“Misschien moet ik eens gaan zwemmen in alle 195 waterlopen?”: jarige minister Jo Brouns over landbouw en natuur, water en bomen, vee en wolven
“Als ik binnen vijf jaar applaus krijg van Boerenbond én Natuurpunt, dan ben ik geslaagd.” Jo Brouns (CD&V) is de minister die landbouw en natuur moet verzoenen. De zwaarste uitdaging van zijn carrière, by far, zo benadrukt de flegmatieke Limburger die vandaag iets te vieren heeft. Een gesprek over water en bomen, vee en wolven.
Het is feest ten huize-Brouns in Kinrooi. De CD&V-minister, sinds het najaar bevoegd voor Landbouw én Omgeving, mag immers 50 kaarsjes uitblazen. “Mijn vrouw heeft mij opdracht gegeven om niets te plannen”, vertelt hij met een brede glimlach. “Dus ja, ik verwacht mij wel aan iets. En graag – wat je kan vieren, moet je vieren! Het doet wel iets met mij, die 5 vooraan. Het is de eerste keer dat ik stil sta bij een verjaardag. Weet je wat lastiger wordt? Het recupereren – zowel na een zware werkdag als na een zware avond. (grijnst) Je moet wat bewuster bezig zijn met je gezondheid. Daarom ga ik ‘s ochtends wat vaker zwemmen. Als het seizoen eraan komt, doe ik dat in open water: de Maasplassen. Heerlijk!”
Vandaar dat de regering zwemmen in open water overal wil toelaten?
(lacht) “Het is toch niet normaal dat je aan de Nederlandse kant van de Maas altijd mag zwemmen, maar aan onze kant alleen op beperkte tijdstippen en onder toezicht? Wij gaan het principe omkeren: je mag overal zwemmen, tenzij het verboden is.”
Bent u een gelukkig man, als u terugblikt op de eerste vijftig jaar?
“Ja. Op z’n Vlaams gezegd: ik ben met mijn gat in de boter gevallen. Geboren in een warm nest, geweldige jeugd, alle kansen gekregen. Goede gezondheid tot op vandaag. Het is ook een enorm voorrecht om minister te mogen zijn. Waarover zou ik klagen? Dus ja, ik ben een gelukkig man.”
Is geluk voor u verbonden aan het werk?
“Neen. Geluk begint en eindigt thuis. Als het thuis goed gaat, kan je de wereld aan. Maar ik krijg ook voldoening van mijn werk, van dienstbaar te kunnen zijn voor de samenleving. Is dat zelfs niet de essentie van het mens-zijn? Voor mij wel. Al had dat ook in een ander beroep kunnen zijn. Ik heb criminologie gestudeerd. Was de trein van de politiek niet langsgekomen, dan was ik nu wellicht politiecommissaris. Ik was al geslaagd voor mijn examen. Maar in december 2017 kreeg ik een telefoontje van minister Jo Vandeurzen. Of ik op zijn kabinet wou werken. Ik heb ja gezegd.”
Was u niet voorbestemd om politicus te worden?
“Neen, ook al was mijn vader burgemeester en parlementslid. Iedereen dacht dat mijn broer Kris hem zou opvolgen. Ik was meer een rebel. Mijn engagement is pas in mijn Leuvense jaren naar boven gekomen. Vergelijk het met een bakkerszoon. Die zal ook een periode kennen dat hij geen vlaai kan rieken, maar uiteindelijk treedt hij toch in de voetsporen. Zo was het ook bij mij.”
Veel politici hebben een complexe relatie met hun gezin, omdat ze zelden thuis zijn. Hoe is dat voor u?
“Dat is niet eenvoudig, ik ga daar eerlijk in zijn. Je moet voortdurend plannen. Maar ik denk wel dat mijn kinderen trots zijn. (even stil) Al zullen er ook momenten van gemis zijn. Dat besef ik en dat raakt me ook. Je bent minder thuis dan je zou willen. Maar als ik er moet zijn, dan ben ik er. Mijn vader was ook zo. En de rest werd gecompenseerd door mijn moeder.”
Als ik u zo hoor, bent u een zondagskind. Hebt u nog geen tegenslag gekend?
“Mijn moeder was ooit zwaar ziek. Ik was toen 15 jaar. Kanker. Dat kwam binnen, hoor. Dat stond toen bijna gelijk aan de dood. Ze is daar gelukkig heel goed doorgekomen. Maar verder: weinig. Hout vasthouden dus!”
Zou u vandaag voor de zwaarste uitdaging van uw carrière staan? U wil namelijk landbouw en natuur verzoenen.
(benadrukt) “By far. Daar is zelfs geen discussie over. En eigenlijk is dat jammer. Ik ben geboren en getogen in de Maasvallei tussen de boeren en de natuur. Wij zagen daar geen tegenstelling in. Het is pas de laatste jaren dat deze eeuwenoude bondgenoten vijanden leken. Ik wil ze opnieuw verzoenen. Daarom wou ik graag beide bevoegdheden in één hand. Zo kunnen we onnodige spanningen, zoals vorige legislatuur, vermijden (toen was Zuhal Demir, N-VA, bevoegd voor omgeving, red.).”
Dat u een hart hebt voor landbouw, weet iedereen, maar bent u ook een groene jongen?
“Ja. Als ik niet zou houden van onze natuur, zou ik niet elke dag vijf uur pendelen tussen Kinrooi en Brussel. Het mooiste natuurgebied is de Kempenbroek. Daar vind je nog plekken waar je alleen maar stilte ervaart. Heerlijk om te wandelen. Ook op vakantie zoek ik de natuur op. Liefst de bergen. Met een strandvakantie kan je mij niet plezieren.”
Uw voorganger Joke Schauvliege (CD&V) zei in deze krant eens dat een boom ook de functie heeft om gekapt te worden. Is dat ook uw visie?
(lacht) “Dat herinner ik mij nog, maar waarom zou je de economische kant van bomen niet mogen benoemen? Er zijn mensen die protesteren zodra er een kettingzaag wordt bovengehaald. Dat begrijp ik niet. Soms moet je trouwens ook bomen kappen voor andere natuur, zoals heide.”
Wil u niet 10.000 hectare extra bos tegen 2030?
“Dat is de ambitie, maar ik ga mij niet blindstaren op een cijfer. Het belangrijkste is dat er draagvlak is. In het regeerakkoord voorzien we ook het principe van tijdelijke natuur. Onze akker- en weidevogels staan onder druk en dus moeten we daar iets aan doen. Boeren willen daaraan meehelpen, maar hebben soms schrik om hagen of bomen te planten omdat als daar toevallig een zeldzaam vogeltje komt, ze geen baas meer zijn over hun grond. Dat gaan wij veranderen. Als je een boom wil planten, moet je die na pakweg twintig jaar ook weer kunnen verwijderen.”
In Gent menen ze trouwens dat een kerstboom ook dient om opgegeten te worden. Wat denkt u daarvan?
(verbaasd) “Is dat zo? Dat heb ik niet gevolgd. Wij hebben onze kerstboom in de tuin geplant en gaan die volgend jaar weer uitspitten. Als dat niet ecologisch is!”
Wat is het belangrijkste dossier op uw plank voor komend jaar?
“Zonder twijfel: het vergunningenbeleid. Dat moet beter en vlotter. Deze maand gaat een commissie van start met alle stakeholders: rechters, experten en belangengroepen. In september verwacht ik een rapport met aanbevelingen. Als je meer welvaart wil, betere waterkwaliteit, minder emissies, dan moet je vergunningen uitreiken. Want het zijn onze bedrijven die daarvoor zullen zorgen.”
Is de slechte kwaliteit van onze waterlopen niet het zwaard van Damocles boven deze regering? Vanaf 2027 dreigt zelfs een vergunningenstop, hoor ik.
“Wij gaan alles doen om dat te vermijden. Laat me duidelijk zijn: water, in alle opzichten, is globaal gezien de grootste uitdaging voor deze regering. Wij hebben een verbeteringsplicht in onze waterlopen, dat is zo. Maar tegelijk vind ik de benadering van Europa te streng. Er zijn 55 stoffen die gemeten worden. Als je slecht scoort op één stof, scoor je slecht in het algemeen. Wij gaan aandringen op een andere benadering. Als je cholesterol te hoog is, ben je toch ook niet doodziek? In veel waterlopen is de kwaliteit trouwens wel aan het verbeteren.”
Als water de grootste uitdaging is, waarom schroeft u dan het budget voor de Blue Deal (dat Vlaanderen moet wapenen tegen overstromingen) terug?
“Wij doen een grote inspanning van bijna 300 miljoen. We zijn ons dus bewust van de uitdaging. Maar er zijn nog grote noden: onderwijs, kinderopvang. Daarom zijn de budgetten verschoven. Maar als het nodig zou zijn, gaan we extra geld zoeken.”
“Hoeveel wolven zijn er niet gestorven in het verkeer? Dat toont aan dat Vlaanderen niet zo geschikt is voor deze dieren”
Elke expert vindt dat onbegrijpelijk. Wat gaat u zeggen als er volgend jaar een waterbom op Vlaanderen valt?
(geprikkeld) “Denkt u dat één politicus dat kan voorkomen? Als ik zou wegkijken, mag je mij schuldig verzuim verwijten. Maar ik kijk niet weg. Vanaf 2027 wordt het budget weer fors opgetrokken. In de vorige Blue Deal ging er trouwens heel wat geld naar maatregelen – ik druk me voorzichtig uit – die minder effectief waren: studies, aankoop van gronden, enzovoort. Wij gaan de middelen beter besteden en richten op de grootste noden. Maar je moet ook eerlijk zijn met de mensen. Als regering zal je nooit kunnen garanderen dat er geen waterbom zal vallen.”
Stikstof dan. Waarom wil u wachten tot 2031 om het beleid om te gooien? De boeren zijn daar niet gelukkig mee.
(fijntjes) “Er is een verschil tussen wat ik wil en wat de coalitiepartners willen. Het huidige decreet loopt tot 2030. Daarna gaan we de omslag maken naar een eerlijker beleid dat focust op de effectieve uitstoot. Dat is de afspraak die we bij de regeringsvorming gemaakt hebben. De vraag is wel of het huidige decreet zal standhouden bij het Grondwettelijk Hof. Ik ben benieuwd naar de uitspraak, die volgt wellicht later dit jaar.”
Als je minder stikstof wil, minder broeikasgassen en betere waterkwaliteit, moet je dan niet vooral de veestapel afbouwen? Een kwart zou genoeg zijn, zeggen experten van de KU Leuven.
“Als gevolg van de demografische evolutie, het aantal boeren dat stopt, en van het beleid dat we voeren, zal de veestapel sowieso verminderen. Maar ik vind het fout om altijd daarop te focussen. Onze landbouw is al zoveel duurzamer dan elders in de wereld. We zouden beter spreken over de nieuwe technologieën die ook zorgen voor minder uitstoot. In een duurzame stal doet het aantal dieren er veel minder toe.”
Hoe kijkt u naar de biodiversiteitscrisis? Volgens een nieuw rapport van WWF gaat het aantal wilde dieren razendsnel achteruit, ook hier.
“Net zoals heel wat experten stel ik mij vragen bij de methodologie van WWF. De afname wordt overschat door de manier van tellen. Het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, red.) is genuanceerder: sommige soorten doen het beter en andere soorten gaan achteruit. Bovendien: uw mooie boek wijst daar toch ook op (Wild Land, Paul Cobbaert, red.)? Twintig jaar geleden had je nooit kunnen schrijven over de terugkeer van de wolf, de oehoe, de bever en de raaf. Als kleine jongen zag ik de blauwe reiger alleen op de zolder van mijn grootvader – een opgezet exemplaar. Vandaag vind je die overal in ons landschap. Idem voor de zilverreiger.”
“Als je een boom wil planten, moet je die na pakweg twintig jaar ook weer kunnen verwijderen”
Die terugkeer wil niet zeggen dat het goed gaat met onze biodiversiteit.
“Ik zeg ook niet dat we er zijn. Er zijn grote uitdagingen. Dat staat ook in het regeerakkoord. Vandaar ook het idee van tijdelijke natuur. Wij zijn het verplicht aan de volgende generaties om goed zorg te dragen voor onze biodiversiteit.”
Wat denkt u: kunnen wij in Vlaanderen samenleven met wolven, bevers en wilde katten?
“We doen het toch vandaag? Maar er moet harmonie zijn. Dat is mijn kompas. Ecologie en economie moeten hand in hand gaan. Als bevers voor te veel schade zorgen, moet je kunnen ingrijpen. Daarmee zeg ik niet dat je ze direct moet afschieten. Je kan ook andere dingen doen, zoals het verlagen van dammen.”
Wat vindt u ervan dat Europa de bescherming van de wolf terugschroeft? Zet dat de deur open om ook hier op de wolf te jagen zoals in Zweden?
“Europa moet die verantwoordelijkheid aan de lidstaten overlaten. Als een lidstaat meent dat er te veel wolven zijn, dan moet die aan beheersing kunnen doen. In Vlaanderen is dat vandaag niet het geval, dus wij gaan geen regels aanpassen.”
Vier jaar geleden sprak u andere taal en wou u de wolf zelfs verplaatsen. Wat is er veranderd?
“De realiteit. Hoeveel wolven hebben we nu? Twee of drie? Dat lukt. Bovendien werd er de voorbije jaren veel tijd en geld geïnvesteerd in het samenleven. Wist u dat ze vanuit heel Europa komen kijken naar onze wolfwerende omheiningen? Deze werken. In het begin was het anders. De terugkeer van de wolf wekte veel emoties op, zeker bij veehouders die hun dieren vermoord zagen. Op een bepaald ogenblik waren er ook gewoon te veel wolven. Wij zijn Yellowstone niet. De wolven hebben dat ook zelf ondervonden. Hoeveel zijn er niet gestorven in het verkeer? Dat toont aan dat Vlaanderen niet zo geschikt is voor deze dieren. Je kan moeilijk het hele landschap afrasteren. Maar een beperkt aantal moet wel lukken.”
Uw voorganger Demir poseerde eens met wilde bijen op haar lichaam voor Humo om de biodiversiteit onder de aandacht te brengen. Zou u dat ook doen?
(lacht) “Voor gekke dingen mag je altijd op mijn deur kloppen. Misschien moet ik eens gaan zwemmen in alle 195 waterlopen? Om te bewijzen dat de kwaliteit wel degelijk aan het verbeteren is, maar ook om onze mooie natuur en de prachtige zwemsport in de kijker te zetten. Doe je mee? Een toer door Vlaanderen!”
Ik zal erover nadenken. Tot slot: wanneer zal u geslaagd zijn in uw opdracht?
“Als ik binnen vijf jaar applaus krijg van Boerenbond én Natuurpunt. Zet erbij: knipoogt. (lacht) Alhoewel: daar komt het toch op neer.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier