Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) wil een nieuwe start nemen: “Ik wil de negatieve bladzijde omslaan en vooruit kijken”

BRUSSEL – Een positieve spiraal, dát moet voortaan door Vlaanderen waaien. Dat zegt Jan Jambon (N-VA) op de drempel van het nieuwe jaar. De minister-president wil een streep trekken achter de woelige start van zijn regering. “We zullen hard moeten werken om het vertrouwen te herstellen, maar het kán”, benadrukt een opvallend milde Jambon in dit exclusieve interview. De numero uno van Vlaanderen richt zijn pijlen ook op het nieuwe jaar en de toekomst van dit land.

 

De eerste drie maanden van zijn regering zijn woelig verlopen. Herinner u het chaotische openingsdebat over de begrotingstabellen. De nu al legendarische uitspraak ‘da gade gij nie bepale’. Het volksprotest tegen de besparingen. Zelfs vorig weekend nog, vlak voor Kerst, een stevige rel. Dat Jambon had gezegd dat asielzoekers met hun kindergeld een huis kunnen kopen, vond de linkse oppositie not done. Ook Open VLD-voorzitter en dus coalitiepartner Gwendolyn Rutten was niet te spreken over die uitspraak. “Dat hij dan met extreemrechts een minderheidsregering vormt”, sneerde ze. De minister-president blijft er rustig onder. Hij wou een principe aankaarten, zegt hij. “Asielzoekers die erkend worden, krijgen met terugwerkende kracht kinderbijslag. Dat principe gaan we afschaffen. Punt.” Opvallend wel: die maatregel is ingevoerd door zijn voorganger en partijgenoot Geert Bourgeois.

U wil met uw regering vooral het onbehagen in de samenleving wegnemen, zo zei u in uw regeerverklaring. Mag ik stellen dat dat voorlopig niet lukt?

(droog) We zijn amper drie maanden bezig. Ik heb de ambitie om zestig maanden voort te doen. Daarna wil ik gequoteerd worden, mag het? Natuurlijk worden onze besparingen niet op applaus onthaald. Dat had ik ook niet verwacht. Ik ben ervan overtuigd dat deze regering potten kan breken. We zullen hard moeten werken om het vertrouwen in de politiek te herstellen, maar het kán. Hetzelfde voor dat onbehagen, dat onmiskenbaar aanwezig is. Dat kán weggewerkt worden.

Hoe wil u dat doen?

Ik ga u misschien verrassen, maar ik wil eerst en vooral een positief verhaal vertellen. Ik wil de negatieve bladzijde omslaan en vooruit kijken. Vlaanderen is wereldtop in zoveel dingen. In China kijken ze vol verwondering naar wat wij doen op vlak van artificiële intelligentie, op vlak van farma, noem maar op. Onze tewerkstelling was nooit zo hoog. Dát discours wil ik brengen. De gemiddelde burger is zich daar niet van bewust. Veel mensen focussen op het negatieve. Ik wil een tegenwicht bieden, die balans herstellen. Vlaanderen is een mooi land om te leven.

Straks gaat u Groen achterna, en zegt u dat u vooral wil verbinden?

(feller) Natuurlijk wil ik dat. Ik ben minister-president. Met geklaag en negativisme schieten we niets op. Dat is mijn voornemen voor het nieuwe jaar. Laten we stralen in plaats van balen. (fijntjes) Dat is toch een statement, niet?

Denkt u dat woorden voldoende zijn om het onbehagen weg te werken?

Neen. Deze regering heeft een project. Verder inzetten op jobcreatie is één prioriteit. Een strenger beleid voeren inzake integratie is een tweede. Het toegangsticket wordt duurder, maar wie slaagt, zal warm opgenomen worden. Dat is het principe. Veel onbehagen komt voort uit het migratiebeleid. Dat pakken we aan.

“Asielzoekers die erkend worden, krijgen met terugwerkende kracht kinderbijslag. Dat principe gaan we afschaffen. Punt.”

De kritiek komt vooral op uw besparingsbeleid. Heeft uw voorganger dan toch geen gezonde begroting nagelaten?

Toch wel. Maar de maatschappelijke noden evolueren verder. De wachtlijsten in de zorg zijn lang. Het kleuter- en lager onderwijs zijn ondergefinancierd. We moeten meer investeren in onderzoek en ontwikkeling. De lokale besturen hebben geld nodig voor de pensioenen. Ik kan zo even verder gaan. We moeten voor die noden dus extra geld uittrekken, want dat zijn onze prioriteiten. Dus ofwel ga je dan belastingen verhogen, ofwel ga je besparen. Wij doen één verhoging, die op online gokken. Voorts kiezen we voor besparingen. In de eerste plaats op het eigen apparaat, maar ook op álle subsidielijnen. Bovendien zal een lineaire besparing van zes procent niemand kapot maken, hè.

Met wat u investeert in de zorg, zullen de wachtlijsten niet eens gehalveerd worden, hoor ik vanuit de sector.

(geprikkeld) Dat zullen we dan wel zien. Als ik die wachtlijsten helemaal wil wegwerken, moet ik nog meer besparen. Wij kiezen voor een gezonde oplossing.

Lokt u de kritiek niet zelf uit, als u zestig procent bespaart op projectsubsidies voor jonge kunstenaars? Dat is toch de pot ledigen?

Ik heb die maatregel niet graag genomen. (denkt na) Wij hebben ervoor gekozen de besparingen voor de grote kunstinstellingen te beperken tot drie procent. Het was het één of het ander. Maar die instellingen hebben wel de opdracht om meer podium te geven aan jonge kunstenaars. Ze doen dat vandaag te weinig. Wij gaan daarop inspecteren. Bovendien hoop ik later deze legislatuur nieuwe ruimte te creëren, wat dan prioritair naar de projectsubsidies zal gaan.

Zelfde vraag voor de besparing op zelfmoordpreventie en het expertisecentrum kindermishandeling. Dat gaat over enkele duizenden euro’s. Die maken geen wezenlijk verschil voor uw begroting, maar wél voor die organisaties.

(kort) Dat is toch toegelicht door de vakminister en zelfs gecorrigeerd, dacht ik? (doelt op Wouter Beke, CD&V, red) Elke minister is bevoegd voor zijn boetiek. Ik ben iemand die graag autonomie en vertrouwen geeft.

U bent bevoegd voor Cultuur. Wou u dat zelf?

Jawel. Cultuur komt zo voor het eerst onder de minister-president. Dat toont het belang van dit departement aan voor mij. Dat is één reden. Een tweede is dat ik zelf een grote liefhebber ben. En ten derde wou ik dit graag combineren met mijn andere bevoegdheid, Buitenlandse Zaken. Ik zie daar opportuniteiten in. Cultuur kan diplomatieke deuren openen. Als wij in Wenen een tentoonstelling opzetten over Bruegel, dan komt heel politiek Oostenrijk daar over de vloer.

“Veel kiezers geloven graag al die grote beloften van Vlaams Belang. Daarom zouden die wel eens getoetst mogen worden aan de realiteit.”

Over die Vlaamse Meesters gesproken: de restauratie van Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck heeft de Vlaamse regering al miljoenen gekost. Is dat verantwoord?

Jawel, omdat dat paneel zó uniek is. U kan het binnenkort bewonderen in de Sint-Baafskathedraal in Gent. Er zijn nu twee renovatiefasen voorbij. Maar ook voor de derde en laatste fase zal geld nodig zijn. (denkt na) Uw vraag is pertinent. Je zou zelfs pijnlijke vergelijkingen kunnen maken met de wachtlijsten. Maar tóch meen ik dat ook cultuur ondersteund moet worden. Een rijk verleden moet gekoesterd worden.

Hebt u nog tijd om cultuur te beleven?

Veel te weinig. Maar het helpt wel om Cultuurminister te zijn. Ik mag al eens vaker een voorstelling bijwonen.

Daarom wou u Cultuur.

(lacht) Dat is mooi meegenomen.

Is het ook uw opdracht om vanuit deze stoel het communautaire debat meer schwung te geven?

Kan dat vanuit deze stoel? Ik weet dat niet. Wat nu gebeurt op federaal vlak, dát geeft het communautaire debat meer schwung. Dat zorgt ook voor meer draagvlak voor confederalisme. Ik voel dat elke dag aan den lijve. Meer en meer mensen zien dat dit land onbestuurbaar is geworden. Maar de Vlaamse regering moet vooral tonen dat ze goed beleid kan voeren.

“Vlaamse hardliner gaat regering leiden”, kopten de kranten toen u aantrad. Is dat zo?

Als een hardliner iemand is met een vaste overtuiging voor meer Vlaamse autonomie, dan klopt dat, ja.

U wil toch een onafhankelijk Vlaanderen?

Dat klopt. Dat wil mijn partij ook. Alleen is daar op dit moment te weinig draagvlak voor, vréés ik.

“De grote kunstinstellingen moeten meer podium geven aan jonge kunstenaars. We gaan daarop inspecteren.”

Vanwaar komt die Vlaamse gevoeligheid?

Dat komt van mijn grootvader. Een traditioneel verhaal. Die man heeft gevochten in de loopgraven aan de IJzer. Hij keerde als een flamingant terug naar Limburg. Op latere leeftijd is hij bij mijn ouders ingetrokken. Ik was toen een jaar of vijftien. Het blad van de Volksunie zat in onze brievenbus. Ik begon dat te lezen. Dat sprak me wel aan. Zo is dat begonnen. Later heb ik geleerd dat onafhankelijkheid ook om sociaaleconomische redenen verstandig zou zijn.

Waarom wou u vijftien jaar geleden de politiek in? U was een succesvol zakenman.

Omdat ik goed zot ben. (lacht) Neen, het communautaire was mijn échte drijfveer. Ik wou dit land veranderen. Toen de N-VA nog in een nationaal kartel zat met CD&V, is de toenmalige CD&V-burgemeester van Brasschaat naar mij gekomen met de vraag om samen iets te starten. Daarna ben ik naar Bart De Wever gegaan. Ik kende hem al vele jaren van bij de Vlaamse Volksbeweging. Ik wou graag de politiek in, maar op voorwaarde dat ik ook nationaal iets kon betekenen. Bart was meteen enthousiast.

Tegelijk verschijnen berichten dat u de Vlaams Blok-afdeling van Brasschaat zou opgestart hebben.

(zucht) Ik heb dat al duizend keren ontkend. Dat staat inderdaad op Wikipedia. Mijn woordvoerder liet dat al eens verwijderen, maar dat komt telkens terug. De nationale afdeling van VB kwam destijds wel voor zowat elke verkiezing op mijn deur kloppen. Ik heb altijd neen gezegd.

Maar nu zou u wel een coalitie overwegen met Vlaams Belang?

Die vraag stelt zich nu niet. We hebben een sterke regering zonder VB. Ik heb wel altijd gezegd dat ik het onverstandig vind om VB bij voorbaat uit te sluiten voor onderhandelingen. Wij doen die partij áltijd een ongelooflijk cadeau. VB wint verkiezingen, maar hoeft nul verantwoordelijkheid op te nemen. Zij hoeft nooit te bewijzen dat haar programma de toets met de realiteit kan doorstaan. Daarom kan ik mij inbeelden om hen op te nemen in een regering, zeker als een derde partij nodig is. Dat zou maken dat hun inbreng sowieso onschadelijk is. Maar dan zouden al die kiezers wel inzien dat die partij toch niet de grote toverformules bezit.

U zei enkele jaren geleden in deze krant dat een coalitie met VB voor u geen optie is.

Maar dat was toen een kleine partij. We riskeren vandaag om VB nóg groter te maken in 2024. Veel kiezers geloven graag al die grote beloften. Daarom zouden die wel eens getoetst mogen worden aan de realiteit. Maar dat is nu dus niet aan de orde.

“Wie deze stiel wil doen, moet familiaal een tol betalen. Ik kan niet alles zélf bepalen.”

Iets anders. Wat wordt volgens u dé uitdaging van 2020?

(denkt na) Vanuit Vlaams oogpunt: de Brexit. Er zou tegen eind dit jaar een akkoord moeten zijn over de toekomstige relaties tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Als dat niet lukt, een no deal dus, dan zou dat Vlaanderen 28.000 banen kosten. Als de deal die nu op tafel ligt, dus geen douane-unie, goedgekeurd wordt, dan zou dat 15.000 banen kosten. Ik hoop op een akkoord zoals met Noorwegen. Dat is het ideale model voor mij.

Wat betekent dat?

Dat betekent één vrijhandelszone, één douane-unie, enzovoort. Dat zou het banenverlies tot een marginaal aantal beperken. Ik pleit er ook voor om de informatie-uitwisseling intact te houden. De Britten hebben uitstekende inlichtingendiensten. We mogen die niet verliezen.

Krijgen we in dit land nieuwe verkiezingen, denkt u?

Dat kan ik niet inschatten. Dat zou alleszins niets oplossen. Níets. De extremen zouden alleen maar groter worden. En wat dan? (op dreef) Er is een oplossing, hè. Laten we dat niet vergeten. Het confederale model is dé oplossing voor de onbestuurbaarheid. Dat kan nu ingevoerd worden. Dat hoeft niet met nieuwe verkiezingen. Dat vraagt alleen politieke wil en staatsmanschap.

Paarsgroen, al dan met CD&V, is een andere oplossing.

Ik ben me daarvan bewust, ja.

Zou dat impact hebben op uw regering?

Dat denk ik wel. Dan ga ik mijn vicepremiers eens diep in de ogen moeten kijken.

Kan u dan verder met deze regering?

Ik ga daar nu geen antwoord op geven. (even stil) Dat wordt sowieso niet makkelijk. Het zou veel makkelijker zijn mochten de Vlaamse coalitiepartners ook federaal aan één zeel trekken.

Het wordt ook voor u een speciaal jaar met een eerste viergeslacht in maart.

(knikt) Dat is heel bijzonder voor mij én voor mijn vader. Het is voor hem ook heel emotioneel. De naam wordt verder gezet. De oude man van 88 is fier, hoor.

U hebt al drie kleinkinderen. Kan u hen soms van school halen zoals andere opa’s?

De oudste gaat al naar school. Ik denk twee keer, zeker? Veel te weinig dus. (stil) Wie deze stiel wil doen, moet familiaal een tol betalen. Dat weet ik intussen.

Je moet dus toch goed zot zijn.

Voor een stuk, ja. Ik kan niet alles zélf bepalen. (knipoogt)

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier