Tom Cocle: (foto Davy Coghe) © Davy Coghe Davy Coghe

Blankenbergse strandredders: “We kunnen niet meer zonder onze drone”

Deze week stelde het IKWV – de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen – een nieuwe tool voor waardoor de strandredders sneller en efficiënter kunnen werken. Via een tablet of gsm kunnen ze vlotter informatie delen met andere reddersposten en met de politie, bijvoorbeeld wanneer kinderen verloren zijn gelopen, zodat ook de collega’s van nevenliggende reddersposten meteen mee kunnen helpen zoeken. Maar die tool is niet de enige moderne technologie die de redders helpt bij het uitoefenen van hun job. Wij nemen een kijkje in Blankenberge, waar de redders over een eigen drone beschikken.

Na al die natte maanden is het moeilijk in te beelden, maar als we de weerberichten mogen geloven, dan is de zomer eindelijk in aantocht. De redders in Blankenberge zijn er klaar voor. Het slechte weer van de voorbije weken bood hen de kans om de fysiek op scherp te stellen, het materiaal op punt te zetten, alle procedures nog eens te doorlopen en de technische snufjes nog een laatste keer te testen. Want er zijn niet alleen vaste camera’s die de zeven bewaakte zones en zelfs de onbewaakte stroken van de badstad in het oog houden, de Blankenbergse redders beschikken ook als enige aan de kust al jaren over een eigen drone. En Tom Cocle (49) is daar heel blij mee.

1 redder per 1.000 mensen

Tom is spoedverpleger van opleiding, maar werkt als hoofdredder in Blankenberge. Samen met vier collega’s is hij het hele jaar bij de stad aan slag. “Onze job is 40 à 45 procent reddingsdienst: het garanderen van de veiligheid in en rond het water, op het strand en op de dijk. De andere 55 procent is de hele organisatie van het strand. De badkarhouders, de 13 beachbars en 960 privécabines op het strand, de vele evenementen… Er is heel wat dat vooraf geregeld moet worden.” Tom kan hiervoor rekenen op een uitgebreid team. “We hebben 86 man personeel. 40 redders per maand. Waarvan er elke dag 30 worden ingezet. Als hier 30.000 man aanwezig is, komt dat dus neer op 1 redder per 1.000 mensen”, weet Tom, die in zijn functie ook GAS-ambtenaar is en dus GAS-boetes mag uitdelen. “Maar dat doe ik bijna nooit”, lacht hij. “Ik ben geen politieman.”

Camera’s

Dat je als toerist altijd en overal door camera’s in het oog wordt gehouden, is niet nieuw meer. “Maar dat gebeurt discreet. Die dienen louter om toezicht te houden, om ervoor te zorgen dat de mensen veilig zijn. Tussen de massa’s die hier op mooie dagen toestromen, zitten er altijd figuren die minder goeie bedoelingen hebben, en wij willen ervoor zorgen dat we hun snode plannen kunnen beletten zonder dat iedereen zich constant bekeken voelt”, benadrukt Tom Cocle, die intussen 25 jaar hoofdredder in Blankenberge is.

“De camera’s hielpen al vaker bij het oplossen van diefstallen, zedendelicten en verloren gelopen kinderen”

Hij herinnert zich dat het gebruik van technologische hulpmiddelen werd ingevoerd toen heel het land kreunde onder de terreurdreiging. “We hebben hier ooit niveau vier gehad van het OCAD, het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. We moesten toen zelfs kogelvrije vesten dragen. We leerden hoe we achtergelaten zakken moesten benaderen die mogelijk explosieven bevatten en we leerden alles over massa-evacuaties. Toen men het over terreurdreiging had, werd er rekening gehouden met scenario’s zoals in het Tunesische Sousse, waar in 2015 vanuit bootjes op toeristen werd geschoten. De special forces hielden met gelijkaardige scenario’s rekening: er zou geschoten worden, mensen zouden in paniek wegvluchten en in geen tijd zou er een massa opeengepakt staan aan de centrale trap aan de Kerkstraat waar dan de bom zou afgaan.” Die tijd is gelukkig voorbij, al is de opgedane kennis van toen wel nog altijd nuttig voor Tom en zijn collega’s. “Ooit was men op een zonnige dag in Zeebrugge aan de gastanks aan het werken, waardoor er opeens een walm onze richting uitkwam. Toen merkten we dat massahysterie heel moeilijk te beheersen is. Maar we leerden ook dat er manieren zijn om daarmee om te gaan.”

Tom Cocle: “We gebruiken de drone ook voor zoekopdrachten, op vraag van andere diensten.” (foto Davy Coghe)
Tom Cocle: “We gebruiken de drone ook voor zoekopdrachten, op vraag van andere diensten.” (foto Davy Coghe) © Davy Coghe Davy Coghe

Drone met warmtecamera

Tom Cocle herhaalt keer op keer dat “we de ogen op het strand zijn, maar uiteraard geen politionele bevoegdheid hebben. We komen wel tussen bij calamiteiten in en op de zee, het strand en de dijk. Op mooie dagen stromen hier zoveel mensen toe dat we ogen tekortkomen en dan zijn extra ogen welkom. De camera’s hielpen al vaker bij het oplossen van diefstallen, zedendelicten en verloren gelopen kinderen.” Maar de Blankenbergse reddingsdienst beschikt ook als enige van de Vlaamse kust over een eigen drone. “In 2019 duidde de gouverneur Blankenberge aan als pilootproject om uit te testen of een drone een meerwaarde zou betekenen. We hebben de drone in de eerste plaats aangeschaft omdat de aanvliegtijd van de NH-90, of destijds van de Seaking, naar Blankenberge ongeveer 20 minuten bedraagt, als die nog niet in de lucht hangt. Tijd is immers onze vijand bij het zoeken naar drenkelingen of boten op zee. Vandaar dat onze drone ook uitgerust is met een warmtecamera.”

“De Mavick 2 Enterprise vliegt tegen een snelheid van 79 km per uur en kan 8 kilometer ver vliegen”, vertelt Tom Cocle. (foto Davy Coghe)
“De Mavick 2 Enterprise vliegt tegen een snelheid van 79 km per uur en kan 8 kilometer ver vliegen”, vertelt Tom Cocle. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe Davy Coghe

Zoekopdrachten

“De Mavick 2 Enterprise vliegt tegen een snelheid van 79 km per uur en kan 8 kilometer ver vliegen. Hij blijft 34 minuten in de lucht, zelfs tot bij 5 beaufort”, legt Tom uit. “We hebben 5 batterijen die anderhalf uur moeten opladen, dus we kunnen eigenlijk zowat constant in de lucht blijven. We gebruiken de drone ook voor zoekopdrachten, op vraag van andere diensten. Bijvoorbeeld als de politie een melding binnenkrijgt dat iemand een afscheidsbrief heeft achtergelaten en er een laatste gsm-signaal in de duinen is opgevangen. Onlangs is hier ook nog iemand van de pier gesprongen. Soms krijgen we van het Maritime Rescue Coordination Centre de melding dat er sprake is van een olievlek voor de kust en vragen ze ons om eens een beeld te maken van de grootte ervan, opdat zij zouden weten hoe ze moeten ingrijpen.”

Koud kunstje

“Toen we hier drie jaar geleden rellen hadden, hebben we uiteraard de drone ingezet. We hadden ook de beelden van de vaste camera’s, maar toen hadden we alle middelen nodig. Het leek hier even een oorlogszone”, herinnert Tom zich nog. “Let wel, wij gaan geen mensen identificeren. Maar we kunnen wel kijken of we de mensen vinden die zich misdragen. De politie heeft vijf camera’s op de dijk staan die uitgerust zijn met gezichtsherkenning. Die hebben detectiesystemen en kunnen bijvoorbeeld alleen de figuren met een rode of een groene jas eruit halen. We hebben wel een service level agreement met de politie. Als er gevochten wordt, hangt onze drone boven het gewoel. Als de vechtersbazen ervandoor gaan en vluchten in de duinen, is het voor ons een koud kunstje om ze te onderscheppen. Toen in de coronaperiode illegalen die vanuit Zeebrugge de oversteek naar Engeland wilden wagen, kampen opzetten in de duinen, konden wij ze eruithalen, ook al maakten ze bladerdaken, wat een heel goeie bescherming is tegen infraroodcamera’s. En er zijn nog tal van toepassingen waarbij de drone zijn nut bewijst. Nee, wij zouden niet meer zonder kunnen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier