Actie in vijf provinciehoofdsteden tegen nieuw vervoersplan van De Lijn: “Minder mobiele reizigers raken sociaal geïsoleerd”
In de vijf provinciehoofdsteden is gisteren actie gevoerd tegen het nieuwe vervoersplan van De Lijn. De focus ligt daarbij op basisbereikbaarheid: drukke lijnen krijgen meer trams en bussen, wijken en landelijke gebieden minder. Er zijn in heel Vlaanderen ook 3.200 haltes geschrapt. Volgens de Verenigde Supporters Openbaar Vervoer dreigt nog meer vervoersarmoede.
Het is iets na elf uur wanneer we gisterenochtend aankomen in het Sint-Pietersstation in Gent. Aan de ingang is muziek te horen. Dichtbij het busstation wordt een groep actievoerders toegesproken. Rood en groen, jong en oud: opvallend veel mensen zijn op straat gekomen om het nieuwe basisbereikbaarheidsplan aan te klagen. Overal gaan kartonnen bordjes de lucht in van kwade burgers van wie bushaltes verdwijnen of van mensen die simpelweg bezorgd zijn om de toekomst van het openbaar vervoer in Vlaanderen. “We zijn stilaan naar een privatisering aan het evolueren”, reageert Gents gemeenteraadslid en PVDA-fractievoorzitter Tom De Meester, die ook van de partij is op de manifestatie. “De huidige hervorming is een kaalslag op ons openbaar vervoer. Wat we nodig hebben, is een betere financiering van De Lijn, geen nodeloze hervormingen die de burger meer kwaad dan goed doen.”
Met het nieuwe mobiliteitsplan wil Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) naar eigen zeggen het openbaar vervoer beter afstemmen op het fiets- en wegennetwerk, onder andere door 3.200haltes over heel Vlaanderen te schrappen en door bus- en tramlijnen aan te passen. Het motto vanuit de overheid is om een meer vraaggestuurd aanbod te ontwikkelen: meer bussen op de grote lijnen, minder bussen of flexvervoer op minder drukke lijnen. Gisteren is die hervorming bijna volledig voltooid. Een half jaar eerder, in juli 2023, werden de eerste veranderingen doorgevoerd in bepaalde steden. Zo werd het stadsnet in Brugge volledig hervormd en werd in Antwerpen de frequentie van de sneldiensten over de A12 verdubbeld.
Vijf voor twaalf
De Verenigde Supporters Openbaar Vervoer (VSOV) hebben felle kritiek op de uitrol van de tweede fase van het basisbereikbaarheidsplan. “Het is vijf voor twaalf”, zegt VSOV-woordvoerder Chris Van Dijck over de protestactie. “Onder diezelfde slogan zijn we vandaag aanwezig in alle provinciehoofdsteden om aandacht te vragen voor ons openbaar vervoer. Waarom? Omdat we er met deze grote hervorming nog veel slechter voor staan dan vroeger. Ik sluit niet uit dat we op termijn nauwelijks nog openbaar vervoer zullen hebben.”
Bovendien beargumenteert de woordvoerder dat het nieuwe mobiliteitsplan meer vervoersarmoede zal voortbrengen. “Niet alleen zullen veel oudere mensen uit de boot vallen door het nieuwe systeem, ook minder mobiele reizigers zullen meer sociaal geïsoleerd raken in hun wijk of deelgemeente doordat er geen halte meer is in de buurt. Als je bovendien langer weg bent met de bus dan met de auto, dan is de keuze voor de meeste mensen snel gemaakt. Gevolg? Nog meer fileleed en een nefaste impact op het milieu.”
Christien Jacobs: “Ik weet niet hoe ik naar mijn broer moet”
“Het is een echte ramp”, beklaagt Christien Jacobs zich over de mobiliteitshervorming. Ze woont in de Gentse deelgemeente Sint-Amandsberg, waar ze vroeger zonder problemen een bus kon nemen naar haar broer in de Rabotbuurt of naar de dokter. Alle dichtstbijzijnde bushaltes worden vervangen of geschrapt, waardoor ze met de handen in het haar zit. “Ik weet niet hoe ik in de toekomst nog snel naar het stadscentrum kan gaan of mijn broer zal kunnen bezoeken.”
Ook andere burgers zijn niet mals voor de ambitieuze hervorming. Mathieu Van Lancker, Groen-gemeenteraadslid in Melle, is samen met zijn twee jonge dochters aanwezig op de manifestatie. “Hun oma kan sinds dit weekend niet meer genieten van de dienstverlening die ze normaal gewoon is. Ze woont in een oude woonwijk in Melle, waar haar oorspronkelijke buslijn vervangen is door een andere die enkel tijdens de schoolspits rijdt. Dat is niet voldoende voor haar en heel wat andere mensen. Om ergens te geraken, zijn de meeste van de buurtbewoners afhankelijk van de bus. Zijzelf zal nu een alternatief moeten vinden om nog naar haar tekenles te kunnen gaan, al zal dat niet gemakkelijk worden”, zegt het gemeenteraadslid.
Luisteren naar kritiek
Mobiliteitsminister Lydia Peeters houdt voet bij stuk over de hervormingen. “De vervoersplannen zijn uitgewerkt volgens de principes van basisbereikbaarheid. Dat maakt inderdaad dat we bepaalde lijnen hebben rechtgetrokken en niet meer door elke wijk kronkelen zoals vroeger. De bussen blijven eerder op de hoofdwegen naast die wijken, waar ze sneller en frequenter kunnen rijden”, laat de minister weten. “Betekent dat dan dat er in die wijken geen openbaar vervoer meer is, en we dus blinde vlekken creëren? Neen, in die wijken of in meer landelijke gebieden blijft er in de meeste gevallen een halte op wandelafstand.”
Monique Braeckman en Marthe Bastien: “De auto nemen is de enige optie”
Moeder en dochter Monique en Marthe zijn speciaal naar Gent afgezakt om hun stem te laten horen over de hervorming van het openbaar vervoer. Ze wonen in het kleine Oost-Vlaamse dorp Ursel, waar vroeger een bushalte redelijk dicht bij huis was. “Met de hervorming zal er tijdens de week nog maar twee keer per dag een bus passeren. Tijdens het weekend is er zelfs helemaal geen bus meer”, zegt Monique. Een ramp voor haar twee dochters, waarvan eentje nu al naar de universiteit gaat in Gent. “Om op tijd op school of de unief te geraken, zouden ze nu aan een bushalte moeten wachten acht kilometer verderop.” Het enige alternatief is dat beide meisjes op kot gaan of met de auto naar Gent rijden. Omdat twee koten onbetaalbaar zouden zijn, is de auto nemen de enige optie. “Ik nam veel liever de bus”, zegt Marthe. “Het is triest dat het zover is moeten komen.”
De minister is naar eigen zeggen bereid om te luisteren naar kritiek van de burgers. “We begrijpen dat verandering geen evidentie is, en dat er vragen ontstaan bij dergelijke vernieuwing. Daarom gebeurt er een nauwe monitoring en evaluatie, waarna indien nodig bijsturingen kunnen gebeuren.” Iets wat ook Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn, bevestigt. “We monitoren continu wat er gebeurt, om samen met de vervoerregio eventueel bepaalde aanpassingen te doen. Als aansluitingen bijvoorbeeld niet haalbaar zijn, of als kinderen in bepaalde scholen te laat komen, proberen we zo snel mogelijk bij te sturen. Waar heel veel nood is aan een bijkomende halte, proberen we die vlug te voorzien. Dat betekent niet dat het nieuwe plan niet doordacht is. Mobiliteit is iets dynamisch, plannen zijn nooit definitief. Dit is een startbasis om op verder te werken”, aldus Schoubs, die benadrukt dat dit geen plan is van De Lijn alleen. “Dit is doorgesproken en goedgekeurd in de vervoerregio’s met de steden en gemeenten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier