Annick De Ridder: “Het vervoersplan van De Lijn leidt nu al tot een toename van het aantal reizigers met zes procent. Dat is de bijsturing die nodig was.” (foto Christophe De Muynck)

Vlaams minister Annick De Ridder: “Ik heb liever dat ze mij Thatcher noemen dan maske”

Annick De Ridder moet voor pit zorgen in de nieuwe Vlaamse regering. De kersverse minister kreeg een zak geld en een hoop miserie toebedeeld. Een tweede Thatcher wordt ze soms genoemd. In haar eerste interview met deze krant toont de 45-jarige N-VA’ster zich evenzeer onbuigzaam als kwetsbaar. Een gesprek over tattoos, exotische zeereuzen en de kras op haar ziel.

BDW, antwoordt ze zonder verpinken op de vraag waarom ze drie weken geleden haar geliefde Antwerpen inruilde voor Brussel. BDW: dat is Bart De Wever, haar partijvoorzitter. “Hij is onze onbetwiste nummer één. Zijn strategisch inzicht is bijna feilloos, vind ik. Als hij oordeelt dat ik de partij beter kan dienen als minister, dan geloof ik hem. Let wel: dat was met gemengde gevoelens hoor. Ik ben een kind van de haven, opgegroeid in een rijhuis op Linkeroever. De haven is mijn grote liefde.”

Met de paplepel ingekregen, niet?

(knikt) “Ik kom uit een warm middenklassegezin. Wij hadden niets te kort, maar als we iets extra wilden, moesten we daarvoor werken. Dat was de mentaliteit. Mijn vader was scheepsagent. In de weekends mochten wij soms mee aan boord van die exotische zeereuzen. Dat was wauw voor een kind van tien, hoor. Als je dan later havenschepen mag worden … (benadrukt) Ik zou het niet voor élke bevoegdheid gedaan hebben. Bart wist dat.”

Om uw liefde voor Antwerpen te verankeren, liet u zelfs een tattoo zetten op uw pols (de letters SPQA, de Latijnse afkorting voor ‘de senaat en het volk van Antwerpen’). Was dat vorige zondag in een zegedronken bui?

(lacht) “Neen. Ik was heel blij met onze overwinning, maar dronken was ik niet. Ik ben sowieso geen grote drinker, maar zeker als nieuwe minister wou ik vooral op tijd in mijn bed liggen. Ik kan u verzekeren: de opstart van zo’n ministerpost is een chaotische periode. De tattoo was al langer gepland. Het is inderdaad een eerbetoon aan de stad. Al heb ik daarover inderdaad de wildste verhalen mogen lezen.”

Annick De Ridder : “De tattoo was al langer gepland en is een eerbetoon aan de stad Antwerpen.”  (foto Christophe De Muynck)
Annick De Ridder : “De tattoo was al langer gepland en is een eerbetoon aan de stad Antwerpen.” (foto Christophe De Muynck) © Christophe De Muynck

Dat u het doet om nóg meer in de gunst van uw voorzitter te komen.

(rolt de ogen) “Hilarisch. Weet u wat Bart zei? Dat hij nog liever in de bak zou zitten dan een tattoo te laten zetten. Het is dankzij mijn leerkracht van destijds dat ik verslingerd ben aan het Latijn. Het is trouwens niet mijn eerste tattoo. Ik had al eens een spreuk laten plaatsen, van Cicero: Non nobis solum nati sumus. Dat wil zeggen: wij zijn niet enkel voor onszelf geboren. Deze staat op mijn zij.”

Wat betekent dat voor u?

“U gaat wel heel direct naar de kern. (aarzelend) Ik ben ongewenst kinderloos. Vandaag heb ik daar vrede mee. Dat was niet altijd zo. Tussen mijn 35ste en 38ste heb ik samen met een goede vriend zes ivf-trajecten doorlopen. Dat is niet gelukt – de harde wetten van de natuur. Om die zware periode af te sluiten, heb ik die tattoo geplaatst.”

“Een deel van je bestaan behoort toe aan je vrienden en je vaderland. In mijn geval is dat een groot deel omdat ik geen kinderen heb”

Een kras op uw ziel, liet u eens vallen.

(knikt) “Ik kan mij goed inbeelden dat een kind voor veel mensen een reden van bestaan is. De haven is een beetje mijn kindje geworden. (glimlacht) Ik beschouw mezelf nu nog meer als civil servant, als dienaar van de samenleving. Dat is wat Cicero zegt: dat een deel van je bestaan toebehoort aan je vrienden en je vaderland. In mijn geval is dat een groot deel omdat ik geen kinderen heb.”

Was de politiek een kinderdroom?

“Neen. Zouden er kinderen zijn die dromen van zo’n abstract beroep?”

Conner Rousseau naar het schijnt.

“Dat is dan ook een raar diertje. (lacht) Ik wist het van toen ik zeventien was. (op dreef) Het jaar van de Witte Mars: 1996. Wij werden uit de klas geplukt door de opjuttende communisten om mee te doen aan een mars naar de kathedraal. Ik bleef zitten – als een van de weinigen, samen met mijn leraar Latijn. Opnieuw diezelfde leraar. Wij hebben twee uur lang gefilosofeerd over de samenleving. Zó beklijvend. Ik heb daarna twee dingen beslist: dat ik rechten zou studeren en aan politiek zou doen. Vandaar ook mijn aversie tegen de communisten. Ik ben blij dat de Antwerpenaar zondag niet in hun leugens is gestapt. Je ziet trouwens in heel Vlaanderen de grote doorbraak van de extremisten uitblijven, ondanks hun getoeter.”

U was tot 2013 lid van Open VLD. Wat doet het met u, dat sommige N-VA’ers u nog altijd een overloper noemen?

(blaast) “Dat raakt mij niet als dat komt van sociale media of van mensen die mij niet kennen. Als dat komt van iemand uit de inner circle, dan ga ik graag in gesprek met die persoon.”

Waar staat Jan Peumans? Hij wil niet naar het parlement, omdat hij uw ‘neoliberale’ beleid niet wil verdedigen.

“Jan was een fantastische parlementsvoorzitter – ik meen dat. Maar ik denk dat hij zich in de toekomst beter zou focussen op zijn doctoraat.” (zwijgt)

Bent u een tweede Thatcher zoals u soms genoemd wordt?

“Ik vind die vergelijking niet erg. Net zoals Thatcher word ik gedreven door de gezonde economische principes van de vrije markt. Ik heb liever dat ze mij zo noemen dan maske (zoals Rousseau deed, red.). Maske is denigrerend. Weet u: ik ben relatief jong in de politiek en de havenwereld gesmeten. Als je daar overeind wil blijven, móét je soms onbuigzaam zijn. Anders word je weggeblazen. En ja, dan word je blijkbaar een harde tante genoemd. Maar dekt dat de lading?”

“Ik ben relatief jong in de politiek en de havenwereld gesmeten. Als je daar overeind wil blijven, móet je soms onbuigzaam zijn.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik ben relatief jong in de politiek en de havenwereld gesmeten. Als je daar overeind wil blijven, móet je soms onbuigzaam zijn.” (foto Christophe De Muynck)

Mij valt op dat u ook over kwetsbaarheden durft praten.

“Dat was niet het plan, maar jij wou per se over die tatoeages beginnen. (lacht) Ik doe me nooit anders voor dan ik ben. Als politica kan ik zakelijk zijn, maar als mens heb ik ook krassen op de ziel. Ik heb gelukkig drie prachtige metekindjes. (stil) Vroeger vergat ik wel eens hoe belangrijk je omgeving is. Ik heb daardoor brokken gemaakt, weet ik. Nu niet meer. De politiek is niet meer het enige in mijn leven.”

Laten we naar uw beleid kijken. Uw voorgangers beten hun tanden stuk op het fileleed. De Vlaming blijft jaar na jaar alle records breken. Dat kost onze economie ruim vijf miljard. Wat gaat u anders doen?

“Deze regering gaat meer dan drie miljard extra investeren. Meer dan de helft daarvan is voor mobiliteit en openbare werken. Dat is een gigantische turbo en dat is het grote verschil met vorige regeringen. Zo gaan wij 400 miljoen euro extra investeren in nieuwe bussen en trams. Dat zal niet alleen het beroep van chauffeur aantrekkelijker maken, het zal ook de reiziger verleiden.”

Is De Lijn niet toe aan een gróndige metamorfose?

“De Lijn moet aantrekkelijker worden, akkoord. De extra investering is één iets. Er is ook het vervoersplan van de vorige regering. Het was niet verstandig van mijn voorganger (Lydia Peeters, red.) om dat vlak voor de verkiezingen uit te rollen, maar goed. Dat is wel de grote bijsturing die nodig was. Dat leidt nu al tot een toename van het aantal reizigers met zes procent. Is dat genoeg? Neen. We bekijken nu in detail waar er nog blinde vlekken zijn. Het vertrekpunt is: De Lijn moet meer vraaggericht rijden. Waar er veel vraag is, moeten er veel bussen en trams zijn. Op andere locaties kijken we naar specifieke noden.”

“Je mag de wagen niet zien als vijand. Als je dat wel doet, krijg je weerstand zoals in Brussel en Gent”

Waarom laat u De Lijn voortaan zelf haar tarieven bepalen? Het laat zich raden dat tickets duurder zullen worden.

“Dat is op vraag van De Lijn zelf. Gaan sommige tickets duurder worden? Dat kan. Maar het is in niemands voordeel dat tickets zo duur worden dat de mensen wegblijven. Dus dat zal niet gebeuren. Bovendien blijven wij als regering waken over de sociale tarieven en zeggen we ook dat het goedkoper moet voor jongeren. Als je trouwens internationaal vergelijkt, is De Lijn heel betaalbaar.”

Als u de files wil aanpakken, is het dan geen tijd om de auto écht te ontmoedigen?

“Neen. Daar geloof ik niet in. Je mag de auto niet zien als de vijand. Als je dat wel doet, krijg je weerstand zoals in Brussel tegen Good Move of in Gent. Je moet de mensen verleiden om alternatieven te gebruiken.”

U klinkt net zoals uw voorgangers. Dat is niet geruststellend.

(feller) “In Antwerpen is de modal shift nochtans gelukt. Dat wil zeggen dat 50 procent de auto neemt en 50 procent een alternatief. Het is zelfs meer, omdat de alternatieven aantrekkelijk zijn. Dat moeten we doortrekken naar Vlaanderen.”

Waarom wil u geen kilometerheffing invoeren? Dat is goed voor economie, budget en milieu, zeggen experten.

“Simpel: omdat het al tig keer onderzocht is en nooit blijkt dat het budgetneutraal kan. En neen, ook niet als je de verkeersbelasting zou afschaffen. Wie niet de luxe heeft om te schuiven met zijn uren, zal altijd meer betalen.”

Dat gaat over prioriteiten. Is ‘de vervuiler betaalt’ geen eerlijk principe?

“Als je van een schone lei zou kunnen beginnen, zeg ik ja. Als je dus de lasten op arbeid op een gezond niveau van 30 à 35 procent krijgt. Maar wij hebben al bijna het hoogste overheidsbeslag wereldwijd. Daar nog een taks aan toevoegen: neen, bedankt. Wat we wel gaan doen, is de buitenlandse gebruiker laten meebetalen voor het gebruik van onze wegen.”

Verkeersveiligheid dan. Wat is de belangrijkste maatregel die u zal nemen om het aantal verkeersdoden naar beneden te krijgen?

“Mag ik twee dingen noemen? Ten eerste gaan we de dynamische lijst van zwarte punten verder wegwerken. Wat ik daarnaast ook wil doen, en dat is nieuw, is een veiligheidspact sluiten met de lokale besturen. We gaan daarin handvaten aanreiken over hoe je kan omgaan met schoolomgevingen, zone 30, enzovoort.”

Een belangrijke killer is snelheid. Uw coalitiepartner Vooruit wil in elke bebouwde kom zone 30 invoeren. Een goed idee?

“Neen. Wij gaan dat niet opleggen. Vlaanderen moet écht af van die keizer-koster-mentaliteit. Het zijn de lokale besturen die de lokale situatie het beste kunnen inschatten. Wij willen hen wel helpen daarbij. Vandaar het pact.”

Ook alcohol is een grote killer. Wat vindt u van nultolerantie?

“Vandaag is de grens 0,5 promille. Het zijn niet de mensen die daaronder zitten die het probleem zijn. Wie daarboven zit, die moet hard gestraft worden. Waar ik wel in geloof, is het rijbewijs met punten. Maar het is vooral de mentaliteit die moet veranderen. Ik kan niet begrijpen dat iemand in de 21ste eeuw nog dronken achter het stuur kruipt. Wat mij wel hoopvol stemt, is dat ik het mijn neefjes en nichtjes niet zie doen, rijden met tien pinten in hun kas. Dat lijkt me vooral iets van de oudere generatie. Hetzelfde voor gsm-gebruik: dat moet eruit. Doe het niet!”

Zet meer camera’s om te controleren.

“Dat is niet mijn model. Je moet niet een grote meerderheid straffen voor wangedrag van een kleine minderheid. Het gaat over sensibilisatie.”

Ik blijf heel de tijd denken: als u echt de files wil aanpakken, als u minder verkeersdoden wil, dan zal u toch gedurfde keuzes moeten maken.

(geprikkeld) “Maar wij gaan dat ook doen. Dat zal ook blijken uit de beleidsnota die binnen enkele weken in het parlement zal liggen. Maar wij gaan geen dingen opleggen waar geen draagvlak voor is bij burgers en lokale besturen.”

U bent ook bevoegd voor openbare werken. Wat wordt het belangrijkste bouwwerf?

“Ik kan niet anders dan zeggen: Oosterweel. (glimlacht) En echt waar: dat zeg ik niet omdat ik van Antwerpen ben. Dat is nu eenmaal de grootste werf van deze eeuw.”

Kan u de mensen geruststellen dat uw grote zak geld niet alleen naar Antwerpen zal gaan?

“Absoluut. Het beste bewijs is mijn agenda: de komende weken trek ik door heel Vlaanderen. We gaan overal werven ondersteunen. Maar ook Oosterweel is geen exclusief Antwerps project. (benadrukt) Dat is een Vlaams project. Dat komt héél Vlaanderen ten goede. Wij zijn de logistieke draaischijf van Europa. We mogen daar fier op zijn. Oosterweel is noodzakelijk om die positie te behouden.”

Het domein sport hebt u afgesnoept van uw partijgenoot Ben Weyts. Hoe hebt u dat geflikt?

“Nu legt u de vinger echt op de zere wonde. (lacht) Ben had dat graag verder gedaan, maar het is de voorzitter die beslist. Ik ben heel blij met deze kans. Sport is zo belangrijk in het leven van mensen. Wij gaan straks veertig nieuwe zwembaden mee financieren. Dat is echt het verschil maken op het terrein.”

Vindt u zelf nog tijd om te sporten?

“Je moet daar tijd voor maken. Ik heb sport nodig om goed in mijn vel te zitten. Ik probeer elke week drie keer te sporten: twee keer lopen en één keer kracht. Ik doe ook aan wakeboarden. Een minister is bovendien een rolmodel, hè. Als je wil dat iedereen gaat sporten, moet je zelf het goede voorbeeld geven.”

Neemt u dan ook soms zelf de bus?

(grijnst) “Minder, moet ik toegeven. Ik gebruik wel vaak deelsystemen. Als je van het Zuid, waar ik woon, naar het stadhuis moet, is het makkelijker om een step te nemen dan de wagen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier