Staatssecretaris Eva De Bleeker (Open VLD), bevoegd voor begroting, wil haar collega’s wakker schudden: “Ik zal geen hocus pocus toelaten. De PS weet dat”
“Ze moeten in september plannen op tafel leggen. Anders leggen we zélf iets op tafel.” Staatssecretaris Eva De Bleeker (Open VLD) zet druk op de PS-ministers die bevoegd zijn voor werk en pensioenen. De timing is geen toeval. Het nieuwe liberale boegbeeld staat na de zomer voor haar lakmoesproef: het budget op orde krijgen. Eva wie, denkt u? Lees dan vooral verder. Wij hebben een diepgaand gesprek over centen, feministen en een wonde die nooit heelt.
We spreken af in Hoeilaart, de thuisbasis van Eva De Bleeker. Ze wou het interview graag in eigen omgeving doen, zegt ze. De Bleeker was tot negen maanden geleden een gewaardeerd lokaal politica. Ze was schepen in de druivengemeente, bevoegd voor onder meer sport. Overdag werkte ze voor de Europese Commissie. Voor de buitenwereld was ze een grote onbekende toen ze op 1 oktober de eed aflegde als staatssecretaris. Het was voorzitter Egbert Lachaert die haar uit zijn hoge hoed toverde. In liberale kringen was de verrassing iets minder groot. De Bleeker was voorzitter van de Open VLD-vrouwen en lid van het partijbestuur. Je zou haar misschien zelfs een atypische liberaal kunnen noemen: ze heeft geen politieke stamboom en ze is geen flamboyante tafelspringer. De Bleeker straalt vooral sérieux uit.
Of haar leven dooreen gegooid is? “Dat valt goed mee”, zegt ze. “Dat kan te maken hebben met de coronacrisis. We hebben allemaal meer dan ooit thuis gewerkt. Ook als schepen was ik vooral met crisismanagement bezig. Ik ben vooral heel fier dat ik dit mag doen. Het was altijd mijn ambitie omooit voltijds met politiek bezig te zijn.”
Een lokaal politicus wordt gewaardeerd, een nationaal politicus is dikwijls de pispaal. Voelt u dat verschil al?
“Neen, ik heb nog weinig pispaalmomenten meegemaakt. ( lacht ) Dat kan nog komen, mijn rol was de voorbije maanden eerder beperkt. Op sociale media verschijnen wel eens dingen die beneden alle peil zijn. Maar ik probeer dat te relativeren. Het zijn niet mijn vrienden die dat posten.”
Waarom wou Lachaert u in de regering?
“Dat is het resultaat van een grote puzzel. Er zullen verschillende factoren meegespeeld hebben. Hij wou vooral iemand met een economisch profiel voor deze bevoegdheden. Bovendien wou hij iemand uit Vlaams-Brabant en liefst een vrouw. Ik was blij met de vraag, ik had hier stiekem op gehoopt, maar ik was vooral verrast. Mijn naam was wel al eens in een krant verschenen, maar ik vond dat uit de lucht gegrepen. Het was de avond voordien, rond 23 uur, dat de voorzitter belde. Ik heb meteen ja gezegd. De volgende ochtend stond ik op het koninklijk paleis.”
Hebt u met niemand overlegd?
“Neen. Dat zijn dingen die ik zelf beslis.”
Waarom bent u staatssecretaris en geen minister?
“Dat is een verdeling onder de partijen. Veel meer weet ik daar niet van. Een staatssecretaris zou iets minder zijn dan een minister, maar in de praktijk is daar weinig van te maken. Ik moet dikwijls aanschuiven als het kernkabinet vergadert. Je hebt wel iets minder budget en iets minder medewerkers. Dat is het grootste verschil. Het voordeel is dan weer dat wij verplicht worden om efficiënt te werken.”
Een staatssecretaris verdient ook minder dan een minister. Is dat niet vreemd? U bent bevoegd voor een cruciaal departement.
( blaast ) “Misschien. Maar dat is het minste van mijn zorgen. Ik ben vooral heel blij met mijn bevoegdheden.”
U staat dit najaar voor een belangrijk examen. Halfweg oktober moet de begroting voor 2022 klaar zijn. Wat is de uitdaging?
“Het tekort moet eindelijk naar beneden. Dat is dé uitdaging. Een vrees van mij is dat de crisismaatregelen blijven plakken. We moeten daarom duidelijk maken dat de coronamaatregelen eind september aflopen en niet meer verlengd worden. Op voorwaarde uiteraard dat er geen nieuwe golf komt. Maar goed, laat ons daar niet van uitgaan. We mogen alleen nog uitzonderingen toestaan voor sectoren die nog steeds dicht zijn. Ik zal daar streng over waken.”
Weet de horeca al dat de btw-verlaging niet verlengd wordt?
( ontwijkend ) “Het gaat mij over het principe. Crisismaatregelen moeten tijdelijk zijn. Als de crisis voorbij is, moet er weer budgettaire orthodoxie komen. Het regeerakkoord is duidelijk: we streven federaal naar een maximaal tekort van 3 procent tegen 2024. Dat is waarop u mij mag afrekenen. We geven vandaag meer uit dan we binnen krijgen. Dat is niet gezond op lange termijn. We moeten dus minder en vooral slimmer uitgeven. Ik heb elke minister gevraagd om die oefening te maken.”
Zal dat genoeg zijn? Het tekort voor dit jaar bedraagt maar liefst 6,3 procent, ofwel 30 miljard euro.
“Neen, we moeten ook eindelijk hervormen, vooral de arbeidsmarkt en de pensioenen. ( benadrukt ) Ik verwacht dat de bevoegde ministers na de zomer, in september dus, hun plannen op tafel leggen. We hebben vandaag een werkzaamheidsgraad van zeventig procent in België. Dat moet tachtig procent worden. Dat zou een gigantische winst voor de begroting betekenen.”
Economen zijn haast unaniem: er staan geen maatregelen in het regeerakkoord om die tachtig procent te bereiken.
( knikt ) “Het is daarom dat de ministers van werk en pensioenen met hun plannen moeten komen. De doelstelling staat er wél in.”
Het zijn twee PS-ministers die bevoegd zijn (Pierre-Yves Dermagne en Karine Lalieux). Luisteren zij als u spreekt?
“Ik zal het herhalen tot ze luisteren. Dat is mijn rol. Anders leggen we zélf iets op tafel. We hebben ideeën genoeg. De relance is te belangrijk voor de toekomst van het land. Dit kan niet langer wachten.”
Thomas Dermine, staatssecretaris voor de PS, zei onlangs in deze krant dat het budget geen limiet mag zijn voor de relance.
( kordaat ) “Ik ga niet akkoord met hem. Hij is fan van enkele nieuwe monetaire theorieën, ik niet. Dat is hocus pocus-gedoe. Ik zal dat niet toelaten. De PS weet dat. Ik ga akkoord dat overheidsinvesteringen nodig zijn, maar ik hoop dat zij stilaan ook wakker liggen van de begroting. En anders zal ik ze wakker schudden. ( lacht )”
U zou ook een vermogensbelasting kunnen invoeren om het gat te dempen. Zou dat niet fair zijn na een crisis zoals deze?
“Neen. De belastingvoet in België is al hoog genoeg. We hebben trouwens al een effectentaks ingevoerd. Dat zal een serieus bedrag opleveren. We hopen ook op een digitaks voor grote techbedrijven. Een nieuwe vermogenstaks is dus niet aan de orde. Dat zou trouwens een fout signaal zijn. We moeten mensen stimuleren om te investeren in onze economie.”
Vrij vertaald: het is beter dat Marc Coucke zijn miljoenen in de economie pompt dan in de staat.
“Klopt. We moeten de vrije markt laten spelen. Het zijn de bedrijven die jobs en welvaart creëren. De overheid moet niet alle investeringen zelf willen doen.”
Het wordt een zware zomer voor u. Zal u tijd hebben voor vakantie?
“Ik heb toch een klein beetje vakantie gepland, hoor. De boog kan niet altijd gespannen staan. ( lacht ) Wordt het een zware zomer? ( blaast ) Dat is goed mogelijk. Momenteel buigen de technische werkgroepen zich over de begroting. Na de zomer is het aan de politiek. Maar weet u: ik heb er eigenlijk wel vertrouwen in. We zitten vandaag in een diep dal en we moeten daaruit. Ik denk dat elke minister dat wel beseft. ( op dreef ) De begroting is zó belangrijk voor de toekomstige generaties en het is toch voor hen dat we aan politiek doen? Het tekort móet naar beneden en de schuldgraad moet minstens stabiliseren. Dat zijn de doelstellingen.”
Er zijn economen die vinden dat een schuldenput niet noodzakelijk een probleem is.
( feller ) “Toch wel. Dat gaat over de geloofwaardigheid én de kredietwaardigheid van een land. We zijn toch Griekenland niet vergeten? Ook België leent geld. Als onze schuldgraad blijft stijgen, zal ook de rente stijgen en worden onze aflossingen duurder en duurder. Dat is niet mijn model.”
Genoeg over centen. Wie of wat heeft u getriggerd om aan politiek te doen?
( denkt na ) “Ik wil graag Lucienne Herman-Michielsens noemen. Zij heeft járen gestreden voor de abortuswet. Toen die in 1990 eindelijk gestemd werd, kreeg ze de tranen in de ogen. Zó blij was ze. Dat heeft me diep geraakt. Je kan de samenleving veranderen als je aan politiek doet. Zij heeft dat bewezen. Dat was een kantelmoment in mijn leven. Eén jaar later werd ik lid van de toenmalige PVV ( voorloper van Open VLD, red ).”
Komt u uit een politiek nest?
“Neen, helemaal niet. Mijn papa is psychiater, mijn mama psycholoog. Zij vinden het zelfs niet fijn dat ik aan politiek doe. ( lacht ) Om de reden die u in het begin van het gesprek noemde: politici zijn soms echte pispalen. Het is normaal dat ouders hun kinderen daarvan willen afschermen, denk ik.”
Zijn uw kinderen fier dat u staatssecretaris bent?
“Oei, ik weet dat niet. Ik denk het wel, zeker? ( even stil ) Ja, ik denk het wel. Mijn dochter is ook heel geëngageerd. Zij kan niet tegen onrecht. Ik heb een sterke reflex voor emancipatie en gelijke kansen, maar zij heeft dat nog meer. Zij is een nog grotere feministe dan ik. ( lacht ) Mijn zoon is daar minder mee bezig. Al is hij wel op straat gekomen voor het klimaat. Net zoals zijn zus.”
U was vier jaar voorzitter van de Open VLD-vrouwen. Is zo’n afdeling nog nodig?
“Helaas wel. Ik hoop dat het binnenkort overbodig wordt. We zijn in België op de goede weg. De regering heeft eindelijk gendergelijkheid. Maar we zijn er nog niet. In het kernkabinet zitten zes mannen en amper twee vrouwen. Dat is te weinig. Maar het is vooral op de arbeidsmarkt dat de strijd nog niet gestreden is. Ook in België is gelijk loon voor gelijk werk nog geen realiteit.”
Uw dochter is heel vroeg geboren, las ik ergens. Klopt dat?
“Ja, tien weken te vroeg. Ik was eigenlijk zwanger van een drieling. De tweeling, twee jongens, had het twin-to-twin-transfusiesyndroom . Het ene kindje gaf al zijn eten aan het andere. Nu, dat hoeft niet levensbedreigend te zijn. Ik werd heel goed opgevolgd, maar na dertig weken moesten ze toch geboren worden. De tweeling bleek helaas niet te kunnen overleven. Het eerste jongetje stierf na één dag, het tweede na een week. ( stil ) Gelukkig was Helena wel gezond. Zij is dus ook prematuur geboren, maar mocht na zes weken op de neonatale afdeling naar huis.”
Heftig. Ik ben er stil van…
“Dat waren heel heftige tijden. Achteraf vraag je je af hoe je dat zelf overleefd hebt, hoe je weer verder kon gaan met je leven. ( stil ) Het is een diepe wonde, maar het heeft me tegelijk geleerd om dingen te relativeren. Ik zeg het soms luidop tegen mezelf: ‘Ik heb twee kinderen verloren, ik ga me toch niet druk maken om ridicule dingen.’ Je leert omgaan met tegenslagen. Maar het is ook een litteken voor het leven.”
Een vreemde sprong misschien, maar toch: u kon relativeren dat u plots in The New York Times stond?
“Dat is een goed voorbeeld, ja. ( lacht ) Dat was even schrikken natuurlijk, maar ik kon dat inderdaad relativeren.”
Dat was omdat u de vaccinprijzen op Twitter zette. Was u fout?
“Ik weet dat niet. Ik laat dat in het midden. Het is vooral heel hard opgeblazen. Er zijn daar geen rechtszaken van gekomen of zo. Het was vooral jammer. Dat was halfweg december. We waren net klaar met onze eerste begroting. Ik had liever gezien dat de kranten daarover schreven.”
U wordt ook een nieuw boegbeeld van uw partij in Vlaams-Brabant. Dat betekent opboksen tegen Theo Francken (N-VA) en Dries Van Langenhove (Vlaams Belang). Ziet u dat zitten?
“Zeker weten. Maar ik zal van mijn eigen kracht uitgaan. Ik ben geen tafelspringer, ik wil vooral goed beleid voeren. Een sterk palmares is de beste manier om de kiezers te overtuigen.”
Hoe verklaart u de slechte peilingen voor uw partij?
“De pandemie zorgt voor veel wrevel onder de mensen. Dat is zeker een belangrijke factor. Dat was een moeilijke periode voor de partij. Wij staan voor vrijheid. Een avondklok werkt op een liberaal als een rode lap op een stier. En toch konden we niet anders. Wie aan het roer zit, moet verantwoordelijkheid opnemen. Dan waren er nog enkele andere pijnlijke zaken: Sihame en zo. Maar we moeten erdoor. Nu de pandemie hopelijk voorbij is, zal de liberale lijn alleen maar duidelijker worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier