Kurt Vandemaele
Niet alleen “Julie zwijgt”, we doen het allemaal. En daarover moeten we praten.
Kurt keek op de Week
Onze reporter blikt terug op wat hij van de voorbije week wil onthouden
Alles is relatief. Vroeger was ik vele jaren filmjournalist. Oktober was toen de maand van het Filmfestival van Gent en ik verkeerde in die tijd in de waan dat alle ogen van het hele land op de rode loper aldaar gericht waren. Ik zat er dagen in het donker, samen met collega’s die van kijken naar een groot oplichtend scherm hun beroep hadden gemaakt. Wij gingen er prat op te zien wat anderen niet zagen. En we geloofden graag dat het filmfestival tien dagen lang de actualiteit beheerste, vakidioten als we waren.
De lockdowns hebben de cinema de doodsteek gegeven
Het filmfestival zit er intussen op en wellicht wisten velen onder u niet eens dat het al begonnen was. Film heeft natuurlijk veel van zijn glans verloren. De lockdowns hebben de cinema de doodsteek gegeven of de branche minstens in coma laten belanden. Voor de prijs van een bioscoopticket hebben we tegenwoordig een abonnement op de Netflixen van deze wereld en hoeven we onze luie zetel niet meer uit te komen om behoorlijk kijkvoer te consumeren. Terwijl buitenkomen en mensen ontmoeten, zelfs al praat je er niet mee en zit je samen in het donker, het hart veel deugd kan doen. Nu we alsmaar eenzamer worden, zoals de Warmste Week ons straks zal vertellen, is het duidelijk dat mensen er behoefte aan hebben mensen te zien, te voelen, te spreken.
Nog niet zo heel lang geleden was de opening van het Gentse Film Fest steevast voorpaginanieuws. Eerste ministers, tweede en derde ook, stonden aan te schuiven om erbij te zijn. En Prins Laurent tekende altijd present. Ik zou niet kunnen zeggen wie er nu op de rode loper paradeerde. In geen enkele krant viel er iets over te lezen. Alleen HLN meldde in zijn showbizzpagina’s kort dat Delphine Boël present tekende ter vervanging van halfbroer Laurent. Terwijl dat wellicht het minst interessante detail was dat over die opening gemeld kon worden. In het kleine blokje tekst dat bij de foto van Laurents halfzus stond te lezen geen woord over de film die het festival opende. Terwijl die eigenlijk aanleiding genoeg had moeten zijn om de koning met zijn hele familie naar Gent te laten afzakken. Nee, voor de kranten primeerden natuurlijk de politiek en ’s werelds vele oorlogen. En er zal wellicht niet veel politie beschikbaar zijn geweest om de prominenten naar de trappen te begeleiden. Die mannen lagen vermoedelijk nog te bekomen nadat ze bij het krieken van de dag met 30 combi’s 14 milieuactivisten brutaal uit de bomen van het Bloemekenswijkbos hadden geplukt. Meteen daarna rukten de bulldozers op en begon het kappen van de bomen die plaats moeten maken voor een stelplaats van de bussen van De Lijn. Voor beter openbaar vervoer. Zodat de wereld wat groener wordt. Met de steun van Groen. Rare wereld.
‘Small Things like These’ verdient best ook wat royale aandacht
De koning en zijn gezin hadden erbij moeten zijn. In het bos. Maar ook op het filmfestival. Al zou hun vriend, de paus, dat niet geapprecieerd hebben. Ja, want je weet het nog wel, koning Filip en zijn hele familie hadden onlangs nog speciale ereplaatsen toen Franciscus een eucharistieviering opdroeg in het Heizelstadion. ‘Small Things like These’ is eigenlijk een verhaal dat nogal wat verwantschap vertoont met wat we in ‘Godvergeten’ hebben gezien. Alleen zijn het daar vooral Ierse nonnen die de grote boosdoeners zijn. Wellicht geen film die in Laken hoog op het verlanglijstje staat. Toen Stijn Coninx ‘Daens’ draaide, voorzag het paleis hem meteen van een baronstitel. Niets tegen Stijn trouwens, integendeel. Maar het punt dat ik wil maken is dat regisseur Tim Mielants, de maker van de film die dit jaar het festival mocht openen, ook een hele mijnheer is. En dat hij best ook wat royale aandacht verdient. En voorpagina’s. Zijn film ‘Wil’ wist in een recent verleden terecht nog de Belgische massa naar de bioscoopkassa te lokken en hij zag zijn recentste prent eerder in wereldpremière gaan als openingsfilm van het Festival van Berlijn. Een eer die nooit eerder een landgenoot was te beurt gevallen.
De hoofdrol in ‘Small Things like These’ wordt gespeeld door Cillian Murphy, een maat van Mielants sedert ze samen het derde seizoen van ‘Peaky Blinders’ maakten. Intussen hebben ze samen alweer een volgende film ingeblikt. Terwijl er geen gebrek is aan gegadigden om te werken met Murphy, die u ook kent van zijn hoofdrol in ‘Oppenheimer’. Hij was er niet bij in Gent, maar Mielants had wel Emily Watson meegebracht, een internationale topactrice die een carrière bij elkaar heeft gespeeld waar geen enkele actrice van bij ons aan kan tippen. Mielants en Watson zijn in mijn wereld altijd goed voor de voorpagina. Ze zijn hoofdpunten in mijn nieuws. Ik kan niet wachten tot 20 november, de dag dat de film in de Vlaamse zalen komt.
Jawel, ik blijf in het donker naar een groot scherm kijken een van de leukste ervaringen vinden waar ik me van tijd tot tijd aan onderwerp. Vaak zit er nauwelijks volk in de zaal. En soms vind ik dat ook niet erg. Hoewel er films zijn die nog beter worden als je voelt dat je omringd bent met mensen die je gevoelens delen. Niet als ze popcorn zitten te vreten of aan veel te grote bekers plakkerige frisdranken slurpen. Als je je ogen echt de kost wil geven, moet je je mond gesloten houden. En je kont ook, vermeld ik er even bij. Want ik het is me nog overkomen dat ik aan de andere kant van de zaal ging zitten, omdat iemand in mijn omgeving ruikbaar lucht gaf aan de ajuinsoep die eerder op zijn of haar menu had gestaan.
Naomi Osaka’s steun voor ‘Julie Zwijgt’ is een mooier cadeau voor de film dan de prijzen in Cannes
Vorig weekend gingen nog enkele Belgische films in première in Gent. Eén ervan was ‘Julie Zwijgt’ van Leonardo Van Dijl, die eerder op het Festival van Cannes bekroond werd tijdens de Semaine de la Critique. Een paar dagen later was Leo met zijn producent Gilles Coulier, die eerder zelf onder meer ‘Bevergem’ en ‘De Dag’ regisseerde, in de Budascoop in Kortrijk. In zijn jonge jaren had Leo in diezelfde bioscoop nog als vrijwilliger aan de kassa gezeten. Zijn film ‘Julie Zwijgt’ is één van die kleine, breekbare films die moeilijke thema’s bespreekbaar maken. Vandaar dat Leo na afloop van de film zei: ‘Het is niet omdat Julie Zwijgt dat jullie er niet over mogen praten’. En je voelde bij het glas dat op de Kortrijkse avant-première werd uitgeschonken dat mensen daar zin in hadden.
‘Julie Zwijgt’ is eigenlijk het soort film dat ik graag op een groot scherm zie, maar dan het liefst met weinig volk in de zaal. Want Julie zwijgt en je wil haar horen. Je wil haar zien en begrijpen… Ze is een jong toptalent dat in de tenniswereld een gouden toekomst lijkt te hebben. Maar wanneer ze het plots zonder haar vertrouwde trainer moet stellen, drijven er donkere wolken boven die toekomst. De man blijkt geschorst wegens grensoverschrijdend gedrag. In de hoop de schade te beperken schakelt de club waar Julie actief is psychologische hulp in, maar Julie zwijgt. En haar zwijgzaamheid leidt ertoe dat er nog meer druk op haar schouders terechtkomt.
Jongeren die niet kunnen praten en ongelukkige communicatie tussen trainers en hun pupillen, het zijn herkenbare thema’s. Het was stil in de zaal en niet alleen omdat er op het scherm zo vaak gezwegen werd. Leo Van Dijl vertelde nadien dat hij door de film te maken een taal gevonden had om over moeilijke zaken te praten. Julie, het personage uit zijn film, heeft nog niet die maturiteit, ze heeft nog niet de taal gevonden om duidelijk te maken wat ze doormaakt. En ze beweegt zich in een wereld waar haar lichaamstaal niet volstaat om begrepen te worden.
Naomi Osaka werd dermate aangegrepen toen zij ‘Julie Zwijgt’ in een vroeg stadium te zien kreeg dat ze prompt aanbood om als uitvoerend producent op de aftiteling te staan. De Japanse topsportster sloopte eerder muren in het stijve tennismilieu door openlijk uit te komen voor de depressie waarin ze belandde op het moment dat ze de WTA-ranglijst in het vrouwentennis aanvoerde. Haar frêle schouders konden de mentale druk niet dragen. Haar steun voor ‘Julie Zwijgt’ is wellicht een veel mooier visitekaartje dan de twee prijzen waarmee de film in Cannes werd bekroond. Ik weet niet of Leo en Gilles wachten op een uitnodiging van het paleis, maar we hadden het vast gehoord, mocht er intussen een invitatie van de koning in hun bus gevallen zijn. Nee, de koning zwijgt, maar hun brievenbus zit vol met uitnodigingen van ’s werelds meest prestigieuze festivals. Pas op, ‘ik kan zwijgende mensen schoon vinden,’ las ik gisteren nog in De Tijd. Het was Dimitri Verhulst die het vertelde tegen Ruben Nollet. Hij had het over ‘Waarom Wettelen?’, de eerste film die hij regisseerde. Jawel, de schrijver is nu filmregisseur. En hij mocht meteen ook het Gentse Filmfestival afsluiten. Zijn film komt binnenkort in onze zalen en ook deze wil ik niet missen.
Dus ik ga de komende weken nog over de nieuwe films rapporteren. Niet dat dit een filmcolumn is. Maar oktober is wel de filmmaand bij uitstek. Misschien daarom dat er recent ook een filmster te gast was in de podcast ‘Modern Love’ van de New York Times. Zoals de titel al een beetje laat vermoeden, praten mensen in ‘Modern Love’ over de liefde in al haar gedaanten. Er passeren bekende en minder bekende gasten. De enen zijn heel openhartig, de anderen veeleer gereserveerd, maar als je geïnteresseerd bent in mensen en hun gevoelens zal de podcast je vast ook kunnen bekoren.
We worden geleerd om elkaar te wantrouwen en dat is wat ons in de problemen brengt
Ik weet niet of er al veel wereldberoemde acteurs in ‘Modern Love’ te gast zijn geweest. Zulke mensen hebben redenen in overvloed om niet zomaar in hun ziel te laten kijken. Andrew Garfield had een goeie reden waarom hij daar wel zat. Hij ging er zijn nieuwste film ‘We live in time’ promoten, een prent van John Crowley, van wie je misschien eerder de film ‘Brooklyn’ hebt gezien, met Saoirse Ronan. Crowley was ooit op het Film Fest in Gent. Ik heb hem toen nog gekust. Zedig. Dat was een fase in mijn ontwikkeling. Ik vond het leuk om aan het eind van een interview een foto te (laten) nemen waarop ik mijn lippen tegen de wang of in de kruin van mijn praatgast drukte. Ik was een beetje als het bloemenmeisje na de koers. De kussen waren voor de beste. Deze week zouden die zeker voor Andrew Garfield zijn geweest, de enige acteur die ik niet bezig zag, maar alleen aan het werk hoorde.
Ben Elton, Rik Mayall, Roy Andersson, Angelo Badalamenti, Patricia Arquette en Richard Linklater, allemaal hebben ze het geluk gehad om mijn lippen te voelen. En zo ook John Crowley. Die was in 2008 in Gent voor ‘Boy A’, de eerste film waarin Andrew Garfield een hoofdrol speelde. Het was een spraakmakende prent, want geïnspireerd door de beruchte zaak van James Bulger, een 2-jarige jongen die in 1993 in Engeland werd ontvoerd en vermoord door twee 10-jarige jongens. Een zaak die in Groot-Brittanië heel wat ophef veroorzaakte. ‘Boy A’ vertelde het verhaal van hoe één van die twee jongens – de andere pleegde zelfmoord – als volwassene onder een nieuwe identiteit een nieuw leven trachtte op te bouwen na zijn vrijlating uit de gevangenis.
Toen al zag je dat Andrew Garfield heel wat in zijn mars had. Ik had nog niet meteen het parcours in gedachten van de superster die hij uiteindelijk zou worden, maar je voelde dat hij het voelde. In ‘Modern Love’ krijgt hij de vraag om uit de kortverhalen die de redactie hem heeft bezorgd datgene te lezen dat hij er heeft uitgepikt: ‘Learning to measure time in love and loss’ van Chris Huntington. Wellicht niet toevallig. Want het gaat over een man die in een gevangenis werkt waar hij een heel speciale band heeft met een gevangene die op piepjonge leeftijd een gruwelijke misdaad heeft begaan. De man moet zitten tot zijn 48. Hij heeft nog een tiental jaar te gaan. Maar met de jaren is de woede uit zijn lijf verdwenen en maakt hij er een erezaak van om de beste gevangene te zijn die hij kan zijn. HIj beseft dat hij slechts dat ene leven heeft en wil er het beste van maken.
Andrew Garfield stokt midden in het verhaal, dat hij magistraal brengt. Hij laat de tranen vloeien en je moet van steen zijn om ook niet geraakt te worden. Aan het eind van zijn lezing geeft hij de luisteraar even wat inkijk in zijn hart dat constant bloedt omdat alles zo vergankelijk is. “Terwijl we van jongsaf aan geleerd worden om ons hart niet bloot te geven,” legt hij uit. Dus niet alleen Julie zwijgt, we doen het allemaal. “We worden geleerd om elkaar te wantrouwen. En dat is wat ons in de problemen brengt. Nogal logisch dat we ons hopeloos voelen in de wereld zoals we hem nu kennen. Ik kan me behoorlijk hopeloos voelen, verdoofd ook, losgekoppeld en geïsoleerd,” zegt hij. “En net daardoor voel ik het verlangen dat in elk van ons leeft om te verbinden, om lief te hebben.” En zo komt hij tot de conclusie dat hij “dingen wil maken die mensen troost en steun bieden en hen helpen verbinding te maken met zichzelf en de wereld.” Als ik het zo uitgeschreven zie, denk ik: het zijn de woorden van een predikant, van een oude pastoor. Maar als Andrew Garfield het zegt, klinkt het anders, knik ik en voel ik alleen maar warmte. Zoals de gevangene uit het verhaal slechts één leven heeft en er het beste van wil maken, wil ik dat ook, zegt Garfield, “ik wil de beste Andrew Garfield zijn”. Terwijil hij het zei dacht ik: Man, je bent geweldig, beter kan je niet worden. Waarom hij dan moest janken? Omdat hij meevoelt met ons natuurlijk. Zo’n groot hart. Ga nu allen heen in vrede.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier