Hilde Crevits over het verlies van haar dierbaren: “De tijd tikt ongenadig verder. Gelukkig kan ik werken. Anders zou ik verzwelgen in verdriet.” (foto Christophe De Muynck)

Na een tragische septembermaand. Hilde Crevits spreekt openhartig: “Het wordt zeker een emotionele dag vandaag”

TORHOUT – Vandaag is de hoogmis van de lokale democratie. Bevoegd voor de goede gang van zaken is Vlaams minister Hilde Crevits. De West-Vlaamse coryfee van CD&V is (bijna) helemaal terug na een tragische septembermaand, waarin ze haar ouders en schoonvader verloor. Een emotioneel gesprek over leven en dood – en de belangrijkste bijzaak: politiek.

Er hangt een bevreemdende leegte waar we zitten. De kamer is grondig afgestoft en opgeruimd. Nostalgische foto’s verraden wie tot voor kort de bewoners waren – twee verliefde mensen. “Opruimen is voor mij afscheid nemen, maar ook verwerken”, vertelt Hilde Crevits, terwijl ze een potje koffie zet. Zij en haar man wonen op de bovenverdieping van deze kangoeroewoning. “Veel dingen doe ik weg, andere dingen houd ik bij: een blouse van mijn moeder, de boekentas van mijn vader. Weet je wat opvalt? Ook na het opruimen en kuisen, blijft de geur van mijn ouders hier hangen. (stil) Elk vrij moment kan je mij hier vinden. Ik heb het nodig, het doet mij deugd. We zijn hier ook onze nieuwe werkplek aan het inrichten. Jij hebt de primeur. (lacht)

De politica praat vrij en ongedwongen. Soms met een lach, soms met een traan. We zitten aan de keukentafel, waar de confituurtaart klaarstaat. “Geschooid bij mijn schoonmoeder die hiernaast woont”, lacht ze. Hiernaast: dat is één tussendeur verwijderd. Enkele tellen later zal haar schoonmoeder, 84 jaar, haar hoofd even binnensteken. “Ze voelt zich eenzaam, wat ook logisch is. Zij blijft alleen achter. Haar soulmate is niet meer. Meer dan zestig jaar waren zij samen. Haar kangoeroevrienden zijn niet meer. Door mijn eigen verdriet ben ik ook niet altijd de beste steun, besef ik. Er is wel vaak iemand voor haar – gelukkig.”

Hilde Crevits en haar man Kris, de architect van deze woning, verloren op drie weken tijd drie ouders. Eerst haar moeder. Daarna haar vader – onverwacht. Ten slotte haar schoonvader. Het is surreëel. En toch heeft ze zichzelf weer bij elkaar geraapt, zegt ze. “Omdat de tijd ongenadig verdertikt. Er bestaat helaas geen ‘stop de klok’-knop. Gelukkig kan ik werken. Anders zou ik verzwelgen in verdriet.”

Hoe kan je rouwen als je drie ouders verliest, schreef u op Facebook. Weet u het antwoord al?

“Neen. Het was zó heftig. We hebben geen tijd gekregen om te rouwen. Dat kinderen hun ouders begraven, is de normale gang van het leven. Maar drie ouders op drie weken … het is bijna absurd. (stil) De meeste troost haal ik uit ‘gewone’ dingen. Ontbijten met mijn man. Een toer lopen. Werken. Het banale leven, zeg maar, dát is de beste troost. En de duizenden steunberichten die ik heb ontvangen: die doen mij ongelooflijk veel deugd. Maar we zijn nog niet klaar, dat besef ik maar al te goed. Het rouwen zal nog veel tijd vragen en we gaan die ook nemen. In de herfstvakantie gaan we een week weg, gelijk wat er gebeurt in Brussel.”

Is het een troost dat het einde misschien een verlossing was voor hen? Ze waren al lange tijd ziek.

“Mijn moeder en schoonvader waren ziek. Hun afscheid is daarom te plaatsen, dat wel. Maar toch hielden zij nog van het leven, hoor. Tot op het einde. Zij wilden niet sterven. Dat blijft mij heel hard bij. Elke zondag aten wij samen. Dan gaven mijn moeder en mijn schoonvader elkaar een high five. ‘We zijn er nog bij.’ Zij hadden een aparte band, omdat ze zo ziek waren. Hij is thuis gestorven. De avond voordien zijn we nog langsgeweest. Hij was moe, zei hij. (stil) Mijn vader is een ander verhaal. Dat kwam te snel. Dat was een grote schok voor ons.”

Was dat een gebroken hart?

“Ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Hij werd vermoeider, zagen we, maar hij wou ook zó goed zorgen voor mijn moeder. We dachten dat het daarom was. Hij was echt een fiere en zorgzame man. (emotioneel) De laatste week hebben zij elkaar niet meer gezien. Ze zijn samen thuis vertrokken. Hij naar Torhout, omdat hij zo vermoeid was. Zij naar Roeselare, waar ze palliatieve zorgen zou krijgen. We hebben nog contact gelegd via Facetime. Mijn dochter bij mijn vader, ik bij mijn moeder. Maar ze konden niets meer zeggen, ze waren te geëmotioneerd.”

Hartverscheurend …

“En zó typisch mijn ouders. (glimlacht) Ik had moeten weten dat ze samen zouden sterven. Zij waren altijd samen. Ze zagen elkaar zo graag! Maar toen mijn moeder stierf, dacht niemand dat mijn vader zo snel zou volgen. We dachten dat hij nog zeker een jaar te leven had, maar toen bleek dat hij een snelgroeiende levertumor had. Een week later is hij ook gestorven.”

“Het is zo typisch mijn ouders. Ik had moeten weten dat ze samen zouden sterven. Zij zagen elkaar zo graag!”

Hebt u afscheid kunnen nemen van hen?

“Ja, gelukkig wel. Al wou mijn moeder haar emoties niet te veel tonen. Ik wist zelfs niet of zij wist dat ze zou sterven. Tot ik nadien een prachtige mail van een verpleegster kreeg. Blijkt dat mijn moeder heel goed wist waar ze aan toe was, ook al had ze toch nog levenslust. (krop in de keel) Mijn vader wilde helemaal niet sterven. Hij was heel angstig in zijn laatste dagen. Opnieuw die hang aan het leven.”

Dat u enig kind bent, maakt dat het gemis extra scherp?

“Ja en neen. Het grote voordeel is: je beslist alles zelf.(lacht) Het nadeel is: je bent inderdaad alleen, al heb ik me nooit zo gevoeld. Onze kinderen en hun partners zijn een enorme steun, net zoals de familie van mijn man. Wij zijn een kleine familie, maar we staan heel sterk.”

Haalt u troost uit uw geloof?

“Zeker uit de rituelen. Dat heeft me zelfs verbaasd. Ik wist dat niet van mezelf. De ziekenzalving, de begrafenis: dat waren vree schone momenten. Ik ben blij dat mijn vader mij had opgedragen een kerkelijke dienst te organiseren. Ik ben nochtans geen regelmatige kerkganger, maar het heeft mij enorm getroost.”

Hebt u God en al wat hierboven kan zijn, niet vervloekt na deze tragische maand?

“Neen, toch niet. Je kan het ook anders zien. Ik ben 57 jaar en ik ben nu pas mijn ouders kwijt. Het had anders kunnen lopen. Mijn vader heeft twintig jaar geleden een darmtumor overleefd. Misschien moet ik zelfs blij zijn. Zij hebben elkaar langer in leven gehouden, mijn ouders, mijn schoonvader, allemaal. Ik ben daar zeker van. Maar oké: de timing is natuurlijk absurd.”

Zou u nog iets over uzelf geleerd hebben?

“Dat ik ook gevoelig ben voor wie condoleert. Ik heb enorm veel steunberichten gekregen – tot op vandaag. Dat troost mij enorm. Maar van sommige mensen, die nochtans belangrijk zijn voor mij, heb ik niets gehoord. Dat raakt me meer dan ik had verwacht.”

Hilde Crevits met de boekentas van haar overleden vader die onder haar woonde. “Opruimen is voor mij afscheid nemen, maar ook verwerken”, aldus de viceminister-president. (foto Christophe De Muynck)
Hilde Crevits met de boekentas van haar overleden vader die onder haar woonde. “Opruimen is voor mij afscheid nemen, maar ook verwerken”, aldus de viceminister-president. (foto Christophe De Muynck)

Niets menselijks is een politica vreemd.

(glimlacht) Ik hou niet bij wie hoeveel heeft gecondoleerd, hoor. En ik ben helaas ook zelf niet altijd de meest attente vrouw. Ik heb me voorgenomen om daar beter in te worden.”

Het valt mij op hoe open u praat over het verlies. Dat is atypisch West-Vlaams.

“Bewust. Omdat ik zoveel steun heb gekregen en omdat ik weet dat het anderen kan troosten. Ik heb drie interviews gedaan: twee kranten en één keer televisie. Maar vanaf volgende week moet het weer volop over de functie gaan. Het helpt ook dat ik vrij open ben qua karakter. Mijn man is veel zwijgzamer.”

Gaan we nog een beetje over de politiek praten?

(enthousiast) Graag!”

Ondanks alles bent u blijven werken.

“Mijn kapster, die haar zoon verloor, zei mij: blijf werken. Zij deed dat ook. Dat helpt. De onderhandelingen gaven mij energie. Ik heb natuurlijk niet elke dag mee onderhandeld. De thuissituatie was prioriteit. Maar als ik thuis weg kon, ben ik mee gaan onderhandelen. Eén iets wou ik niet. Dat heb ik ook aan Sammy (Mahdi, haar voorzitter, red.) gezegd. Ik wou nergens lezen dat de onderhandelingen vertraging zouden oplopen door mijn situatie. Dat is ook niet gebeurd. Ik heb alleen maar begrip en respect gevoeld van de collega’s, ook van andere partijen.”

Dat u de grande dame van CD&V bent, zei uw voorzitter. Jullie waren nochtans niet de beste vrienden.

“We zijn dichter naar elkaar toegegroeid. Ik heb Sammy nu pas goed leren kennen. Hij is een echte familiemens, net zoals Nawal (Farih, zijn vriendin die ook parlementslid is, red.). Ik heb geleerd dat ik hem kan vertrouwen en omgekeerd zal dat ook gelden. Al snel na de verkiezingen kreeg ik van hem te horen dat hij verder wou met mij als minister. Dat deed deugd, want ik had amper campagne gevoerd door de zorgen thuis.”

Hebt u getwijfeld of u nog eens minister wou worden?

“Jawel. Mijn man, mijn ouders en mijn schoonouders hebben mij erdoor gesleurd. Ik was van plan de politiek on hold te zetten om voor hen te zorgen. Zelfs in de laatste week, toen we nog niet wisten dat mijn vader zou sterven, was dat mijn voornemen. Maar mijn vader wilde daar niet van weten. Hij was een fiere man. Een zachte macho, zeg maar. (lacht) Hij wou niet dat ik mijn carrière zou stoppen voor hem.”

Als minister van Binnenland bent u bevoegd voor de organisatie van de verkiezingen vandaag. Wat is het ergste dat kan foutlopen?

“Dat de stemcomputers niet werken. Dat is cruciaal, want anders kunnen de mensen niet stemmen. In meer dan de helft van de bureaus wordt met de computer gestemd. Daarna moeten deze resultaten op een veilige manier naar Brussel verstuurd worden. Dat is logistiek een gigantische operatie. Daar mag echt niets mislopen. Een cyberaanval? Niemand kan binnen in de stemcomputer. Dat staat vast. Waar er wel een risico bestaat, is bij het digitaal doorsturen van de resultaten. We voldoen daar aan de hoogste veiligheidsnormen, maar nulrisico bestaat niet.”

“Ik ben sceptisch over de afschaffing van de opkomstplicht. De kans bestaat dat we dit opnieuw invoeren”

In mijn gemeente wordt met pen en papier gestemd. Is dat niet veiliger?

“Ik heb dat de voorbije dagen dikwijls opgeworpen. (lacht) Ook in Torhout is dat zo. Ik ben daar niet rouwig om.”

Dat er geen kat opdaagt, is dat niet het ergste dat kan foutlopen?

“Zo erg zal het niet zijn, maar ik ga akkoord: ik ben ook sceptisch over de afschaffing van de opkomstplicht. Ik heb dat niet graag mee goedgekeurd (dat was een eis van Open VLD in de vorige regering, red.). Ik ben fan van de opkomstplicht, omdat ik vind dat alle mensen hun stem moeten uitbrengen.”

Is het denkbaar dat u dat opnieuw invoert?

“We gaan sowieso ernstig evalueren. (benadrukt) Als de opkomst klein is óf niet representatief voor de bevolking, vind ik dat we de regeling moeten herzien. Bestaat dus de kans dat we dit opnieuw invoeren? Ja. Maar is dat al beslist? Neen. Misschien zijn we zondag wel blij verrast door de opkomst.”

Wat vindt u van de andere nieuwigheden?

“Dat de grootste partij twee weken initiatiefrecht krijgt, vind ik een goede zaak. Ik vind het ook goed dat de stemmenkampioen van de grootste meerderheidspartij burgemeester wordt. Dat zijn heldere regels.”

Wil u zelf geen burgemeester worden?

“Neen. Ik ga honderd procent voor het ministerschap. Daarom ben ik lijstduwer. Ik heb ook quasi geen campagne gevoerd. In juni ook niet trouwens – misschien heeft mij dat stemmen gekost. Maar als de kiezer dat wil, ga ik wel graag opnieuw naar de gemeenteraad. De voorbije zes jaar was ik daar de voorzitter van en ik heb dat graag gedaan. Maar het burgemeesterschap is niet langer mijn ambitie.”

Is dat een gevolg van wat hier zes jaar geleden is gebeurd? Toen haalde de waarnemend burgemeester meer stemmen dan u.

“Ik heb daaruit geleerd, ja. Ik was toen lijsttrekker, op vraag van de groep, maar had dat niet mogen doen. Ik was al te lang minister. De mensen willen een burgemeester die dichtbij is – en terecht.”

Begrijpt u dat uw collega Zuhal Demir (N-VA) haar ministerpost wil opgeven voor de sjerp in Genk?

“Ik ben al anderhalf uur heel openhartig, maar over collega’s ga ik geen uitspraken doen. Iedereen moet vegen voor eigen deur.”

Is deze verkiezingsdag eigenlijk een dag waar u naar uitkijkt? Of wordt het een moeilijke dag?

“Het is dubbel. Als bevoegd minister word ik tegen de middag in Brussel verwacht, in het crisiscentrum. Dat is misschien mijn geluk. Voor mijn echtgenoot wordt het minder leuk. (stil) Vroeger was zo’n verkiezingsdag altijd een hoogdag voor onze familie. We gingen eerst samen stemmen met mijn ouders en schoonouders en nadien dronken we een aperitief op het terras. Een Aperol – voor de oranje kleur. (lacht) Dat wordt anders in de toekomst. Het wordt wel een emotionele dag, denk ik.”

Ik wens u veel sterkte!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier