Exclusief: de resultaten van de allereerste voetgangersbarometer voor België
De Belg is niet tevreden over de bewandelbaarheid van zijn omgeving. Dat is de voornaamste conclusie van de eerste voetgangersbarometer. Het onderzoek heeft ook concrete voorstellen opgeleverd, waar lokale besturen mee aan de slag kunnen gaan.
“Het is de eerste keer dat een diepgaand onderzoek naar de noden van wandelaars gebeurde”
Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit
Iets meer dan 10 op 20: dat is de score die de Belg geeft aan de bewandelbaarheid van zijn of haar omgeving. Dat blijkt uit een groot voetgangersonderzoek van Tous à Pied, de Voetgangersbeweging en Walk.Brussels. De enquête werd ingevuld door meer dan 13.500 mensen. Er kwamen antwoorden binnen uit 544 van de 581 Belgische gemeenten. De verschillen tussen de drie gewesten zijn verwaarloosbaar: Wallonië krijgt 10 op 20, Vlaanderen 10,6 en Brussel 10,7. Opvallend is dat amper 1 op de 5 respondenten vindt dat de situatie de voorbije twee jaar verbeterd is, terwijl lokale besturen toch zeggen dat verkeersveiligheid een prioriteit is.
De pijnpunten
De Belg is vooral kritisch over toegankelijkheid en comfort. Tachtig procent vindt dat er te weinig voorzieningen zijn zoals toiletten, zitbanken, schuilplaatsen en drinkwaterfonteintjes. Zeventig procent vindt dat de openbare ruimte onvoldoende geschikt is voor ouderen, mensen met verminderde mobiliteit en gezinnen met kinderen. Minder dan één op de vijf vindt dat een kind van minstens acht jaar zich veilig en zonder begeleiding door zijn of haar gemeente kan bewegen. Wat ook opvalt, is dat de meerderheid van de mensen zich ’s nachts onveilig voelt en daarom zelfs een andere route kiest: 64 procent van de vrouwen en 49 procent van de mannen.
Zo stimuleer je het wandelen
1. Veilige en comfortabele voetpaden: breder, goed onderhouden en vrij van obstakels (82 procent).
2. Zorgen voor een compleet voetgangersnetwerk met veilige routes en oversteekplaatsen (74 procent).
3. Een aangename omgeving om te stappen: groen, architectuur, landschap, kunst, enzovoort (69 procent).
4. Openbare plaatsen en voorzieningen toegankelijker en uitnodigend maken voor voetgangers (67 procent).
5. Voetgangers en fietsers van elkaar scheiden voor meer verkeersveiligheid (66 procent).
Een ander pijnpunt zijn de vele obstakels op voetpaden. Dat werd aangegeven door 65 procent van de respondenten. Dat gaat onder meer over fietsen, afvalbakken, parkeermeters, reclameborden en laadpalen. De verschillen tussen stad en platteland blijken niet heel groot te zijn, behalve als het gaat over het terugdringen van gemotoriseerd vervoer. Zo vindt 76 procent van de stedelingen het belangrijk om de maximumsnelheid in de bebouwde kom te verlagen naar 30 kilometer per uur. In gemeenten met minder dan 10.000 inwoners is dat ‘maar’ 63 procent.
Ook goed nieuws
Er valt ook goed nieuws te rapen. De barometer bevestigt dat de Belg een stapper is. Maar liefst twee op de drie respondenten zegt elke dag dingen te voet te doen. Ruim 6 op de 10 zeggen bereid te zijn om verplaatsingen te maken van minstens 15 minuten. Eén op de vier wil zelfs verplaatsingen maken van meer dan een halfuur. “Dat zijn bemoedigende cijfers om wandelen als prioritaire mobiliteitsvorm naar voren te schuiven”, aldus de initiatiefnemers.
Federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) wil hiermee alvast aan de slag gaan. Hij onthoudt vooral dat wandelaars beter beschermd moeten worden. “Het is de allereerste keer dat er een diepgaand onderzoek gebeurde naar de noden van deze kwetsbare groep weggebruikers. Dat alleen al is een succes. De resultaten laten wel zien dat er veel verbetermogelijkheden zijn. Elk beleidsniveau moet hiermee aan de slag gaan. Ik hoop dat ook de steden en gemeenten dat doen.”
Michel Vandenbossche uit Leefdaal: “Iedereen klaagt”
“Voetpaden zijn voor mensen die hier al lang wonen een heikel punt. Iedereen klaagt erover, maar verbeteringen aan de openbare ruimte komen met mondjesmaat tot stand. Voor zover ik weet, zijn er wel plannen om daar volgend jaar in het dorpscentrum iets aan te doen, maar het valt af te wachten hoe sterk dat de mobiliteit in Leefdaal zal verbeteren. Het is nochtans wel nodig. Ook al kan je als voetganger overal in het dorp geraken, de kwaliteit van de voetpaden kan van plek tot plek stevig verschillen – vaak zelfs in dezelfde straat. Een voetpad dat er vroeger goed bij lag, is vandaag in de meeste gevallen hobbelig en zit vol met kleine putten. Rolstoelgebruikers of mensen met kinderwagens zullen het hier wellicht ook niet al te makkelijk hebben. In sommige straten zijn de voetpaden niet meer dan 30 centimeter of staat er lukraak een verlichtingspaal in het midden van een pad.” (GVM)
Xander Berbé uit Brussel: “Het valt al bij al nog mee”
“Het is niet makkelijk om met een rolstoel in Brussel te wonen, maar al bij al valt het nog mee. Ik woon in het centrum van Brussel, waar je zowel slechte als goede voetpaden hebt. Je merkt duidelijk op dat de straten waar heel veel volk komt, vernieuwd en goed onderhouden zijn. De zijstraatjes, of plekken waar veel minder toeristen komen, zijn soms een ander verhaal: scheve wegen en voetpaden, losse kasseien, hier en daar een drempel. Voor mij, als gebruiker van een elektrische rolstoel, is het niet altijd gemakkelijk, maar voor mensen in een manuele rolstoel zeker niet. Over het algemeen zie ik wel dat de stad goed inzet op mobiliteit, maar dat creëert op de korte termijn natuurlijk ook z’n eigen problemen. Zo zijn er erg vaak wegenwerken, en die zijn niet altijd even toegankelijk voor mij of mensen met (heel) jonge kinderen.” (GVM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier