Kurt Vandemaele

Het was een buitengewoon goede vrijdag

Kurt keek op de week

Zoals iedere week vraagt onze reporter zich ook nu weer af wat hij van de voorbije dagen in zijn geheugen wil opslaan

Vrijdag begon als een wat sombere dag. Het hele zwerk was overtrokken, in de vroege uren was het zelfs wat kil. Ik zat op kantoor hard te tikken aan een artikel over mensen die rouwden om hun kinderen die niet dood maar wel uit hun leven verdwenen waren. Voor ik het wist was het middag en nam de tv die op het werk achter me hing te jengelen, ons weer mee naar de Olympische Spelen, die naar mijn gevoel zowat uitgespeeld waren. Nee, wispelturig ben ik niet. En toch zou ik tegen de avond het gevoel hebben dat diezelfde Spelen niet lang genoeg konden duren.

In de namiddag kwamen onze hockeydames nog maar eens in actie en ik hoorde enkele collega’s af en toe eens ‘dju’ of ‘occchhhh’ roepen, waaruit ik afleidde dat het niet goed ging. Eentje zei: “Dat moet toch lastig zijn, zo de hele tijd voorovergebogen lopen met die stok. Kunnen ze die niet wat langer maken?” Dat deed me denken aan dat kind dat voor het eerst naar het ballet ging en zich afvroeg of men geen grotere danseressen kon vinden. Dan hoefden die ballerina’s niet de hele tijd op de tippen van hun tenen te staan. Maar hoe je het ook draait of keert, lengte is vaak een thema in de sport.

De langste is die Franse basketbalspeler van 2,24m, Victor Wembanyama. Die kan bij wijze van spreken gewoon blijven staan en de ballen die ze naar hem gooien in de korf leggen. Al was hij lang niet lang genoeg om de Amerikanen zaterdag van goud te houden. Als je het dan toch over het formaat van de de Franse sporters hebt, beland je al vlug bij Anthony Ammirati, de Franse polsstokspringer die met zijn mannelijk lid aan de dwarslat bleef haperen. Hij had duidelijk geen latrelatie, want dat ding donderde naar beneden. Op café heb ik een hele avond kliekjes meiden, meisjes en dames giechelend de mislukte sprong zien bekijken. “Mislukt? Ik vind die behoorlijk gelukt,” kon je ze horen kraaien. Memorabele momenten van de Spelen hangen, ja hangen, niet altijd van een prestatie af. Hij won dan wel geen medaille, de troostprijs heeft hij zomaar voor het grijpen: een pornosite bood de Franse polsstokspringer intussen 250.000. dollar om voor de camera te laten zien waar die lat juist bleef haperen. Het zou dus kunnen dat we het laatste van die man nog niet gezien hebben.

Waar men ook tribunes neerzette, ze liepen vol. Mocht breien een sport geweest zijn, er stonden ook volgepakte tribunes langs het podium waar de deelneemsters (m/v/x) hun breinaalden op de wol loslieten

Maar het was dus vrijdagmiddag en ik geloofde nog altijd dat de Spelen voor ons Belgen buiten het dubbele goud voor Remco Evenepoel niet zo memorabel zouden zijn. Ik had het er stilaan mee gehad. In mijn hoofd was ik al een balans aan het opmaken: een openingsceremonie die in het water viel en daardoor eigenlijk wel gedenkwaardig was. Al was het maar omdat ik me toch een beetje verkneukelde toen ik al dat koninklijk volk met hun royale airs in regenponcho’s in de tribunes zag zitten. Zelfs de transgenders in de uitbeelding van het Laatste Avondmaal konden daar niet tegenop. Een aanstootgevend fragment vond het Vaticaan, maar bij mijn weten is dat een land dat geen deelnemers uitstuurde naar Parijs. Tenzij de paus straks meerolt tijdens de Special Olympics. Het transgenderthema kwam ook nog even aan bod bij de boksende vrouwen. Als de wereld blijft doordraaien, is het nog slechts een kwestie van tijd voor iedereen op mekaar mag slaan, zonder onderscheid van geloof, lengte en geslacht.

De Seine was het decor van de openingsceremonie en vervolgens ook van de triatlon. Zo was er tenminste iemand die op die discipline lette. Hadden de triatleten in helder water gezwommen, er was geen vis, – wat zeg ik? – geen hond geïnteresseerd geweest. Maar nu ze tussen de uitwerpselen van de bekakte Parisiens moesten zwemmen en tussen de sympathieke ratten die we nog kennen van de animatiefilm ‘Ratatouille’, was de triatlon opeens van enige nieuwswaarde.  

De Seine voor de gelegenheid en voor het kanoën wat meer vaart geven was blijkbaar geen optie. Dus legde men maar een kunstmatige wildwaterbaan aan. Een pretparkattractie in centrum Parijs waarlangs ook megatribunes werden geïnstalleerd. Surfen werd dan weer in Tahiti gedaan. Al zou het misschien ook wel spectaculair geweest zijn had men golven op de Champs Elysées aangelegd. Met megablazers voor de nodige wind. Waren die uitgevallen had men nog de vele Parijse blaaskaken kunnen inschakelen. Zeilen zou ook mooi geweest zijn, daar vlakbij de Eiffeltoren. Met le vent en poupe à Paris. Waar men ook tribunes neerzette, ze liepen vol. Mocht breien een sport geweest zijn, er stonden ook volgepakte tribunes langs het podium waar de deelneemsters (m/v/x) hun breinaalden op de wol loslieten.

De Olympische Spelen van Parijs zijn de best bezochte aller tijden. Zelfs cultuurliefhebbers zitten er in de tribunes. Vandaar dat het Louvre nauwelijks nog bezoekers over de vloer krijgt. Luc Tuymans zou op de duur gaan overwegen om gewichten te gaan heffen in plaats van gewichtig te doen. Want ja, ook de gewichtheffers lokten volle zalen. Met het dramatische gevolg dat onze landgenote Nina Sterckx helemaal van haar melk was. Ze was altijd gewoon geweest om gewichten te heffen zonder dat iemand over haar sterke schouders meekeek en nu was er “zo veel volk, en ze riepen mijn naam, dat was ik niet gewend,” zei ze onthutst. Ze voelde alle kracht uit haar lijf wegvloeien. Ik voel mee met Nina. Volgende keer oefenen in volle zalen, zou ik haar aanraden.

Nu sinds dit jaar de breakdance een Olympische Sport is, is het nog wachten tot de vogeltjesdans dat ook wordt.

Nu we het toch over gewicht en vrouwen hebben. Er was ook die Indiase worstelaarster die zich als eerste Indiase vrouw selecteerde voor de finale van het worstelen voor vrouwen in de categorie tot 50 kg. Dikke pech toen ze op de dag van de finale 100 gram te veel bleek te wegen. Grote verontwaardiging in India. Blijkbaar lukte het voor de dame niet op de Franse wc’s. De kwestie kwam zelfs in het Indiase parlement ter sprake. Je moet weten: India is geen veelwinner op de Olympische Spelen. Ze hebben nauwelijks de helft van de medailles gewonnen die de Belgen in de wacht hebben gesleept. En daar zitten geen gouden plakken bij. Terwijl het land wel 100 x zoveel inwoners heeft. India had vrijdag evenveel medailles als Santa-Lucia. Terwijl u vermoedelijk niet wist dat dit een land was. Wist u trouwens dat Sao Tomé en Principe, Tonga, Tuvalu, Nauru en Palu ook landen zijn? Ik ook niet. Maar goed, die hebben nog geen medailles gewonnen. Natuurlijk, ze hebben de pech dat hun favoriete sporten niet olympisch zijn. Nu ja, goed, wat niet is kan komen. Vissen en duiken zal wellicht niet voor morgen zijn. Maar op de Olympische Spelen van Los Angeles 2028 zal er wel voor het eerst cricket gespeeld worden. Tot groot jolijt van de Indiërs.

De Japanners hopen op het sumoworstelen, de Belgen op de veldrit en de vinkenzetting. Nu sinds dit jaar de breakdance een Olympische Sport is, is het nog wachten tot de vogeltjesdans dat ook wordt. Biljarten was er ook graag bij geweest. Ik weet niet of het tapbiljart, driebanden of snooker betreft, maar in geen van de disciplines zijn we kansloos. Alles is goed voor meer medailles.

Doe mij maar een grote taekwando. Ja, om mee te nemen…

Ik had me al de bedenking gemaakt dat België misschien voortaan alleen wielerrenners naar de Olympische Spelen moest sturen, toen de wolken begonnen op te trekken en Nafi Thiam en Noor Vidts in de zevenkamp een gouden en een bronzen plak binnenhaalden. En terwijl ik intens aan het meeleven was met de Belgian Cats, van wie ik me zoals zoveel Belgen intussen een vurig fan durf te noemen, raapte ik het nieuws mee dat de Belgische taekwando-deelneemster brons in de wacht had gesleept. Ik zocht het even op, om me ervan te vergewissen of ik goed had gehoord. Want was het een quizvraag geweest, ik had misschien geantwoord dat het iets was wat je bij de Japanner kon eten. ‘Doe mij maar een grote taekwando. Ja, om mee te nemen’. Alweer een memorabel moment.

Nadat ik mijn tranen voor de Belgian Cats had gedroogd, zocht ik op wie Sarah Chaari was, onze taekwondo-heldin, en kwam bij beelden uit van een heel slimme en vriendelijke reuzin die geweldig uit de voeten kan met haar benen en bewust een sluier draagt terwijl ze vecht. Ze heeft daar zo’n goeie en onderbouwde reden voor dat je alleen maar heel veel respect voor de dame kan opbrengen.

Slimme en sterke Chaari, fenomenale Nafi, briljante en stralende Noor, formidabele Emma en haar fantastische ploeggenoten, maakten met de hulp van Jacotte van een sombere vrijdag ineens een buitengewone vrijdag. En dan moest de zinderende zaterdag nog komen. Met Bashir Abdi, die met zijn tweede plaats in de marathon zo’n immense en ontroerende krachttoer neerzette en bij zijn aankomst nog een leuke babbel overhad voor de VRT-reporter. Somberde ik vrijdag in de vroegte nog dat naast Remco en de wedstrijd van de Belgian Cats tegen Japan alleen de anekdotes en de onnozele impressies van de Spelen zouden bijblijven, nu mogen ze nog even blijven duren, die Spelen. En verdorie, nu net zijn ze bijna afgelopen. Bijna… Alleen nog hopen dat Lotte Kopecky op de baan haar voorraad medailles nog wat aandikt en Emma Meeseman en de Belgian Cats er tegen Australië een Bloody Sunday van maken. Dat zou een mooi slot zijn van deze nu al memorabele Spelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier