
“Ik ga mij niet inhouden omdat Conner naast mij zal staan”: ABVV-topman Bert Engelaar vlijmscherp voor de ‘kameraden’ van Vooruit in aanloop naar 1 mei
You love him or you hate him: Bert Engelaar, de nieuwe topman van het ABVV. Op korte tijd heeft de veelbesproken vakbondsman zich ontpopt tot grootste kwelduivel van de regering-De Wever. Wie is deze uitbundige Oost-Vlaming en welke strijd voert hij? Een grondig gesprek aan de vooravond van 1 mei, de aloude feestdag van de socialisten.
Het Goudblommeke in Papier, een erfgoedcafé in het hart van Brussel. Bert Engelaar bestelt een Duvel, het merk waarvan hij alle gadgets verzamelt. Helaas, dat blijken ze hier niet te schenken. “Nu weet ik waarom ik hier nooit kom”, lacht de man. Tot vier maanden geleden was Engelaar een nobele onbekende, weliswaar met een stevige staat van dienst binnen de socialistische vakbond. Vooral het opnieuw doen bruisen van de Vlaams-Brabantse en Brusselse Centrale, was heel wat mensen opgevallen. Toen de vakbond een opvolger zocht voor Miranda Ulens, werd hij naar voren geschoven. “Een grote eer voor mij!”
Komt u uit een syndicaal nest?
“Neen, dat niet. Wel uit een socialistisch nest. Mijn ouders waren leerkrachten. Mijn moeder gaf moraal. Haar drijfveer was de strijd tegen racisme en voor gelijkheid. Zij is gestorven toen ze 60 jaar was. Kanker. Ze was amper drie maanden met pensioen. (stil) Ze zou zó fier zijn op wat ik nu doe. Toen ik destijds voor de vakbond ging werken, liet ze zelfs een traan van contentement. Amper een week na afstuderen kon ik al op de juridische dienst beginnen. Ik heb nooit een andere werkgever gehad.”
Wie is Bert Engelaar in drie eigenschappen?
“Hyperactief, dat zeker! Ik kan niet stilzitten, maar dat is je wel al opgevallen, zeker? (lacht) Maar ook optimistisch. Je zal mij zelden slechtgezind zien. En als ik kwaad ben, duurt dat niet lang. En drie … een fragiel kantje: ik heb ook een klein hartje, ondanks mijn grote mond. Als mensen zeggen dat ik niet bezig ben met de generatie van mijn kinderen, dan raakt mij dat – meer dan ik laat uitschijnen. Wat je soms op sociale media te lezen krijgt … zo gemeen. (zucht) Ik kan ook scherp zijn, maar nooit persoonlijk.”
U hebt zich op korte tijd ontpopt tot de grootste kwelduivel van de federale regering van premier De Wever (N-VA). Is dat een geuzennaam voor u?
“(grijnst) In Wallonië word ik zijn grootste nachtmerrie genoemd. Dat doet me niet zoveel. Weet je wanneer ik wél fier ben? Als ze mij het gezicht van de oppositie noemen. Want dat is onze ambitie. Wij willen met het ABVV een tegenmacht vormen, wegen op het beleid en de dingen ten goede veranderen.”
Zijn uw benen nog niet stram van actie te voeren? Dinsdag komt u opnieuw op straat.
“Als mijn benen stram zijn, is het van te lopen, want ik moet in vorm geraken voor de 1.000 kilometer van Kom Op Tegen Kanker. (lacht) Actie voeren is een middel om dingen te veranderen, geen doel. Zolang de regering onze vragen niet ernstig neemt, doen wij verder. Ik ben in al die maanden één keer uitgenodigd, meer niet. En zelfs dat was uit beleefdheid in kader van de Groep van Tien (het sociaal overleg, red.). Af en toe horen we dat er toch overleg zou komen, maar dan blijkt meteen dat er amper marge zal zijn voor aanpassingen. Sorry, maar dat is niet genoeg. Trouwens: het is dankzij onze acties dat de regering al wat kleine dingen heeft bijgestuurd.”
Zoals?
“De uitzondering op de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd voor mensen die een zorgopleiding volgen. Dat is op straat afgedwongen.”
Laten we eens uitzoomen. Wat is uw grootste kritiek op de regering?
“De regering zegt: ‘Er is een groot begrotingstekort, dus we gaan fundamenteel hervormen’. Oké, dat mag. Maar wat zien we gebeuren? Dat de lasten niet eerlijk verdeeld worden. We zien dat op vlak van pensioenen, arbeidsmarkt en fiscaliteit. Daarom komen wij op straat. (benadrukt) Omdat het beleid asociaal is! De werkende mens moet inboeten, terwijl de werkgevers een nieuwe cadeau van 1 miljard krijgen.”
Ook wie werkt, zal een lastenverlaging krijgen.
“(droog) Ja, tegen 2029. Terwijl de werkgevers nu al cadeaus krijgen.”
“Het wordt de moeilijkste 1 mei. Ik begrijp niet hoe een socialistische partij kan meegaan in het asociale beleid van De Wever”
N-VA en MR zijn de grootste partijen en doen wat ze hun kiezers beloofd hebben. Is dat niet hoe een democratie werkt?
“Correct, en dat heb ik ook al 100.000 keer gezegd. (feller) Alleen: zij hebben nooit gezegd dat ze op deze manier zouden besparen. Neem de beperking van de werkloosheidsuitkering: dat zal geen 100.000 mensen treffen, zoals minister Clarinval (MR) denkt, maar 145.000 tot 180.000 mensen. Doe maar een factcheck! (op dreef) Ook wie deeltijds werkt en een bijkomende vergoeding krijgt van de RVA, zal getroffen worden. Is dat wat N-VA zei in de campagne? Neen! Zij hebben de verkiezingen gewonnen op populisme. Ze gingen zogezegd de profiteurs aanpakken, maar zie wat ze doen. Vooral vrouwen zullen al deze hervormingen voelen.”
Zou u niet vooral kwaad moeten zijn op Vooruit, dat meedoet aan deze Arizona-regering?
“(wikt zijn woorden) Een regering met socialisten is altijd beter dan een regering zonder. Maar in deze was ik absoluut tegen toetreding omdat het regeerakkoord echt wel niet genoeg is. De grootste slachtoffers van het beleid zijn mensen die het al moeilijk hebben. Ik begrijp niet hoe een socialistische partij daarin kan meegaan. Dus ja, ik ben kritisch voor Vooruit.”
Blijft u erbij dat Vooruit de rechten van migranten inruilde voor wat sociaaleconomische kruimels?
“Ik ga die woorden niet terugnemen. Ik kan mij niet inbeelden dat een socialistische partij akkoord kan gaan met het migratieluik van deze regering. (windt zich op) Dat had verdorie geschreven kunnen zijn door Vlaams Belang. Maar niet alleen Vooruit is hier schuldig. Ook wij hebben te lang gezwegen over dit thema. Ik weet ook waarom. De grootste haatreacties krijg je als je migranten en werklozen verdedigt. Ik heb dat zelf al ondervonden. Maar ik ga niet zwijgen, ik ga mijn stinkende best doen om ook hun rechten te verdedigen – ook al weet ik dat ik mij daarmee niet populair maak bij een deel van onze achterban.”
Is de meerwaardebelasting een kruimel?
“(fijntjes) Gaat die er echt komen? Ik ben benieuwd. En als het er komt, wordt het heel beperkt. Ik lees dat het 500 miljoen moet opbrengen. Sorry, maar dat noem ik een slag in het water. Want intussen worden langdurig zieken opgejaagd, uitkeringen beperkt en loonsverhogingen uitgesloten.”
Omgekeerd zegt Vooruit-voorzitter Rousseau dat de vele stakingen het draagvlak voor de vakbonden doen wegsmelten. Wat denkt u daarvan?
“Het is straf dat hij dat zegt. Toen wij in het verleden de partij verdedigden, kregen we dat riedeltje nooit te horen. (denkt na) Dat neemt niet weg dat je intelligent moet omgaan met het stakingsmiddel. Het opbod bij het spoor, georganiseerd door enkele onafhankelijke vakbonden, was geen goed voorbeeld. Het doel heiligt niet altijd de middelen. Want laat ons eerlijk zijn: de laatste staking was zelfs geen nieuws meer. Ik heb wel alle begrip voor het personeel dat staakt, want zij doen dat met een reden. Er is jarenlang alleen maar bespaard op de NMBS en dat weegt op hen.”
Een treinbestuurder of -begeleider die 30 jaar werkt, kan op 55 jaar met pensioen. Zou u dat voorrecht behouden?
“(windt zich op) Sorry, maar dat gaat over zeven mensen die daar vorig jaar gebruik van maakten. Moeten we daar de hele tijd over bezig zijn?”
Het gaat over het voorrecht. Dat wekt ook weerstand op van arbeiders en bouwvakkers.
“Ja, natuurlijk. Omdat sommigen het spoor in een slecht daglicht willen stellen en van deze uitzondering de norm maken. Dat ga ik niet doen. De gemiddelde pensioenleeftijd bij de NMBS is 62 jaar, maar waar krijg je dat te lezen?”
Hier nu. Hebt u ook begrip voor de magistraten die duizenden mensen naar de overvolle gevangenissen stuurden omdat ze boos zijn over de pensioenplannen?
“(aarzelend) Dat is een moeilijke. Ik heb altijd begrip voor mensen die hun rechten verdedigen. Anders was ik geen syndicalist geworden. Maar ik denk niet dat dat de beste actie was, omdat ze daarmee ook het gevangeniswezen, waar de mensen het al moeilijk hebben, pijn deden.”
Magistraten hebben een pensioen tot 8.000 euro bruto. Vindt u dat niet te hoog?
“Die mensen dragen een zware verantwoordelijkheid en daar mag een goed loon tegenover staan. Het pensioen is daar deel van. Ja, natuurlijk is dat hoog in vergelijking met andere pensioenen. Maar als je hun loon zou vergelijken met de privé, of beter nog: met het profvoetbal, dan ligt dat zeker niet te hoog.”
Dat elke groep vooral staakt om de eigen voorrechten te behouden, legt dat geen hypotheek op de pensioenen van de volgende generatie?
“Neen, daar ga ik niet akkoord mee. Je moet eens goed luisteren naar wat demograaf Patrick Deboosere zegt, toch een professor aan de VUB. Onze pensioenen zijn wél betaalbaar, zegt hij. Tegen 2050 zouden de uitgaven met 2 procent van het bruto binnenlands product stijgen. Dat moet lukken. Voor defensie lukt het zelfs met een vingerknip. Het gaat over keuzes maken. Onze nettopensioenen behoren tot de laagste van Europa. Je kan met een klein pensioen zelfs je rusthuisfactuur niet meer betalen. Wij vinden dat niet kunnen. Van mij mag er een debat komen over de pensioenen, maar dan moeten ook deze fundamentele kwesties aan bod komen.”
“De meerwaardebelasting wordt een slag in het water. Intussen worden langdurig zieken opgejaagd, uitkeringen beperkt en loonsverhogingen uitgesloten”
Die vier miljard extra voor het leger, is dat een doorn in het oog?
“Ja, omdat dat plots allemaal kan voor Europa. Maar als het gaat over de pensioenen, dan moet er vooral bespaard worden. Ik ga trouwens niet akkoord met deze normen die wij opgelegd krijgen door de NAVO. En wat gaan we met dat geld doen? Francken en De Wever vinden het leuk om te poseren in nieuwe gevechtstoestellen, maar is dat echt wat wij nodig hebben? Zouden wij niet beter investeren in cyberveiligheid en diplomatie? (op dreef) En nog iets: waar is het extra geld voor het klimaat? Dat is voor mij veel belangrijker dan defensie.”
Dat zou ons vandaag helaas te ver leiden. Donderdag is het 1 mei. Als ik u zo hoor: wordt dat een feestdag in mineur?
“Neen, toch niet. 1 mei is een feestdag, geen stakingsdag. Dat mogen we zeker niet vergeten. Al wordt het wel de moeilijkste 1 mei sinds ik hier in dienst ben. Op deze dag staan vakbond, partij en mutualiteit traditioneel samen op het podium om een speech te geven. Ik zal dus straks in Sint-Niklaas aan de zijde van Conner Rousseau moeten staan. Maar wie mij kent, weet: ik zal mij niet inhouden. Vooruit is veel te braaf voor De Wever. Ik begrijp dat je als coalitiepartner loyaal moet zijn, maar het gaat te ver. Vandaar dat ik nooit in deze regering zou gestapt zijn.”
Hebt u eigenlijk een lidkaart van Vooruit, zoals uw voorgangers?
“Daar ga ik niet op antwoorden. Als vakbondsleider wil ik politiek neutraal zijn. En ja, ik zit in het partijbureau, maar ik zit daar als genodigde. Dat is een groot verschil met vroeger.”
Leunt uw visie niet nauwer aan bij PVDA?
“Dat zou ik niet zeggen. Wij hebben correcte relaties met PVDA, maar ik stel vast dat ook Groen toenadering zoekt. Wij juichen dat toe. Hoe meer partijen onze standpunten delen, hoe beter. Deze week zat ik samen met Bart Dhondt. Hij is wellicht de eerste Groen-voorzitter die zélf contact opnam met ons. Wat hij wil doen, is actief samen een beweging opstarten tegen de regering. Naar zulke voorstellen luisteren wij graag.”
Zou u ook aan tafel gaan met Vlaams Belang?
“Als dat waardig kan, wel, ja. Vandaag lukt dat niet met Vlaams Belang. De dreigingen die ik de voorbije weken heb gekregen … (even stil) Online, maar ook fysiek: in het gezicht gespuwd worden, autobanden die plat gezet worden, dreigbrieven. Ik heb al klacht ingediend bij het parket.”
Hoe weet u dat dat van Vlaams Belang komt?
“Omdat sommigen zo slim zijn hun naam erbij te zetten. Als je dan zoekt naar hun profiel, kom je telkens terecht bij extreemrechts. Blijkbaar ben ik een stoorzender voor hen. Dat is iets wat ik onderschat heb, al die dreigingen.”
Tot wanneer gaat u verder met de acties tegen de regering?
“Minstens tot wij een deftige uitnodiging krijgen voor overleg, waar marge is voor échte aanpassingen. Dat zijn twee voorwaarden die vandaag niet vervuld zijn. In het andere geval gaan we door. Dus ja, dat kan nog lang duren. (denkt na) Er is één ding van Arizona waar ik jaloers op ben: het politiek draagvlak dat ze hebben. Daar moeten wij ook naar op zoek, naar maatschappelijk draagvlak. De beweging die wij opstarten, moet ruimer gaan dan vakbonden alleen. We moeten bijvoorbeeld ook klimaat- en vluchtelingenorganisaties meekrijgen. En wil dat zeggen dat we onze manier van actie voeren moeten bijstellen? Ik sta daar open voor.”
Bert Engelaar:
– Geboren op 5 november 1979 in Gent.
– Opleiding: Maatschappelijk Werk (Hogeschool Gent).
– Woont in Asse. Vader van vier kinderen.
– Werkte achter de schermen van het ABVV van 2001 tot 2009.
– Secretaris van de Bouwsector Algemene Centrale Brussel Vlaams-Brabant van 2009 tot 2019.
– Voorzitter van de Algemene Centrale Brussel Vlaams-Brabant van 2019 tot 2024.
– Algemeen secretaris van het ABVV en voorzitter van het Vlaams ABVV sinds 1 januari 2025.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier