De wereld slaakt opgelucht adem: er is weer hoop

Kurt keek op de week

Onze reporter over de momenten uit de voorbije week die hij een plaatsje in zijn geheugen gunt

‘Vluchten kan niet meer’ was een liedje dat in 1971 deel uitmaakte van een Nederlandse musical met de naam ‘En nu naar bed’, waarvan de teksten, net als van dit lied, waren geschreven door Annie M.G. Schmidt. Jawel, diezelfde van ‘Jip en Janneke’ en ‘Pluk van de Petteflet’. De musical ging over de onveiligheid in de wereld. Er was de voortdurende atoomdreiging, een eindeloze oorlog in Vietnam, er waren aanhoudende rellen in Noord-Ierland, het Arabisch-Israëlisch conflict bleef voor problemen zorgen in het Midden-Oosten en je voelde dat er weinig nodig was om de hele wereld in de fik te steken. En nu is het nog erger. Geen wonder dat het liedje dat in de musicalversie door Frans Halsema en Jenny Arean gezongen werd, tegenwoordig weer om de haverklap te horen is. Zeg nu eerlijk, waar zou je tegenwoordig nog naartoe vluchten, mochten vreemde legers hier plots voor de deur staan?

Ooit leek Amerika een alternatief. Het leek een sprookjesparadijs. Het was een grote, rijke natie met mensen die onze ouders en voorouders eerder al gered hadden. Achteraf bleek dat ze vooral meer afzetgebied zochten voor hun fastfood, frisdranken, olie, wagens, vliegtuigen, muziek, films… voor alles wat we hier al decennia massaal consumeren. Jarenlang waren we halve Amerikanen. Het gros van de films en series die we bekijken komt van ginder en we moeten u ook niet vertellen uit welk land Taylor Swift, Billie Eilish en Beyoncé komen.

Liever niet de ‘dikke vrienden’ van Mc Donald’s

Nu onze steden al ingepakt zijn door McDonald’s, richt de fastfoodketen zich op ons platteland, en zetten Burger King en Kentucky Fried Chicken ook hun opmars verder. We gaan meer hersencellen nodig hebben om die troep tegen te houden. Maar tegelijk zien we dat veel mensen niet meer slikken wat de Amerikanen ons serveren, ze willen niet hun ‘dikke vrienden’ zijn. De vliegtuigfabrikant Boeing komt de laatste jaren alsmaar vaker in opspraak, omdat het bedrijf zijn vliegtuigen nog nauwelijks in de lucht kan houden. Niet moeilijk met al die kolossale mensen met hun gigantisch veel overgewicht.

Je kan er niet naast kijken, naast die kolossale mensen, en evenmin naast het feit dat het gros van de Amerikanen rare snuiters zijn. Ze zweren bij God en ‘guns’, wapens, schietgeweren en ander explosief tuig. Vreemde en angstaanjagende combinatie, geef toe. We hebben in andere contreien al vaker gezien waartoe tot de tanden gewapende godsdienstfanaten in staat zijn. Als er overal ter wereld oorlogen zijn, hebben de Amerikanen er evenveel mee te maken als de Russen, de Chinezen en de Arabieren. Nee, vluchten naar Amerika is geen optie. Je zou hier op de loop gaan voor de bommen en granaten en daar een kogel in de kop krijgen.

Maar kijk, er is hoop. Er zullen wellicht talloze vergaderingen aan voorafgegaan zijn van legers Hollywoodscenaristen en andere toespraakschrijvers, maar je moet de woorden ook weten te brengen. Michelle Obama is net zoals haar man gezegend met een uitzonderlijk redenaarstalent. Het was een prachtige slotzin: Hope make its comeback. De hoop maakt haar terugkeer. Wat de Amerikanen bijna hadden opgegeven, mogen ze weer koesteren. Hoop, die tere strohalm waar wij kleine mensjes ons zo vaak aan vastklampen.

In mijn oren klinkt die zin nu al even memorabel als ‘Yes, we can’ van haar man Barack, nog altijd ’s werelds grootste levende redenaar. Al kon hij zijn vrouw deze keer niet overtreffen. Misschien omdat de hoop in Amerika meer dan ooit vrouwelijk is. Hoop. Soms is dat alles wat er is. En heel soms is dat genoeg. Als een vlinder in Brazilië een orkaan in Texas kan verwekken, waarom zou een sprankel hoop niet voor een overwinning van de Democraten kunnen zorgen. Niet dat Obama en andere Democraten zo denderend veel hebben klaargemaakt. Maar alles is beter dan de macht van ’s werelds zwaarst bewapende natie in handen van Donald Trump en zijn trawanten te geven. Trump begint trouwens met de dag meer op The Joker te gelijken, terwijl Elon Musk niet veel moeite zou moeten doen om The Green Goblin te vertolken, mochten noch Willem Dafoe, Dane DeHaan of Chris Cooper daar nog zin in hebben.

Joe Biden, die machtsgeile oude bok, had Kamala Harris al veel langer in de spotlights moeten zetten

Er was veel mooi volk op de Democratische Conventie. De bejaarden die gereserveerd hadden om er te gaan linedancen, hadden hun ticketje ingeruild voor een namiddag bingo toen Joe Biden, die machtsgeile oude bok, eindelijk beloofde om hen in het rusthuis te vervoegen. Eerst koppig weigeren af te treden, dan je ontslag bekend maken via X, het platform van opperrepublikein Musk, om daarna de grote held uit te hangen en te doen alsof je altijd ten volle achter Kamala Harris hebt gestaan, terwijl je vier jaar de tijd hebt gehad om haar in de spotlights te zetten en klaar te stomen als de opvolger die ze al vanaf dag één had moeten zijn. Maar goed, nu krijgt Kamala haar kans en ze grijpt die met beide handen. En is er hoop.

Een dag later was Hoop er in hoogsteigen persoon. Hope, zo is haar naam, en ze is de dochter van Tim Walz, de running mate van Kamala en dus ook de man die straks haar vicepresident kan worden. Hij werd als blanke partner van de zwarte presidentskandidate aangeduid omdat hij zo’n doodgewone man is. Hij oogt wat als een knul, een lummel. Maar goed, een gewoon mens dus. Want daar ligt een van de problemen van politiek: ze zijn de voeling met de gewone man kwijt. En door zo’n simpele medemens een kans te geven, hebben mensen zoals jij en ik ook weer iemand waarin we bepaalde aspecten van onze rijke persoonlijkheid kunnen herkennen. We zijn natuurlijk beter dan hij, maar we zijn ook menselijk. Dus we hebben iets gemeenschappelijk. Er is dus hoop.

Hoe kan de jeugd zijn klassiekers kennen als ze ze niet te zien krijgen?

Zoveel begint met hoop. Het woord ligt nog rond te dobberen in mijn eigen hersennat, terwijl mijn gedachten afdrijven naar lang vervlogen tijden aan de andere kant van de oceaan, om uit te komen bij ‘Hope and Glory’, een film van John Boorman zaliger die in 1987 terugkeek op zijn kinderjaren toen hij de ruïnes van de Britse wijken waar hij opgroeide samen met zijn kameraadjes als een groot speelterrein zag. Terwijl de volwassenen alleen maar konden hopen dat hun land de glorie van weleer zou terugwinnen. In tijden van de videorecorder en de dvd kon een mens nog films van voor zijn eigen bestaan bekijken. Of openbare zenders toonden vroeger nog films uit tijden dat kleurenfilms nog anders gekleurd waren. En zelfs nog oudere exemplaren, uit de tijd dat films zo weinig kleur hadden dat men ze dan maar zwart-wit noemde. Hoe kan de jeugd zijn klassiekers kennen, als ze ze niet te zien krijgen?

Charlie Chaplin verblijdde, verwonderde en ontroerde miljoenen met zijn wandelstok, zijn bolhoed en zijn veel te grote schoenen lang voor hij dat postuurtje met zijn bolhoed was dat je op iedere rommelmarkt terugvindt. James Dean en Marilyn Monroe waren veel meer dan de figuren op de posters tot dewelke ze verworden zijn. Vorige week overleed op 94-jarige leeftijd actrice Gena Rowlands, een actrice van wie in nieuwsberichten te lezen en te horen was dat ze legendarisch was. Maar wie niet het geluk had om ooit ‘Faces’, ‘Gloria’ en ‘Woman under the Influence’ te zien, heeft geen idee waarom ze dan legendarisch zou geweest zijn. Het zal niet zijn voor haar vertolking van de dementerende, oudere versie van Rachel Mc Adam’s personage in ‘The Notebook’.  Het is ontstellend hoe alles wat van waarde is zo snel devalueert. Alsof de Sixtijnse kapel allang gesloopt zou zijn en de taferelen uit Michelangelo’s gewelfschilderijen alleen nog bekend zouden zijn doordat ze op het behangpapier zijn afgedrukt dat hier en daar tegen slaapkamerplafonds hangt.

Een jonge gids stak speciaal voor Russell Crowe het pauslicht aan in de Sixtijnse kapel

Maar het is met mijn gedachten niet anders. Wat echt waardevol is, moet soms ruimte maken voor pure faits-divers of anekdotes. Het ligt ook aan wat de algoritmes ons serveren. Russell Crowe vertelde gisteren nog op mijn computerscherm over die keer dat hij exclusief met zijn kinderen en zijn moeder de Sixtijnse kapel kon bezoeken. Gewone stervelingen mogen daar in dichte drommen met veel dure ticketten even door passeren, als je geregeld op een groot scherm geprojecteerd wordt, waant men je ‘bigger than life’ en mag er iets meer. Een jonge gids die hem toegang verschafte zei: ‘Mister Crowe, ik ga het pauslicht voor u aansteken’. Crowe wist niet wat hij hoorde: ‘Het pauslicht?’ Teneinde de kwaliteit van de fresco’s niet te schaden wordt kunstlicht er tot een minimum beperkt. Maar voor de paus wordt er een uitzondering gemaakt, opdat de heilige vader de beroemde renaissancewerken bij zijn bezoeken tot in kleinste details tot zich zou kunnen nemen. De gids draaide de knop om en plots waande Crowe zich in de hemel. “Vanwaar dat uitzonderlijke voorrecht?” wou Russell Crowe weten, alsof hij er zich niet van bewust was dat ‘Gladiator’ wel nog af en toe de kleinere schermen haalt. “You’re Maximus,” zei de jongeman. Het zij hem vergeven.

Dat is het. De parels, wat echt de moeite is, krijgt een plekje in je mentale opslagruimte. Vandaar dat je je ogen zoveel mogelijk de betere kost moet geven. En intussen niet mag vergeten te leven. Soms moet je het horen zeggen van een ander. Een wijze dame als Angelique Van Ombergen. Topwetenschapster bij ESA — je leest over haar in de krant — maar ook topdame. Toen ik haar twee jaar geleden in ‘Alleen Elvis blijft bestaan’ zag, noteerde ik: “Zij heeft woorden voor gedachten die nooit zo scherp en duidelijk waren als toen zij ze uitsprak.” Als we straks, ondanks de verdienstelijke pogingen van Bart De Wever, naar slechte Belgische gewoonte weer geen regering gevormd krijgen, moeten we het in afwachting, misschien eens, zoals in Oostenrijk enkele jaren geleden, met helder denkende technocraten doen die niet aan de belangen van zichzelf en hun persoonlijke volgers denken en dan mag zij van mij minister van wetenschap worden, of minister van cultuur zelfs. Of premier, waarom niet. Mensen wiens hersenen sneller werken dan die van de gemiddelde mens, leggen verbanden, bruggen waarmee we het water over geraken. Handig als we ooit moeten vluchten. Als we dan toch mogen hopen…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier