(foto Christophe De Muynck)

Topwetenschapster Angelique Van Ombergen over haar zomerse gelukjes: “Zalig om eens echt tijd te hebben voor mijn gezin”

Angelique Van Ombergen was nog een twintiger toen ze als wetenschapscoördinator al een toppositie bekleedde bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Het gerenommeerde Amerikaanse zakenblad Forbes zette haar in een lijst van 30 jonge wetenschappers die de wereld maar beter in de gaten kon houden. Intussen is ze bij ESA opgeklommen tot Team Lead for Human Exploration Science. Het was de voorbije week haar eerste werkweek na vijf weken vakantie.

Op haar eerste werkdag zat haar agenda meteen propvol, maar ze kwam haar afspraak na en loodste ons mee doorheen het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in het Nederlandse Noordwijk, het technisch hart van ESA, naar een van de coffee corners aldaar. Tijd maken, zelfs als je er geen hebt, ook dat lukt haar.

Uw vakantie zit erop.

“Ja, vandaag weer aan het werk na bijna vijf weken vakantie. Ik ben heel gelukkig dat ik vijf weken vrijaf heb kunnen nemen, maar het is even wennen om er nu weer in te komen.”

Wat is uw functie hier precies?

“Ik ben verantwoordelijk voor de human exploration science, dus alle wetenschappelijke onderzoeken en studies die we doen om mensen langer en verder in de ruimte te kunnen sturen. Dat gaat van microbiologie naar celbiologie, naar studies over hart, botten, spieren, … We werken natuurlijk met een team, ik doe dat niet alleen. We werken samen met veel wetenschapsteams in Europa. Een heel uitdagende en ook heel diverse job, elke dag ziet er anders uit. Ik kom met heel veel mensen in contact, wat ook wel echt fijn is. Er zit een heel sociale kant aan de job vast. Volledig mijn ding.”

U hebt al vaker uw stem laten horen als het over vrouwen en wetenschap gaat. Ziet u het nog altijd als één van uw taken om meisjes aan te moedigen om voor wetenschap te kiezen?

“Ja, zeker wel. Er kiezen dan wel meer meisjes voor de STEM-richtingen, je ziet nog altijd veel te weinig vrouwen in technische jobs of in leiderschapsposities. Als ik kijk naar mijn managementteam, mijn bazen, daar zit geen enkele vrouw in, dat zijn allemaal mannen. Daar zou gerust een vrouw bij mogen zitten. Ik denk dat het belangrijk is om daar aandacht voor te hebben. We moeten daar niet te stil over zijn. We moeten niet zeggen: het is aan het evolueren, het is goed. Nee, er is nog werk aan. Vooral voor jongere meisjes is het belangrijk om bepaalde voorbeelden te hebben. Dat ze zich kunnen herkennen in vrouwen die zich laten zien en horen, vrouwen die belangrijke posities bekleden. Niet alle meisjes moeten dat ambiëren, maar als ze het wel ambiëren, moeten ze wel weten dat het kan.”

Zelf had u nooit een tekort aan ambitie.

“Nee, maar de drang om de hele tijd het haantje-de-voorste te zijn, is met ouder worden wel wat verminderd. Als het zo verdergaat, zal ik op mijn oude dag heel relaxed zijn. Ik heb de ambitie gewoon wat losgelaten. Mensen zeggen weleens: je bent heel ambitieus, maar dan denk ik: amai, ik ben niet eens de helft zo ambitieus als ik vijf jaar geleden was. Als je me nu ambitieus vindt, dan weet je niet wie ik vijf jaar geleden was. Iedereen die hier werkt, is natuurlijk wel wat ambitieus. Je gaat niet naar een ander land verhuizen en je gezin meeverhuizen als je niet ambitieus bent voor je job.”

U zit hier nu vijfenhalf jaar. Is er veel veranderd in die tijd?

“Ja, deze sector verandert sowieso heel snel. Er zijn nu ook veel commerciële spelers: SpaceX, Blue Origin, noem maar op. Dus dat verandert ook een beetje de manier waarop we zakendoen. ESA is nog wel best een log systeem, terwijl die commerciële spelers veel sneller gaan. Dat vraagt van ons een zekere aanpassing, we leren flexibeler omgaan met de dingen. Op zich is dat een positieve evolutie.”

Moeten we die techmiljardairs en hun bedrijven toch niet wat afremmen?

“Het is dubbel. Een bedrijf als SpaceX bijvoorbeeld maakt de toegang tot de ruimte veel goedkoper en democratischer. Er zijn nu raketten die kunnen hergebruikt worden, wat een grote impact heeft op de kost, maar ook naar duurzaamheid toe een grote rol speelt. Anderzijds heb ik op ethisch vlak nogal wat bedenkingen bij een fenomeen als het ruimtetoerisme. Dan komen we op het terrein van de ruimtewetgeving, die nu volop aan het groeien is. Hoe mogen we de ruimte gebruiken? Wat mag er en wat mag niet? Het is niet zo zwart-wit en niet evident om de regels te bepalen.”

(foto Christophe De Muynck)

“Als je me nu ambitieus vindt, dan weet je niet wie ik vijf jaar geleden was”

Van ruimtereizen naar reizen op aarde. Dat doet u vaak voor het werk. Ik kan me inbeelden dat u tijdens de vakantie liever zou thuisblijven.

“Nee, ik ben gewend om veel onderweg te zijn en daar hou ik ook van. We zijn drie weken naar Frankrijk geweest, maar wel op zes verschillende plekken. Ik zou dat ook niet anders kunnen, denk ik. Als ik vijf dagen op eenzelfde plaats vertoef, heb ik het gevoel dat ik het gezien heb. Dat is de cadans van mijn leven. Ik ben twee dagen hier, twee dagen daar, dan kom ik thuis in België en gaat het weer naar ons huis in Nederland. Ik ben het al lang zo gewend.”

Angelique Van Ombergen

Geboren in Beveren in 1989

Team Lead for Human Exploration Science bij ESA

Master in de logopedische en audiologische wetenschappen UGent (2013)

Behaalde in 2017 een doctoraat in de medische wetenschappen aan UAntwerpen

Ze schreef drie non-fictie kinderboeken over wetenschappen die werden vertaald in het Duits, Pools, Italiaans, Koreaans, Japans, Chinees en Russisch

Getrouwd met Femke, met wie ze twee kinderen heeft: Rover (5) en Donna (2). Het gezin woont afwisselend in het Belgische Beveren en het Nederlandse Noordwijk

Kost het u moeite om tijdens de vakantie fulltime mama te zijn?

“O nee, het is zalig om eens echt tijd te hebben voor het gezin en de kinderen. De vakantie had voor mijn part nog langer mogen duren. Maar aan alle mooie liedjes komt een eind. (lacht) Het is niet dat ik geen tijd heb voor de kinderen of het gezin als ik werk, maar ik ben sowieso veel weg. En dan komt natuurlijk ook veel meer van de lasten en de zorgen op de schouders van mijn vrouw terecht. Dus ook voor haar is het leuk dat ik er eens fulltime en voor langere tijd ben. Ik zei het net nog tegen mijn baas: ik doe mijn job keigraag, echt supergraag, maar ik heb mijn leven buiten mijn job ook wel heel graag. Als je zo eens vijf weken tijd hebt, dan besef je dat wel.”

De zomer staat voor vakantie en reizen. En wat nog meer?

“Lange dagen en veel buiten zijn. Buiten kunnen eten, buiten je koffie kunnen drinken, op blote voeten lopen, … Ik zie dat ook bij de kinderen. Zodra ze wakker zijn, gaan ze de tuin in. Hier in Nederland wonen we heel dicht bij het strand. Dat is echt machtig. ’s Morgens is het vaak al meteen van: kom, we gaan even naar het strand. Soms is dat maar voor een uurtje. Eventjes op het strand, wat schelpjes rapen, … Mijn zoon is zot van beestjes. En komen de vragen: hoe zwemmen kwallen? Hebben kwallen ogen? Waarom ligt er zand op het strand? Soms denk ik: je bent vijf jaar, speel gewoon wat, doe je ding. Maar ik vrees dat het in hem zit. (lacht)

Bent u een zeemens?

“Ik was dat niet, maar ik ben dat geworden. Het beste dat er is, is ’s morgens vroeg of ’s avonds laat naar het strand gaan. Dan is er bijna niemand. Of gewoon gaan lopen op het strand. Je bent meteen ontspannen. Mocht ik hier ooit weggaan, dat is wat ik zou missen: de zee.”

Lopen? Sport u veel?

“Ik moet me fysiek kunnen afmatten om mentaal wat rust te hebben. Dus onze vakantie is altijd heel actief. We proberen de kinderen daar ook in mee te krijgen. Mijn zoontje is vijf en fietst dan mee en ik neem mijn dochter mee in de buggy en dan lopen we een kilometer of vijf.”

U zegt: mocht ik hier ooit weggaan … ESA heeft nog tal van Europese en wellicht ook meer exotische vestigingen.

“Voor het werk kan ik niet beter zijn dan hier. Dit is de grootste ESA-site, we zitten vlak bij de zee, het is ook een van de mooiste sites van omgeving, dicht bij de steden Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Als je zoals wij graag naar musea gaat, kan je nergens beter zijn. We hebben een abonnement voor Naturalis, het museum van natuurwetenschappen in Leiden, wat vlakbij is, maar ook moderne kunst, Voorlinden in Wassenaar, gaan we vaak bekijken. Ik zou wel ooit graag naar zonniger oorden trekken, maar dan als ik tijd heb om andere dingen te doen. Ik heb geen zin om naar ergens anders te verhuizen om dan vijftig of zestig uur in de week te moeten werken. Je weet natuurlijk niet wat er op je pad komt. Ik had ook nooit gepland om voor ESA te gaan werken of in het buitenland te gaan wonen.”

(foto Christophe De Muynck)

“Ik doe mijn job supergraag, maar ik heb mijn leven buiten mijn job ook wel heel graag”

Wat is er leuk aan werken voor ESA?

“Je bent met heel coole dingen bezig: mensen en dingen in de ruimte brengen, naar de maan, naar Mars, dat spreekt enorm tot de verbeelding. Ook voor de mensen die hier werken. Soms sta je er wel even bij stil en denk je: wat zijn we eigenlijk aan het doen? Maar wat ik het meest apprecieer, is echt de internationale omgeving. Ik heb zoveel collega’s uit andere culturen, mensen die van een ander land komen, met andere geloofsovertuigingen, andere waarden en normen, dat geeft wel een zekere rijkdom, vind ik. Tegelijk kan ik ook dat dorpse wel missen. Dat kleine. Waar alles vertrouwd, simpel en gemakkelijk is. Maar ik zou het ook wel benauwend vinden als dat het enige is wat ik zou hebben. Ik vind die combinatie van het bekende en het onbekende wel fijn om te hebben. Die vele internationale contacten bieden je een bredere kijk op de wereld. Ik spreek hier bijna continu Engels. Soms is het voor mij ook moeilijk om te switchen naar Nederlands. (lacht)

Uw Nederlands is echt heel behoorlijk.

“Jaja (lacht), ik weet het, maar het is omdat ik nu net vijf weken Nederlands heb gesproken.”

Hier zit u in een internationale wereld, maar bent u tegelijk in Nederland. Is dat het buitenland voor u?

“Ja, zeker wel. (lacht). Dat is echt een andere cultuur. Ik moet er nog altijd aan wennen. Mijn vrouw werkt op een Nederlandse school, die heeft heel veel Nederlandse collega’s, maar ik kom er zelden mee in contact. Nederlanders zijn veel opener, vriendelijker, maar je dringt er moeilijk tot door. Vlamingen zijn net omgekeerd. Ze gaan je niet meteen met open armen ontvangen, maar eenmaal je de mensen kent, ken je ze ook wel. We zijn gelukkig nog vaak in België en onze vrienden komen ook dikwijls hier naartoe.”

(foto Christophe De Muynck)

Vorig weekend was u met uw vrienden nog op Pukkelpop.

“Alleen vrijdag. Ik wou vooral Romy zien. Ik ben altijd een grote fan geweest van The xx en de aanverwante soloprojecten. Romy was echt heel goed. The Kills had ik ook aangestipt, maar die stonden samen geprogrammeerd met Fred Again. En aangezien we The Kills al vaak gezien hebben, kozen we voor Fred Again. Maar hij stond op de mainstage en iedereen wou dat dan zien en een groot deel van dat publiek stond daar maar wat te lummelen. Gelukkig begon het keihard te regenen, waardoor er heel veel volk is weggegaan. Zo konden we dichter bij het podium geraken, maar zelfs daar stond het geluid niet hard genoeg om het gelul te overstemmen van enkele halfdronken West-Vlamingen. Dat is dan wat het lastige aan zo’n festival. Gelukkig kunnen we hier in de buurt ook veel zaalconcerten meepikken. Binnenkort gaan we naar Girl in Red in Amsterdam en ook naar Eefje de Visser. Ja, muziek hoort er ook bij. In de zomer en in alle seizoenen eigenlijk.”

Zomerdrankje

“Mijn vrouw en ik drinken veel Aperol Spritz in de zomer. Op de festivals zie je iedereen met die oranje bekers rondlopen. Het is ook een goeie deal. Want voor een Aperol Spritz betaal je maar twee bonnetjes en voor een afgelengde waterpint betaal je één bonnetje. Ja, dan kies ik liever een Aperol Spritz. Heel lekker, met die wat bittere smaak. Tegelijk is het ook zoet, waardoor je er wel een paar van kunt drinken, maar niet al te veel. Op vakantie hebben we dat ook heel vaak gedronken. Wat zit erin? Prosecco of cava, Aperol en bruiswater. Soms wordt het in zo’n grote bol geschonken. Door die oranje kleur ziet het er ook heel zomers uit. Niet iets wat je in de winter gaat drinken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier