Kaat Bollen: “Ik stel vast dat we niet beter worden in seks”
Als om te beklemtonen dat ze geen grijze muis is, heeft seksuologe Kaat Bollen weelderig alle kleuren van het schilders-palet uitgestrooid over het interieur van het statige herenhuis waar ze met haar gezinnetje woont. Ze geeft nu eenmaal graag de ogen de kost. En ze houdt van expliciet. Een attitude die haar enkele jaren terug nog in aanvaring bracht met de tuchtraad van de Psychologencommissie, waarna ze prompt haar titel van psycholoog weer indiende. Ze heeft immers nog genoeg rollen te spelen.
Zo is ze onder meer echtgenote en mama. Haar tweeling is intussen zes. Nog net jong genoeg om te geloven dat de vakantie eeuwig blijft duren. Een gevoel dat moeders van jonge kinderen maar al te goed kennen. Voor hen duurt de vakantie soms eindeloos lang. Maar Kaat Bollen tracht er het beste van te maken. “Toen ik nog een kind was, gingen we met mijn ouders altijd kamperen in Frankrijk op een camping waar we nu weer met onze kindjes naartoe gaan, La Sousta, bij de Pont du Gard, een indrukwekkend bouwwerk over de rivier de Gardon, niet ver van Avignon. Sinds een jaar of drie gaan we daar terug, samen met mijn zus en haar gezin en mijn ouders. En zo kunnen we ‘de last’ van de kinderen, als ik dat luidop mag zeggen, een beetje verdelen.”
Ieder jaar dezelfde bestemming? Ook niet echt avontuurlijk.
“Ik trek er in de loop van het jaar steevast eens op uit zonder de kinderen en dan mag dat best ver zijn. Maar de grote vakantie is er voor de kinderen. Naast het verblijf in La Sousta staat er ook altijd een week of tien dagen in de Beekse Bergen gepland met de camper van mijn ouders. Omdat ik denk: als de kinderen een goeie vakantie hebben, dan de ouders ook. We hoeven daarom niet ver te lopen. Het is gewoon kwestie van eens weg te zijn. Thuis denk ik dat ik toch bezig zou blijven. Ook omdat ik een praktijk aan huis heb.”
Maar je gaat dus ook nog zonder kinderen op reis?
“Ja, ik ben wel zo’n moeder die niet alleen voor haar kinderen kan leven. Ik vind het ook heel belangrijk om nog Kaat te blijven. Dus ik ga ook soms alleen op reis, of met mijn zusje of met een goeie vriendin. Voor ik kinderen had, ging ik altijd heel ver weg: Tanzania, Bali, Thailand, … vooral Azië trok me aan. Ik ben enkele maanden geleden met mijn zusje een week naar Curaçao geweest. Wat zalig was. Ik zie mijn kinderen echt doodgraag, maar zo even geen mama moeten zijn, dat vind ik echt zalig. Dat helpt mij om de rest van het jaar een betere moeder te zijn.”
Is jouw zus jouw favoriete vakantiepartner? Of eerder jouw man?
“Ik denk dat ik dan toch eerder mijn zus zou kiezen. Ik hou ook wel heel veel van mijn man, maar ik ken mijn zus al heel haar leven. Ik hoef me voor haar op geen enkele manier in te houden of te gedragen. Terwijl mijn man en ik toch ook een romantische en een seksuele relatie hebben. Dan doe je toch iets meer je best om je wat aan te passen en om niet al je kleine kantjes te tonen. Bij mijn zus voel ik me niet schuldig als ik een boek lig te lezen. Terwijl ik bij mijn man eerder zal denken: nu hebben we quality time, nu zorgt er iemand voor onze kinderen, nu moet ik wel lovey dovey, mijn schattigste zelf, zijn.”
Ik zie mijn kinderen doodgraag, maar even geen mama moeten zijn, dat vind ik echt zalig
Vakantie is een tijd dat velen het brein wat meer laten rusten. Ga je dan vanzelf meer focussen op het lijf?
“Je wordt meer geconfronteerd met je lijf. Zeker als je een bikini of een badpak aan hebt. Ik ben recent vijftien kilo afgevallen en ik zit wel beter in mijn lijf dan daarvoor. Toen ik met mijn zusje in Curaçao was, heb ik voor het eerst sinds lang een bikini gedragen en dat was wel oké. Ik heb nog altijd geen perfect lijf, uiteraard niet. Ik heb een tweeling gehad, mijn lijf heeft daarvan afgezien, ik was echt een buik op pootjes. Je ziet aan mijn buik dat daar een tweeling heeft ingezeten. Dat vind ik niet erg. Mijn lijf heeft ook een topprestatie geleverd. Mijn kindjes hebben zelfs niet in de couveuse gemoeten. Ze waren meteen goed afgebakken. Dus dat zijn wel dingen waar ik me niet zo aan stoor.”
Waarom moest je dan vermageren?
“Ik ben een heel lijfelijke mama, ik knuffel mijn kinderen graag en vaak. Daarvoor moet je ze natuurlijk optillen. Maar toen ze op een gegeven moment tien of vijftien kilo wogen, begon ik echt zware lichamelijke klachten te krijgen. Via de huisarts kwam ik bij een kinesist terecht en die zei: ofwel moet je stoppen met je kinderen op te tillen, ofwel moet je je spieren verstevigen. Ik heb in het verleden duizend-en-een sporten gedaan, maar ik hield het nooit lang vol. Maar voor mijn kindjes lukte het wel. Ik begon met één training per week, maar mijn trainer zei al snel: Kaat, als je spieren wil opbouwen, moet je minstens drie keer per week trainen. Ik ga ook wandelen. Ik zet intussen 15.000 stappen per dag. Mijn wekker gaat af om tien over zes en tegen half zeven ben ik al de deur uit. Da’s even me-time. Ik zie mijn kinderen doodgraag, maar ik vind een tweeling hebben toch ook wel heel pittig. Soms moet ik er letterlijk even kunnen uitstappen. De ene keer zie je een eekhoorntje, dan weer een hertje, echt zalig. Die momenten helpen me ook om het drukke leven vol te houden. Tegen dat ik thuiskom, heeft mijn man de kinderen klaargemaakt en pak ik de bolderkar en wandel met hen naar school.”
Hechtel is ook een vakantieoord, veel jeugdbewegingen komen hier op kamp. Je lijkt gehecht aan Hechtel, je geraakt hier niet weg.
“Nee. En ik wil hier ook niet weg. We hebben een prachtig bos vlakbij, duinen ook en we hebben een mooie tuin. Ik ben van Eksel, deelgemeente van Hechtel. Mijn man is een Nederlander en had al een huis in Nederland gekocht. Maar mijn diploma’s werden daar niet gehomologeerd, dus hebben we dan uiteindelijk gezegd: we gaan naar België. Het grappige is dat ik nu in België ook mijn diploma’s niet mag gebruiken. Maar dat konden we natuurlijk op voorhand niet weten. Maar goed dat ik dicht bij mijn ouders, familie en vrienden woon. Want intussen weet ik: it takes a village to raise a child. Je hebt gewoon je netwerk nodig.”
Na je aanvaring met de Psychologencommissie heb je zelf je erkenning ingeleverd en ben je dus wettelijk geen psychologe meer. Je noemt jezelf nu oplossingsgericht therapeut en seksuologe. Doe je nu hetzelfde als wat je vroeger deed?
“Natuurlijk. Ik heb ook een vierjarige therapieopleiding gedaan, daardoor dat ik mijn therapiediploma heb. Maar ik doe nu juist hetzelfde als daarvoor. Het heeft alleen een andere naam. Het jammere voor mijn mensen – ik spreek eigenlijk nooit over mijn ‘cliënten’, maar over mijn ‘mensen’ – is dat ze minder terugbetaald krijgen. Want een therapeut wordt minder of helemaal niet terugbetaald. Ik had toen net mijn eigen praktijk opgestart, wat toch wel een investering is. Het eerste moment heb ik hier vaak zitten wenen. Maar op lange termijn is het toch niet slecht uitgedraaid. Ik ben hele dagen volgeboekt.”
Seksuologe was je al en ben je nog altijd. Mogen we ervan uitgaan dat de zomer het seizoen is waar we seksueel het meest actief zijn?
“Ja, je wordt meer geprikkeld door mensen die minder kleren aan hebben. Je ziet meer, je bent meer lijfelijk bezig. Op vakantie heb je meer tijd voor elkaar, minder stress en stress is de grootste mood killer (stemmingsbederver, red.).”
Iedereen met een rare kronkel kan bij mij terecht
Is de zomer dan ook jouw drukste periode?
“Nee, dat is januari. Dan heb je net de kerstvakantie gehad en komen sommige koppels weer tot de vaststelling dat ze de hele vakantie geen seks hebben gehad, anderen maken goeie voornemens en bij nog anderen is het tijdens het kerstdiner bij de schoonfamilie weer ontploft. Aangezien het seksuele en het relationele elkaar altijd overlappen, zie ik meestal een bom aanmeldingen in januari.”
Of het klopt weet ik niet, maar ik vond online een studie waaruit bleek dat de meeste kinderen verrassend genoeg niet in de zomer maar in oktober en november worden verwekt.
“Tegenwoordig kan je plannen wanneer je je kind krijgt en als je graag een zomerkind wilt, dan probeer je dat in oktober of november te verwekken. Dus ik denk dat dat niet per se iets over de seksfrequentie wil zeggen, maar wel over het feit dat we ook onze kinderwens zo kneden tot hij in onze drukke leventjes past. Vermoed ik.”
Bij wie als vrijgezel kan rondfladderen, ziet het seksleven er heel anders uit dan wanneer je een getrouwde moeder bent. Je privéleven kleurt wellicht ook wie je bent als seksuologe.
“Ik heb het allemaal meegemaakt. Daardoor ben ik ook zo open van geest. Iedereen met een rare kronkel kan bij mij terecht. Vaak zijn dat ook mensen die door andere therapeuten zouden veroordeeld worden, wat helaas nog heel vaak gebeurt. Ik vind alles goed, zolang het maar met instemming gebeurt. Whatever floats your boat, wat je ook blij maakt, geniet ervan. Zo leer ik soms ook voorkeuren kennen waar ik nog nooit van had gehoord: (met hoog stemmetje) Dat bestaat ook? Boeiend! En wat vind je dan opwindend? Ik zeg het, ik sta voor alles open. In mijn studie psychologie zeiden ze altijd: je hoeft iets niet meegemaakt te hebben om het te kunnen begrijpen. Zolang je maar genoeg empathie hebt. En ik denk dat dat voor heel veel dingen wel opgaat, maar kinderen hebben, had ik me echt wel heel anders voorgesteld. Die dualiteit die daarin zit, ze graag zien, maar ze toch ook soms verwensen. Zo dat gedeelte, wat ik denk dat veel ouders wel hebben, dat had ik me nooit zo kunnen voorstellen. En ook die moeilijke uitdaging om jezelf als vrouw terug te vinden na het moederschap, zeker na een tweelingmoederschap. Dat zijn dingen die ik me niet had kunnen voorstellen. Dus ik denk wel dat ik op dat vlak een meer begripvolle of betere therapeut ben omdat ik dat nu wel aan de lijve heb ervaren.”
Er zijn ondertussen heel veel seksuologen. Maar vooral vrouwen. Wat betekent dat? Dat vrouwen meer bezig zijn met seks?
“Nee, ik denk dat het een algemene trend is dat de kennis aan het vervrouwelijken is. Aan de universiteiten zien we overal meer vrouwen dan mannen. Bij psychologie zitten veel meer vrouwen, bij seksuologie ook. Dat geeft vooral aan dat vrouwen meer academisch aan het worden zijn. Maar ik denk dat we niet per se meer met seks bezig zijn. Ik werk sowieso het liefst met koppels, omdat ik ervan uitga dat een seksueel probleem meestal een relationeel probleem is. Meestal heb je seks met twee.”
Er bestaat ook zoiets als groepsseks. Heb je ook groepen in therapie?
“Dat nog niet. Maar ik heb wel regelmatig mensen met drie gezien. Die dan een open relatie hadden. Maar groepen zijn ook welkom (lacht).”
Bussen.
“Voilà, breng ze maar naar Hechtel.”
De wereld is de laatste jaren snel aan het evolueren. Zie je de maatschappelijke veranderingen ook in je klantenbestand? Ontwaar je daar trends in?
“Jaja, ik zie bijvoorbeeld mensen die tot latere leeftijd maagd blijven en die daar zowat tegen aanlopen, want dat is nog een groot taboe. Zeker voor dertigers of veertigers die nog nooit seks gehad hebben en zich daardoor abnormaal voelen. Ik zie ook heel veel singles die het daten moe zijn. Hun zelfbeeld is zeer laag, ze voelen zich precies consumptiewaar. Ze gaan ervan uit dat de maatschappij van hen verwacht dat ze gaan samenwonen. Een huis kopen in je eentje, met de huidige prijzen, is ook bijna niet te doen. Dus de maatschappij is nog fel gericht op het ‘in-koppel-zijn’. De nieuw samengestelde gezinnen blijven ook voor heel grote uitdagingen staan en meer en meer zie ik ook polyamoreuze koppels die dus een open relatie hebben. Ik stel ook vast dat we niet beter worden in seks. We hebben veel stress, veel aan ons hoofd, we zitten veel op onze smartphone, we hebben nog maar weinig echt contact met onze partners. Er is werk aan de winkel.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier