PVDA-boegbeeld Peter Mertens, de vader van de term ‘graaicultuur’: “Het werk is niet af: er zitten nog lijken in de kast”

“Ze schieten liever op de pianist dan het reglement aan te passen.” Peter Mertens wijst erop dat de pensioenextra’s nog altijd niet geschrapt zijn. De ex-voorzitter van de PVDA – vandaag federaal parlementslid is de vader van de term ‘graaicultuur’ in de politiek. Dat is de reden waarom wij een uitgebreid gesprek hebben over wat er – volgens hem allemaal fout loopt in de Wetstraat.

Dat de Belg het vertrouwen in de politiek kwijt is, is geen verrassing voor Peter Mertens. Het Antwerpse boegbeeld van de PVDA schreef zeven jaar geleden het boek Graailand en introduceerde daarmee het g-woord in de politiek. “Het boek was een aanklacht tegen de ons-kent-ons-cultuur, de wereldvreemdheid en de zelfbedieningspolitiek”, vertelt Mertens vandaag. We drinken een koffie in het Victor Bozar Café in Brussel. “De kwade reacties die ik toen gekregen heb … (blaast) Dat het allemaal overdreven was. Dat ik een populist ben. Enzovoort. Maar zie wat er vandaag allemaal naar boven drijft. Had de politieke klasse mijn boek ernstig genomen, dan waren al die dingen verleden tijd.”

U zetelt sinds 2019 in het federaal halfrond. Voelt u die graaicultuur aan den lijve?

(knikt) “Die cultuur zit ingebakken in het systeem. De pensioenextra’s zijn een mooi voorbeeld daarvan. Men vindt het normaal dat men zichzelf deze voordelen toekent. Maar waar zijn de rechten van de dakwerker, wiens knieën versleten zijn? Mag die zichzelf ook een extraatje toekennen? Daarom wijzen wij op de te hoge lonen voor politici. Wie 6.000 euro netto verdient, beseft niet meer waar de gewone mensen mee worstelen. Dat leidt tot wereldvreemdheid.”

U bent een nestbevuiler, zegt Jean-Marie Dedecker. Zijn er veel collega’s die dat zeggen?

“Men schiet graag op de pianist, want dat leidt de aandacht af. (benadrukt) Maar het is niet de pianist die de antipolitiek voedt, maar de graaicultuur zelf. Dat moet men goed beseffen. Men vindt het natuurlijk ambetant dat wij die dingen – zoals de pensioenextra’s – naar buiten brengen, maar eigenlijk vallen de reacties best mee, zeker achter de schermen. Af en toe vallen er kwade woorden, maar so be it.”

Laten we eens klare taal spreken: vindt u de meeste politici zakkenvullers?

“Néén. Het is geen probleem van mensen, het is een systemisch probleem.”

En toch zet uw partij een man als Herman De Croo – die zestig gewerkte jaren op de teller heeft – weg als een graaier. Wat vindt u daarvan?

(aarzelend) “Het gaat mij niet over de figuur van Herman De Croo of Siegfried Bracke. De eerste onthullingen gingen over hen, en daarom werden hun namen genoemd, maar ik ga dit niet persoonlijk spelen. Het is het systeem dat fout zit.”

Ik begrijp niet wat Conner Rousseau bezielt. De kloof tussen de top van Vooruit en onze partij is groter dan ooit

Waarom staan de pensioenextra’s voor parlementsleden niet in uw boek vermeld? U had dat toen toch al moeten weten.

“Dat is geen faire kritiek. Om alle lijken uit de kast te halen, moet je eerst de kasten weten staan. Wij zaten toen met twee mensen in het parlement. Alles was nieuw voor ons, terwijl de andere partijen vergroeid waren met het huis. Het is pas sinds 2019 dat we een echte fractie hebben. (feller) Maar kijk naar ons palmares: wij hebben de voorbije negen jaren ongelooflijk veel mistoestanden naar buiten gebracht. Ik ben daar fier op. En het werk is niet af: er zitten nog lijken in de kast.”

Met welk dossier bent u bezig?

(twijfelt even) “Dat zeg ik beter niet. Als je dingen naar buiten brengt, dan moet je een stevig en onderbouwd dossier hebben. Zoiets opbouwen, kost tijd. Wij mogen geen fouten maken, anders zullen we daarop afgerekend worden. Maar u zal het komende jaar nog van ons horen.”

Is het systeem van de pensioenextra’s eigenlijk al afgeschaft?

“Goede vraag en ik heb dat laten nakijken. Het antwoord is neen, ondanks alle intentieverklaringen. In het Vlaams parlement is het reglement wel al aangepast, maar federaal is dat nog niet gebeurd. Ze schieten blijkbaar liever op de pianist, want in de laatste vergadering van het bevoegde bureau ging het vooral over wie gelekt heeft. De bijeenkomst van deze week werd dan weer uitgesteld. Resultaat: de pensioenextra’s bestaan nog altijd. Eigenlijk is dit wraakroepend.”

Hoe kan de graaicultuur gestopt worden?

“Het idee dat de zelfbedieningspolitiek normaal is, moet verdwijnen. Wij zouden daarom in de eerste plaats de lonen halveren: 3.000 euro voor een parlementslid en 5.000 euro voor een minister.”

Eenrace to the bottom’ dus. Waarom dan niet 2.000 euro? Of 1.000 euro?

(geprikkeld) “Omdat wij 3.000 euro nog altijd een goed loon vinden. En néén, dat zet de deur niet open voor corruptie. Wat een onzin, zeg. Het zal ervoor zorgen dat politici weer met de voeten op de grond staan.”

Volgens professor Bart Maddens is de partijfinanciering – intussen tachtig miljoen euro per jaar het fundamentele probleem.

“Ik volg hem daarin. Dat zou mijn tweede punt zijn. Alle partijen liggen aan het infuus. En wat doen ze met het geld? Vastgoedmakelaar spelen. Maar als een kleine cultuurvereniging subsidies nodig heeft, dan worden ze door de liberalen weggezet als subsidieslurpers. Wij vinden dat partijen meer moeten steunen op eigen inkomsten, van leden, van activiteiten, enzovoort. Dat zou ook het leven aan de basis ten goede komen.”

Dat is makkelijk gezegd voor u. U verplicht uw parlementsleden om meer dan de helft van hun loon af te staan aan de partij. Een akelig principe, vinden velen.

“Dat is een gezond principe. Het zorgt ervoor dat ik elke maand een loon heb van 2.500 euro. Het mediaanloon van een arbeider is 2.200 euro. Dat betekent dat de helft meer verdient en de helft minder. En ik kom goed rond, hoor. Ik kan naar de voetbal, ik kan een pint drinken, maar ik weet tegelijk wat gewone arbeiders voelen.”

Het loon dat u aan uw partij schenkt, wordt gebruikt om Facebook en andere multinationals te financieren. Is dat niet hypocriet?

(windt zich op) “Neen, en we gaan dat blijven doen. Heel offensief zelfs. Wij zijn de partij die het minste aan bod komt in de audiovisuele media. Wij moeten dus wel inzetten op sociale media om mensen te bereiken. Wij zijn geen idioten, hé.”

Wringt het niet voor een rechtgeaarde communist dat u Amerikaanse multinationals sponsort?

(fijntjes) “Marxist, bedoelt u. Neen, dat wringt niet, omdat we nu eenmaal in een commerciële samenleving leven. Ik draag hier ook een broek van Levi’s, hoor. Ik ga niet als een kluizenaar in een grot leven tot de ideale samenleving verschijnt. Zou ik liever zien dat sociale media publiek goed zijn? Ja, natuurlijk. En maak ik mij zorgen over de monopolievorming en het databeheer? Uiteraard ook. Maar ik ga me daarom niet verstoppen. Forget it.”

U zit trouwens ook op TikTok. Wat zeggen uw kinderen daarvan? ‘Moei u niet met onze wereld’?

“Zoiets, ja. Met een grijns op hun gezicht. (lacht) Neen, het is een testfase. Ik moet bekennen dat ik de codes van TikTok nog niet onder de knie heb. Dat is meer de leefwereld van Jos D’Haese. Voor mij is Facebook de beste manier om mensen te bereiken. Je moet een beetje authentiek blijven als politicus, vind ik.”

Klasseert u het Bpost-verhaal ook onder graaicultuur?

“Voor een deel wel. Wat is daar het fundamentele probleem? De PS heeft destijds groen licht gegeven om Bpost op de markt en de beurs te brengen. Of beter: de ene arm van de PS. De andere arm wil nog altijd controle behouden over het bedrijf. Hoe lossen ze dat op? Door daar hun pionnen te plaatsen. Vriendjespolitiek dus. En wie zijn tegenwoordig die pionnen? Allemaal mannen van grote consultancybureaus. We noemen hen de Mickeys (verwijzing naar consultancybedrijf McKenzie, red.). Dat is niet alleen een probleem bij Bpost. Deze pionnen controleren meer en meer aspecten van onze overheid. Tijdens de covidcrisis werden ze zelfs ingeschakeld om mondmaskers te verdelen. Allé, mannekes. Alsof de overheid dat zelf niet kan.”

Wij bieden een proper alternatief voor het racistisch gedoe van Vlaams Belang

Denkt u niet dat vooral Vlaams Belang groter wordt van uw graai-discours? Dat is wat ook de socialisten u kwalijk nemen: dat u vooral hen aanvalt, en niet Vlaams Belang.

“Neen, echt niet. Het is de graaicultuur die de mensen woedend maakt. Wat wij doen, kan voor een helend effect zorgen. Wij bieden een proper alternatief voor het racistisch gedoe van Vlaams Belang. Uit de laatste peilingen blijkt ook dat we beloond worden door de mensen. Vlaams Belang doet mee aan de graaicultuur, hé. Zij hebben al die wetten mee goedgekeurd. Hebt u Jos D’Haese niet bezig gezien in het Vlaams parlement? Hij heeft Filip Dewinter daar de kleren helemaal afgetrokken tot hij stotterde. Wie is er daar vroeger ooit in geslaagd?”

De afstand tussen Vooruit en uw partij lijkt groter dan ooit. Terwijl u op 1 mei voor een miljonairstaks pleitte, wil Conner Rousseau basisbanen voor wie twee jaar werkloos is.

“Dat is mij ook opgevallen en ik vind dat onwaarschijnlijk. Van mij mag iedereen gelijk wanneer huwelijksaanzoeken doen. Maar dat de socialisten uitgerekend 1 mei aangrijpen om een knieval te doen voor Bart De Wever, gaat er bij mij niet in. Straks heeft Bouchez (MR) gelijk als hij zegt dat Vooruit hem op rechts inhaalt. Ik begrijp niet wat Conner Rousseau bezielt. De Dag van de Arbeid aangrijpen om te schoppen naar beneden, dat is werkelijk on-ge-zien. De kloof tussen de top van Vooruit en onze partij is inderdaad groter dan ooit. Als hij nog een jaar op die manier verder doet, zullen er veel mensen van zijn basis naar onze partij overstappen.”

Hebt u al eens onder vier ogen met Conner Rousseau gesproken?

“Neen. Ook niet toen ik voorzitter was. Ik had wel een goede relatie met zijn voorganger John Crombez. Ik heb de indruk dat Conner vooral met marketing bezig is, en minder met strategische allianties. (droog) Behalve dan met N-VA.”

Hoe bevalt het leven na het voorzitterschap? Hebt u eindelijk meer tijd om boeken te schrijven, zoals u hoopte?

“Jawel. Het nieuwe leven bevalt me goed. Ik hoef niet meer om de vijf minuten te reageren op tweets van die of die. Van een voorzitter wordt tegenwoordig verwacht dat hij ook entertainer is. Raoul (Hedebouw, red.) kan dat beter dan ik. Ik werk intussen aan een boek over graai-flatie dat in september zal verschijnen.”

Graai-wat, zie ik de mensen al denken.

“Als de prijzen van onze winkelkar stijgen – zoals vandaag , dan wijst men volgens de klassieke theorie naar de loon-prijs-spiraal. Als de lonen verhogen, dan verhogen de prijzen, enzovoort. Maar uit onderzoek blijkt dat dat niet de verklaring is voor de torenhoge inflatie vandaag. In de drie belangrijkste sectoren – industrie, energie, bankwereld – worden de prijzen verhoogd om meer winst te maken. Dat noemt men graai-flatie. En dat heeft een watervaleffect op de hele economie. Dat de prijzen vandaag zo hoog liggen, is dus omdat enkele grote sectoren meer winst willen maken. Wij willen daarom een overwinsttaks, zeker voor de energiesector.”

Mijn boerenverstand zegt dat de bedrijven die extra taks opnieuw aan de consument zullen doorrekenen.

“Daarom moeten we ook de prijzen durven blokkeren. Frankrijk en Griekenland doen dat vandaag al en dat heeft een positieve impact op de prijs. Je kan dat doen voor energie, maar je kan dat ook doen voor andere basisproducten zoals brood.”

Ik wil afsluiten met een boek van deze week: de canon van Vlaanderen. Is dit nu het nationalistische symbool geworden dat de Vlaming moet klaarstomen voor de separatistische agenda van N-VA? Dat was aanvankelijk uw kritiek.

“Neen, dat is het niet geworden. Maar ik ben nog altijd tegen. Ooit zei Bart De Wever dat wie de geschiedenis canoniseert, dicht tegen totalitaire regimes aanschurkt. Wie ben ik om hem daarin tegen te spreken? Anderzijds zie ik wel dat deze canon interessante vensters bevat, ook over de sociale strijd. Dat is mooi. Ik heb alle respect voor de mensen die hieraan hebben meegewerkt. Ik zal het boek zeker kopen en laten signeren door Jan Dumolyn (een historicus die hieraan meegewerkt heeft, red.). Hij heeft on-terecht veel bagger over zich heen gekregen.”

Ik dacht even dat u zou zeggen: door Jan Jambon.

Zijde zot? (lacht) Weet u wat eens gemaakt zou moeten worden? Een canon van de arbeidersbeweging. Dat zou pas boeiend zijn.”

Peter Mertens: “Had de politieke klasse mijn boek ernstig genomen, dan was de graaicultuur verleden tijd.”
Peter Mertens: “Had de politieke klasse mijn boek ernstig genomen, dan was de graaicultuur verleden tijd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier