-fractieleider. Hoewel hem een adellijke uitstraling toegeschreven wordt, zit geen blauw bloed in zijn genen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier