Vlaams minister van Sport Ben Weyts (N-VA) blikt vooruit naar het omstreden WK voetbal in Qatar: “Voetballers moeten niet aan politiek doen”
To go or not to go: that’s the question. Vlaams minister van Sport Ben Weyts gaat níet naar het WK voetbal in Qatar. Zijn motivatie? De corrupte toewijzing en de mensenrechtenschendingen in het gastland. Dat de federale regering wél gaat, maakt de N-VA-er kwaad. Voorts in het gesprek: de macht van een sportminister, de aanpak van obesitas en seksueel misbruik en de plek van de Rode Duivels in de Vlaamse canon.
Het WK voetbal in Qatar, dat vandaag van start gaat, lijkt weinig enthousiasme op te wekken onder de fans. Er is nog geen bal getrapt of grote schermen worden alweer afgebroken. “Ik ben nochtans een voetbalfan, maar ik deel het gebrek aan enthousiasme”, zegt Vlaams minister Ben Weyts, bevoegd voor sport. “Het is een WK in mineur aan het worden. Dat heeft grotendeels te maken met het gastland, de mensenrechtenschendingen daar en de corruptie bij de toewijzing. Maar het heeft ook sportieve redenen, volgens mij. De timing is uitermate slecht, zo middenin het normale voetbalseizoen. En drie: een WK is doorgaans een sfeervol buitenfeest. Ook dat element valt weg.”
Uzelf blijft ook weg, terwijl u vorige zomer wel supporterde voor de Red Flames op het EK in Engeland.
“Als je vindt dat de toewijzing aan Qatar fout was, dan moet je daar wegblijven. Wie toch een officiële vertegenwoordiger stuurt, legitimeert de organisatie. Het is het ene of het andere. Je kan niet zeggen dat de toewijzing fout was en vervolgens een minister sturen.”
U verwijst naar de federale regering die Hadja Lahbib (MR) stuurt, de minister van Buitenlandse Zaken.
“( knikt ) En als de Rode Duivels de halve finale halen, dan wordt de premier of de koning gestuurd. Komaan, zeg. Wat een onzin. De mensen mogen toch enige consequentie verwachten van een regering. Als je ethische bezwaren hebt, dan blijf je daar weg. Of verdwijnen die bezwaren bij een halve finale?”
Kloot u niet vooral uzelf door niet te gaan? Qatar ligt niet wakker van de afwezigheid van Ben Weyts.
“( droog ) Dat is dan maar zo. Ik wil consequent zijn met mezelf.”
Wat dacht u toen ex-FIFA-baas Sepp Blatter vorige week zei dat de toewijzing een vergissing was?
“Tja, berouw komt na de zonde, zeker?”
Als je ethische bezwaren hebt, dan blijf je weg uit Qatar. Of verdwijnen die bezwaren bij een halve finale?
Mag ik de FIFA een gewetenloze en corrupte organisatie noemen?
“Er zijn onmiskenbaar serieuze aanwijzingen van corruptie bij de toewijzing aan Qatar. Dat is ontoelaatbaar. Maar ik zou niet een hele organisatie over dezelfde kam scheren voor de wanpraktijken van enkele personen. Dat was trouwens meer dan tien jaar geleden. De vraag is ook of de FIFA nog dezelfde organisatie is als toen.”
U bent braaf. Is het omdat u de FIFA nodig hebt om het WK voor vrouwen naar België te halen in 2027?
“O, maar dat zal mij niet weerhouden mijn gedacht te zeggen, hoor.”
Maar u hebt de FIFA wel nodig?
“Ja, want je moet een bid indienen. Dat is nu eenmaal de voorwaarde. We doen dat trouwens samen met Duitsland en Nederland. Maar dat staat helemaal los van Qatar.”
Waarom wil u het WK voor vrouwen binnenhalen?
“( enthousiast ) Ik vind het belangrijk om grote evenementen naar Vlaanderen te halen. Het WK wielrennen bijvoorbeeld (2021). Ik heb die onderhandelingen zélf gevoerd, om het belang aan te tonen. We waren op de duur tot een gat in de nacht aan het discussiëren, zelfs over praktische details zoals hotels. Dat heeft indruk gemaakt op de UCI ( Internationale Wielerunie, red. ). Als ze zien dat de regering mee aan tafel zit, dan weten ze dat het serieus is. Maar we kijken niet alleen naar de populaire sporten, we willen ook nichesporten op de kaart zetten. We hebben daarom het WK 3×3 basketbal naar Antwerpen gehaald. De return daarvan was veel groter dan de investering van minder dan één miljoen euro. Volgend jaar organiseren we het WK turnen en het WK breakdance. Ook dat zijn weloverwogen keuzes, waarvan we verwachten dat de baten groter zijn dan de kosten. Het WK voor vrouwen past in deze logica.”
Terug naar Qatar. Hoe bepaalt u of u een evenement bijwoont? Is dat gevoelsmatig of zijn daar objectieve maatstaven voor?
“Dat is naar eigen inzichten, naar eer en geweten. Al speelt soms ook de agenda een rol. Ik kan niet overal tegelijk zijn.”
Hoe zou u reageren mocht een collega van de Vlaamse regering beslissen om een wedstrijd bij te wonen in Qatar?
“( afgemeten ) Dat zou een regeringszaak worden. Dat ik niet ga, is niet alleen mijn beslissing, maar wordt ook gedragen door de regering. Het is een uiting van een regeringsstandpunt.”
Ruikt dat soms niet naar hypocrisie? Vorig jaar trok Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) wel naar de Wereldexpo in Dubai, ook geen flinke leerling als het over mensenrechten gaat.
“Ik begrijp uw opmerking. Ik zeg daarom ook dat elke politicus zijn eigen grenzen moet trekken. Al is er wel een verschil tussen Qatar en Dubai. In Qatar is er óók sprake van corruptie bij de toewijzing van het evenement en van slavernij bij de totstandkoming ervan. Dat was, denk ik, niet zo in Dubai. Maar akkoord: het is een moeilijke afweging. Een politicus moet vooral consequent handelen.”
Vindt u dat de Rode Duivels een signaal moeten geven?
“Neen, sporters moeten vooral sporten. Ik hou niet van politieke boodschappen op het veld. Dat geldt trouwens ook voor het knielen voor Black Lives Matter . Naast het veld doen ze wat ze willen, maar op het veld moeten ze niet aan politiek doen.”
Voelt u zich eigenlijk een beetje Belg als de Rode Duivels spelen?
“( grijnst ) Ik ben een flamingant. Ik ken echter geen enkele nationale ploeg waar zoveel Vlamingen spelen als bij de Rode Duivels. Dus ja, ik supporter voor hen.”
Wat verwacht u ervan op sportief vlak?
“De verwachtingen zijn minder hoog gespannen. Dat kan volgens mij een opportuniteit zijn. De Rode Duivels presteren altijd goed in de rol van underdog. Dat ze de eerste ronde doorkomen, lijkt mij een evidentie. En daarna … ik zou ze niet onderschatten. Ik zie ze eigenlijk wel opnieuw de halve finale halen.”
En wie wint?
“Als ik één team moet noemen, dan zeg ik Spanje. Een mix van jong talent en ervaring, veel spelers die het gewoon zijn om zware kalenders af te haspelen. Maar goed: straks zullen uw lezers denken dat ik veel verstand van voetbal heb. ( lacht )”
Heeft een minister van Sport eigenlijk veel te zeggen? Of is het vooral geld uitdelen en af en toe op de foto staan?
“De échte macht ligt bij de sportfederaties en maar goed ook. Wat wij doen, is vooral om hen te ondersteunen. Het budget, jaarlijks 190 miljoen euro, is hoger dan ooit, voor zowel topsport als breedtesport. Maar dat is niet alles. Ook de ambities liggen hoger. Waar is de tijd dat België blij was met een bronzen medaille voor Frans Peeters in het kleiduifschieten? Dat was op de Spelen van 1988 in Seoel. Vandaag is onze medaillehonger veel groter.”
Ik kijk niet weg van grensoverschrijdend gedrag, maar het is fout om de sportwereld te viseren
Dat België zeven medailles behaalde op de Olympische Spelen van Tokio, was dat ook uw verdienste?
“Dat is mede het gevolg van een gedurfd topsportbeleid. Maar ere wie ere toekomt: het is mijn voorganger Philippe Muyters (N-VA) die de professionalisering heeft ingezet. Hij heeft het aangedurfd om de lat hoger te leggen. Dat betekent gerichtere en betere steun voor minder atleten. Ik heb de lat nog hoger gelegd. Wij richten voortaan onze energie en middelen op atleten die de top acht kunnen halen op mondiaal niveau. Dat is niet makkelijk, want we moeten veel mensen ontgoochelen.”
En als België straks faalt in Parijs in 2024, is het dan ook uw schuld?
“Dan zal ook in mijn richting gekeken worden. Maar ik ben een optimist. Van de zeven medailles waren er zes van Vlaamse makelij. Ik reken daar ook de hockey bij, gelet op onze investeringen in deze sport. Van de overige 29 top 8-plaatsen mogen wij er maar liefst 27 claimen. Onze ambitie is duidelijk: we willen in Parijs nóg beter doen dan in Tokio. Ik vertrek trouwens zondag ( vandaag, red. ) voor twee dagen naar Belek, Turkije, waar het BOIC zijn Olympische stage houdt.”
Ik wil even dieper ingaan op de breedtesport. Een veilige omgeving creëren voor alle kinderen om te sporten, is dat uw grootste uitdaging?
“Neen. En waarom zeg ik dat? Omdat we al vér staan, zeker in vergelijking met andere maatschappelijke domeinen. Wij hebben er onder meer voor gezorgd dat de financiering én de erkenning van een federatie afhankelijk is van het integriteitsbeleid dat ze voert. Dat is verregaand, hoor. Geen enkele andere sector gaat zo ver.”
Het was ook nodig. Volgens onderzoek van de Universiteit Antwerpen krijgt bijna drie op de vier jonge sporters te maken met grensoverschrijdend gedrag, waarvan een op de vijf seksueel. Is dat geen waanzin?
“Als je alleen naar de cijfers kijkt, zou je dat denken. Maar ik pleit voor nuance. Als het gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag met contact, van ongewenste aanrakingen tot aanranding, dan is het twintig procent. ( windt zich op ) Maar buiten de sport gaat het om veertig procent, hè. Dat wordt er niet bij gezegd. En ik kan zo verschillende vergelijkingen maken. ( toont enkele statistieken ) Het is niet allemaal de schuld van de sport. De meeste meldingen gaan trouwens over straffen op training, zoals rondjes lopen, of over geen waardering krijgen en genegeerd worden.”
Zegt u nu dat het geen goed onderzoek was?
“Neen, maar ik wil context aanbrengen en vanuit die context ook nuanceren. Het is fout om de sportwereld te viseren. Dát zeg ik. Ik kom op voor de vele vrijwilligers in onze sportclubs die zich vandaag geviseerd voelen. Maar ik kijk niet weg van het probleem. Wij zijn de enige sector waar api’s ( aanspreekpunten integriteit, red. ) helemaal ingeburgerd zijn. Wie jeugdcoach wil worden, moet voortaan een uittreksel van zijn strafregister voorleggen. Dat zijn serieuze maatregelen.”
Kan u met de hand op het hart zeggen dat elke jonge sporter een veilig meldpunt heeft binnen zijn of haar club?
“Neen, zo ver zijn we nog niet. Dat is wel de richting die we uit willen. We hebben eerst gewerkt op het niveau van de federaties. Daar is er overal een meldpunt. Dat is zelfs een voorwaarde voor erkenning. De volgende stap is het clubniveau.”
Opvallend: geen woord over obesitas in uw beleidsnota. Het is nochtans ook door zulke welvaartsziekten dat wij zo zwaar getroffen zijn door covid, zei Pedro Facon in deze krant.
“De strijd tegen obesitas is niet mijn finaliteit. Het is een afgeleide. Mijn finaliteit is zoveel mogelijk Vlamingen aan het sporten krijgen. En we zijn daar succesvol in. Er zijn vandaag maar liefst 1,4 miljoen georganiseerde Vlaamse sporters. Dat zijn er 200.000 meer dan acht jaar geleden. Het is op deze manier dat wij strijden tegen ziektes zoals obesitas. Sporten maakt mensen sterker en gezonder. Het maakt trouwens ook een samenleving hechter. Sport is zoals maïzena: het is het beste bindmiddel voor een gemeenschap.”
Zou u niet specifieker moeten focussen op een probleem zoals obesitas?
“Maar hoe doe je dat? Mijn winkel is sport, dus ik stimuleer mensen om te sporten. We doen dat via de sportkompas in de scholen, via de bedrijven, enzovoort.”
Ik ga u onderbreken. Uw winkel is ook onderwijs. Vindt u twee uur LO niet heel weinig? Maak daar vier uur van.
“( geprikkeld ) Dat is wel makkelijk, hè. Zeg dan welke lesuren je moet schrappen. Er zijn trouwens maar twee verplichte vakken in het lager onderwijs: godsdienst en LO. De andere vakken worden bepaald via de eindtermen. Ik wil scholen graag motiveren om meer sport te organiseren, maar ik ga ze niet verplichten. Ik heb namelijk een andere prioriteit als onderwijsminister: de leerachterstand aanpakken. In de nieuwe eindtermen wil ik focussen op de essentie: talen, wiskunde en wetenschappen.”
Schrap dan de verplichte godsdiensturen.
“Daar is onze grondwet het obstakel. Maar als dat betrokken artikel zou herzien worden, dan biedt dat zeker mogelijkheden.”
Laatste vraag: hebben de Rode Duivels hun plek in de Vlaamse canon die eraan komt?
“( grijnst ) Géén idee. Ik zal u iets verklappen: velen denken dat ik de pen vasthoud van de canon, maar dat is niet zo. We hebben daarvoor een onafhankelijke commissie aangesteld en die geniet mijn volste vertrouwen. Ik zal aanvaarden wat daaruit komt. Er zetelen trouwens niet alleen historici in, maar ook experten op vlak van kunst en cultuur. ( denkt na ) Zouden er trouwens sportevenementen zijn die bepalend zijn voor de geschiedenis van Vlaanderen? U hebt ongetwijfeld een idee. ( lacht )”
Zou een Eddy Merckx niet bepalend zijn voor de Vlaamse identiteit?
“Dat kan. Maar ik ga daar verder niet op ingaan. ( lacht )”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier