Kurt Vandemaele
Heerlijk! Ik heb deze week twee keer mijn verstand verloren
Kurt keek op de week
Onze redacteur over wat hij van de week zou willen onthouden
Wat je in je geheugen opslaat is vaak niet wat je je wil herinneren. Wat je wil onthouden, brengt je niet perse op zonnige gedachten. ‘All eyes on Rafah’, de afbeelding die deze week miljoenen keren op social media gedeeld werd, herinnert ons nog maar eens aan de onmenselijke toestanden die zich afspelen in Gaza. En dat wil je opslaan, omdat het niet meer zou gebeuren. Nie wieder. Maar zie, zij die beter zouden moeten weten dan wie ook dat zoiets niet nog een keer mag gebeuren, zijn de nakomelingen van de slachtoffers van weleer. Waar dient het geheugen dan toe? Nee, natuurlijk mogen we nooit vergeten wat zich daar afspeelt. Maar je vraagt je tegelijk af wat voor zin het allemaal heeft. Ik deelde het bericht ook maar. Voor je het weet, ben je medeplichtig aan een genocide . Natuurlijk kan dat niet. Maar is dat alles wat we kunnen doen?
De helft van de wereldbevolking voelt die onmacht alsmaar harder knagen. We worden al maanden overstelpt met beelden uit Palestina die je liever niet ziet. Niet omdat je liever wegkijkt, maar omdat je ook kan meeleven met mensen zonder alle gruwelijkheden te moeten aanschouwen waaraan ze onderworpen worden. Het beeld dat nu viraal gaat, wordt net zo massaal gedeeld doordat het verteerbaar is. Doordat het vele bloed dat daar vloeit, er niet afdruipt. Want als het teveel is, zapt het menselijke oog weg.
Ook de kakkerlakken hebben recht op hun feest
Soms zou je liever je ogen niet geloven. Dat de wereld op zoveel plekken in oorlog is, weegt op ons allemaal. All eyes on Rafah, yes, of course. Maar tegelijk moeten ook alle ogen gericht zijn op Soedan, op Kongo, op de Oeigoeren, op Tibet, Noord-Korea, op de Koerden, de Roma, de Huti’s en de Tutsi’s, op zoveel gediscrimineerde bevolkingen en groepen, op de Joden zelf natuurlijk ook, op de homo’s, de lesbiennes en de transgenders…. We zijn machteloze mieren die blijven wriemelen, terwijl op tal van plekken onze soortgenoten worden vertrappeld. En alsof we ons nog niet klein genoeg voelen, blijft de regen met emmers vallen. Terwijl we ook aan het weer misschien wel nog iets zouden kunnen doen. Maar nee, we lachen liever met de Greta Thunbergs. En we mopperen liever over het weer. En dan verwonderd zijn dat het klimaat naar de knoppen is. Misschien is het ons verdiende loon dat er met al die regen ook meer ratten en kakkerlakken zijn. Heel toevallig is het donderdag internationale ongediertedag. Jawel, ook de kakkerlakken hebben recht op hun feest. Ze zijn hier al veel langer dan wij en hoezeer we ook ons best doen, we krijgen ze niet kapot. Logische conclusie, de kakkerlak staat verder dan wij.
Eindelijk kwam ik er nog eens achter wat een roes was…
Van de kakkerlak naar het voetbal, het is een kleine stap. Hoewel, vorige zondag heb ik voor het eerst in jaren nog eens volop meegeleefd met een wedstrijd. Het is al lang dat ik zeg dat het voetbal me geen bal meer interesseert sedert de spelers louter pionnen zijn in de portefeuille van beleggers die niet zozeer de bal maar de centen willen zien rollen. Maar zondag zag ik in mijn eigen stamcafé dat voetbal wel degelijk verbindt, zoals ik de voorstanders van het geldspel al te vaak hoor zeggen. Meer nog, ik ondervond het aan de lijve. Samen met mensen die ik van haar noch pluimen kende, schreeuwde ik me de keel uit het lijf en zong mee voor de mannen die we op het scherm zagen hollen in dezelfde rood-witte kleuren die een kleine eeuwigheid geleden de mijne waren geweest. Ik kende en herkende geen van hen, wist uit de krantenverslagen die ik toch af en toe doorneem dat die lange trage vooraan Felipe Avenatti was en de kleine vinnige Isaak Davies. Abdelkahar Kadri kende ik ook van horen zeggen en in het doel stond de Fransman Lucas Pirard, wist ik. Hij had Tom Vandenberghe uit de basiself verdrongen zodat er nog slechts één man met een Vlaamse naam, Dion De Neve, in het elftal zat. Eventjes zat ik me nog af te vragen of hij misschien familie was van Rita Deneve, die destijds zong van ‘De allereerste keer’, ‘Dans de hele nacht’ en jawel, ‘Vrede voor iedereen’. Maar wij zongen ‘allé de VK’, zoals ik dat vijftig jaar geleden ook deed voor Boudewijn Braem, Freddy Seys en Chris Muylle, naar het schijnt de vader van Nathalie Muylle, de voormalige CD&V-minister.
Jawel, ik zong mee, floot naar de ref wanneer hij tot twee keer toe mijn geliefde ploeg een strafschop onthield en brulde mee van ‘lalalala’, een lied waarvan iedere supporter de tekst kent, toen tijdens de tweede verlenging Thierry Ambrose voor de derde keer scoorde en het zeker was dat KVK, dat ik in jaren niet meer live aan het werk gezien heb, nog een seizoen in eerste mag blijven. Eindelijk kwam ik er nog eens achter wat een roes is, die wolk in je hoofd die ervoor zorgt dat daar alleen plaats is voor een zaligmakende leegheid. Niet dat ik vroeger vaak dronken was, maar het is intussen een dikke tien jaar dat ik geen druppel alcohol meer aanraak. Eén slokje volstaat voor een gemene migraine-aanval. Terwijl de roes voor rust zorgt in het hoofd. Er is geen beter middel om je hoofd op te ruimen, niet te voelen dat de raderen constant draaien. Ook al voelde ik een dag later dat ik mijn hoofd bij de neus had laten nemen, toen ik las dat Isaak Davies al zeker naar Genk vertrekt en Abdelkahar Kadri hem mogelijks gaat volgen. Het zou me niet verwonderen dat Thierry Ambrose ook al weg is. Al die geliefde spelers wiens posters nog maar net tegen de muren van mijn bovenkamer hangen.
Ik kan nog lopen, zonder looprekje jawel…
Maar goed, laat ze maar gaan. Ik kan me ook zonder hen laten gaan. Gisterenavond was ik naar goeie gewoonte 10.000. stappen aan het zetten in mijn stad, toen ik op de Leie een kajak over het water zag glijden. Hoewel, glijden. Hij ging met horten en stoten vooruit. Het ding was ook zwaar beladen. En dan heb ik het niet zozeer over de mannen aan boord: Charley Vallet uit Aartselaar en Marc Gernaey uit Meise, twee vijftigers die beiden voor de Vlaamse Waterweg werken. Ze waren niet aan het werk. Ze hadden hun bagage mee. “Op reis?” riep ik. “Jawel,” riep de ene. “We komen uit Hasselt en we zijn op weg naar De Panne.” Ik begon mee te stappen en te lopen zelfs. Iets wat ik in 15 jaar niet meer gedaan had. Wat zeg ik? Het kan 20 jaar zijn. Sinds ik mijn achillespees scheurde op het trouwfeest van David Steegen en Hilde Devos. Hij was met voetbal bezig en had er toen niets beter op gevonden dan een tornooitje te organiseren voor het avondfeest begon. Met rampzalige gevolgen. Het was niet alleen de laatste keer dat ik op een bal schopte, het was ook de laatste keer dat ik liep. Maar zie, ik kan nog lopen, zonder looprekje jawel. En ik genoot ervan. Door achter die boot van Charley en Marc aan te gaan.
Blijkt dat ze al 9 negen dagen lang aan het peddelen waren voor ‘Kom op tegen kanker’. De heren trachten ieder jaar hun grenzen te verleggen om de bekende actie voor het kankeronderzoek te steunen. Dat doen ze onder meer door gesponsorde wandeltochten, onder andere in Schotland, Frankrijk en Italië, en om de drie jaar ondernemen ze een tocht met de kajak. Dit keer dus van Hasselt naar De Panne. Fascinerend vond ik. En ik holde er dus achteraan. Ik wou meer weten. En mijn hoofd leegmaken. Even mijn verstand verliezen. Hoe zeggen ze dat in het leger? Verstand op nul, blik op oneindig. Mijn blik was op de kajak van Marc en Charley gericht. Om 9 uur ’s morgens waren ze gisteren vertrokken en om 19 uur sleepten met enige moeite hun boot uit het water. Om in B&B The View in Bissegem van een lekkere douche te genieten en na een stevige maaltijd het bed in te duiken met zicht op de Leie. Maar niet voor Charley me nog meegaf dat “het toffe aan zo’n tocht is dat je mensen ontmoet die je nooit eerder hebt ontmoet. Mensen met wie je vaak heel even een heel intiem moment hebt, waarna de wegen terug splitsen, maar dat blijft toch altijd bij. Je komt heel veel mensen tegen op zo’n tocht. En heel veel menselijkheid. Waardoor wij de remedie gevonden hebben. We voegen er gewoon ‘-en’ aan toe: kom op tegen kankeren.”
Bij hun aankomst zullen Charley en Marc 385 km gepeddeld hebben. Nog 75 te gaan. Maar de heren zijn nog fris. “Ik voel niets,” zegt Charley. En voegt er dan lachend aan toe: “Ik voel zelfs mijn armen niet meer.” Vandaag zondag varen ze even Frankrijk binnen. En als ze wat verder weer in België komen, in Komen (Comines), stappen ze het water uit. “Vroeger was daar een kanaal gepland,” legt Marc uit, “van Komen naar Ieper, maar dat is enkel een gracht, daar gaan we niet door kunnen. Dat stukje gaan we moeten overbruggen met een wagen en dan leggen we onze boot in Ieper terug in het water.” Maandag komen ze normaal gezien rond 7 uur ’s avonds aan in Adinkerke, bij Plopsaland, en worden ze opgewacht door de uitbater van café ‘De Verloren Gernoare’ waar jaarlijks het EK meeuwenschreeuwen plaatsvindt. Benieuwd op Marc en Charley nog meeuwengeluiden zullen maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier