Hulplijn 1712 roept op om bezorgdheid om minderjarigen steeds te melden
Volgens een peiling van hulplijn 1712 hebben drie op de tien Vlamingen zich al zorgen gemaakt over een kind dat geweld of verwaarlozing meemaakte. Opvallend: zo’n tien procent van hen besluit vervolgens om geen verdere stappen te ondernemen.
Vorige maand organiseerde de gratis hulplijn 1712 voor vragen over geweld een peiling bij 1.000 meerderjarige Vlamingen. Daaruit blijkt onder andere dat drie op de tien zich al zorgen hebben gemaakt over een kind dat geweld of verwaarlozing meemaakte. Negen op de tien deelden die zorg ook met iemand anders. “Dat feit op zich is een zeer positief gegeven”, zegt Wim Van de Voorde, Vlaams coördinator van 1712. “Daarmee wordt onder andere bedoeld dat iemand over zijn zorg gaat praten met iemand anders: vrienden en familie, iemand verbonden aan de school of de kinderopvang. Het is positief om te zien dat de meeste mensen niet bij de pakken blijven zitten en iets met de situatie zouden doen.”
Minstens even opvallend is dat één op de tien niets met zijn of haar zorg voor een minderjarige zou doen. “Wellicht speelt daar een stukje gêne in mee”, zegt de coördinator. “Mensen kunnen bijvoorbeeld angst hebben om niet geloofd te worden, of ze hebben schrik voor de reactie van de ouders van een minderjarige.” Toch zou iedereen die zich zorgen maakt over een kind dat mogelijk geweld of verwaarlozing meemaakt aan de slag moeten gaan. “Het is soms lastig om zo’n thema ter sprake te brengen”, erkent Wim. “Toch is het beter om iets te doen, afhankelijk van de context bij voorkeur met een persoon die een verschil kan maken in de situatie. Het alternatief is veel minder wenselijk. Dan bestaat het risico dat een kind in de potentiële geweldsituatie blijft steken.”
Fysiek geweld
Zo’n 94 procent van alle bevraagden geeft ook aan dat ze een hulplijn voor geweld zouden contacteren als ze ermee in aanraking komen. “Opvallend is hier wel dat mensen zo’n hulplijn sneller zouden contacteren als het gaat over fysiek geweld”, zegt Wim. “Mensen zouden ook sneller geneigd zijn om 1712 te contacteren als het gaat over seksueel geweld en kinder- en oudermishandeling. Daaruit kunnen we concluderen dat mensen fysiek geweld tegenover een minderjarige vaak ernstig nemen.”
“Eén op de tien doet niets met zijn zorg om een kind, vaak uit angst om niet geloofd te worden”
Wim Van de Voorde, coördinator hulplijn 1712
Tussen de 23 en 35 procent van de bevraagden zou daarentegen geen hulplijn contacteren als het gaat om emotioneel en online geweld, pesten, stalking of geweld tussen broers en zussen. “Stalken, pesten, geweld met een broer of zus: volgens ons gaan veel mensen dat beschouwen als een fact of life, iets dat nu eenmaal bij het leven hoort. We vermoeden dat een groot deel van de bevolking die vormen van geweld minimaliseert of banaliseert. Afhankelijk van de context mogen we eigenlijk bij geen enkele vorm van geweld bij de pakken blijven zitten.”
DREMPELS
Uit de peiling blijkt ook dat mensen die eerder positief staan tegenover een hulplijn voor geweld nog steeds bepaalde drempels ervaren om het nummer 1712 in te toetsen. “Dat zijn onder andere het feit dat mensen liever persoonlijk contact hebben, het gevoel dat de hulplijn de situatie toch niet kan veranderen en een gevoel van schaamte. Mensen verkiezen ook vaker om geweldsituaties te bespreken met hun directe omgeving of met een professional. Mensen die naar de hulplijn bellen, beginnen vaak met te zeggen dat ze niet zeker zijn of hun probleem ernstig genoeg is. Dan weten we eigenlijk al dat het mogelijk wel ernstig is. Wij nemen alle oproepen naar 1712 serieus en kijken of we de persoon zo goed mogelijk kunnen helpen.”
WARMSTE WEEK
Vandaag (17/12) plaatst de hulplijn zichzelf en het thema geweld op kinderen in de kijker met een nieuwe campagne. “Dit jaar is opgroeien zonder zorgen het thema van de Warmste Week. Parallel daaraan willen we stellen dat opgroeien zonder zorgen gelijk is aan opgroeien zonder geweld. Via radiospots roepen we mensen op om de hulplijn 1712 te bellen wanneer ze zich zorgen maken om een bepaald kind en die zorg met ons te delen”, besluit Wim Van de Voorde.
Nieuwe naam?
Met de studie wilde de hulplijn ook peilen naar haar naamsbekendheid. “Het is de eerste keer dat we dat doen”, zegt coördinator Wim Van de Voorde. “Eén op de vijf heeft al gehoord van 1712 en weet ook waar de hulplijn voor staat. Dat is geen slechte score als je het vergelijkt met andere hulplijnen in Vlaanderen.” Opvallend: zo’n tachtig procent van de respondenten zegt dat ze al gehoord hebben van 1712. “Maar als we doorvragen, weten ze niet zo goed waar het voor staat.” Het vaakst verwart de Vlaming de hulplijn voor geweld nog met het oproepnummer 1722, dat tijdens extreme weersomstandigheden geactiveerd wordt voor niet-dringende interventies van de brandweer. “Die verwarring is heel begrijpelijk”, zegt Wim. “Daarom overwegen we ook om in de toekomst met een andere naam door het leven te gaan, bijvoorbeeld als ‘1712 de Geweldslijn’.” De coördinator wijst onder andere op de Zelfmoordlijn, waardoor het meteen duidelijk is waar de organisatie voor staat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier