Groen-politicus Filip Watteeuw tien jaar aan de macht : “Het flipfloppen van N-VA is bijna geniaal”
Filip Watteeuw is de meest befaamde/beruchte (schrappen wat niet past) mobiliteitsschepen van het land. De man en zijn partij Groen zijn exact tien jaar aan de macht in de Arteveldestad. Dat vraagt om een grondig gesprek: over bange politici, groene dada’s, de drugsoorlog in Antwerpen en de politieke oorlog in Gent. Eén ding staat vast: Watteeuw wil geen derde termijn op mobiliteit.
Filip Watteeuw ontvangt onze krant in het historische stadhuis van Gent. Aan de hoge muren hangen schilderijen, wapenschilden en geschriften over de grootste namen uit onze geschiedenis. Dat dit het échte hart van Vlaanderen is, bedenk ik – sorry, Antwerpen –, en dat brengt me bij het veelbesproken televisieprogramma van Tom Waes: Het Verhaal van Vlaanderen . Watteeuw heeft alle afleveringen gezien én is grote fan, zo blijkt. “De inhoud zit goed. Ik vind de ophef onnodig.”
De kritiek komt nochtans uit linkse hoek. Dat dit geen goede besteding is van overheidsgeld, zo klinkt het.
“Men mag vragen stellen over de financiering. Dat zou moeten gebeuren voor élke subsidie. Maar ik vind het terecht dat een overheid investeert in gezamenlijke verhalen over onze geschiedenis. Ik vind het ook goed dat de VRT daar ruimte voor vrijmaakt. Het moet natuurlijk correct gebeuren, ook de donkere bladzijden moeten verteld worden. Maar ik heb geen aanwijzing dat dat niet zou gebeuren.”
Zou het kunnen dat linkse politici in een kramp schieten omdat het over Vlaanderen gaat?
“Dat kan, maar ik vind dat een verkeerde reflex. Ik zie die kramp trouwens ook ter rechterzijde als het over België gaat. Ik betreur dat.”
Mag ik een gokje wagen over hoe u de annalen zal ingaan?
“Ik kan het wel raden. ( lacht )”
Als de architect van het omstreden circulatieplan dat de grootste autoluwe zone van het land creëerde. Hebt u daar vrede mee?
“Absoluut, dat is een heel bijzondere realisatie. U mag trouwens het woord ‘omstreden’ schrappen. Het circulatieplan is na zes jaar helemaal ingeburgerd. De resultaten zijn er: meer fietsers, minder ongevallen en betere luchtkwaliteit. Als je door Gent wandelt, dan voel je ook dat de levenskwaliteit verbeterd is.”
Straks maakt u mij wijs dat u alleen maar applaus krijgt.
“Dat zeg ik niet. Er zijn mensen die problemen hebben met de manier waarop ik het plan heb doorgeduwd. Dat mag. Ook wie liever met de auto naar het centrum kwam, zal niet applaudisseren. Maar de verkiezingsuitslag van 2018 heeft aangetoond dat er ook veel steun is. Wij zijn de grootste partij geworden.”
Vooral in het begin was de weerstand groot. Herman Brusselmans noemde u zelfs een pipo die Gent naar de kloten helpt. Hebt u gedacht aan opgeven?
“Neen, geen moment. Dat is ook dankzij de steun van Daniël Termont ( toenmalig burgemeester, Vooruit, red. ). Je moet als politicus assen smeden als je iets wil realiseren. Ik wist wel dat als het plan zou mislukken, ik mijn boeltje zou mogen pakken. Maar goed: ook daar zou ik vrede mee gehad hebben. Ik doe aan politiek om mijn idealen te realiseren, ook al is het tegen de stroom in. Helaas zie ik vandaag vooral veel politici die bang zijn om dingen te veranderen. Dat ergert mij.”
Hoe verklaart u dat?
“De druk van de sociale media, vrees ik. Als er twintig jaar geleden een probleem opdook – ja, ik draai al lang mee ( lacht ) -, dan hadden we drie, vier dagen tijd om een oplossing te bedenken. Duikt er vandaag een probleem op, dan staat het direct op sociale media en wordt ook van een politicus direct een reactie verwacht. Wie de moed heeft om een oplossing voor te stellen, krijgt sowieso bakken kritiek. Het zorgt ervoor dat politici bang worden. Ze ontbreken de rust om na te denken.”
Ik heb ook zelf nood aan een andere rol. Burgemeester? Ik zou daar niet bang voor zijn
Het doet denken aan het Brusselse mobiliteitsplan, waar de lokale politiek lijkt te plooien voor het gewelddadig protest.
“( knikt ) Het is ten eerste ontoelaatbaar dat er daar politici zijn die oproepen tot geweld tegen een democratisch genomen maatregel. Dat is in Gent gelukkig niet gebeurd. Maar het is inderdaad ook pijnlijk dat er enkele burgemeesters zijn die blijkbaar geen ruggengraat hebben. ( windt zich op ) Welk signaal geven zij? Als je geweld gebruikt, dan plooien we. Jóngens, toch.”
Is Good Move , het Brusselse plan, een stap in de Gentse richting?
“Jawel, ze zeggen dat ook zelf. Ook voor andere Europese steden is het Gentse mobiliteitsmodel een inspiratiebron. Dat mag ook niet verrassen: er is geen andere weg. We moeten de kwaliteit van wonen, werken en leven in onze steden verbeteren. Dat kan alleen door extra ruimte te creëren en dus door de auto te weren.”
Quid Antwerpen?
“( blaast ) Dat is en blijft een autogerichte stad. Mijn collega-schepen Koen Kennis (N-VA) wil de mensen vooral verleiden om alternatieven te gebruiken, maar volgens mij is dat niet genoeg. De stad zal ook zélf keuzes moeten maken.”
Is het goed dat de Vlaamse regering diesels bant in Gent en Antwerpen vanaf 2031?
“Ik vind dat een logische beslissing. Ook voor mensen die in een stad wonen, is luchtkwaliteit belangrijk. De horizon van 2031 geeft iedereen de tijd om zich voor te bereiden.”
Is het geen asociale maatregel die vooral de meest kwetsbaren treft? Dat is een geluid dat klinkt bij de socialisten van Vooruit.
“Ik vind dat een vreemde kritiek. Er zijn ook veel stadsbewoners die geen auto hebben omdat ze zich er geen kunnen permitteren. Zij zijn de eerste slachtoffers van de vuile uitstoot. We moeten ook hén beschermen. Een andere kritiek is wel terecht: dat de Vlaamse regering te weinig investeert in alternatieven zoals De Lijn.”
Ook de trein wordt opnieuw duurder en daar zitten de groenen zelf aan het stuur.
“( wikt zijn woorden ) De uitdaging waar Georges Gilkinet ( federaal minister van Mobiliteit, Ecolo, red. ) voor staat, is gigantisch. Na jarenlang non-beleid moet hij werk maken van betaalbaarheid, betrouwbaarheid en comfort. Hij doet dat ook: de nieuwe beheersovereenkomst – de eerste sinds 2008 – waar grote investeringen in zitten, is straf werk. Maar inderdaad: dat de prijzen stijgen, is geen goede zaak. Vorige zomer werden in Duitsland de prijzen flink goedkoper en het reizigersaantal schoot de hoogte in.”
Hebt u een uitnodiging gekregen voor het Autosalon dat dit weekend van start gaat?
“Neen. ( grijnst ) Ik zou daar ook niet naartoe gaan. Het is niet daar dat de oplossingen liggen voor de mobiliteitsproblemen. Het Autosalon is vooral een verkoopsalon.”
Wringt het dan niet dat uw partij toejuicht dat de federale regering elektrische wagens stimuleert?
“Goede opmerking. Sommigen denken dat alle mobiliteitsproblemen opgelost geraken door fossiele brandstoffen te vervangen door elektriciteit. Quod non . Maar dat beeld leeft niet in groene kringen, hoor. Wij juichen vooral toe dat we vervuilende wagens van de baan krijgen, maar dat mag niet genoeg zijn. Dat brengt ons natuurlijk bij de salariswagens. Ik ben daar duidelijk over: ik vind niet dat loon uitbetaald moet worden in auto’s of brandstof. Het doet denken aan de bonnetjes die de arbeiders in de negentiende eeuw kregen, om spullen te kopen in de winkels van de bazen. Dat vinden we toch allemaal onbetamelijk? Misschien krijgen we dat nog te zien in Het Verhaal van Vlaanderen ? ( lacht )”
Helaas zie ik vandaag vooral veel politici die bang zijn om dingen te veranderen. Dat ergert mij
Wat is uw grootste teleurstelling van de voorbije tien jaar?
“( denkt na ) Dat Groen en Vooruit uit elkaar gegroeid zijn. Het is helemaal verkeerd gelopen na de verkiezingen. Zij hebben het als een vernedering ervaren dat ze zoveel zetels verloren en maar 2,5 schepenmandaten overhielden. Ze mogen echter niet vergeten dat wij hen zijn blijven steunen toen ze leden onder de schandalen. We moeten onze verschillen weer overstijgen, want een hernieuwde samenwerking is onvermijdelijk. Mijn deur staat alvast open.”
Vooruit-voorzitter Conner Rousseau liet al noteren niet meer aan uw handje te willen lopen.”
“En gelijk heeft ie. Ik zou dat ook niet willen. Ik zal meer zeggen: ik vind het goed dat Conner lef toont. Wij, groenen, moeten blij zijn met de heropleving van Vooruit. Dat is een goede zaak voor progressief Vlaanderen. Het geeft ons ook de kans om ons scherper te profileren en de verschillen te laten zien. Maar we moeten wel allianties blijven opzetten met elkaar.”
Wil u een derde keer in kartel naar de kiezer trekken?
“Die vraag is achterhaald, want de realiteit is dat Open VLD en Vooruit werken aan een stadslijst. Meer weet ik niet, want ik mag niet mee aan tafel. Maar goed: ik ben daar ook niet bang van. Als die stadslijst er komt, dan zal ze na de verkiezingen een partner moeten zoeken. Dat wordt Groen of N-VA.”
Wat als Vooruit N-VA verkiest zoals in Antwerpen?
“Ik hoop dat dat niet gebeurt. Ik kan me dat ook niet voorstellen. Gent is Antwerpen niet. Groen en Vooruit zijn dus bijna veroordeeld tot elkaar.”
Zou u nog een derde termijn willen op mobiliteit?
“Neen. Dit kan ik geen derde keer doen. Elk domein heeft af en toe nood aan een nieuwe blik. Bovendien is het een zeer uitputtend en slopend domein, omdat het thema zoveel emoties opwekt. Ik heb ook zelf nood aan een andere rol.”
U wil burgemeester worden?
“Het belangrijkste is dat Groen verder kan besturen. Wij hebben de voorbije tien jaar onze stempel kunnen drukken op deze stad. We hebben voluntarisme en daadkracht getoond op vlak van mobiliteit, wonen, klimaat en onderwijs. Gent is klaar voor de toekomst. We zouden dat graag verderzetten. En u zegt burgemeester? Wel, dat is een mogelijkheid. Ik zou daar niet bang voor zijn. We zien wel wat de kiezer zegt.”
Dat u voor veel Gentenaars die West-Vlaming blijft, speelt dat in uw nadeel?
“Het zou niet mogen, want deze stad is groot en dynamisch geworden dankzij de vele migratiestromen. Maar goed: dat zal voor sommigen wel een rol spelen. Nochtans zijn West-Vlamingen ook maar mensen, hè. Paul, u moet dat toch weten? ( lacht )”
Troost u: één op de tien Gentenaars heeft West-Vlaamse roots. Hoe is uw relatie eigenlijk met huidig burgemeester Matthias De Clercq (Open Vld)?
“We houden elkaar niet in een wurggreep, maar onze verstandhouding kan beter. Zij die geprobeerd hebben om ons uit elkaar te spelen, zijn daar voor een stuk in geslaagd. ( stil ) Ik betreur dat echt. Er is veel gestookt achter onze rug over onze rol binnen het schepencollege. We hadden dat beiden niet mogen laten gebeuren. Nu goed: dat belet ons niet om goed beleid te voeren.”
In Gent een politieke oorlog, in Antwerpen een drugsoorlog. Deze week is zelfs een meisje van elf jaar doodgeschoten. Zou dat ook hier kunnen gebeuren?
“Je kan dat niet uitsluiten, ook al is de situatie niet te vergelijken. Ik heb geen weet van de drugsmaffia in Gent. Toch moeten ook wij heel alert zijn. Ik denk wel dat politie en politiek hier dichter bij de inwoners staan.”
U bent criminoloog van opleiding. Weet u hoe een drugsoorlog gestopt kan worden?
“( blaast ) Ik denk dat een stadsbestuur de motor van samenwerking moet zijn. Je kan dit niet alleen, je móet samenwerken met politie, welzijnsdiensten, federale overheid, enzovoort. Ik heb het daarom wel moeilijk met de reactie van Bart De Wever ( burgemeester, N-VA, red ) die wéér alles wegduwt. ‘Het is allemaal de schuld van het federale’, zegt hij. ( zucht ) Ik begrijp dat niet. Hij doet hetzelfde in het kernenergieverhaal. ( windt zich op ) En hij komt daar altijd mee weg, hé. Veel journalisten en politici kijken naar hem als konijnen naar een lichtbak.”
Dat zijn partij de kernuitstap niet heeft geschrapt in de vorige regering, krijgt hij toch altijd op zijn bord?
“Niet genoeg, volgens mij. ( op dreef ) De ene keer is hij voor gascentrales, de andere keer tegen. De kernuitstap: juist hetzelfde! De ene keer voor, de andere keer tegen. En toch komt hij ermee weg. Dat is door zijn stijl, volgens mij. Hij kan heel goed doen alsof iets logisch lijkt. Het flipfloppen van N-VA is bijna geniaal.”
Was deze week een goede of een slechte voor uw partij? Ik verwijs naar de deal met Engie om twee kerncentrales langer open te houden.
“Een goede. Mijn waardering voor Tinne Van der Straeten is groot. Zij gaat volle bak voor hernieuwbare energie én voor bevoorradingszekerheid, desnoods ten koste van onze dada’s zoals kernenergie. Ik vind dat ongelooflijk knap. Het verschil met de stilstand van haar voorgangers kan niet groter zijn.”
Wat vindt u van uw nieuwe voorzittersduo Naji-Vaneeckhout?
“Ik was eerst onzeker, maar ze doen het zeer goed. Ze bewijzen elke dag mijn ongelijk. Ondanks het vele bashen op de partij blijven ze altijd positief en constructief en zo maken ze het verschil met andere voorzitters. Ik heb eraan gedacht om zelf kandidaat te zijn, maar ik ben blij dat ik het niet gedaan heb.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier