Ons leger ziet af, 343 ervaren militairen gaven vorig jaar hun ontslag: “Als er een veiligheidscrisis uitbreekt, zijn we niet klaar”

Het gaat al een tijd niet goed met het Belgische leger, zeggen de vakbonden, maar er duikt nu ook een nieuw fenomeen op. “Steeds meer ervaren militairen tussen 30 en 40 jaar verbreken hun contract op eigen initiatief omdat ze de miserie binnen Defensie beu zijn”, zegt vakbondsvoorzitter Yves Huwart (ACMP).

Door Nikita Vindevogel

Het Belgisch leger kampt met een groeiend aantal vertrekkers tijdens de loopbaan: in 2019 waren dat er 343, de jaren voordien slechts enkele tientallen. “Een nieuw, triest fenomeen”, zegt vakbondsvoorzitter Yves Huwart (ACMP Algemene Centrale van het Militair Personeel). “Ervaren militairen haken af omdat ze de slechte arbeidsomstandigheden, het gebrek aan zinvol werk en slecht leiderschap beu zijn. Het leger verkoopt zichzelf als de ideale werkgever voor een job vol avontuur, maar de realiteit is veelal anders. Alleen de uitverkorenen trekken op buitenlandse missie en onze para’s zijn vaak overgekwalificeerd voor het werk hier. Je kan het vergelijken met een brandweerman. Als die alleen mag uitrukken voor kleine verkeersongevallen, zal die ook afhaken omdat ‘the real stuff’ branden bestrijden ontbreekt. Dat geldt eveneens voor een militair. Daarbovenop komt het gebrek aan zinvol werk. Door de aanhoudende besparingen kampen eenheden met personeelstekorten en kan er niet deftig getraind worden door oud of onvoldoende materieel.” Volgens Dimitry Modaert (verantwoordelijke leider van VSOA-Defensie) zitten de weinige investeringen het personeel zeer hoog. “Maar ze worden verborgen gehouden achter grote projecten, zoals de F35-vliegtuigen. Ook de onzekerheid over de pensioenen heeft een invloed op de generatie 30’ers en 40’ers”, zegt Modaert. “Vergeet niet dat dit mensen zijn die al lang bij Defensie in dienst zijn”, vult Huwart aan, “zij die het huis goed kennen en veelal een gezin hebben waar brood op de plank moet komen. Als zij de werkzekerheid die Defensie toch echt wel biedt opgeven, dan moet je toch beseffen dat de dingen grondig fout lopen.”

Het Belgisch leger is goed op weg om een spookleger te worden. – Vakbondsvoorzitter Yves Huwart

Vers en ervaren bloed

Het leger rekruteert jaarlijks ruim 2.000 nieuwe militairen. “In 2019 is het daarin geslaagd, dit jaar zal dat door covid-19 niet lukken”, zegt Modaert. “Dat zal een impact hebben op de beschikbare troepen, want er vertrekken nog altijd mensen met pensioen en tijdens de opleiding en loopbaan is er ook uitval.” Jong bloed is net nodig, want Defensie lijkt almaar meer op een “oudemannenleger”, zo stelt Huwart. “De gemiddelde leeftijd van de Belgische militair bedraagt bijna 40 jaar. Dat is ongeveer 10 jaar ouder dan de legers van onze buurlanden. Dat heeft niet alleen een negatieve impact op de inzetbaarheid voor de missies, maar zal op korte termijn een gat slaan in de beschikbare militairen die in de laatste fase van hun loopbaan zitten. We mogen niet iedereen over dezelfde kam scheren, maar hoe jonger een leger is, hoe beter, zeker op fysiek vlak.” Huwart benadrukt dat het vooral een en-en-verhaal is. “Defensie mag nog zo veel nieuwe jongeren rekruteren, wat baat dat als de middengroep uitstroomt? Militairen met ervaring zijn nodig om de jonge garde op te vangen en te begeleiden.”

Oplossingen

Er zijn volgens de vakbonden structurele oplossingen nodig om de problemen echt te verhelpen. “Er is niet alleen de wedde die ligt bij de politie voor dezelfde functie 200 tot 300 euro hoger ook de infrastructuur en het materieel moeten beter”, zegt Huwart. “Wij vragen geen Hilton-hotels of pluche zetels zoals in de Senaat, maar een infrastructuur waar het comfortabel werken is én voldoende middelen om te kunnen trainen. Als die zaken worden aangepakt, dan volgt de rest vanzelf.”

De overheid beloofde in 2015 een investering van 9,2 miljard euro in Defensie. “De reële factuur zal in 2030 door de inflatie 11,3 miljard euro bedragen. Wij wachten ongeduldig op de nieuwe federale regering, maar uit ervaring weten we dat Defensie altijd als laatste aan de kassa passeert”, zegt Huwart. “Wat als de regering moet kiezen tussen Defensie en Gezondheidszorg? De politiek en de samenleving moeten beseffen dat Defensie een belangrijke taak vervult. Tijdens de coronacrisis is pijnlijk duidelijk geworden wat een gebrek aan vooruitziendheid kan teweegbrengen. België was niet voorbereid op deze gezondheidscrisis. Die bezorgdheid hebben wij ook bij Defensie. Wat als er een veiligheidscrisis uitbreekt? Wij zijn ook niet voorbereid. Als 22 maart 2016 (aanslagen Zaventem en Maalbeek, red.) zich herhaalt of nog erger, dan zijn we niet klaar. Defensie is niet langer in staat om zeven dagen per week de klok rond 1.800 militairen de straat op te sturen om het vertrouwen bij de burgers te herstellen. Het Belgisch leger is goed op weg om een spookleger te worden, dat met de dag minder in staat is om de taken die de regering ervan verwacht succesvol uit te voeren.”

Defensie reageert: “Inspanningen nodig op alle domeinen”

Defensie beseft dat er inspanningen nodig zijn op alle domeinen als ze wil tegengaan dat militairen op eigen initiatief hun contract verbreken: in de werkvoorwaarden, in de werkomgeving en in de werkmiddelen.

“Qua werkvoorwaarden zijn er een aantal acties genomen om de financiële voorwaarden te verbeteren”, reageert Defensie. “Een aantal met beperkte impact maar toch symbolisch belangrijk is al gerealiseerd. Zo zijn er de tweetaligheidstoelage, een toelage voor wie het werk doet van een hogere personeelscategorie, een individuele vergoeding voor digitale communicatie en een fietsvergoeding naar satellietkantoren. Daarnaast is er meer en beter gratis logement, een uitbreiding van het ouderschapsverlof, een systeem van tijdsparen en de mogelijkheid om over te stappen van het militaire naar het burgerstatuut binnen Defensie. Andere initiatieven, zoals de invoering van maaltijdcheques, zijn in voorbereiding.”

Drie jaar geleden is Defensie gestart met een sanitair plan om de staat van de toiletten, douches en kleedkamers te verbeteren. “Hoewel de achterstand groot blijft, zijn er ondertussen verschillende initiatieven opgestart om de kazernes op te frissen. Om de achterstand sneller weg te werken, ligt er een infrastructuurplan klaar.”

Uit de gesprekken met de militairen blijkt dat een gebrek aan materieel demotiverend werkt voor het personeel en beperkingen met zich meebrengt tijdens trainingen en operaties. “De aankopen van nieuw materiaal hebben al heel wat perspectieven gegeven, maar de Strategische Visie is verre van afgerond”, besluit Defensie.

(foto Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier