Meyrem Almaci, voorzitter van Groen, over de actualiteit en het geruzie tussen politici en experten: “Elke dag iets toeteren, is niet goed voor het mentaal welzijn”
Meyrem Almaci predikt rust in het verhitte coronadebat. Ze vraagt experten en politici om niet aan opbod te doen. Almaci waarschuwt voor het mentaal welzijn van de bevolking. De voorzitter van Groen treedt voor het eerst in lange tijd nog eens op de voorgrond voor een lang gesprek over de strijd tegen het virus, het vertrouwen in de politiek, Rimpelrock en … haar favoriete vogel.
Meyrem Almaci lijkt al enkele weken verdwenen van het publieke forum. Een bewuste keuze, zegt ze. “De regering moet haar eigen parcours rijden. Een voorzitter moet geen schoonmoeder zijn.” Dat was anders in het begin van de coronacrisis. Toen namen de voorzitters het beleid in handen. “Dat was geen gezonde situatie”, geeft Almaci toe. “Ik was blij dat er eindelijk een regering gevormd werd.” Of ze ook blij is dat ze nu af en toe kan zwijgen? Ze schaterlacht bij de suggestie. “Misschien wel, ja. De stilte geeft mij de kans om na te denken.”
Het is een ontspannen Almaci die voor me zit op het partijhoofdkwartier in Antwerpen. Ze straalt zelfvertrouwen uit als ze spreekt. Dat is opvallend. Na de ministeraanduiding lag ze intern zwaar onder vuur. De zaak-Calvo, weet u nog? “Het was een woelig en slopend jaar, ook voor mezelf. Ik kan makkelijk toegeven dat ik ook kwetsbaar ben. Ik heb tijd nodig gehad om alles te laten bezinken én om te leren wat beter kan. Nu kijk ik naar de toekomst.”
U kwam deze week met een tienpuntenplan voor mentaal welzijn.
(knikt) Het levensgeluk van mensen is aan het dalen. Dat is een grote bezorgdheid. We weten ook welke groepen meest lijden: jongeren, alleenstaanden, mensen met een laag inkomen en mensen die iemand verliezen. We moeten extra aandacht hebben voor hen. Dat zijn die tien punten: terugbetaling therapie, jongerenpraatpunten, senioren opbellen, wandelbuddy’s, enzovoort.
Dat klinkt allemaal nobel, maar finaal willen mensen elkaar weer zien en vastpakken.
Ik weet het. Ik ook. Maar ik kan niet zeggen wanneer dat zal lukken. Ik wil geen valse hoop geven. We zullen ongemakken ondervinden tot het virus volledig verslagen is. Dat is de moeilijke waarheid. Om de ongemakken iets draaglijker te maken, moeten we alternatieven stimuleren. (zacht) Maar elk alternatief voor menselijke verbondenheid heeft inderdaad zijn limieten.
Vindt u het goed dat jongeren boven de twaalf jaar weer een hobby mogen uitoefenen?
Ja. Mijn partij hanteert twee leidraden in deze crisis. Eén: we luisteren naar de experten. En twee: we hebben aandacht voor menselijkheid. Deze maatregel is een goed voorbeeld daarvan. We worden ietsje strenger voor kinderen en ietsje losser voor jongeren. De experten hebben dat mee goedgekeurd.
Veel experten pleiten voor een strengere lockdown. Ziet u nog marge?
Ik kan daar niet op antwoorden, omdat de situatie elke dag verandert. Begrijp me niet verkeerd: die vraag is legitiem, hoor. Maar ik alleen kan dat niet bepalen. Dan is het beter dat ik zwijg. Er zijn al genoeg politici die valse hoop geven. Ik erger mij daaraan. De ene dag dit zeggen, de andere dag iets anders: dat vreet aan de mensen.
Ik wil iedereen oproepen, virologen, opiniemakers en politici: wees sereen in deze woelige tijden. De mensen hebben geen nood aan geruzie.
Bedoelt u MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez?
Ik zal geen namen noemen, maar ik zie tafelspringers in oppositie en meerderheid. Ik doe daar niet aan mee. (fijntjes) Het is misschien daarom dat ik minder in beeld kom. Weet u: dit zijn makkelijke tijden voor wie zich wil profileren. Maar wie dat doet, moet zich goed bewust zijn van de nefaste gevolgen op lange termijn. Iemand valse hoop geven, is zo schadelijk. Wij moeten de mensen houvast geven.
Bouchez en viroloog Marc Van Ranst hadden deze week een openlijk conflict in Terzake over de communicatie. Wat vond u daarvan?
Ik vond dat pijnlijk. Ik heb de tv uitgezet. Wie heeft daar nu iets aan? (stil) Ik heb liever geluisterd naar de serene woorden van de premier in de Kamer. Ik sta volledig achter zijn pleidooi voor meer rust in het debat.
Vindt u dat de virologen te veel communiceren?
Ik heb veel respect voor die mensen. Zij hebben het vuile werk opgeknapt voor de afwezige regering in de eerste lockdown. We moeten hen dankbaar zijn. Ze leveren ook echt fantastisch werk. Maar het zijn niet de virologen die beslissen. De politiek beslist. (benadrukt) Ik wil iederéén oproepen, virologen, opiniemakers en politici: wees sereen in deze woelige tijden. De mensen hebben geen nood aan opbod en geruzie. Elke dag iets toeteren, dat is écht niet goed voor het mentaal welzijn. Integendeel, dat verhoogt de onzekerheid.
Bent u nog niet moedeloos?
Neen, ik voel me bevoorrecht. Let op: ik heb ook mindere dagen, hoor. Maar dan denk ik aan de kleine Meyrem. Ik ben opgegroeid in een arbeidersgezin met elf kinderen en weinig centen. Wij woonden in een veel te klein huisje. Stel u voor dat er toen corona was. Ik was gek geworden. (even stil) Ik besef goed dat dat vandaag realiteit is voor veel mensen. En die houden vol, hè. Dat zijn de echte helden. Dit zijn tijden die schuren, die pijn doen. Maar we moeten erdoor. Allemaal. En wij, de bevoorrechten, moeten de anderen mee trekken. Wij moeten hun pijn verzachten.
U bent moeder van twee. Hoe gaat het met hen?
Ik ben meer bezorgd om mijn kinderen dan om mezelf. Ik voel hun pijn omdat ze niet kunnen afspreken met vriendjes. Dat is een dolk door mijn hart. (moeilijk) Dat weegt op hen, zie ik. Ze hebben een leeftijd bereikt waarop ze de wereld moeten ontdekken. Maar net dát kan niet.
Zijn ze Ben Weyts (N-VA) dankbaar dat de scholen open blijven?
Ik vraag me af of ze hem kennen. (lacht) Neen, ze volgen het wel, hoor. En ze kijken al eens naar mij. ‘Mama, moeten die mondmaskers nu echt de héle dag op?’ (lacht) Het onderwijs is geen zwart-wit-verhaal. Ook wij willen de scholen zoveel mogelijk open houden, maar de randvoorwaarden moeten beter ingevuld worden. Dat gaat over CO2-meters, laptops, ondersteuning voor leerkrachten, enzovoort. Ben Weyts schiet op al die zaken echt tekort.
Ik heb me kwaad gemaakt op Francken. Dat is zo typisch voor die politieke cultuur: voor alles bevoegd, maar nooit verantwoordelijk.
Uw partij zit voor het eerst in twintig jaar in de federale regering. Wat maakt u voorlopig tevreden?
De twee trendbreuken. Eén: de duidelijke ambities op sociaal en ecologisch vlak. Premier Alexander De Croo noemt dit de groenste regering ooit. Het zal u niet verbazen dat ik daar gelukkig mee ben. En twee: het positieve discours. Dat is een verademing tegenover de vorige regering die al vechtend over straat rolde. (feller) Ik heb me kwaad gemaakt op Theo Francken (N-VA) in de zaak-Kucam. Dat is zo typisch voor die politieke cultuur: voor alles bevoegd, maar nooit verantwoordelijk. Eerst beschuldigt Francken onze ngo’s van mensensmokkel, maar later blijkt hij zelf een mensensmokkelaar in dienst te hebben. En denkt u dat hij verantwoordelijkheid opneemt?
Hij is geen staatssecretaris meer. Wat had hij dan moeten doen?
Hij had moeten ingrijpen toen de eerste signalen hem bereikten. Dat heeft hij nagelaten. Het is daarom dat de mensen geen vertrouwen hebben in de politiek. (op dreef) Of het zonnepanelendebacle van de Vlaamse regering. Woest maakt mij dat. Ten eerste omdat het geknoei het draagvlak voor groene energie onderuit haalt en ten tweede omdat men mijn partij mee in het bad wil sleuren. (haalt papier boven) Dit is het amendement dat wij toen hebben ingediend. Had men dat goedgekeurd, dan was dit niet gebeurd. Al die dingen werken populisme in de hand.
De federale regering, waar uw partij in zit, houdt rapporten geheim voor de bevolking. Dat is ook niet goed voor het vertrouwen.
(verrast) Wacht even. Welke rapporten bedoelt u dan?
De dubbele rapporten van Sciensano, het rapport over de reizigerstesten in november en deze week het rapport over de Britse variant in het onderwijs.
(kort) Ik vind transparantie essentieel. We moeten eerlijk communiceren. Ik kan daar niet duidelijk genoeg in zijn. Maar het is niet daardoor dat het vertrouwen een deuk krijgt, wél door het gebrek aan verantwoordelijkheid van politici.
Terug naar het beleid. De socialisten en de liberalen stomen zich klaar voor het relancedebat. Wat is de positie van Groen?
Het beste vaccin om uit het dal te kruipen, is een groene relance. We moeten prioriteit maken van groene investeringen. Dat is onze positie. Corona zal in alle landen het begrotingstraject overhoop halen. Zelfs Duitsland wil volop investeren. Wij mogen niet achterblijven. (enthousiast) We krijgen zes miljard euro van Europa. We moeten daarmee onze economie vergroenen en zo nieuwe jobs creëren. Dat betekent inzetten op de korte keten: op Jef van om de hoek en níet op Jef van Amazon. Bovendien staat de rente historisch laag.
De PS wil de befaamde loonwet van 1996 aanpassen. Is Groen een medestander?
Ja. Er moet meer marge kunnen zijn voor loonsverhogingen, zeker in de sectoren die zich dat kunnen permitteren. We mogen niet te krenterig zijn. Ik wil wel benadrukken dat dit mijn persoonlijke mening is. Dat is immers een dossier voor de sociale partners. (denkt na) Dit wordt een gevoelig debat. Ik besef dat. Tot voor kort waren wij niet concurrentieel met onze buurlanden. Vandaag zijn we dat wel. Dus moeten we met open vizier naar de loonwet durven kijken.
Wordt het geen probleem voor uw partij dat een sterke politica zoals Petra De Sutter een onzichtbare portefeuille heeft?
(feller) U kan toch niet zeggen dat Petra onzichtbaar is? Zij is de grootste werkgever van het land (bevoegd voor Ambtenarenzaken, red). Corona bewijst hoe belangrijk een sterke overheid is. Ik kan u verzekeren dat zij héél zichtbaar zal zijn. Petra zal keihard inzetten op duurzaamheid en digitalisering.
Had u haar niet liever op Volksgezondheid gezien?
(droog) De verdeling is wat ze is. Wat telt, is het extra geld voor volksgezondheid.
Iets anders. Deze week was de herdenking van Auschwitz. Bart De Wever (N-VA) waarschuwt voor een nieuwe opstoot van antisemitisme. Vreest u dat ook?
Auschwitz is het resultaat van een lang proces. Dat is begonnen met woorden en geëindigd met gaskamers. Woorden dóen ertoe. Ook vandaag. Ik zie opnieuw vooroordelen, stigma’s en radicale taal. Het woord omvolking dat Vlaams Belang graag gebruikt, komt rechtstreeks uit het woordenboek van de nazi’s. Dat is niet onschuldig. We moeten daartegen opstaan. Ik was blij met de woorden van Bart De Wever. Hij bleef weg van de polarisatie. Dat was niet altijd zo. Ik hoop dat dat voortaan zijn lijn wordt voor élke gemeenschap.
De joodse gemeenschap vraagt meer ruimte om haar geloof te belijden. Is dat terecht?
Dat is een moeilijke vraag. (denkt na) Ik zou ook graag meer ruimte zien voor zingeving, zowel voor gelovigen als voor niet-gelovigen. Dat een uitvaart beperkt wordt tot vijftien mensen, is ontzettend hard. Verdriet moet je kunnen delen. Maar opnieuw: ik wil geen valse hoop geven. Op een bepaald moment moet je een cijfer vastleggen. Dat is vijftien geworden. Dat is hard. Dat is misschien zelfs onmenselijk. Maar we doen dat om meer leed te voorkomen. (even stil) Ik kan geen goed antwoord geven op uw vraag omdat ik het er zelf moeilijk mee heb. Alleen dit: we moeten volhouden. Nog even. De vaccinaties zijn bezig. Dat is de hoop die ik kan geven.
Als we aan dit tempo voort spuiten, wordt Rimpelrock het enige festival waar u en ik nog binnen mogen.
(lacht uitbundig) Sorry, ik zou eigenlijk niet mogen lachen, maar uw opmerking is wel grappig. Hoe oud moet iemand zijn voor Rimpelrock? (weer ernstig) De opdracht is duidelijk: elk beschikbaar vaccin in een arm krijgen. Ik erger mij ook aan de traagheid. De big farma moet zich houden aan de afspraken. Punt. Ik ben blij dat Europa eindelijk zijn tanden durft tonen. Wat mij betreft, komt er geen patent voor deze vaccins. (op dreef) Waarom zijn die zo snel ontwikkeld? Omdat overheden, wetenschappers en farma goed samengewerkt hebben. Het vaccin moet daarom publiek goed zijn.
Ik wil afsluiten met een lichtpunt. Natuurpunt vraagt om zondag (vandaag) vogels te tellen. Staat uw tuinzetel al klaar?
Goed dat u dat zegt. Neen, eigenlijk niet. Ik ben geen trouwe teller, moet ik bekennen. Ik geniet wel graag van het leven in mijn tuin. Maar weet u: ik zal mijn leven beteren. Ik zal zondag mijn bank buitenzetten. Ik hoop dat de kinderen meetellen. Al zal het geen pretje worden om die twee een kwartier stil te houden. (lacht)
Wat is uw favoriete vogel?
Het roodborstje. Ik vind die zo mooi. Er zat onlangs een roodborstje in mijn tuin. Ik was extatisch: ik wist niet dat die hier zaten, in een stadstuin in Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier