Filip Watteeuw: “Ik heb nood aan een wat rustiger periode”
Alle ogen waren op hem gericht, maar zie: Filip Watteeuw wordt dan toch géén voorzitter van Groen en blijft nog exact drie jaar schepen in Gent. Dat heeft hij begin deze week beslist na een woelige nacht. Vandaag geeft Watteeuw meer uitleg én blikt hij terug op de chaos van de voorbije weken. Want wat een boeltje was het daar, in de stad van ‘licht en liefde’ …
Het is een ijskoude woensdagavond in de Arteveldestad. We hebben afspraak bij Filip Watteeuw thuis en verwarmen ons aan een dampende kop koffie en een lat chocolade. De man doet meteen een opmerkelijke bekentenis. “Het is de eerste dag in maanden dat ik mij ontspannen voel. Dat mijn hoofd vrij is. Twee campagnes, twee verkiezingen, onderhandelingen, de twijfel over het voorzitterschap: dat weegt, hoor, ook emotioneel. Ik ben blij met de beslissing die ik maandag heb genomen.”
Om geen kandidaat-partijvoorzitter te zijn, hoewel iedereen naar u keek?
“(knikt) Ik heb het maandagochtend pas beslist. Om 5 uur. Ik lag al enkele uren te woelen in mijn bed. Ik heb mijn vrouw wakker gemaakt en gezegd dat ik het niet zou doen. Ik hou van een uitdaging, maar dit komt te vroeg. De timing kon echt wel niet slechter.”
Dat moet u even uitleggen.
“Op maandag 11 november keurt onze partij het nieuwe bestuursakkoord goed. Je denkt dat je op zo’n dag een intensieve periode afsluit. Op vraag van de collega’s ga ik ook opnieuw schepen worden. De nieuwe bevoegdheden die ik krijg, wegen niet licht (wonen, klimaat en energie, red.). Je wil je daarvoor smijten. Maar de dag nadien krijg ik telefoon van Petra (De Sutter, red.) die zegt dat ze geen voorzitter wil worden en dat ik het moet overwegen. Dat kwam totaal onverwacht, maar goed: ik heb haar raad opgevolgd. Ik heb heel wat enthousiasmerende gesprekken gevoerd en ik zag het eigenlijk wel zitten. Ik had zelfs al een running-mate: Valérie Tanghe, een sterke vrouw en onderneemster. Tot zondag hebben we volle bak gewerkt aan een visienota, enzovoort. Maar toch bleef er twijfel hangen in mijn hoofd. Ik wou Gent niet loslaten.”
Waarom niet cumuleren? Veel van uw collega’s doen dat.
“De combinatie zou te zwaar zijn. Er speelde nog iets. Het is geen geheim dat ik de voorbije twaalf jaar als schepen van Mobiliteit vaak in het oog van de storm stond. Die voortdurende druk heeft veel mentale energie gevraagd. Ik heb nood aan een wat rustiger periode om weer op mijn plooi te komen en te herbronnen. Toen ik mijn vrouw en kinderen zei dat ik het niet zou doen, was hun reactie ook: Oef! Zij waren ook bang dat het te veel zou worden. (even stil) Maar was die verkiezing zes maanden later, ik zou het wellicht wél gedaan hebben.”
Werd het dan niet beter uitgesteld zoals ook Mieke Vogels vroeg?
“Misschien. Maar ik begrijp ook dat de huidige voorzitters niet willen treuzelen. Het is wat het is. Als je te veel twijfelt, mag je dit niet doen.”
Welke kandidaat gaat u dan steunen?
“De nieuwe voorzitter moet iemand zijn die stormen kan trotseren en overeind blijft als de partij aangevallen wordt – wat dikwijls gebeurt. Het moet ook iemand zijn die zelfbewustzijn en trots uitstraalt, want alleen zo kan je winnen in de politiek. Dat Groen in Gent wél goed scoort, heeft daarmee te maken. En drie: er moet nieuwsgierigheid en openheid zijn voor ideeën van anderen. Bart Dhondt, die zich de voorbije jaren als schepen in Brussel bewezen heeft, past het beste in dat plaatje.”
“Was de voorzittersverkiezing zes maanden later, ik zou het wellicht wél gedaan hebben”
Zou met Celia Groothedde, ook een kanshebber, het belerend vingertje te veel terugkeren zoals gefluisterd wordt?
“Je mag veel vragen van mij, zelfs de naam van mijn voorkeurskandidaat, maar ik ga geen negatieve commentaar geven op anderen.”
Kamerlid Matti Vandemaele heeft de partij wel wakker geschud deze week. ‘Wij moeten wegblijven van woke’, zei hij in Krant van West-Vlaanderen. Volgt u hem?
“Niet helemaal, neen. Wij moeten als partij een antwoord hebben op álle thema’s, en zeker als het gaat over rechten van minderheden. Waar ik hem wél in volg, is dat klimaat en natuur weer onze core business moeten worden. Dat zijn de thema’s die vooraan in onze vitrinekast moeten staan en die piekfijn in orde moeten zijn. De mensen mogen niet denken: Waar zijn die groenen mee bezig? Wat dus niet mag gebeuren, is dat scherpe uitspraken over woke onze kern overschaduwen.”
Hoe verklaart u dat in tijden van klimaat- en biodiversiteitscrisis een groene partij amper acht procent van de mensen kan overtuigen?
“Er is niet één verklaring. Dat heeft deels te maken met die inhoud. Als het gaat over het klimaat, moeten wij meer oog hebben voor het dagelijks leven van mensen. Een ecologist wil niet alleen morgen een goed leven voor iedereen, óók vandaag. Ook daarom is Bart de beste kandidaat. Als schepen is hij elke dag bezig met het concrete leven van mensen. Waar wij ook beter in moeten worden, vind ik, is het politieke métier. Wij zijn soms bang om aan politiek te doen. Wij durven niet genoeg.”
Bang van de eigen schaduw?
“Ook. Als je aan politiek wil doen, moet je hard kunnen zijn. Als tegenstanders ons framen: dat ze maar doen! Wij moeten niet beschaamd zijn over onze standpunten. (op dreef) Overal waar zelfbewuste groenen aan de macht zijn, winnen wij. Gent en Brussel zijn maar twee voorbeelden. Dat sterkt mij in mijn overtuiging dat het kan.”
Is het tijd om de voorzitter wat meer macht te geven en de basisdemocratie wat in te dijken, zoals sommigen opperen?
“De basisdemocratie ís onze cultuur. Je kan niet zomaar zeggen: op de schop daarmee. Het mag natuurlijk niet verlammend werken en misschien is dat soms wel een beetje het geval. Dan moet je dat bijschaven. Dat is iets voor de volgende voorzitter om te analyseren.”
Laten we naar Gent kijken. U blijft dus schepen, maar wat ik niet begrijp: waarom moet u na drie jaar afzwaaien? Is dat door de interne strubbelingen?
“Neen, integendeel. Het zijn Hafsa (El-Bazioui, die eerste schepen wordt, red.) en onze andere schepen die mij expliciet gevraagd hebben om verder te doen. Wij kregen vier mandaten, waarvan één voor drie jaar. Ik heb zelf gezegd: Geef dat maar aan mij. Dat is toch logisch? Ik zal 68 jaar zijn bij de volgende verkiezingen in 2030. Dan is het aan de anderen om de campagne te trekken.”
Wat niet logisch is, is dat uw partij deze keer meer stemmen heeft, maar minder mandaten.
“Dat is een gevolg van het nieuwe decreet, wat overigens geen goed decreet is. Het maakt dat onderhandelingen raar verlopen. De grootste partij krijgt te veel macht. Hier was dat Voor Gent (kartel van Open VLD en Vooruit, red.). Zij willen op een bepaald moment N-VA als coalitiepartner. N-VA gaat akkoord met drie mandaten. Deze deal springt af en wij komen weer aan tafel. Wat kan je dan doen? Als je te veel vraagt, dan weet je dat N-VA twee weken later aan zet komt, zoals het decreet voorschrijft. Dus je kan niet van nul beginnen.”
Het imago van de stad van ‘licht en liefde’ heeft de voorbije weken een stevige deuk gekregen. Hoe blikt u terug?
“Ik ga daar niet mee akkoord. Dat zoveel mensen spontaan op straat kwamen – voor of tegen Groen: dat doet er niet toe -, waarom zou dat het imago aantasten? Dat bewijst net hoe betrokken onze inwoners zijn. Ik juich dat toe.”
Wat met het uitspuwen van N-VA-kopvrouw Anneleen Van Bossuyt?
“Dat had niet mogen gebeuren. Ik heb daar ook onmiddellijk afstand van genomen. Maar dat mag al de rest niet overschaduwen. Ik weet wat het is om geïntimideerd te worden, om doodsbedreigingen te krijgen, om politiebewaking nodig te hebben. (feller) Maar weet je wat N-VA toen zei? Dat dat erbij hoort. Jean-Marie Dedecker wou me zelfs op de brandstapel. Sorry, maar een beetje consequent zijn, hè. Ik vind intimidatie altijd verwerpelijk.”
Er waren mensen in uw partij die een coalitie van Voor Gent en N-VA niet democratisch vonden. Hoe kijkt u daarnaar?
“Natuurlijk zou dat democratisch zijn. Voor Gent en N-VA hadden een legitieme meerderheid. Púnt. Een N-VA-er is evenveel Gentenaar als iemand van Groen of Vooruit. Ook het idee dat groenen betere mensen zouden zijn, is lachwekkend. En ja, ik weet dat dat leeft bij sommigen van ons. Maar zo zie je maar: ook wij hebben onze kleine kantjes. (glimlacht) Ik hou niet van morele verhevenheid. Maar ik zie dat ook bij andere partijen, hoor. Een Bart De Wever, die kan daar ook wat van.”
Hebt u enig moment gevreesd dat het voorbij was voor uw partij?
“Jawel. De maandagavond, vlak voor de gemeenteraad, toen Voor Gent aangaf verder te willen met N-VA. De steun die we toen kregen van de honderden mensen die zich buiten verzamelden, deed deugd. Je wil je daaraan laven en daarom zijn wij toen naar buiten gegaan – en dus niet om hen op te hitsen. Wij waren ontredderd, hè. Toen ik daar mijn jongste zoon zag staan, kreeg ik zelfs de krop in de keel. Dat overkomt mij maar zelden. Maar van zodra er negatieve slogans gezongen werden, zijn wij terug naar binnen gegaan.”
Hoe kijkt u naar het nieuwe bestuursakkoord dat uw partij en Voor Gent uiteindelijk gesloten hebben?
“Dat is het best mogelijke akkoord, gezien de omstandigheden. Voor Gent wou de tekst die ze had beklonken met N-VA, als basis gebruiken. Dat was gelukkig een behoorlijk sociaal akkoord. Het is zelfs verwonderlijk dat N-VA daarin mee wou gaan. Op enkele vlakken hebben we nog fundamentele aanpassingen kunnen doorvoeren. Maar veel belangrijker dan het akkoord wordt de manier waarop we gaan samenwerken. Dat moet écht beter.”
Heel enthousiast klinkt u niet.
“Dat ziet u verkeerd. Wij hadden niet de luxe om te vertrekken van een wit blad. Dat is nu eenmaal de realiteit. Maar er zit zeker voldoende eten en drinken in om goed beleid te voeren.”
Op vlak van mobiliteit wordt een stap teruggezet. Zelfs de lage emissiezone wordt in vraag gesteld. Vindt u dat niet spijtig?
“We gaan een studie doen naar de meerwaarde van de lage emissiezone en op basis daarvan gaan we verder. (denkt na) Wat we vooral gaan doen op vlak van mobiliteit, is even ontkoppelen. Hergroeperen. En dat is een goede zaak. Het waren twaalf woelige jaren. Gent is uitgegroeid tot voorbeeldstad in Europa, maar dat is niet zonder slag of stoot verlopen. Er zijn ook mensen die niet mee zijn. Daarom gaan we nu even hergroeperen. Het is trouwens in uw krant dat ik twee jaar geleden al zei dat het tijd is voor een nieuwe wind op mobiliteit. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven. Joris Vandenbroucke (Vooruit), die mij zal opvolgen, verdient alle steun.”
Vindt u het niet vernederend dat burgemeester Mathias De Clercq (Open VLD) tot vervelens toe herhaalt dat de nieuwe coalitie op een andere manier aan politiek moet doen? Dat is een sneer naar u.
“(zucht) Wat moet ik daarop zeggen? (wikt zijn woorden) Ik denk dat dat een boodschap is die bedoeld is voor een specifiek publiek. En ik denk niet dat ik tot dat publiek behoor. Dus het antwoord is neen.”
Dat belooft voor de nieuwe manier van samenwerken.
“(onverstoord) Kijk: de voorbije jaren was de samenwerking in het schepencollege echt niet goed. Ik denk dat iedereen dat beseft. We zaten drie jaar lang in campagnemodus. Dat mag niet opnieuw gebeuren. Wat ik gemist heb, zijn de sterke persoonlijke assen die er wel waren in onze eerste legislatuur samen (van 2012 tot 2018, red.). De komende jaren moeten we opnieuw aan zulke assen werken. Dat is de belangrijkste opdracht waar wij nu voor staan, nóg belangrijker zelfs dan het akkoord zelf. Of deze coalitie zal slagen, zal daarvan afhangen.”
“Het idee dat groenen betere mensen zouden zijn, is lachwekkend. En ja, ik weet dat dat leeft bij sommigen van ons”
Dat klinkt mooi, maar kan dat lukken met dezelfde partijen en dezelfde mensen die de voorbije jaren vooral ruzie maakten?
“Dat zal veel tijd en energie vragen. (benadrukt) Van élke politicus. Hoe gekwetst sommigen zich ook voelen, we moeten de bladzijde omdraaien. We zijn dat verplicht aan de inwoners van onze stad.”
Is het niet vooral aan u en de burgemeester om eens een koffie te gaan drinken?
“Wij gaan inderdaad tijd moeten uittrekken om elkaar weer te vinden en te respecteren. Ik zal dat niet ontkennen. Maar waarom zou dat niet lukken? Wat mij sterkt, is dat niemand dezelfde taferelen wil als de voorbije zes jaar. Wij niet, de liberalen niet en de socialisten niet.”
Hebt u in al die chaos nooit gedacht aan stoppen?
“Neen. Dat ligt niet in mijn aard.”
Wat gaat u dan binnen drie jaar doen, als u moet stoppen als schepen?
“Het is een oude droom van mij om een grote fietsreis te maken: eerst naar de Scandinavische landen en daarna de rest van Europa. Misschien zal dat een goed moment zijn. En daarna zien we wel. Ik ben niet bang voor de toekomst. Als ik de voorbije weken iets geleerd heb, is dat alles snel kan keren.”
Biografie
– Geboren op 10 september 1962 in Moorslede.
– Master in de Criminologie (UGent) en Master in de Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (KUL).
– Woont met zijn vrouw in Gent. Vader van drie kinderen.
– Vlaams parlementslid van 2009 tot 2013.
– Schepen in Gent van 2013 tot vandaag. In de komende legislatuur bevoegd voor wonen, milieu, klimaat en energie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier