Bruno Vanobbergen, de nieuwe topman van het katholiek onderwijs, heeft een scherpe boodschap voor de regering: “Wij gaan niet voor verklikker spelen”
BRUSSEL – “Het is minder erg dan aanvankelijk verwacht, maar wij missen toch ambitie en samenhang.” Het katholiek onderwijs is scherp voor het Vlaamse regeerakkoord. Dat blijkt uit het eerste grote interview met topman Bruno Vanobbergen. Voor de nieuwe minister Zuhal Demir heeft de Gentse pedagoog wél lovende woorden veil. “Zij heeft de hand gereikt om samen te werken.”
“Het zou pretentieus zijn om te zeggen dat ik mijn plek al heb gevonden. Ik voel wel al dat deze wereld mijn natuurlijke habitat is.” In augustus nam Bruno Vanobbergen zijn intrek in de Guimardstraat, de thuisbasis van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. De 52-jarige pedagoog is de opvolger van Lieven Boeve als directeur-generaal. Met meer dan 2.400 scholen, 80.000 leerkrachten en 750.000 leerlingen is het katholiek onderwijs veruit de grootste en machtigste speler op het veld. Het mag dus niet verbazen dat de grote baas soms de schaduwminister genoemd wordt. Als hij spreekt, wordt er geluisterd. Al wuift Vanobbergen die titel beleefd weg. “Laat ons maar bescheiden zijn. Het gaat mij niet om macht. Het gaat mij om de toekomst van het onderwijs. Maar natuurlijk hoop ik dat de politiek luistert.”
Het brede publiek kent u als kinderrechtencommissaris. Hoe bent u hier beland?
“Ik ben inderdaad tien jaar kinderrechtencommissaris geweest, van 2009 tot 2019. Daarna heb ik vijf jaar voor het agentschap Opgroeien gewerkt. In het voorjaar werd mij de vraag gesteld of ik de stap naar dit huis wou zetten. Onderwijs was altijd mijn grote passie, dus ik heb ja gezegd. Ik denk ook te mogen zeggen dat ik deze wereld ken met dank aan mijn vorige functies. Ik heb ook 24 jaar lesgegeven aan de universiteit van Gent.”
Waren het de bisschoppen zelf die op uw deur klopten?
“Neen. Vroeger was dat zo. Deze keer, voor het eerst, was het de raad van bestuur die een profiel opstelde en zo is men bij mij terecht gekomen. De bisschoppenconferentie heeft finaal wel haar zegen gegeven.”
Een rustige inloop is u niet gegund. Eind september is de nieuwe Vlaamse regering aangetreden. Welk gevoel hebt u bij het regeerakkoord?
“Het zijn inderdaad al boeiende weken geweest. (glimlacht) Ik heb een beetje hetzelfde gevoel als Dirk Van Damme (onderwijsexpert, red.). Wat vandaag op tafel ligt, is minder erg dan aanvankelijk verwacht. Ik denk dat dat een breed gedragen aanvoelen is. De eerste tekst was echt niet goed en bood geen antwoorden op de grote uitdagingen.”
“De regering lijkt niet te beseffen dat het water aan de lippen staat bij onze scholen”
Maak dat eens concreet.
“Als je vandaag op onze scholen komt, worden twee thema’s direct op tafel gelegd: het lerarentekort en de schooluitval van leerlingen. De Commissie van Wijzen, onder leiding van Dirk, heeft een ambitieus rapport geschreven over het lerarentekort. In de eerste tekst was daar echter niets van terug te vinden. In het finale resultaat zitten wel interessante aanzetten. Zo zullen beginnende leerkrachten 20 procent van hun tijd mogen gebruiken voor extra voorbereiding en begeleiding. Dat is zeer belangrijk, want wij stellen vast dat 20 à 25 procent van de beginnende leerkrachten na vijf jaar stopt. Dat is een alarmbel. Je moet hen dus beter coachen. Ook belangrijk om het tekort tegen te gaan, is het behoud van anciënniteit voor zij-instromers.”
Wat met de schooluitval?
“Op dat vlak zien we te weinig ambitie. Waarom niet meer inzetten op samenwerking met andere domeinen zoals welzijn en werk? In Brussel werken heel wat scholen samen met Groep Intro. Dat is een welzijnsorganisatie die ingeschakeld wordt voor leerlingen die uitvallen. Dat is een goed model voor Vlaanderen.”
Dat is volgens Dirk Van Damme de rode draad van het onderwijshoofdstuk: dat het uitblinkt in gebrek aan ambitie, visie en samenhang.
“(knikt) Op heel wat domeinen zien we kiemen voor goed beleid, maar we missen inderdaad ambitie en samenhang. Waar wil men op lange termijn naartoe met ons onderwijs? Dat staat niet neergeschreven.”
Wat baart u het meeste zorgen?
“De besparingen. Het secundair onderwijs moet zowat 150 miljoen besparen. Dat komt bovenop de besparingen van vorige legislatuur, toen de werkingsmiddelen amper geïndexeerd werden. De regering lijkt niet te beseffen dat het water aan de lippen staat bij onze scholen. Bovendien wordt niet duidelijk gemaakt in welke richting er bespaard moet worden. Dat is opnieuw dat gebrek aan samenhang.”
Zullen ouders dat voelen op de factuur?
“Dat weet ik niet. Dat weet ik echt niet. (denkt na) Ik maak mij op dit ogenblik vooral zorgen over de financiële leefbaarheid van onze scholen. Dat hangt samen met de toestand van onze infrastructuur. Vijftig procent van onze scholen moet werken in gebouwen die minstens vijftig jaar oud zijn. Ook daar mis ik dus visie en ambitie. We hebben nood aan een masterplan om dat aan te pakken.”
Waar bent u het meest tevreden over?
“De aandacht voor het lerarentekort, zoals ik al zei. Maar ook over het idee van pioniersscholen. Dat zijn scholen die de schotten tussen gewoon en buitengewoon onderwijs wegwerken. Dat is een goede zaak, ook met het oog op de schooluitval.”
Is het goed dat de regering focust op kennis van het Nederlands? Ouders kunnen zelfs hun schoolbonus verliezen als ze zelf geen Nederlands spreken.
“De aandacht voor het Nederlands is goed. Wij stimuleren al enkele jaren dat dat ook in andere vakken een plek moet krijgen. Daar echter sancties aan koppelen voor ouders, vinden wij een slecht idee. (benadrukt) Omdat we weten dat dat niet werkt. Uiteraard moet je de ouders mee krijgen en verbinden met de school. Dat kan bijvoorbeeld via brugfiguren. Maar dreigen met sancties zal misschien enkelingen overtuigen, maar in het algemeen zal het vooral het omgekeerde effect hebben.”
Wat als de regering haar plannen doorduwt? Moeten scholen dan aangeven welke ouders geen Nederlands spreken?
“Dat wordt blijkbaar verwacht, maar wij gaan dat niet doen. (windt zich op) Wij gaan niet voor verklikker spelen. Dat is niet de manier waarop wij met mensen omgaan. Dat zou trouwens diametraal ingaan tegen het DNA van ons onderwijs. Wij zijn christelijk geïnspireerd: dat wil zeggen dat we mensen willen verbinden. Ook de CLB’s hebben al duidelijk aangegeven dat ze niet meestappen in dat systeem.”
We hebben nog niet over de dalende onderwijskwaliteit gesproken. Is dat niet de grootste uitdaging waar we voor staan?
“Uiteraard is dat een belangrijk thema. Maar je kan dat niet los zien van andere uitdagingen zoals het lerarentekort. Bovendien hebben we de voorbije jaren al sterk ingezet op de kwaliteit van ons onderwijs. Met resultaat: we zien de eerste positieve signalen in onze interdiocesane toetsen.”
Wie is Bruno Vanobbergen?
• Geboren op 5 februari 1972 in Deinze.
• Woont in Gent met zijn vrouw Astrid De Bruycker, schepen voor Vooruit. Vader van drie kinderen.
• Doctor in de Pedagogische Wetenschappen (UGent).
• Van 2009 tot 2019: kinderrechtencommissaris.
• Van 2019 tot 2024: directeur en administrateur-generaal bij het agentschap Opgroeien.
• Sinds augustus 2024: directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
U bent wel naar het Grondwettelijk Hof gestapt tegen de nieuwe eindtermen van de vorige Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA).
“De nieuwe eindtermen waren zo gedetailleerd dat ze de vrijheid van onderwijs in gedrang brachten. Daarom hebben we die procedure opgestart. Een school moet nog altijd de ruimte krijgen om een eigen pedagogisch project uit te bouwen.”
Uw voorganger Lieven Boeve vond het discours over de dalende kwaliteit fel opgeklopt. Volgt u hem daarin?
“Ik probeer daar zeer genuanceerd over te spreken. Als cijfers aantonen dat we voor lezen achteruitgaan, dan moet je dat ernstig nemen. Tegelijk mag dat discours niet leiden tot een compleet wantrouwen tegenover scholen en leerkrachten. Dat is dikwijls wel het geval.”
Dat de kwaliteit gedaald is, is vooral te wijten aan de ‘pretpedagogie’ van het katholiek onderwijs, vindt N-VA-voorzitter Bart De Wever. Wat denkt u daarvan?
“(blaast) Als pedagoog erger ik mij aan dat woordgebruik. Dat is een karikatuur en daar winnen we niets mee. Ik weet natuurlijk waar hij op doelt. Hij hekelt het constructivisme. Er werd in het verleden te weinig ingezet op instructie vanuit de leerkracht. Men liet te veel input van de leerlingen zelf komen. Vandaag blijkt dat we dat overschat hebben. Maar dat is niet alleen het katholiek onderwijs in Vlaanderen, hè. Dat was een internationaal fenomeen. En dus moesten we weer meer inzetten op die instructie. Dat zijn we ook aan het doen.”
“Dreigen met sancties voor ouders zal vooral het omgekeerde effect hebben”
Dat de Onderwijsminister opnieuw uit N-VA-hoek komt, heeft wellicht niet voor gejuich gezorgd in dit huis?
“(ontwijkend) Ik ken de minister (Zuhal Demir, red.) al een tijdje. Toen ik voor Opgroeien werkte, was zij bevoegd voor Justitie. Het is iemand die altijd het verschil wil maken. Dat is iets wat ik toejuich. Ik heb intussen ook al een eerste gesprek gehad met haar over onderwijs. Dat was een constructief gesprek. Ik heb betrokkenheid gevoeld. Zo hebben we gesproken over de schooluitval, iets wat haar ook zorgen baart. In Genk, waar zij woont, is dat ook een probleem. Ik heb het gevoel dat zij samen met ons wil zoeken naar een goede aanpak.”
Dat gevoel was er niet bij de vorige minister?
“Daar ga ik mij niet over uitspreken. Ik was hier toen niet. Ik kan alleen vaststellen dat mevrouw Demir wel de hand reikt om samen te werken.”
Er zijn ook N-VA’ers die hopen dat Demir de macht van de koepels zal slopen. Is dat iets waar u voor vreest?
“Het spijt me, maar daar lig ik niet wakker van. Ik ga mij niet bezighouden met mensen die onze koepel willen vernietigen. Ik hou me liever bezig met hoe we ons onderwijs sterker kunnen maken. Trouwens, elk internationaal onderzoek toont aan dat de onderwijskwaliteit hoger ligt in landen waar vrijheid van onderwijs bestaat. In landen waar de staat het onderwijs stuurt, ligt de kwaliteit lager. Is dat het model waar die mensen dan naartoe willen? Ik zou niet willen leven in een land waar de overheid het onderwijs tot in de details bepaalt. Het is net de diversiteit van ons landschap die onze grote sterkte is.”
Heeft Demir geen valse start genomen door Genk te verkiezen boven Brussel? Zij wou liever burgemeester worden.
“Dat is een persoonlijke keuze, waar ik geen mening over moet hebben. Als ik naar onze scholen luister, hoor ik andere bezorgdheden.”
Wat de regering niet doet, is de schoolkalender aanpassen naar Waals model. Bent u opgelucht?
“Zo zou ik het niet omschrijven. Er zijn immers goede pedagogische argumenten om de zomervakantie in te korten. Twee maanden is te lang, zeker voor kwetsbare kinderen. Daarom is het goed dat heel wat steden zomerscholen organiseren. Al blijft dat toch een tussenoplossing. Anderzijds zien we dat de Franstalige gemeenschap de nieuwe kalender alweer in vraag stelt. Dat wil je niet meemaken. Als je je kalender aanpast, moet het op een duurzame en doordachte manier zijn.”
Ook de gratis gezonde maaltijden voor iedereen komen er niet, hoewel dat een dure belofte was van Vooruit. Wat denkt u daarvan?
“(wikt zijn woorden) Heel wat scholen stellen vast dat er kinderen zijn die honger hebben. Dat is dus een terechte bekommernis. Er zijn trouwens al wel wat scholen die een gratis ontbijt aanbieden. Het is ook niet meer dan logisch dat de politiek naar oplossingen zoekt. Alleen moet het ook praktisch haalbaar zijn. Dat was een grote zorg van onze scholen. Hoe moeten wij deze gratis maaltijden organiseren?”
Dus u vindt het niet erg dat deze er niet komen?
“(zoekt naar woorden)”
Het is een moeilijk thema, voel ik. Zou het kunnen dat uw idealen botsen met praktische bezwaren?
“Voilá, dat is het helemaal. Ik wil niet suggereren dat het niet erg is, want dit thema ligt me na aan het hart. Maar je moet inderdaad rekening houden met wat scholen kunnen organiseren.”
Alles samen genomen, mogen we dan concluderen dat het onderwijshoofdstuk toch vooral de stempel van N-VA draagt?
“(blaast) Dat zou ik niet zeggen. De eerste tekst wel, maar het finale resultaat is een veelkleurige mix waar drie partijen een stempel op gedrukt hebben.”
Als u de nieuwe minister één iets mag vragen, wat is dat dan?
“Heb vertrouwen in onze leerkrachten en scholen. Dat is zo ontzettend belangrijk. Ook voor onze maatschappelijke positie. Er wordt zo vaak negatief bericht over het onderwijs. Dat is onrecht aandoen aan wat er dagelijks in onze scholen gebeurt. Dat weegt ook op onze mensen. Ik hoop dat dat kan keren.”
Ik dacht dat u zou zeggen: hou uw broek aan als u een klas bezoekt.
“(schatert het uit) Ik hou het toch liever op vertrouwen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier