Een op de zes Vlamingen fietst naar het werk
Sinds 2023 zijn werkgevers verplicht om werknemers die met de fiets naar het werk komen een veralgemeende fietsvergoeding toe te kennen. Uit onderzoek van hr-dienstverleningsbedrijf SD Worx blijkt onder andere dat die vergoeding een sterke motivator is om meer werknemers op het zadel te krijgen – of toch als het weer meezit.
Het zou zomaar een strikvraag kunnen zijn tijdens een quiz: in welke regio nemen Vlamingen het vaakst de fiets? En wie kruipt er het vaakst op de fiets om naar het werk te gaan: mannen of vrouwen? Om die vragen te beantwoorden, analyseerde SD Worx het aantal fietskilometers en vergoedingen in 2023 en de eerste vier maanden van 2024 voor alle vaste contracten.
In totaal gaat het om een steekproefpopulatie van meer dan een miljoen werknemers in 35.000 bedrijven. Daarvan registreerden meer dan 150.000 werknemers hun woon-werkverkeer met de fiets. Het hr-dienstverleningsbedrijf baseert zich enkel op de werknemers die hun woon-werkverplaatsingen (gedeeltelijk) met de fiets afleggen en daarvoor een specifieke fietsvergoeding ontvangen van hun werkgever. Het totale aantal fietsende pendelaars ligt dus waarschijnlijk nog een stuk hoger.
Regen als spelbreker
De eerste conclusie uit de studie luidt dat het aandeel fietsende werknemers de voorbije vijf jaar sterk is gestegen: van 8 procent in 2018 naar 13 procent in 2023. Met andere woorden: één op acht Belgische werknemers gaat met de fiets naar het werk. Vooral in Vlaanderen nemen werknemers meer de fiets naar het werk, daar gaat het om één op zes Vlamingen. Uit de studie blijkt dat Oost-Vlamingen het meeste de fiets nemen (20%), gevolgd door werknemers uit de provincies Antwerpen (18%) en West-Vlaanderen (17%).
Veerle Michiels, mobiliteitsexpert bij SD Worx, laat voorlopig nog in het midden of we het in 2024 nog beter zullen doen. “Of 2024 een nog beter jaar wordt voor de fiets zal de komende maanden duidelijk worden.” Het weer speelt alvast een erg belangrijke rol, weet Michiels. Ze verwacht dat het natte voorjaar een effect zal hebben op de cijfers. “Ik vermoed dat het weer een spelbreker zal zijn voor 2024. Voor dit jaar verwachtten we normaal gezien een stijging ten opzichte van vorig jaar. Maar we zien dat het weer stokken in de wielen steekt om mensen te motiveren. De fietsvergoeding mag ook enkel worden toegekend als je effectief met de fiets naar het werk komt, zoniet verlies je de bijhorende vrijstelling inzake sociale zekerheid en belastingen.”
“Ik vermoed dat het weer een spelbreker zal zijn voor 2024”
Veerle Michiels, mobiliteitsexpert SD Worx
Vergoeding
Oost-Vlaamse werknemers mogen dan wel vaker op het zadel springen om naar het werk te gaan, toch zijn ze niet de kampioenen in het aantal afgelegde kilometers. Op dat vlak spant Vlaams-Brabant de kroon met gemiddeld 160 km per maand in 2023, gevolgd door Brussel (145 kilometer per maand) en Antwerpen (142 kilometer per maand). Daarnaast blijkt ook dat meer vrouwen (14%) dan mannen (12%) naar het werk fietsen, al doen mannen gemiddeld meer kilometers.
Wat werknemers vooral motiveert om de fiets te nemen naar het werk, is de vergoeding die er tegenover staat van de werkgever. Volgens Veerle Michiels kan er worden gekozen tussen de nieuwe veralgemeende fietsvergoeding (28 eurocent per kilometer voor 2024) of de ‘oudere’ facultatieve fietsvergoeding (maximaal 35 eurocent per kilometer voor 2024). “Zoiets is financieel erg interessant voor een werknemer, omdat het vrijgesteld is van socialezekerheidsbijdragen en belastingen. De voorwaarde is uiteraard wel dat de fietsvergoeding enkel wordt toegekend per effectief getrapte woon-werkkilometer.”
Anders dan de naam ‘veralgemeende’ fietsvergoeding doet vermoeden, heeft wel niet elke werknemer recht op zo’n vergoeding. Michiels nuanceert: “Werknemers die een bedrijfswagen hebben, kunnen daar niet van profiteren. Bovendien geldt er ook een maximumbedrag per jaar voor deze vergoeding. Voor 2024 is dat 3.500 euro. Dat maximum geldt trouwens voor zowel de nieuwe veralgemeende als de facultatieve fietsvergoeding. Gemiddeld bedraagt de fietsvergoeding in 2024 64 euro per maand, maar wat je uiteindelijk ontvangt, hangt af van de afstand.”
Koen Cornelis: “Ik ben gewoon gelukkiger als ik fiets”
Behalve de één of twee dagen dat hij thuis werkt, fietst IT’er Koen Cornelis uit Eeklo dagelijks twee keer iets meer dan 20 kilometer naar en van zijn werk bij FTRPRF in Hansbeke. “Ongeacht het seizoen of de weersomstandigheden”, getuigt hij. Dat doet hij al tien jaar lang.
“Waarom? Eerst en vooral omdat het openbaar vervoer tekortschiet. Probeer van Eeklo maar eens in Hansbeke te geraken. Bij mijn vroegere job deed ik er een half uurtje langer over om de 35 km met de fiets naar Brugge af te leggen, maar als ik met het openbaar vervoer ging, moest ik wel nog te voet van en naar het station. Waardoor ik nog sneller ter plekke was met de fiets. Maar de voornaamste reden om te fietsen, is dat je veel minder stress hebt. Met de trein valt het soms nog mee, maar op een bus kan ik niet ontstressen als ik terugkom van het werk. Met de fiets daarentegen kom ik volledig ontspannen thuis. Bovendien is de fiets niet alleen het goedkoopste vervoermiddel, met de fietsvergoeding brengt het woon-werkverkeer zelfs geld op. Ik ben gewoon gelukkiger als ik fiets. Ook al is het elektrisch, je moet nog altijd trappen. Eigenlijk zou ik nog liever op eigen kracht fietsen, maar dan kom je telkens helemaal bezweet op het werk. Maar ik moet nog trappen en met mijn zittende job is dat niet onbelangrijk. Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen. Is er regen, dan vertrek ik eventueel wat vroeger of later. Bovendien ben ik uitgerust: ik heb een regenbroek, een jasje, regenbril en overschoenen. Alleen felle tegenwind is vervelend. Ook al fiets je elektrisch, soms moet je hard duwen en is de batterij al eens plat voor je ter plekke bent. Dan kom je bezweet aan. Gelukkig is er een douche op het werk.” (KVdm)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier