Kurt Vandemaele
Zalig pasen! Er is nog hoop!
Kurt keek op de week
Onze redacteur vraagt zich wekelijks af wat hij wil onthouden van de voorbije zeven dagen
Een bekend weekblad liet deze week de linker gezichtshelft van Wout Van Aert op zijn cover prijken, met onder zijn foto de titel: De Ronde van Vlaanderen nu of nooit. Een dag later ging Wout gruwelijk hard tegen het dek en schreeuwde het blad ons vanuit de rekken toe dat Wouts droom nu wel echt aan diggelen ligt.
Ik maak er hier de gewoonte van om op zoek te gaan naar de momenten die ik een plek zou willen geven in mijn geheugen. Niet dat ik daarover iets in de pap te brokken heb. Mijn geheugen doet net zoals dat van jou wat het wil. Al weet ik nu al dat de valpartij van Wout en zijn gehuil dat door merg en been en dwars door België ging een plekje krijgt in mijn memorie. Meer zelfs, Wout en zijn tranen zullen het in de jaaroverzichten in december halen van heroïsche overwinningen die zijn collega’s nu nog moeten behalen. Het zou me niet verwonderen dat de luid wenende Wout in dezelfde lade van het collectieve Vlaamse geheugen belandt waar ook de tranen van Bert Anciaux logeren naast die van Edwig Van Hooydonck. Al weende die van geluk… na zijn overwinning in De Ronde van Vlaanderen van 1989, 35 jaar geleden.
Ofwel wordt straks ons hele geheugen gewist. Hoe langer die gruwelijke, onmenselijke oorlogen blijven duren, hoe dichter ze sluipen. Iedere avond om 7 uur stemmen we even af op het journaal om de horror over ons te laten komen die mensen in Gaza en Oekraïne te verduren krijgen. Waarna we weer overgaan tot de orde van de dag. Zolang dat nog lukt. Filosoof Yuval Harari zei deze week nog dat de derde wereldoorlog misschien al begonnen is. Al ben ik mijn geloof al kwijt van de dag dat ik mijn misdienaarspij over de haag gooide, ik hoopte nog even dat paus Franciscus een verschil zou maken. Maar zaterdag gaf hij verstek voor de kruisweg wegens gezondheidsredenen. Waar is God als je hem nodig hebt? Velen hebben het zich al afgevraagd. Is God ons vergeten?
Op de vlucht voor een winterdepressie kwam ik terecht in Bordeaux
Ik ben God de voorbije dagen zelf nog gaan zoeken. In Frankrijk natuurlijk. Dat was voor binnenlandse zaken ons adviseerde om die plaatsen bij onze zuiderburen te mijden waar veel mensen samenkomen. Hadden ze het een paar dagen eerder gezegd, ik was misschien niet naar Bordeaux durven te gaan, want dat is een stad waar tegenwoordig iedereen wil zijn. Op de vlucht voor een winterdepressie kwam ik daar ook terecht.
Wat een hemelse stad. De vele zandkleurige, historische gebouwen in het centrum, de imposante lanen afgewisseld met smalle, gezellige steegjes en uitgestrekte parken en pleinen waar bij de talloze restaurants en cafeetjes eindeloze terrassen uitgestald staan. Het kan niet anders dan dat de bewoners zich constant tegoed doen aan al het lekkers dat er geserveerd wordt. Hoe verklaar je anders dat werkelijk iedereen er lijkt te joggen of te fietsen? Allemaal aan het sporten om die slanke lijn te bewaren. Of ze zijn zich volop aan het prepareren voor de Olympische Spelen in Parijs. Zullen die kunnen doorgaan? Als er nu al een verhoogd terreuralarm heerst.
Maar goed, in Bordeaux was ik even weg van de wereld. Ik geloofde er in het sprookje dat de toeristische folders me hadden voorgespiegeld. Fictie natuurlijk. Er kwam al een deukje in dat perfecte beeld toen ik zag hoe een horde politieagenten in vol ornaat met harde hand enkele dwarsliggers uit de etalages verdreef die daar in al hun onwelriekendheid nauwelijks te onderscheiden waren van de lome straathonden die hen vergezelden. Jonge mensen, vaak bekrast met slordige tattoos die uitschreeuwen wat heel hun pose zegt: fuck the system, dat ze keihard tegen het vaak meedogenloze en soms erbarmelijke systeem zijn. Toen ik even later ook nog een peloton zwaarbewapende soldaten door de straten zag paraderen wist ik het weer: ook hier kan straks de oorlog woeden. En ook hier is het systeem enigszins aan verandering toe.
‘Darwin’ is een prachtig domein dat hoop uitstraalt: alles kan anders
Maar dat neemt niet weg dat er ook hoop is. Net buiten het oude centrum van Bordeaux, wanneer je langs de idyllische Pont de Pierre de gorgelende Garonne oversteekt, liggen oude kazernes die een tiental jaar terug een nieuwe bestemming kregen. De oude legerterreinen zijn er omgedoopt tot ‘Darwin’ en alles staat er in het teken van het alternatief. Zakelijke wereldverbeteraars, geen baardachtigen en geitenwollensokkendragers, investeren in ecologische en innovatieve projecten om te tonen dat het anders kan. Je kan er producten kopen die met respect voor het milieu zijn vervaardigd, je kan er heerlijk veganistisch eten, zelfgebrouwen bier drinken, expo’s bezoeken die je aan het denken zetten en terreinen bezoeken waar tussen de kleurrijke muurschilderijen zelfvoorzienende huizen staan. Het is een prachtig domein dat hoop uitstraalt: alles kan anders. En wat vooral hoop geeft, is dat er mensen zijn die veel te veel geld hebben die beginnen te beseffen dat ze het met hun centen niet meer zullen redden. Dat er meer zal nodig zijn. En zij gaan investeren in vernieuwende ideeën. Ja, er is hoop. Dit zijn het soort mensen tot wie Rutger Bregman zich richt in ‘Morele Ambitie’, zijn nieuwste boek dat nu uit is en dat we allemaal zullen moeten lezen. Bregman wil ons aanmoedigen om van de wereld een betere plek te maken. Een geweldig idee, vind ik dat. Als we ons niet gaan engageren, zal onze hoop rap vervlogen zijn.
In Italië deed ‘C’è ancora domani’ het beter aan de kassa dan ‘Barbie’ en ‘Oppenheimer’.
Dat is ook wat de Italiaanse film ‘C’è ancora domani’ doet. Hij vertelt ons dat we moeten blijven hopen. ‘Er is altijd nog morgen’ zo zegt de titel van de prent die geschreven en geregisseerd werd door Paola Cortellesi, een vijftigjarige actrice die zelf de hoofdrol vertolkt. Haar verhaal gaat over een vrouw die in het Rome van 1946 onder de sloef van haar man ligt. Delia, het personage van Cortellesi, krijgt slaag als ze zich durft te roeren. Vrouwen moeten zwijgen als de mannen spreken. Maar Delia blijft dromen van een beter leven voor haar dochter en pleegt op haar eigen manier stil verzet. Het verhaal heeft alles om zwaar en onverteerbaar te zijn. Maar Paola Cortellesi voegt op haar eigen fijnzinnige en geestige manier humor, speelsheid en lichtvoetigheid aan het verhaal toe. Haar film pleit niet alleen voor vrouwenrechten, hij toont aan dat de vrouwelijke stem meer gehoord moet worden in film, in de kunsten, in de duisternis die naar licht snakt. In Italië deed ‘C’è ancora domani’ het beter aan de kassa dan ‘Barbie’ en ‘Oppenheimer’. Zelf ging ik met mijn 28-jarige dochter kijken. Toen we de zaal verlieten, was ze de filmposter op haar Instagram aan het zetten: ‘Wat een heerlijke film!’ schreef ze erbij. En terwijl we naar onze fietsen wandelden, zei ze: “Mochten meer mensen zulke films zien, ze zouden beseffen hoe belangrijk het is dat we straks gaan stemmen. We kunnen echt een verschil maken.” Zie je, er is nog hoop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier