Georges-Louis Bouchez, de meest besproken politicus van de Wetstraat: “Ik leef zoals een voetballer: ik hou van snelheid”
Georges-Louis Bouchez. Geen politicus gaat meer over de tongen dan de flamboyante MR-voorzitter. ‘Le Roi-Soleil’ wordt hij genoemd, de Zonnekoning. Voor de ene is de jonge liberaal een politiek genie, voor de andere een arrogante gek. Of de échte GLB eindelijk wil rechtstaan? Gráág, zegt de man, en dus opent hij zijn deuren voor een pittig interview met onze krant. Over Elio Di Rupo en Theo Francken, knappe vrouwen en flitsende wagens en de plek van Frank Vandenbroucke.
Het is donderdagnamiddag in Brussel. Het zenuwcentrum van de MR ligt langs de Gulden Vlieslaan. We worden verwelkomd door John, de woordvoerder, én door Lilou, de mascotte van de Franstalige liberalen, een geel-bruine pomeranion (dwergkeeshond, red.) . Zij zal tijdens het gesprek amper van de zijde van haar baasje wijken. De voorzitter duikt even later op. Hartelijke glimlach, trendy schoenen, kapsel mooi in de plooi, zijn sleeve (de arm van Bouchez staat vol tatoeages, red.) helaas onzichtbaar. “Het is te koud om dat hier uit te spelen, hoor”, lacht hij als de fotograaf toch de suggestie doet. Hij heeft een tricolore mondkapje op. De man houdt van dit land en straalt die liefde ook uit. Hij heeft meer dan twee uur uitgetrokken. Omdat hij wil dat Vlaanderen hem écht leert kennen. Hij noemt dat zelfs zijn grootste wens voor volgend jaar. Dat ik Nederlands moet praten, dringt hij aan. “Dat is een goede training voor mij.”
Veel Franstalige politici weigeren interviews aan Nederlandstalige media. Waarom is dat zo?
Het verschil in taal is één reden. Vlaanderen is daar gevoelig voor. En terecht. Dat is historisch gegroeid. Maar dat heeft ook te maken met de hardheid van het debat. Vlaamse media zijn meer gericht op conflict. Dat schrikt politici af.
U niet?
Neen. Ik geloof in de toekomst van dit land. Maar België kan nooit werken zonder Vlaanderen. De Franstalige politici moeten zich daar goed bewust van zijn. Ik wil me daarom ook in Vlaanderen presenteren.
Kent Vlaanderen u nog niet?
Niet zoals ik écht ben. Er zijn journalisten die grote analyses schrijven over mijn persoonlijkheid zonder mij ooit gesproken te hebben. Ik vind dat bizar. Wat lees ik allemaal? Dat ik arrogant ben, altijd te laat kom, mezelf de Zonnekoning waan. ( zucht ) Dat stoort mij, want dat ben ik niet. Ja, ik zal wel gebreken hebben. Maar wie niet? Ik zit natuurlijk in een moeilijke positie. Ik ben rechts en pro België. Dus krijg ik links over me heen op sociaaleconomisch vlak en rechtse partijen zoals N-VA en Vlaams Belang op communautair vlak. ( fijntjes ) Dat duidt wel op de unieke positie van MR en Open VLD in het politieke landschap.
Dat u een flamboyant man bent die de politiek een flinke dosis rock ‘n roll wil inspuiten, klopt dat deel van uw imago?
Dat wel. ( lacht ) De politieke wereld kent veel regels en tradities. Al die zaken enerveren mij. Ik wil die doorbreken. Soms lukt dat, soms niet. Ik vind dat ik nog niet genoeg rock ‘n roll ben. Ik zou graag meer doen. ( enthousiast ) Terwijl ik hier praat, spoken wel tien nieuwe ideeën in mijn hoofd. Over het beleid, dit land, de politieke organisatie, noem maar op. Maar ik besef dat ik moet leren doseren.
Is dat moeilijk voor u?
Niet voor mijn hersenen, wel voor mijn hart. Ik ben heel spontaan. Ik zeg graag wat in mij opkomt. Maar in de politiek moet je een evenwicht vinden.
Uw moeder noemt u niet toevallig ‘beep-beep’?
( knikt ) Ik wou ook als kind alles snel doen. Dat is niet veranderd.
Dan moet de politiek u vreselijk frustreren?
Ja en neen. Ik was amper 33 toen ik voorzitter van de MR werd. Dat is niet traag, hé. De besluitvorming kan me wel frustreren. Politici wanen zich te vaak bureaucraten. ( op dreef ) Wij moeten een toekomstvisie ontwikkelen, ideeën lanceren, de grote lijnen uitzetten. De details moeten we overlaten aan experten en functionarissen. Dat gebeurt niet, en daarom duurt het allemaal zo lang. De regeringsvorming is ook een voorbeeld. Ik wist in januari al dat Vivaldi de enige optie was. De anderen wisten dat wellicht ook, maar hadden nog tot september nodig om dat toe te geven. Dat is toch niet ernstig? Ik hou van snelheid in mijn leven. Ik ben wellicht de eerste politicus die leeft zoals een voetballer.
Ik laat me vertellen dat voetballers drie dingen belangrijk vinden: auto’s, geld en vrouwen.
( lacht luid ) Wat kan ik daarop zeggen? Nu hebt u mij te pakken. ( weer ernstig ) Ik ga me niet anders voordoen omdat ik politicus ben. Mijn tegenstanders weten: als ze mij een dag kwijt willen, moeten ze mij tickets bezorgen voor de Formule 1. Ik ben een fanatieke fan van Lewis Hamilton. Weet u: er is een toppoliticus van Ecolo die eveneens gek is op Formule 1. Alleen mag niemand dat weten, omdat dat niet past bij zijn partij. Dat vind ik jammer.
Wat wou u worden als kind: Formule 1-rijder of politicus?
Moeilijke vraag. Ik was gefascineerd door beide werelden. ( denkt na ) Wellicht toch Formule 1. Een wereldtitel kan helpen om nadien de verkiezingen te winnen. ( knipoogt )
Frank Vandenbroucke moet beseffen dat hij één van de veertien ministers is. Niet minder dan dat, maar ook niet meer dan dat.
U bent van Bergen, net zoals PS-kopstuk Elio Di Rupo. Hij was al minister toen u nog in de pampers zat. Was hij een voorbeeld?
Ik zal u verrassen, ik voel inderdaad affiniteit voor hem. Elio is een grote persoonlijkheid in Bergen. Dat is zijn verdienste. Er was eens een evenement op de Grote Markt aan de vooravond van de eerste schooldag. Ik was amper zes jaar. Elio sprak me aan: hij vroeg naar mijn school en zo. Ik ben dat nooit vergeten. Hij kan iets losmaken onder de mensen. Dat is indrukwekkend. Er zijn trouwens wel wat gelijkenissen tussen ons: Bergen, Italiaans bloed, bescheiden afkomst. We hebben het beiden zélf moeten maken.
Wou hij u niet op zijn lijst?
Hij heeft dat meermaals gevraagd, ja. Ik zou sneller carrière maken in de PS, zei hij. Maar zijn ideologie is niet de mijne. Ik ben geen socialist. Elio was natuurlijk een gedroomde tegenstander voor mij. Zonder hem was ik nooit zo snel opgeklommen. Wij hebben zijn absolute meerderheid gebroken. Dat is alsof Zulte Waregem wint van Real Madrid. Dat valt op, hé.
Dat u niet van een politieke dynastie stamt, was dat een nadeel?
Dat heeft mij verplicht om keihard te werken. Mijn ouders waren kleine zelfstandigen. In de elektrosector, een snel evoluerende wereld. Ze hebben moeilijke tijden gekend. Ik zal de dag nooit vergeten dat mijn vader zijn winkel moest sluiten. Dat was op 1 september 1998. We zijn daarna moeten intrekken bij mijn grootmoeder. ( even stil ) Dat was hard om te zien voor een kind. Dat heeft zeker mijn karakter gevormd. Altijd de beste willen zijn, is niet toevallig mijn drijfveer.
Wie wel uit een politieke dynastie komt, is Mathieu Michel. Waarom wou u hem als staatssecretaris? U kreeg felle kritiek op die casting.
Om drie redenen. Eén: omdat hij de capaciteiten heeft. Twee: omdat hij electoraal iets kan neerzetten. En drie: omdat een voorzitter rekening moet houden met de geografische spreiding van de ministers. Vergeet niet dat mijn partij van zeven regeringsleden naar drie gezakt is. Dit was een moeilijke keuze voor mij.
Vergeet u geen vierde reden? Dit was toch een cadeau voor de familie Michel die u mee lanceerde?
( fel ) Ik heb die beslissing genomen, en niemand anders. Ik heb Charles wel gebeld. Hij was zelfs verrast toen ik de naam van zijn broer opperde. Pourquoi pas , zei hij. Ik kan u verzekeren: ik behoor niet tot één clan. Dat was vroeger het probleem van de MR. Ik wil daar komaf mee maken.
Mathieu Michel kreeg veel kritiek op zijn Nederlands. Zelfs partijgenoot Didier Reynders noemde dat catastrofaal.
( aarzelend ) Dat was niet de slimste uitdrukking van Didier. Een regeringslid hoort inderdaad de twee landstalen te spreken. Maar Mathieu kan dat ook. Dat is wat mij stoort aan de kritiek. Men misbruikt dertig ongelukkige seconden van een urenlange uiteenzetting. Ik zal meer zeggen: Mathieu praat beter Nederlands dan andere Franstalige ministers. Hij wordt enkel en alleen gepakt omdat zijn familienaam Michel is. Ik vind dat niet fair.
U wordt soms de Theo Francken van de MR genoemd. Wat vindt u van die vergelijking?
Ah non , ik ben voorzitter, hij niet. ( lacht ) Neen, het klikt tussen ons. Hij heeft me enkele jaren geleden eens uitgenodigd om iets te drinken. Hij moet me opgemerkt hebben op sociale media, denk ik. Of in Bergen. We staan inhoudelijk vaak op dezelfde lijn, behalve dan over het land. Theo is veel genuanceerder dan zijn imago doet vermoeden.
Is hij in Wallonië geen persona non grata?
Helemaal niet. De media spuwen hem uit, maar de mensen niet. Hij is in veel Waalse kringen een populair politicus.
Is Vivaldi uw droomregering?
Neen, maar dat is het van niemand, denk ik. De linkse partijen hadden liever een linkse regering gevormd, wij wilden graag het Zweedse beleid voortzetten. Maar dat bleek onmogelijk. Op een bepaald moment moet je het belang van het land vooropzetten. Deze coalitiepartners hebben verantwoordelijkheid getoond.
Uw partij lijkt een probleem te hebben met Frank Vandenbroucke (SP.A), minister van Volksgezondheid. Heeft hij te veel macht?
( blaast ) Frank is een competent man. Maar hij moet beseffen dat hij één van de veertien ministers is. Niet minder dan dat, maar ook niet meer dan dat. Er is maar één premier, en dat is Alexander De Croo (Open VLD). Dat moet héél duidelijk zijn voor iedereen, ook voor de Vlaamse editorialisten. Als Frank dat beseft, dan heb ik geen enkel probleem met hem.
Vandaag beseft hij dat niet, bedoelt u?
( ontwijkend ) Alleen de premier mag boven het team staan. Verder niemand.
Er komen geen versoepelingen vóór 15 januari, zeggen Vandenbroucke én De Croo. Kan u zich daarbij neerleggen?
De positie van mijn partij is duidelijk en zal niet veranderen. De cijfers moeten dagelijks opgevolgd worden. Als die blijven dalen, dan moeten we durven nadenken over nieuwe maatregelen. Ik denk aan de contactberoepen. Als de cijfers laag zijn, waarom moet je dan tot 15 januari wachten om te evalueren? Als men ‘s ochtends regen voorspelt tot 14 uur, maar het is al droog om 10 uur, dan doe je toch ook je paraplu dicht? Idem voor Kerstmis. We vragen veel van de mensen in deze crisis. Als de cijfers dat toelaten, waarom dan eens geen uitzondering toestaan voor een beperkt aantal extra contacten? Dúrf de mensen te vertrouwen. Er zijn ook virologen die zeggen dat een extra contact moet kunnen.
Te vroeg versoepelen kan opnieuw tot een stijging van de curve leiden, waarschuwen alle experten.
Wat wij vragen, is een flexibele benadering, gebaseerd op de cijfers. Als die geen versoepeling toelaten, dan doen we dat ook niet. Maar als die wél blijven dalen, dan moeten we niet wachten tot halfweg januari. ( op dreef ) We spreken hier over het levenswerk van veel mensen, hé. Laten we dat vooral niet vergeten. Als Frank Vandenbroucke spreekt over den blok erop , dan gaat hij daar te licht over.
Is het evenwicht zoek, volgens u?
Dat zal ik niet zeggen. Ik wil geen polemiek. ( denkt na ) Weet u wat Churchill zei, toen tijdens de oorlog geopperd werd om budget van cultuur te verkassen naar defensie? Als het niet is voor onze cultuur, waarom strijden we dan? Dat moeten we ook nu voor ogen houden. De strijd tegen het virus mag ons niet doen vergeten dat kinderen onderwijs nodig hebben, dat zelfstandigen hun levenswerk dreigen te verliezen, dat veel mensen worstelen met problemen. Dat is wat ik wil aankaarten.
Zal u de regels volgen met Kerstmis?
Zeker weten. In élk geval.
Bent u vrijgezel?
Ik ben niet getrouwd. En verder wil ik alleen zeggen dat ik de coronaregels goed opvolg. ( lacht ) Ik woon nog op een klein appartementje dat is ingericht zoals een student dat zou doen, met overal kaders van Formule 1-helden.
Uw moeder zei één jaar geleden, toen u aantrad als voorzitter, dat u beter zou investeren in een gezin en kleinkinderen.
( lacht ietwat verlegen ) Ik weet het, maar ik kan niet zeggen voor wanneer dat is. Ik heb grote ambities met de MR. Wij willen de grootste van Wallonië worden met minstens dertig procent. Dat is het eerste doel. Daarna zien we wel. ( denkt na ) De politiek is een roeping, maar het is ook een harde stiel. Wie dit goed wil doen, moet alles opofferen. Je kan dat niet je hele leven volhouden. Hoelang wel? Misschien tien jaar, misschien vijftien. Dan zullen de mensen mij ook beu zijn, denk ik. Ik heb nog zoveel dromen. Het is daarom dat ik snel moet gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier