Kurt Vandemaele
"Meer dan ooit is optimisme een plicht. En als je dat niet gelooft, kan je van mijn part naar de maan lopen."
Kurt keek op de Week
Onze reporter over wat hij van de gebeurtenissen van de voorbije week graag in zijn bovenkamer zou willen opslaan
Naar het jaareinde toe maak ik me op om te feesten. Ik kan wel niet tegen drank, maar eigenlijk heb ik immens veel zin om eens goed te zuipen. Al was het maar om eens in een roes te geraken en de realiteit even niet meer onder ogen te moeten zien. Als je niet achter het stuur moet, hoef je ook de realiteit niet meer zo scherp te zien. Maar als je moet rijden, is de drank natuurlijk des duivels. Helaas zijn er veel chauffeurs die graag een glas kunnen en durven drinken, die het niet kunnen laten wanneer dat moet. Met de feestdagen is het altijd nog erger dan anders.
In de weekends heeft 45% van de mensen die bij een ongeval betrokken geraakt, te veel gedronken. Dat is een schokkend hoog aantal. Glaasje op, laat je rijden, moet de boodschap zijn. Maar de vele bobcampagnes ten spijt blijven we hardleers. ‘Alles wat moet gezegd worden, is gezegd,” zei André Gide nog. ‘Maar omdat niemand luisterde, moet het blijven gezegd worden.’ Niet dat Gide nog veel zegt, de voormalige Nobelprijswinnaar literatuur is al sinds 1952 niet meer onder ons.
Als je een pushbericht krijgt van de VRT, vraag je je af wie van hun personeel nu weer te veel gezopen heeft.
Bij de VRT blijven ze het niet zeggen. Daar gooit men het nu over een andere boeg. Lang voor HLN zich kan afvragen of ze het nieuws kunnen brengen dat er weer een rijdende zatlap gesignaleerd is in de VRT-rangen, nagelt de openbare omroep zijn werknemers aan de schandpaal. Als je een pushbericht krijgt van de VRT, vraag je je af wie van hun personeel nu weer te veel gezopen heeft. Na Tom Waes mochten Ruben Van Gucht en Zita Wauters eraan geloven. Dankzij de VRT werd die laatste meteen verwerkt in een mop. Na Zatte Rita, was er nu ook Zatte Zita. En Ruben was meteen even verlost van de roddels over zijn seksleven. Of niet helemaal: ‘Hij heeft misschien genoeg aan twee vrouwen, maar niet aan twee glazen…’ hoorde ik aan de toog zeggen. Er was ook al sprake van een drankcontest Wauters vs Waes. Aan diezelfde toog hoorde ik zeggen dat de VRT met Ruben en Zita al twee kandidaten had aangekondigd voor hun nieuwe programma ‘Ontwenningskamp Waes’.
Misschien trekken de zatlappen van de openbare omroep wel samen naar Compostella. Daar zit een format in. Gevolgd door een bezemwagen. Of een bus. Die van Wim Lybaert. Kraakt hij ook niet soms een fles wanneer hij zijn bus parkeert om met zijn gast dromerig naar de einder te staren? Hoezeer ik ook geniet van zijn busreizen, ik zou het grappig vinden, mocht hij de volgende morgen in een verlaten landschap gestopt worden door een flik die uit het niets opdaagt om hem te laten blazen. En dan blijkt dat er nog een restantje van die fles in zijn bloed zit. Ik denk dat Wim voortaan met de fiets op reis zou mogen. Of dat hij thuisarrest krijgt. Dan kan hij weer thuis koken voor zijn vrienden. Om het even waar je hem neerzet, zorgt hij voor gezapigheid en gezelligheid.
Nee, ik herhaal het, rijden onder invloed moet bestraft worden, maar dat lijkt me niet door je werkgever te moeten gebeuren. Tenzij de antieken Porsche waarmee je je verplaatst een bedrijfswagen is natuurlijk. Ik vraag me af waar de drang bij de VRT plots vandaan komt om er de feilbare werknemers openlijk te kijk te zetten. Als het om die paar extra clicks te doen is die zulke mededelingen met zich meebrengen, heeft de VRT nog veel mogelijkheden. We gaan hier niet al de onfrisse praktijken opsommen die zich in een niet zo ver verleden in en om de Reyerslaan hebben afgespeeld. Dat doen ze daar zelf wel. Hoe ze communiceren over hun eigen mensen bij het grootste communicatiehuis van Vlaanderen, het blijft me verbazen.
Maar goed, drank is een probleem in het eindejaar, drugs evenzeer. Daar is nu ook een slogan voor. ‘Als je iéts pakt, pak een taxi’. Op café hoor ik al vele jaren zeggen dat je op straat sneller aan coke en zwaarder spul geraakt dan aan een joint. Je hoeft zelfs geen geoefend oog te hebben om jonge dealers bezig te zien. ‘Als ze hen zouden pakken die onze jeugd laat pakken, zou er geen taxi moeten gepakt worden’, zou ook een slogan kunnen zijn. Maar als je dan toch pakt, dan kan je het inderdaad maar beter zo veilig mogelijk doen.
Mochten we een hele week in de walm van de Warmste Week staan zouden we wellicht alleen de geur van suikerwafels opsnuiven. En we zouden gaan geloven dat de meeste mensen deugen en dat het goed komt met de wereld. Dezelfde indruk had ik toen ik donderdagavond zat te glunderen voor mijn tv terwijl dat slimme trio nog plaats vond in het hoofd om naast hun intelligentie, ook hun humor, empathie en vriendelijkheid te laten spreken. Met Timon Verbeeck en Daphne Agten zaten maar twee van de vele ontdekkingen in de finale. Mohsin Abbas, Roosje Pertz, maar ook Aster Nzeyimana waren ontdekkingen. In het geval van die laatste moet je van een herontdekking spreken. Net zoals Bart Appeltans en zelfs Barbara Sarafian een kant van zichzelf lieten zien die ik niet kende. Dat is ook een van de vele leuke aspecten aan ‘De Slimste Mens’, een programma dat maar niet versleten geraakt. De deelnemers zitten dan wel vastgekluisterd aan hun stoel, ze slagen er vaker in uit het hokje te breken waarin ze door programmamakers, kijkers en recensenten worden opgesloten.
We ontmoeten elkaar niet meer
Maar het is de tijd van de jaaroverzichten. Al is het, ik zeg het nogmaals, begrijpelijk dat je de realiteit niet wil zien. Want terwijl wel degelijk de meeste mensen deugen, zijn het zij die niet deugen die het nieuws beheersen. Zo gaat dat in jaaroverzichten, je ziet niets wat je niet al gezien hebt. En je ziet weinig dat je wil terugzien. Zou het daarom zijn dat de VRT uitzonderlijk geen jaaroverzicht uitzendt? Of worden ze er liever niet aan herinnerd dat hun eigen personeel wel vaker hun nieuwsrubrieken vult? Nee, om in feeststemming te geraken moet je niet naar jaaroverzichten kijken. Wordt iemand vrolijk van figuren als Nethanyahu, Poetin, Trump, Musk en Didier Reynders? Ik denk het niet. Wie geloofde dat de paus de pijn wat zou komen verlichten, had zich te veel illusies gemaakt. De schijnheilige vader was nog maar goed van de grond, of hij verkondigde prompt dat de dokters die hier abortus uitvoeren moordenaars zijn. En dan zeggen dat de Heer met hem is.
Je mag het met zijn kerstboodschap doen, maar meer en meer denk ik dat we minder moeten luisteren naar de mensen die geloven dat ze het allemaal weten. Het zijn vaak de simpele mensen die niet pretenderen dat ze iets te verkondigen hebben, die zeggen wat moet gezegd worden. De gewone mens, die we vroeger nog eens spraken bij de bakker, de groentewinkel of heel lang geleden, in de tijd dat we nog vlees aten, bij de slager. Maar de buurtwinkels waar we af en toe nog een praatje sloegen, zijn niet meer. Volkscafés verdwijnen sneller dan de alcoholisten. We ontmoeten elkaar niet meer. Geen toeval dat we alsmaar vaker onze medemens verbaasd of verdwaasd aankijken terwijl we ons afvragen: wie zijn die mensen? Zelfs als ik mijn vrouw of mijn kinderen aankijk, durft die vraag zich al eens op te dringen. Erger, als ik ’s morgens in de badkamer voel hoe de man in de spiegel me aankijkt, vraag ik me ook wel eens af: wie is die kerel?
Laten we allemaal wereldverbeteraars worden
Die kerel is een man die hoopt op beter. Dat is wat ik ons allemaal toewens. Dat we de wereld beter maken. ‘Wereldverbeteraar’ was in mijn jonge jaren net geen scheldwoord. Het was een term waarmee we de zachtgekookte eitjes benoemden die al te vroom en voorbeeldig waren. Ze waren zo vol van goeie bedoelingen dat je ze niet kon geloven. Net zoals ik niet kan geloven in de figuren waarin gelovigen geloven. Maar misschien waren zij het wel die gelijk hadden. Ik had ze niet in een hokje mogen stoppen. Iedere verandering begint met dromen, met goeie bedoelingen. Ik wil ook een wereldverbeteraar worden. En misschien moet u dat ook worden. Ja, laten we allemaal wereldverbeteraars worden.
Vrede op aarde voor iedereen. Voor minder ga ik niet. Ik wil optimisten zien, horen en geloven. Ik ga iedere optimistische spier in mijn lijf trainen, die norse blik van mijn gezicht vegen en mijn woordenschat uitbreiden met meer lieve woorden dan er in de Dikke Van Dale te vinden te zijn. Zelfs mensen die systematisch weigeren te knikken wanneer ze mijn pad kruisen, zal ik blijven begroeten. Licht en liefde ga ik verspreiden. En ik lees alleen nog boeken zoals dat van professor Koen Schoors wiens ‘Alles wordt anders… en beter’ op de achterflap vertelt dat de toekomst veelbelovend is. Meer dan ooit is optimisme een plicht. En als je dat niet gelooft, kan je van mijn part naar de maan lopen. Oeps. Ik ben nog aan het oefenen. De maan, waar het zalig toeven is. Zie je? Ik doe mijn best.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier