Kurt Vandemaele

Wetten die de menselijkheid niet dienen, moeten vroeg of laat overtreden worden

Kurt keek op de Week

Onze reporter over wat hij zich zou willen herinneren van de voorbije week

Life is what’s happening to you while you’re busy making other plans, een quote die altijd wordt toebedeeld aan John Lennon, maar blijkbaar kwam die uitspraak eerder uit de mond van ene Allen Saunders. Maar goed, had John Lennon de zin niet in zijn mooie liedje ‘Beautiful Boy’ gebruikt, had ik ze hier zelf moeten verzinnen, terwijl ik ze nu gewoon kan lenen. Ze komt me van pas omdat ik nog maar eens wil zeggen dat mijn zoektocht naar memorabele momenten, nooit loopt langs paden die ik eerder geëffend heb. Trouwens, geen van mijn memorabele zinnen is van een copyright voorzien. Gedachten die jij in mijn plaats wil opslaan, moet ik niet meesleuren.

Vorige week nog stopte mijn oudste dochter me een citaat van Marjoleine de Vos onder de neus als aanmoediging om te leven in plaats van alleen maar die indruk te wekken door wat me gedenkwaardig lijkt in enkele zinnen te gieten. Die Marjoleine maakte meteen zo’n indruk op mij dat ik terstond naar de boekenwinkel holde om me haar boekje ‘Zo hevig in leven’ aan te schaffen. Het is nog zo vers dat de inkt nog altijd aan het drogen is. Het blijkt ook alweer over sterfelijkheid te gaan, een thema dat me niet loslaat. Het zal met het seizoen te maken hebben, met het vallen van het blad. En straks mogen we weer de doden gaan groeten. Al zijn er alsmaar minder levenden die dat doen. Je zou voor minder de katholieke rituelen afzweren als je hoort wat de kerkelijke leider uitkraamde, kort nadat hij in België van de grond was gegaan. Hij hing nog maar goed weer in de lucht, op de terugweg naar Rome, of hij begon de abortusdokters van alhier voor moordenaars uit te schelden. In tijden waarin vrede zo’n kostbaar goed is, is het zeer bedenkelijk dat een man die door velen als heilig en ingoed wordt aanzien aan zo’n haatzaaierij doet.

In de zevende hemel…

Maar wat hij ook zei of deed, zondag en veel dagen erna was ik in de wolken. En dat was deels te danken aan die wolken. Maar vooral aan de zon en de staalblauwe hemels. Ik wandel vaak en graag, maar ik zweef als de tijd van de wolkenballetten is aangebroken. Gigantische plukken watten die ver boven onze hoofden schuimende golven of sneeuwlandschappen projecteren of gracieuze dansen opvoeren waar je niet op uitgekeken geraakt. #cloudporn is een hashtag die ik wel vaker zie verschijnen als mensen op instagram met hun gsm de verrukkelijke wolkentaferelen trachten te vangen. Benieuwd waar die term me naartoe zou leiden, liet ik die even los in google en belandde bij vrouwen zonder kleren en mannen met geslachtsorganen waar ik me zo groot als een kabouter van ging voelen.

Dat was niet de reden dat ik me onlangs naar ‘Emmanuelle’ waagde, een bewerking van de film die Sylvia Kristel destijds zo groot maakte dat Hugo Claus haar een tijdlang aan zijn zijde duldde. Het origineel had ik nooit gezien, de bewerking was beter, las ik. Niettemin had ik de film vast genegeerd, was mijn oog niet op de naam van de hoofdrolspeelster gevallen. Doodjammer voor Noémi Merlant dat die prent net als haar vertolking werkelijk niets om het lijf heeft, want een jaar of vijf terug vond ik haar nog fenomenaal in ‘Portrait de la jeune fille en feu’, een kostuumfilm waarin ze als schilder haar liefde en betovering voor een andere vrouw met een penseel wist te vast te leggen.

Samen met haar tegenspeelster Adèle Haenel beeldde ze toen uit wat onverdunde liefde was. Pure vertedering. De regisseuse van die film was Céline Sciamma, die in het echte leven jaren de geliefde van Haenel was geweest. De twee waren net voor de start van de opnamen in der minne uit elkaar gegaan. Adèle Haenel is een felle dame, een vurige feministe en in Frankrijk een van de gezichten van de metoo-beweging. Ze sleurde Céline Sciamma en Noémi Merlant nog mee de zaal uit toen ze haar verontwaardiging uitschreeuwde wanneer Roman Polanski het podium van de Césars betrad in 2020. Polanski wordt al jaren beticht van pedofilie nadat hij de Verenigde Staten ontvluchtte waar hij werd aangeklaagd voor zijn affaire met een minderjarig meisje. Haenel heeft inmiddels de ‘seksistische filmwereld’ verlaten en tegelijk een punt gezet achter haar acteercarrière. Ze is nu fulltime activiste en heeft recent zelfs de strijd aangebonden tegen het kapitalisme.

Laat het bos maar groeien

Eigenlijk heb ik wel respect voor activisten. Mensen die vechten voor datgene waar ze in geloven. Milieuactivisten vechten voor ons. Daar ben ik van overtuigd. Zoals de mensen die ik deze week aantrof in de streep groen die ze bezetten in Gent. We juichen vrijwel allemaal toe dat onze steden vergroenen. Zolang ze ons comfort maar niet wegnemen, onze plannen niet dwarsbomen. Het terrein dat momenteel bezet wordt aan de Nieuwe Vaart werd met de jaren omgedoopt tot het Bloemekeswijkbos. Het was toen al een hele tijd in het bezit van De Lijn dat er een stelplaats wou installeren voor bussen en trams. Maar het bos ligt op drassige grond die destijds deel uitmaakte van de Wondelgemse Meersen, moerasgebied waar zeldzaam leven te vinden is. 14 hectare groen die voor adem zorgt in een buurt waar propere lucht schaars is. Groene ruimte is meer dan ooit nodig. De stad en De Lijn moeten alternatieven zoeken. Dat de bezetters niet wijken om de achtergestelde wijk op te waarderen, verdient respect en bewondering, zeker tijdens de Week van het Bos. Dus laat het bos maar groeien. En schaar je achter de activisten. We zouden hen dankbaar moeten zijn dat ze hun nek durven uit te steken om de wereld leefbaar te houden. Zij doen wat we met zijn allen zouden moeten doen, waren we wakkere burgers. Wetten die de mensheid en de menselijkheid niet dienen, moeten vroeg of laat overtreden worden om plaats te maken voor nieuwere en betere wetten.

Hond bijt man

En dan heb ik het niet alleen over absurde wetten die straatmuzikanten beboeten als ze vals spelen of die verbieden dat je aan struiken of bomen schudt, zoals bijvoorbeeld in het Leuvense politiereglement staat. Ik snap bijvoorbeeld niet dat honden die bekend staan als onvervalste moordmachines hier nog mogen rondlopen. Een vriend van mij heeft een teckel. Gust heet het beest, Geert is zijn baasje. Soms heb ik de indruk dat die twee elke dag een marathon afleggen. Maar woensdag zag ik Geert zonder Gust. In de wang van Geert stonden de tanden van een Stafford en Gust lag thuis te bekomen van de beten die de killerhond in zijn tengere lijfje had gezet. Het beest was de avond voordien uit het niets op hen afgerend. ‘Er staan meer tanden in je gezicht dan dat er in je mond zitten,’ wou ik nog opmerken. Maar Geert zijn gezicht zat nog te vast om te lachen. Hij was niet naar de politie gestapt, want de eigenaar had zich vriendelijk geëxcuseerd. Terwijl zijn vierpoter hen bijna had geëxecuteerd. Grrrrr… zegt mijn hoofd. Een dag later hoor ik in het radionieuws dat baasjes van gevaarlijke honden voortaan naar de hondenschool moeten. Waar ze wellicht met mes en vork zullen leren eten. Tja.

Weet je nog wel, die avond in de regen…

Vrijdag sliep ik slecht. Ik lag wakker te liggen en me af te vragen waar de zinnen die door mijn hoofd passeerden vandaan kwamen. Van den hond wellicht. Over mijn hoofdkussen sloop een virtuele wurm die een poging deed om mijn oor binnen te dringen. “Weet je nog wel…” zei hij en opeens lag ik te zingen van: “…die avond in de regen…” Helaas zit er geen ingebouwde Shazam onder mijn hersenpan en ik greep naar mijn gsm naast mijn bed. Die me met plezier vertelde dat het een liedje van The Ramblers was, terwijl de zang afkomstig was van ene Marcel Thielemans, een Belgisch trombonist die bij het Nederlandse dansorkest een mensenleven terug blijkbaar ook een aardig geluid uit zijn keel kreeg. Mijn geheugen heeft niet die reikwijdte. Ik herinner me het liedje in de versie van Jo Leemans.  Zij bestaat nog, als ik Wikipedia mag geloven. Vroeger was ze vaak op tv, toen de afstandsbediening helaas nog niet bestond.

Het was veel beter geweest om vervolgens weer in te dommelen, maar eens de radertjes in hoofd draaiden, wilde mijn mentale jukebox me nog wat deuntjes laten horen. ‘Die avond in de regen’ bracht me bij andere Vlaamse songteksten waarvan je aan de eerste drie of vier woorden genoeg hebt om te weten welk liedje het is. ‘Als ik ooit eens…’ Ja, vul maar aan: ‘vijf minuten tijd heb…’ Precies, ‘Wat een leven’ van Louis Neefs. Die had een songschrijver die alleen maar pareltjes produceerde: ene Phil Van Cauwenbergh, een man uit Willebroek die net als Louis Neefs zaliger al lang niet meer onder ons is. Je kunt ze allemaal aanvullen: ‘Ach Margrietje…’, ‘Dit is een lied voor…’, ‘Oh, oh, ik heb zorgen’… Ook ‘Goeie morgen, morgen’ van Nicole en Hugo zijn woorden die uit zijn pen gevloeid zijn. De laatste songtekst waarvan ik de beginwoorden hoorde, voor ik mijn bed die morgen nog een goeiedag wenste, luidde: ‘Toen ik honger had…’ Je moet geen oude knar zijn om de invuloefening te maken. 

Zing mee met Mia

Even later kwam ik nog maar eens tot diezelfde conclusie dat toeval niet bestaat. Onder de douche had ik niet staan zingen. Ik was nog te moe en Frank Sinatra deed dat ook niet. Toen ooit iemand vroeg of hij zijn eigen songs zong onder de douche, antwoordde Old blue eyes: ‘Ik zing niet zonder dat ik ervoor betaald word’, zo wil een anekdote. Maar dit terzijde. Drie kwartier later stapte ik in mijn wagen en naar goeie gewoonte begon mijn radio vanzelf te spelen en in Classic Stories vertelde Korneel De Clercq dat 29 november een hele mooie dag wordt voor de fans van Luc De Vos. Stijn Van de Voorde en Kirsten Lemaire, presentatoren van de tijdloze 100 hingen er aan de lijn om een oproep te doen om op de laatste vrijdag van november met zijn allen naar de Vrijdagsmarkt te trekken en er ‘Mia’ mee te zingen. Dat heb je als je voortdurend met de dood bezig bent. Dan verklappen ze je al eens iets voor anderen het te horen krijgen. De eerste zin zit er alvast goed in: ‘Toen ik honger had…’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier