Vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit) over de strijd tegen het virus en het peperdure leven: “Ik zit hier niet om sympathieke dingen te zeggen”
De werkgevers hoeven geen valse hoop te koesteren. Frank Vandenbroucke zegt resoluut neen tegen een indexsprong. Wellicht meer verrassend: de socialistische vicepremier zegt ook neen tegen een oorlogstaks voor de rijken. Komen voorts aan bod: het virus (uiteraard), de prijs van een brood en ‘The Masked Singer’. “Mij moeten ze niet vragen. Het publiek zou wegstuiven.”
‘Dat het coronavirus hem helemaal opslorpt en dat zijn vrouw er gek van wordt’: dat waren de woorden van Frank Vandenbroucke (Vooruit) één jaar geleden in deze krant. Of het vandaag beter gaat, wil ik eerst weten. De federale minister van Volksgezondheid glimlacht minzaam. “Met mij gaat het goed. Ik kan mij eindelijk met andere dossiers bezighouden. Maar ik wil meteen waarschuwen: de epidemie is niet voorbij. De druk op onze ziekenhuizen is nog altijd groot. Er is covid, er is griep, er is uitval van het personeel. We moeten goed beseffen dat de zorg de voorbije twee jaar ongelooflijk werk geleverd heeft. We zijn het aan die mensen verplicht om voorzichtig te zijn.”
Wat wil u dan? Dat we opnieuw in ons kot blijven?
“Neen, dat zeg ik niet. Wie symptomen heeft, moet zich laten testen. Wie positief is, moet zich isoleren. En wie samenleeft met iemand die positief is, moet een mondmasker dragen als hij buitenkomt. Dat is de basis. Dat, en goede ventilatie. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk verse lucht is. Maar begrijp me niet verkeerd: er is geen reden voor paniek, ik vraag alleen om aandachtig te blijven.”
Wanneer zal de epidemie wel voorbij zijn?
“Dat kan ik niet voorspellen. Er gaat nog te veel virus rond. Gelukkig belanden er, dankzij de vaccinatie, minder mensen op intensieve zorgen. Daarom is er ook geen reden om over te schakelen naar code oranje. Maar niemand kan voorspellen hoe ziekmakend een nieuwe variant zal zijn. ( benadrukt ) Dat is een grote les van deze crisis: dat we moeten erkennen dat we onzeker zijn over het verloop. Er is maar één antwoord: solidariteit tonen en paraat staan voor nieuwe golven.”
Zijn we klaar voor een nieuwe golf?
“Dat zal op het overlegcomité van 22 april geëvalueerd worden, maar volgens mij is er nog werk aan de winkel. We moeten er vooral voor zorgen dat wat vandaag afgeschakeld wordt, snel weer aangeschakeld kan worden. Dat gaat over testcapaciteit, contactopsporing, vaccinatie, maar ook de coronapas.”
U bent stilaan de laatste verdediger van het omstreden covid safe ticket.
( droog ) “Wat evident is. Ik zit hier niet om sympathieke dingen te zeggen, wel om juiste dingen te zeggen. Dankzij de coronapas kan je geen café binnen als je positief getest bent. Ik begrijp dat de controle daarop vervelend is voor uitbaters, maar het beschermt wel hun andere klanten. Dat is toch goed? Ik vind het de heisa niet waard.”
De huidige piek lijkt wel overwonnen zonder extra maatregelen. Wat zou dat zeggen?
“De piek is niet vanzelf verdwenen, hoor. Dat het aantal besmettingen weer daalt, is het resultaat van vaccinatie én van voorzichtigheid van veel mensen. We moeten trouwens niet zelfgenoegzaam zijn over onze vaccinatiegraad. We hebben eigenlijk te weinig mensen geboosterd ( 62 procent van de bevolking, red ).”
Wil u het debat over verplichte vaccinatie opnieuw voeren?
“Neen, voor de brede bevolking is dat niet meer aan de orde, denk ik. Als we opnieuw in een noodsituatie komen, dan verkies ik de coronapas boven verplichte vaccinatie. Laat ons eerlijk zijn: deze pas stimuleert mensen om zich te laten vaccineren. Iets anders is de vaccinatieplicht voor het zorgpersoneel. Het wettelijk kader daarvoor wordt op punt gesteld. Of we dat effectief zullen invoeren, zal ik laten afhangen van het nieuwe advies dat ik gevraagd heb aan onze expertgroepen.”
Wat is de belangrijkste les die u geleerd hebt uit deze crisis?
“Wel, ik heb onthouden wat Dirk De Wachter zo mooi tegen u zei: de crisis heeft aangetoond hoezeer de mens een sociaal wezen is. We hebben elkaar nodig, we moeten elkaar kunnen vastpakken zonder remmingen. Maar ik wil daar iets aan toevoegen: ik heb zoveel mooie solidariteit gezien. Als ik alleen al naar mijn domein kijk: huisartsen onder elkaar, huisartsen en ziekenhuizen, ziekenhuizen onder elkaar, zorgkundigen die op andere afdelingen helpen, noem maar op. Dat mensen hiertoe in staat zijn, is de belangrijkste positieve les. Ik zou deze solidariteit en samenwerking graag vasthouden na de crisis.”
Wat Dirk De Wachter ook zei in deze krant: ‘Dat er na de virologische crisis een mentale crisis zal volgen.’ Denkt u dat ook?
“Dat is niet nieuw, hoor. De vraag naar geestelijke gezondheidszorg neemt al twintig jaar toe, vooral onder jongeren. De crisis heeft deze nood geaccentueerd. Het is een belangrijke werf voor mij. Ik maak er een prioriteit van om de psychologische eerstelijnszorg beter te organiseren zodat iedereen toegang heeft. Het is goed dat het taboe aan het verdwijnen is, maar we zijn er nog niet. Ik zou eigenlijk willen dat psychologen zelf naar de mensen toestappen. Ze moeten daarom aanwezig zijn in jongerenadviescentra en gemeenschapshuizen, samenwerken met huisartsen, enzovoort. Dat zijn de zogenaamde vindplaatsen. We zijn dat volop aan het uitrollen.”
Vorige zomer zei u dat een bezoek aan de psycholoog vanaf het najaar 11 euro zou kosten. Dat blijkt niet altijd waar. Mag ik dat wrang noemen?
“Die communicatie was overtrokken, daar ga ik mee akkoord. We hebben de indruk gegeven dat dat meteen voor iedereen een feit zou zijn. Het gaat hier over een ingewikkelde hervorming die tijd vraagt en waarbij we prioritair focussen op de meest kwetsbare mensen. De netwerken geestelijke gezondheidszorg zijn dat volop aan het organiseren.”
Is uw ambitie niet dat iedereen voor 11 euro naar de psycholoog kan?
“Neen. Het is de bedoeling dat geconventioneerde psychologen het aanbod kunnen doen aan mensen voor wie het nuttig en nodig is. Dat zal niet voor iedereen hetzelfde aanbod zijn. Weet je, voor één keer is niet het budget het probleem. De 152 miljoen euro die we hiervoor uittrekken, moet volstaan, zeker in de eerste fase. Het is echter de uitrol zelf die ingewikkeld is en veel tijd en overleg vraagt.”
U weet wat gedaan nu het virus naar de achtergrond verschuift?
“O ja, absoluut. ( lacht ) Al mijn aandacht was meer dan een jaar volledig gericht op het virus. Dat was enorm opslorpend, voor veel mensen. Maar er liggen nog uitdagingen op de plank. De belangrijkste is eenvoudig samen te vatten: zorgen voor goede gezondheidszorg die voor iedereen toegankelijk is. Dat vraagt voortdurend onderhoud en hervormingen. Mag ik enkele voorbeelden ter illustratie geven?”
Ga uw gang.
( op dreef ) “Tandzorg, bijvoorbeeld. De leeftijdsgrens voor terugbetaling van het jaarlijkse mondonderhoud is vorige maand opgetrokken van 68 naar 80 jaar. Ook beslist: de halvering van de maximumfactuur voor de laagste inkomens. Nog eentje: voortaan kan je bij elke zorgverstrekker de derdebetalersregeling vragen zodat je alleen het remgeld moet betalen. Dat lijken kleine maatregelen, maar deze maken een groot verschil op vlak van toegankelijkheid en betaalbaarheid.”
Is in uw ideale wereld gezondheidszorg gratis?
“Neen. Sommige ingrepen en vormen van preventieve zorg, denk aan de vaccins, moeten gratis zijn. Maar dat hoeft volgens mij niet de algemene regel te zijn. Je mag soms enkele euro’s remgeld vragen zodat de mensen zich ervan bewust zijn dat gezondheidszorg geld kost. Het moet wel altijd goedkoop zijn.”
Over goedkoop gesproken: hoe kijkt u naar de torenhoge inflatie?
( blaast ) “Het is zorgwekkend. Gelukkig hebben we een sterk systeem van automatische loonindexering. Dat is ontzettend belangrijk voor het behoud van de koopkracht van loontrekkenden. We hebben ook de minimumlonen op 1 april met 80 euro bruto verhoogd. Dat is niet niets, hoor, voor mensen die elke cent moeten tellen. Ook de werkbonus is opgetrokken. We versterken zo de koopkracht van de laagste inkomens.”
Dat lijkt inderdaad de focus. Maar wat met de middenklasse? Ook de doorsnee tweeverdiener ziet af.
“De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid is verlaagd. Dat gaat over pakweg 100 euro en geldt voor een grote groep mensen. Bovendien hebben we hard gestreden voor de btw-verlaging op gas en elektriciteit. Dat is ook voor iedereen. En als de prijzen hoog blijven, dan zullen we in september strijden voor het behoud hiervan. Er is ook een tegemoetkoming voor mensen die met stookolie verwarmen.”
Vindt u dit zelf echt genoeg?
“Ik zeg niet dat alle problemen hiermee opgelost zijn, maar de regering neemt wel degelijk maatregelen. We doen véél, maar we moeten tegelijk durven zeggen dat zulke internationale prijsstijgingen hoe dan ook voor een verarming zorgen. Vandaar dat de index zo belangrijk is: dat is onze eerste buffer.”
Wat zegt u dan tegen de smeekbede van de werkgevers om een indexsprong door te voeren? Zij zien hun loonkosten de pan uit swingen.
( afgemeten ) “Een indexsprong is niet aan de orde.”
Groen-kopstuk Kristof Calvo wil dan weer een oorlogstaks voor de rijken. Vindt hij in u een medestander?
“Neen, ik vertrek vanuit het regeerakkoord. Mijn partij zegt ook dat mensen met grote vermogens meer moeten bijdragen. We hebben daarom gestreden voor een ernstige effectentaks. Die is er ook gekomen. Dat was een heel gevecht. Maar ik ga geen dingen op tafel leggen die niet in het regeerakkoord staan.”
De oorlog en de inflatie staan ook niet in het regeerakkoord.
( geprikkeld ) “Ik ga geen dingen beloven die ik niet kan realiseren op basis van het regeerakkoord. Ik vind dit trouwens een rare vraag op dit moment.”
Vindt u dat? Onze beursgenoteerde bedrijven hebben vorig jaar in volle crisis 21 miljard euro winst gemaakt. Is dat niet zuur voor een socialist?
“Neen, bedrijven mogen winst maken van mij. Maar als ze zoveel winst maken, dan moeten ze niet vragen om een indexsprong. Het is net omdat ze zoveel winst maken dat ik ervan overtuigd ben dat ze de loonkosten wel aankunnen. Maar u moet van mij geen nieuw eisencahier verwachten over de grote vermogens. Ik ben iemand die graag realiseert, dus moet ik ook rekening houden met onze partners in de regering.”
‘Bent u nog een socialist’, vraagt Raoul Hedebouw (PVDA) zich af.
“Absoluut zelfs. Maar er is een groot verschil tussen Raoul Hedebouw en mezelf. Hij staat aan de zijlijn te roepen, wij dóen dingen.” ( zwijgt )
Kent u de prijs van een brood?
“O ja, ik ga zelf brood kopen en ik kijk goed naar de prijzen. De broden die ik koop, variëren van 2,4 euro tot 3,5 euro. U ziet: ik ben op de hoogte. Maar u verrast mij wel met deze vraag.” ( lacht )
Iets anders. Was u tevreden over de laatste peiling?
“Wel over het resultaat van mijn partij. We zouden opnieuw 14 procent behalen. Dat betekent dat er waardering is voor het werk dat we verrichten. Dat is de lijn die we moeten aanhouden. Maar ik ga niet euforisch doen. Evengoed kan een volgende peiling slecht uitpakken.”
Zou ook ‘The Masked Singer’ meespelen?
“Neen, dat denk ik niet. Ik vind het trouwens fantastisch dat Conner ( Rousseau, de voorzitter, red ) zo goed kan zingen. Als hij dat graag doet, dan moet hij dat vooral veel doen. Mij moeten ze daarvoor niet vragen. Ik kan absoluut niet zingen. Het publiek zou wegstuiven. De kijkcijfers zouden rampzalig dalen. ( lacht ) Maar ik denk niet dat dat politiek een rol speelt.”
Wist u dat uw voorzitter in het konijnenpak verstopt zat?
“Neen, echt niet. Ik kende dat programma zelfs niet. Heel eerlijk: ik heb geen tijd om daarnaar te kijken.”
Weet u intussen al of u in 2024 op een lijst zal staan?
“Neen, daarover is er nog niets beslist. Dat is nog te veraf.”
Zou het niet logisch zijn dat u zich verantwoordt aan de kiezer voor uw beleid?
“Daar valt absoluut iets voor te zeggen. Maar ik vind het te vroeg om daarover te spreken. Het is hier en nu dat mensen betere gezondheidszorg nodig hebben. Daar ben ik mee bezig.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier