Anneleen Van Bossuyt: “Te weinig vrouwen in de regering? Ik vind het niet nodig om daar zo’n spel van te maken.” (foto's Christophe De Muynck)

Anneleen Van Bossuyt, de verrassende nieuwkomer in de regering-De Wever: “Als kind wou ik non worden. En zie nu”

“Wat is dan wel humaan? De mensen op straat laten slapen zoals Vivaldi deed?” Anneleen Van Bossuyt (N-VA), kersvers minister van Asiel en Migratie, laat niet met zich sollen. Exclusief voor onze krant blikt de 45-jarige Gentse terug op haar eerste en meteen slopende werkweek. Vermoeid, maar toch opvallend vurig.

“Ik ben kapot”, geeft Anneleen Van Bossuyt eerlijk toe. Het is vrijdagmiddag en terwijl in Gent Charlotte de Witte zich klaarmaakt voor een stomende technoset, is het ijskoud in Brussel. “Het was een slopende week, en niet alleen door de korte nachten. Hoe begin je aan zo’n ministerschap? Daar bestaat geen draaiboek voor. Je wordt daarin gesmeten en je moet zwemmen. Dat heeft mij het meeste verrast. Er staat amper meubilair op het kabinet en er zijn nog geen medewerkers. Bovendien heb je geen tijd om daar zelf mee bezig te zijn. Dat is moeilijk voor een controlefreak zoals ik. (even stil) Het was een rollercoaster. Ik ben blij dat we zondag een familiefeest aan zee hebben. De frisse lucht zal me deugd doen.”

Hebt u de voorbije nachten überhaupt geslapen? Het parlement heeft 40 uur non-stop gedebatteerd over de nieuwe federale regering.

“Amper. Woensdag misschien drie uur en donderdag vijf uur: op een matras op een kamertje boven het kabinet. Er waren zelfs geen lakens. Omdat het zo koud was, ben ik onder de matrasbeschermer gekropen. (lacht) Maar écht slapen, is niet gelukt. Het debat blijft door uw hoofd spoken.”

Is het niet belachelijk dat het parlement non-stop wou doorgaan?

(knikt) “Zo’n uitputtingsslag is niet meer van deze tijd. Je zag zelfs mensen in slaap vallen op hun stoel. Wat heb je daaraan? Maar goed: ik stel vast dat iedereen dat wel aanklaagt, maar ook dat iedereen gewoon verder doet. De volgende keer moet je daar vooraf andere afspraken over maken.”

“Hoe begin je aan zo’n ministerschap? Je wordt daarin gesmeten en je moet zwemmen. Dat heeft mij het meeste verrast”

Went het al om minister genoemd te worden?

“Neen. (lacht) De vraag overviel mij echt, ook al werd ik af en toe genoemd in de media. Het was zondagochtend om 8.40 uur toen de naam van Bart De Wever op mijn smartphone verscheen. Ik was net onderweg naar het toetredingscongres in Antwerpen en met mijn zus aan het bellen die in Australië woont. Ik schrok me rot. ‘Ik moet direct ophangen’, zei ik. (lacht) Bleek dus dat hij belde om mij te vragen om minister te worden.”

Twijfelt u dan niet? Zoiets gooit uw leven overhoop.

“Neen. Ik heb direct ja gezegd. Als je zo’n kans krijgt, moet je die grijpen.”

© Christophe De Muynck

Hoe reageert uw omgeving? Fier of bezorgd?

“De twee. Mijn papa fier, mijn mama bezorgd. ‘Hoe ga je dat allemaal doen, zoetje’, zegt ze. (glimlacht) Gelukkig kan ik rekenen op mijn partner. Hij heeft zelf de wereld rondgereisd voor zijn werk, dus hij weet wat een druk leven inhoudt. Intussen heeft hij zijn eigen bedrijf opgericht, waardoor hij meer thuis is. Mijn zoon, die vijftien is, is ook trots. Hij volgt de politiek op de voet. Mijn dochter minder – wellicht omdat ik door de politiek weinig thuis ben. (stil) Ik ga waakzaam moeten zijn, besef ik. Ik heb het ook al aan mijn man gezegd. ‘Als ik te weinig thuis ben, zég het mij, want misschien ga ik het zelf niet doorhebben.’”

Voorgangers op Asiel en Migratie kregen eelt op de ziel, zeiden ze zelf. Kan je je daartegen wapenen?

“Ik heb geen olifantenvel en ik hoop dat ik dat nooit zal krijgen. (denkt na) Ik besef dat deze functie onder je vel kan kruipen. Dat is ook wat Nicole (De Moor, CD&V, red.) zei bij de kabinetsoverdracht. Migratie gaat over mensen. Als je daar niet wakker van ligt, ben je dan nog mens? (benadrukt) Maar net daarom ben ik ervan overtuigd dat wij het juiste gaan doen. Het is beter om vooraf duidelijk te zijn en geen valse verwachtingen te creëren dan nadien mensen te moeten ontgoochelen.”

Hebt u affiniteit met het domein?

“Ik ben niet de grote specialist, maar een frisse blik kan volgens mij geen kwaad. Dat is ook waarom Bart mij wou, denk ik. Hij kent mijn capaciteiten. Hij verwees ook naar Gent, waar we in 2030 de grootste willen zijn. Het is geen toeval dat ik ook bevoegd ben voor grootstedenbeleid en maatschappelijke integratie. Ik was eerst verrast over de puzzel, maar als je er goed over nadenkt, dan klopt het wel.”

Amper vier van de vijftien ministers zijn vrouwen. Is dat geen probleem?

“Ik vind dat geen issue. Ik zou het zelfs een affront vinden als ik hier zou zitten omdat ik een vrouw ben. Een minister moet vooral geschikt zijn.”

En dat er in het kernkabinet, waar over abortus en flexibel werk beslist kan worden, alleen mannen zitten?

“Er zijn weinig beslissingen die enkel door het kernkabinet genomen worden, en al zeker niet over zulke thema’s. Ik kan mij zelfs niet voorstellen dat onze vicepremier Jan Jambon daarover zou beslissen zonder anderen te consulteren. Dus neen, ik vind het niet nodig om daar zo’n spel van te maken.”

Terug naar het debat. Was u onder de indruk van Barbara Pas (Vlaams Belang) die uw partijstatuten verscheurde?

(droog) “Dat hoort bij de show, zeker? Denkt u dat de Vlaming daar wakker van ligt? Ik niet. De Vlaming zal deze regering beoordelen op wat ze doet.”

© Christophe De Muynck

‘Confederalisme of niets’ beloofde uw partij nochtans in de campagne. Het is niets geworden. Wringt dat niet?

“Dat het niets is, klopt niet. Zo krijgen de deelstaten meer macht op het Europese toneel. Natuurlijk zouden wij verder willen gaan, maar als je geen tweederde meerderheid hebt, wat moet je dan doen? Vasthouden aan je symbolen of kijken wat je wél kan veranderen? Wij gaan de werkloosheidsuitkering beperken in de tijd. Als je ziet hoeveel draagvlak daarvoor bestaat, dan denk ik dat de Vlaming ons daar harder op zal afrekenen dan op het confederalisme.”

Dat was ook de redenering van uw partij bij het Zweedse avontuur in 2014. Was de conclusie nadien niet dat dat niet voor herhaling vatbaar was?

“Er is één groot verschil. Deze keer leveren wij de premier. Dat maakt dat wij meer gaan wegen op de agenda en bovendien zal de premier zelf een beleidscel opstarten om een staatshervorming mogelijk te maken.”

In het regeerakkoord staat ook dat deze regering de viering van 200 jaar België en 60 jaar federalisme zal voorbereiden. Kan het ironischer?

“Je kan een jaartal niet veranderen. Het is wel op onze vraag dat de minister-presidenten van de deelstaten bij alle vieringen aanwezig zullen zijn.”

Hoopt u niet dat België ophoudt te bestaan in 2030?

(blaast) “Eerlijk: dat is iets waar ik totaal niet mee bezig ben. Ik hoop vooral dat wij de komende jaren de Vlaamse welvaart kunnen verzekeren.”

U wil het strengste asiel- en migratiebeleid ooit voeren. Wil dat zeggen dat de deur dicht gaat voor iedereen?

“Neen. Een migratiestop zoals Vlaams Belang wil, is onmogelijk, tenzij je uit de Europese Unie zou stappen. Dat willen wij niet. Wij gaan zo streng mogelijk zijn binnen de grenzen van het internationale rechtskader. (feller) Terwijl het aantal asielaanvragen in Europa daalt, gaat het aantal in ons land omhoog. Vorig jaar zelfs 40.000! Totale kostprijs van de opvang: 1 miljard! Als je die cijfers bekijkt, weet je dat de limiet bereikt is. België mag niet langer het land van melk en honing zijn.”

De instroom doen dalen, is de prioriteit, lees ik. Wat wordt de belangrijkste maatregel?

“Er zijn er veel en daar ben ik blij om. Er is geen enkel regeerakkoord dat ooit zo heeft doorgepakt. Ik wil er twee noemen. Nieuwkomers moeten voortaan vijf jaar wachten op sociale bijstand. Als je hier komt, moet je eerst integreren en bijdragen vooraleer je een leefloon kan krijgen. We gaan bovendien een uitkeringsplafond invoeren. Een tweede is de verstrenging van de gezinshereniging. Vorig jaar: 21.000 mensen van buiten de EU! Het hoogste aantal ooit. Wij gaan onder meer een langere wachttijd invoeren, met uitzonderingen voor kinderen. Zo zie je dat we wél menselijk zijn.”

© Christophe De Muynck

Is het probleem niet vooral de uitstroom? Wie geen papieren krijgt, verdwijnt vaak in de illegaliteit.

“Ook. We gaan daarom het aantal plaatsen in gesloten centra verdubbelen en we maken woonstbetredingen mogelijk. Maar de instroom beperken, is de prioriteit. Als dat lukt, zal zich dat ook vertalen in de uitstroom.”

Hoe ver zou u gaan om mensen het land uit te zetten? Desnoods manu militari op het vliegtuig?

“Dat kan de ultieme remedie zijn, ja. We gaan een terugkeercontract invoeren. Wie dat niet naleeft, kan gedwongen worden.”

Tegelijk moet u zorgen voor een besparing van 1,4 miljard. Is dat geen contradictie?

“Soms moet je eerst investeren vooraleer je kan besparen. Als de instroom vermindert, zal er minder opvang nodig zijn, wat een serieuze besparing zal betekenen. Die 1,4 miljard is het streefdoel tegen het einde van de legislatuur.”

Voelt het niet wrang dat u zo zwaar wil besparen op de meest kwetsbaren, zoals mensen op de vlucht voor oorlog?

“Dat verwijt heb ik deze week al enkele keren gekregen van linkse partijen. Zij doen dat blijkbaar graag, met het moraliserend vingertje zwaaien. (fijntjes) Ook in Gent heb ik dat al mogen ervaren. (windt zich op) Maar wat is dan wel humaan? Mensen op straat laten slapen zoals Vivaldi deed? De groenen en de Franstalige socialisten zaten in die regering, hè, en zij hebben dat laten gebeuren. Het kordate beleid dat wij gaan voeren, zal finaal veel humaner zijn voor de mensen die hier komen.”

Kan migratie voor u ook een positief verhaal zijn?

“Ja, maar eerst moeten we het negatieve beeld keren. Dat zal tijd vragen. Er zijn weinig Vlamingen die een probleem hebben met nieuwkomers die zich integreren en bijdragen. Dat moet het model worden.”

‘Zelf kan ik Gent niet onder curatele plaatsen. Dat zou mijn bevoegdheid te buiten gaan. Vlaanderen zou dat misschien kunnen doen”

Over Gent gesproken: bent u blij dat u toch geen schepen bent geworden?

“Ik kan daar niet op antwoorden. (denkt na) Ik ben vooral blij dat ik nooit voor de keuze heb gestaan. Ik wil Gent niet loslaten. Ik hoop zelfs fractieleider te kunnen blijven, ook al wordt dat niet simpel. Wat we na de verkiezingen in Gent hebben gezien, was niet mooi. Groenen zeggen wel dat ze tolerant zijn, maar ze zijn dat enkel voor gelijkgezinden.”

Voelt dit een beetje als zoete wraak? U bent al vaker uitgelachen door progressief Gent?

“Uitgelachen zou ik niet zeggen. Dat is één keer gebeurd, zeven jaar geleden. Omdat ik voorstelde om de tramsporen aan te passen. Ik ben zelf eens gevallen met mijn fiets toen ik zeven maanden zwanger was. Voet gebroken.”

Trammeleen werd u genoemd. Heeft dat u geraakt?

“Ja, natuurlijk. Ik heb geen olifantenvel zoals ik al zei. Intussen zijn er trouwens studies die bevestigen wat ik toen zei. Op sommige plekken zijn de tramsporen heel gevaarlijk voor fietsers. Maar goed, dat is de enige keer dat ik ben uitgelachen. Wat veel meer gebeurt, is dat progressieven ons demoniseren. Dat ze doen uitschijnen dat wij slechte mensen zijn. Ik vind dat verschrikkelijk. Daarom was ik zo kwaad toen ik Hafsa zag aan het stadhuis. Iedereen heeft dat filmpje wel gezien, zeker? (grijnst) Maar ik ben niet rancuneus. Dus neen, dit is geen zoete wraak.

Hebt u al felicitaties gekregen van de groene kopvrouw Hafsa El-Bazioui?

“Neen. Dat ligt blijkbaar te moeilijk. Of ze heeft het te druk. Van de andere leden van het schepencollege heb ik wel berichten gekregen. Het valt dus op.”

U bent ook bevoegd voor grootstedenbeleid. Gent kampt met een schuldenlast van één miljard. Is het geen tijd om een oogje in het zeil te houden?

“Het is intussen 1,2 miljard. Helaas is de ernst nog altijd niet doorgedrongen bij het stadsbestuur. Zelf kan ik Gent niet onder curatele plaatsen. Dat zou mijn bevoegdheid te buiten gaan. Vlaanderen zou dat misschien kunnen doen. Ik blijf het alleszins van nabij opvolgen.”

Tot slot: is dit een kinderdroom die uitkomt?

“Neen. Als kind wou ik non worden. Zie nu. (lacht) Tot de derde kleuterklas was dat mijn droom. En weet u waarom? Omdat mijn juffrouw een non was. Ik dacht dus dat je non moest zijn om voor de klas te staan. (lacht) Later wou ik het leger in. Ik hou van orde en structuur. Mijn ouders vonden dat niet het beste idee. Het is uiteindelijk Rechten geworden. Pas vele jaren later is de politiek op mijn pad gekomen. In 2010 heb ik meegeschreven aan een boekje over de werking van Europa. Op de voorstelling kreeg ik de vraag van toenmalig europarlementslid Frieda Brepoels om de nieuwe studiedienst van N-VA te versterken. Zo ben ik erin gerold.”

U komt niet uit een Vlaamsgezind nest?

“Neen, eerder uit een CVP-nest. Mijn papa was magistraat. Hij werkte onder meer als jeugdrechter. Mijn mama werkte in de pleegzorg. Zij kwamen thuis met de meest schrijnende verhalen. Mijn maatschappelijk engagement heb ik aan hen te danken.”

© Christophe De Muynck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier