Sandra Rosseel
Chef De Zondag Sandra Rosseel: “Ik werd echt van mijn sokken geblazen”
Goeiemorgen,
Een van mijn favoriete dingen om te doen op zondag – naast familiebezoekjes, taartjes eten en lezen – is een museum bezoeken. Een kunstkenner ben ik absoluut niet, maar ik dompel me wel graag onder in die magische wereld van schilderijen, beeldhouwwerken en andere kunstige creaties. Deze week had ik geluk en mocht ik op donderdag al een kijkje nemen in Mu.ZEE in Oostende, waar dit weekend de expo ‘Rose, Rose, Rose à mes yeux – James Ensor en het stilleven in België (1830-1930)’ de deuren opende. Het museum rook nog naar pasgeverfde muren en de laatste werken werden tijdens ons bezoek nog opgehangen, maar toch werd ik van mijn sokken geblazen.
Ik moet toegeven: tot nu toe heb ik nooit echt veel aandacht gehad voor stillevens, een term die mij tot donderdag vooral deed denken aan clichéschilderijen in oubollige interieurs. Overigens niet helemaal ten onrechte: de stillevenkunst die in de 17de eeuw ontstond en toen nog moraliserende – en vaak verborgen – betekenissen had, was in de 18de eeuw vervallen tot een massaproduct zonder boodschap. Maar er zijn dus ook heel wat uitzonderingen, waarvan er nu een aantal in Mu.Zee hangen.
Ster van de expo is natuurlijk Ensor zelf – die zijn hele carrière lang stillevens bleef maken – maar ook ‘de anderen’ hebben mij echt bekoord. Kunstenaars zoals Hubert Bellis, Frans Mortelmans of David Émile Joseph De Noter hebben echt wel pareltjes gemaakt, om nog maar te zwijgen van de vele dames die een plaats kregen op deze expo. Louise De Hem, Georgette Meunier, Marie de Bièvre, Berthe Art … Artiestes waar ik nog nooit van gehoord had, maar die echt wel indruk maken met hun virtuoze werken. Voor deze dames – die werkten in een tijd dat vrouwen geweerd werden van kunstacademies – waren stillevens een manier om te tonen dat ze net zo goed waren als de mannen.
“Ik hou van de bijzondere verhalen die bij schilderijen horen, zoals dat van Ensors ‘Mijn dode moeder’”
Het leuke van de expo is dat er door de opstelling een dialoog ontstaat tussen de verschillende werken; ze hangen zo dicht bij elkaar dat je goed kan vergelijken, en dat je ook duidelijk de evolutie ziet, zowel van het genre als van Ensor zelf. Zijn vroege werken zijn nog donker, maar dan ontdekt hij het licht en komt ook het groteske waar hij zo bekend mee is geworden, steeds duidelijker tot uiting. Bijzonder om dit zo duidelijk te zien. En dan zijn er nog al die bijzondere verhalen en leuke weetjes die bij de werken horen. Neem nu ‘Chinoiserieën, waaiers en stoffen’ waarbij je – als je het weet – duidelijk sporen van een silhouet van een eerder werk kan herkennen. Of ‘Mijn dode moeder’, dat op 1 april 1978 samen met twee andere werken werd gestolen en daar nog wat sporen van draagt.
U leest het al, ik ben echt dolenthousiast over deze openingsexpo voor het Ensorjaar, en raad u aan om Mu.ZEE zeker een bezoekje te brengen in de komende weken. Gaat u echter met de kinderen op pad, dan zou ik koers zetten naar Fort Napoleon, ook al in Oostende. Daar is dit weekend de doe-expo ‘Grote Kunst voor Kleine Kenners Ensor’ geopend. Ideaal om kinderen met kunst en Ensor kennis te laten maken.
Maak er een fijne zondag van!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier