Europol-directeur Catherine De Bolle is het liefst thuis tijdens de vakantie : “Soms moet je jezelf opladen, als een batterijtje”
’s Weekends is ze thuis, in eigen land. Dan houdt ze haar tijd voor zichzelf en voor familie, vrienden en kennissen. Op weekdagen gebeurt het wel eens dat Europol-directeur Catherine De Bolle (53) voor studie, onderzoek of overleg in een van de lidstaten of bij de collega’s van het FBI moet zijn, of dat ze een blitzbezoek brengt aan landen als Colombia of Oekraïne, maar meestal kan je haar vinden in haar zwaarbeveiligd hoofdkwartier in Den Haag. Waar ze het ontzag dat haar titel opwekt met zoveel charme en warmte wegveegt dat ze het ijs niet eens moet breken. De temperatuur kan er simpelweg nooit onder nul gaan.
Bestaat dat eigenlijk voor u, vakantie?
“Ja, dat bestaat. Ik probeer altijd een evenwicht te vinden met mijn privéleven. Ik vind dat je geregeld tijd moet nemen voor jezelf en je familie zonder druk en zonder schema. Je hebt dat nodig om een beetje nieuwe energie op te doen, vind ik.”
Dat bestaat, maar lukt het ook mentaal? Kan je loskoppelen?
“Vroeger werd ik tijdens mijn vakantie vaak opgebeld door de collega’s. Maar nu weten ze dat ze eerst mijn man moeten bellen. Zo zit er vanzelf al een filter op. Waardoor ze alleen nog bellen als het echt niet anders kan. De organisatie moet een stukje op routine kunnen draaien. Ik heb heel veel goeie medewerkers die ook beslissingen kunnen nemen, in hun bevoegdheidsdomein. Mocht Europol alleen van mij afhangen, dan zou ik een slechte baas zijn. Ik duid altijd iemand aan die dan interim-directeur is in de periode dat ik weg ben. Vroeger, toen ik bij de federale politie werkte, werd ik vaker teruggeroepen. Europol is geen eerstelijnspolitiedienst die voor de openbare orde instaat en alle dagen patrouilles op het terrein stuurt. We zijn een steundienst, die diensten helpt in hun onderzoeken. Ik zeg het, je moet soms afstand kunnen nemen. Als je thuis bent, moet je echt thuis zijn. Dan besteed ik aandacht aan mijn man en de kinderen en de familie. Dat heb je nodig om weer de energie te hebben om voort te doen. Je moet jezelf opladen, zoals een batterijtje. Soms loopt dat eens plat, hé. Het werk is slechts een deel van het leven.”
Uw favoriete vakantiebestemming is Griekenland. Hopelijk voor u zat u de voorbije weken niet op Rhodos of Korfoe.
“Nee, we gaan vooral naar de kleinere eilanden. Rhodos, Kreta en Korfoe hebben we natuurlijk gedaan, maar ook Skyros, Folegandros, Samos en noem maar op. We bezochten heel veel van die eilanden. Die liefde is eigenlijk ontstaan doordat een lerares in het derde middelbaar altijd met zoveel passie vertelde over haar hobby. Ze zeilde tussen de verschillende Griekse eilanden. Ik spreek over 40 jaar geleden. En ik heb het geluk dat mijn man ook van Griekenland houdt. Dus hebben we de eerste jaren niets anders gedaan dan de Griekse eilanden. Culinair een aanrader en op die eilanden heb je altijd een frisse wind. De mensen zijn er heel aangenaam en lief. Je hebt er natuur, het strand en veel cultuur ook. Het is een bruisend land.”
Bent u nu al op vakantie geweest?
“We waren een week in Bretagne. Mijn man is gepensioneerd en we hebben een hond gekocht. Daardoor durven we voorlopig niet meer met het vliegtuig te reizen.” (lacht)
Uw man heeft een hond gekocht omdat zijn vrouw nooit thuis is.
“Ja, om niet te veel alleen te zijn. Inderdaad. (lacht) We wilden al langer een hond, maar je moet er kunnen voor zorgen. En nu hij met pensioen is, kan dat.”
Door alle criminele bedreigingen die op ons continent afkomen, is het vijf voor twaalf voor Europa
Een mens zou meer en meer de neiging krijgen om thuis te blijven, als je ziet wat er overal misloopt.
“Ieder moet dat voor zichzelf uitmaken. Ik ben graag thuis in de vakantie. Dan zie ik mijn kinderen, mijn man, mijn ouders, mijn buren, mijn vrienden en andere mensen die ik veel te weinig zie. Thuis zijn is voor mij altijd een beetje vakantie.”
U woont nog in het haast idyllische dorp waar u bent opgegroeid. Een groot contrast met de wereld waar u beroepsmatig bent beland.
“Ik heb altijd iets willen doen waarmee ik een zekere impact heb. Ik wil behoren tot een groep die het goeie met de maatschappij voorheeft. We werken natuurlijk allemaal voor ons loon. Maar bij de politie zet je je ook ten dele belangeloos in voor een betere samenleving. Ik hecht veel belang aan menselijke waarden. Dat we hier mogen zijn wie we willen, is zo’n waarde die we moeten behouden. Daar wil ik ook voor werken. Mijn eerste kennismaking met de politie was toen ik als kind geen licht op mijn fiets had. In mijn tijd hadden jongeren vaak nog schrik van de politie en zeker van de rijkswacht. Maar die mensen waren zo vriendelijk om me uit te leggen waarom een licht op de fiets zo belangrijk was. Ik heb er ook altijd op gehamerd dat er in veel gevallen niet onmiddellijk geverbaliseerd moet worden. Een beetje toelichting kan veel meer effect hebben.”
“Ik studeerde destijds in Gent, en ik liep toen ook wel eens mee in een betoging. Terwijl we toen eigenlijk in een vredevolle samenleving leefden. Ik weet nog wanneer het allemaal omkeerde, ik zat met vrienden tv te kijken en we zagen hoe de Golfoorlog uitbrak. Dat was een schok. Ook dat droeg ertoe bij dat ik politiemens wilde worden. Gewoon om de democratische waarden te beschermen. Je voelde toen al: alles gaat veranderen. Er is nog veel armoede in de wereld, het kan niet blijven duren dat wij alles hebben en de rest niets. We moeten toch werken aan een inclusievere samenleving.”
Politiewerk wordt meer en meer een internationale materie. U zit intussen al een tijdje in het buitenland. U wordt vaak geïntroduceerd als de grote baas van de Europese politie. Is dat ook zo?
“Nee, Europol is meer dan 20 jaar geleden ontstaan omdat politiediensten in Europa voelden dat ze meer informatie moesten kunnen uitwisselen, om te voorkomen dat daders konden ontsnappen en we ze niet voor de rechtbank konden brengen. Helmut Kohl wilde eigenlijk een Europese FBI, met een eigen onderzoeksbevoegdheid en met teams die over heel Europa arrestaties konden doen. Dat was niet aanvaardbaar voor de lidstaten, dus is Europol een politieorganisatie geworden met een heel strikt mandaat, enkel bevoegd voor cybercrime, georganiseerde misdaad en terrorisme. De 27 lidstaten leveren ons op vrijwillige basis informatie over misdaden in hun land. Dan kijken we: is er een ander Europees land die met dezelfde problemen te maken heeft gekregen? We zoeken naar verbanden. In het geval van een explosie zoeken we bijvoorbeeld uit of de gebruikte explosieven elders zijn gebruikt. In elk domein van de misdaad hebben we experten. We hebben financiële experten die de financiële stromen analyseren, we hebben cyberexperten, die de digitale omgeving volledig blootleggen, dan heb je de verschillende drugsexperten… In totaal werken hier 1.300 mensen. Daarnaast zijn hier ook 250 verbindingsofficieren werkzaam uit de verschillende lidstaten en uit niet-Europese landen met wie we samenwerkingsakkoorden hebben.”
Sinds het klimaat op drift is, lijken de mensen ook van slag
Vreemd toch dat de lidstaten niet verplicht zijn om hun informatie met u te delen?
“Dat is ook waarom we zo goed zijn: we moeten onszelf elke dag heruitvinden. Ik investeer heel veel tijd en moeite in de contacten met de lidstaten. Ik heb nu voor de tweede keer de volledige ronde van alle hoofdsteden gedaan. In de 27 lidstaten heb ik politie- en douanediensten bezocht en met alle ministers van Binnenlandse Zaken gesproken. Om nog eens goed uit te leggen wat Europol is, wat we doen, welke steun we leveren en wat de prioriteiten zouden moeten zijn op Europees niveau. Met het toenemende aantal grensoverschrijdende misdaden zie je de bereidwilligheid om samen te werken alleen maar toenemen. Alle politiediensten beseffen dat ze de problemen niet meer alleen aankunnen. Mocht aan het licht komen dat een land informatie heeft achtergehouden en dat achteraf tot desastreuze gevolgen heeft geleid, dan zijn er geen excuses meer mogelijk. Plus, als een land zijn onderzoekers naar Den Haag stuurt, dan betalen wij hun reizen, hun verblijf en hun werk. Dus er kan geen enkel land zeggen: ‘We hebben de financiële middelen niet om ons in te schrijven in die aanpak.’”
Als je de kranten leest, zou je ontmoedigd raken van wat er allemaal misloopt. In welke mate vecht u tegen het gevoel dat de wereld om zeep is?
“Ik ben nu bijna 30 jaar actief bij de politie en het gaat er niet op vooruit met de wereld. Soms denk ik dat sinds het klimaat op drift is geslagen, ook de mensen van slag zijn. Er is nog weinig empathie. Toen we voor het eerst geconfronteerd werden met die beelden uit de terreurstaten waarin hoofden werden afgehakt, dacht ik: hoe is dat mogelijk in deze tijd? Maar sindsdien blijven de wreedheden zich opstapelen. We krijgen beelden te zien van folteringen en moorden in de zwaar georganiseerde criminaliteit, er is het kindermisbruik, de onmenselijke mensenhandel en de migrantensmokkel. Het is echt verbijsterend wat mensen elkaar aandoen. En dan heb je nog al die gevaren online. Ik ben wel blij dat er op Europees niveau initiatieven worden genomen om de providers op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Als je een auto koopt, ga je ervan uit dat het voertuig veilig is en dat het niet uit elkaar valt zodra je er de straat mee oprijdt. In de digitale wereld, in de digitale straat, zou je er ook van moeten kunnen uitgaan dat de omgeving veilig is. Vraag is natuurlijk hoever je kan gaan met het aan banden leggen van de digitale dienstverleners. We kunnen ze hier wel reguleren, maar als ze elders in de wereld hun gang kunnen gaan, dan sijpelen bepaalde verboden toepassingen toch weer onze computers binnen. Maar we zitten niet stil. We komen geregeld samen met alle politiechefs van Europa en indien nodig doen we voorstellen aan de ministers van Binnenlandse Zaken om waar nodig het wettelijk kader aan te passen aan de huidige realiteit.”
U wordt met alles geconfronteerd wat misloopt in de wereld. Hebben wij als gewone mens een idee van wat er ons boven het hoofd hangt?
“We spreken daar soms over met de dienst Communicatie. Hoe komt het dat de mensen dat niet allemaal zien? Ik denk dat je het op een bepaald punt gewoon niet meer kan slikken. Ik zie dat ook bij mijn kinderen. Je hebt het klimaat, nu heb je die bosbranden… ‘Doe dit niet, doe dat niet, want dit of dat gaat gebeuren.’ Als het geen negatief nieuws is, is het een opgeheven vingertje. Ik denk dat het misschien wel goed is dat je niet volledig beseft wat ons boven het hoofd hangt. Maar we moeten wel iets doen. Door alle criminele bedreigingen die op ons continent afkomen, is het vijf voor twaalf voor Europa. Ons continent heeft de Verenigde Staten van de troon gestoten als belangrijkste afzetmarkt voor de drugstoevoer vanuit Zuid-Amerika.”
“Pas op, de wereld is mooi. Je moet niet bang zijn om te leven, niet bang zijn om op vakantie te gaan, maar je moet je wel wat bewust zijn van wat er kan gebeuren. Voor je vertrekt, kan je bijvoorbeeld een minimum aan veiligheidsmaatregelen treffen voor je eigen toestellen. Als je je huis afsluit, sluit dan ook je internet af, dat het niet toegankelijk is. Ik zie natuurlijk alleen maar het slechtste in de samenleving. Bij Europol worden wij alleen maar geconfronteerd met de zware criminaliteit, die veel meer geweld gebruikt en ondermijnend is voor de staat. Maar de politiediensten en de politieke overheden zijn zich bewust van de problemen. En er wordt hard gewerkt. Met het Sky ECC-onderzoek zijn er 800 zware criminelen gearresteerd en veroordeeld. En er zullen er nog volgen. Maar dan kom je weer voor andere vragen te staan: hoe zal je die mensen re-integreren in de maatschappij?”
De zomertip van Catherine
“Ik denk dat je moet loslaten, deconnecteren en genieten. Vakantie is de tijd om vriendschap te koesteren, mensen die je graag ziet te koesteren. Zelfs als je het druk hebt, moet je af en toe de tijd nemen om te koesteren wat je hebt. En professioneel zou ik zeggen: let op je apparaten. Ook al is er publieke wifi, je gaat best via VPN of private hotspot online. En als je terugkomt, vergeet je niet je vakantie-apps te verwijderen en je rekeningen te checken. Wat je doet in de fysieke wereld, moet je ook doen in de digitale wereld: opletten. Als je ergens betaalt met je bankkaart, zorg dat niemand je code ziet, geef nooit je kaart af, dat niemand er een kopie van kan nemen, en let er ook op dat niemand de achterkant van je kaart ziet met die drie cijfertjes, de CVC-code.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier