Het nieuwe leven van Kristof Calvo: “Bart De Wever zou de meest logische premier zijn”
Le nouveau Kristof Calvo est arrivé. Een nieuw leven begint voor de groene pitbull van weleer. Verdwenen uit het parlement, na veertien intense jaren. Bevrijd van de door hem zo verfoeide partijtucht. Volle focus op Mechelen. Hoeft zelfs geen eerste viool meer te spelen – zégt hij. Aan de vooravond van het nieuwe politieke jaar praat Calvo ongedwongen over stad, partij en formatie. “De Wetstraat blijft in de ban van dagjespolitiek. Daar wou ik uit weg.”
Het is donderdag in Mechelen en de zon schijnt. De stad aan de Dijle is nog aan het bekomen van Maanrock. Zo ook Kristof Calvo, al tien jaar voorzitter van het vierdaagse festival. “Ik heb al veel mogen doen in mijn prille leven, maar dat wij met een team vol vrijwilligers Maanrock nieuw leven hebben ingeblazen, is wellicht de realisatie waar ik het meest fier op ben. De toekomst van het festival hing echt aan een zijden draadje. Ook dit jaar werd ik weer omvergeblazen: door de grote namen, zoals Coely en Natalia, maar ook door de kleine momenten van ontroering. Ik merk wel dat ik al wat meer tijd nodig heb om te recupereren.” (lacht)
Vermoeid of niet: stralen doet de groene politicus ook, en dat heeft veel te maken met de zilveren ring aan zijn linkerhand. “Het hoogtepunt van de zomer was voor één keer niet Maanrock, maar wel mijn bruiloft. Het was een geweldige dag met alle mensen die we graag zien. Ik heb de ceremonie al drie keer herbekeken.” Calvo is twee weken geleden in het huwelijksbootje getreden met Jessika Soors, ook al een voormalig parlementslid voor Groen. Dat hij zelf op de knieën is gegaan, vertelt hij na enig aandringen. “Als je de hand wil van iemand als Jessika, dan moet je een beetje moeite doen, hè.” (glimlacht)
Waar is de huwelijksreis naartoe gegaan?
“Die hebben we helaas moeten uitstellen, omdat het volle bak lokale campagne is. Ik zou met mijn gedachten te veel in Mechelen zitten. Sinds eind juni doen we elke avond huisbezoeken. Deze verkiezingen zijn zó belangrijk: voor de stad, voor de inwoners, maar ook voor mezelf. Ik wil me helemaal smijten.”
Omdat uw politieke toekomst ervan afhangt?
(knikt) “Ik heb een risico genomen. Als ik echt wou, had ik wellicht nog eens verkozen kunnen worden in de Kamer en vervolgens had ik kunnen afwachten wat het zou worden in Mechelen. Maar dat zou niet eerlijk geweest zijn tegenover mezelf en mijn kiezers. Ik had al langer besloten dat ik voluit voor Mechelen wou gaan. Het is ook gezond om af en toe van omgeving te veranderen. Vergeet niet dat ik bijna direct van de universiteit in het parlement ben beland. Ik was het jongste rechtstreeks verkozen Kamerlid ooit.”
Dat was inderdaad veertien jaar lang uw thuis. Mist u het nog niet?
“Ik heb nog geen tijd gehad, maar dat zal wel nog komen. Ik heb daar fijne jaren beleefd. Het is trouwens ook daar dat ik Jessika heb leren kennen. Onze laatste fractie was echt een groep vrienden. Ze waren ook allemaal op onze bruiloft. (denkt na) Weet je: in de zomer van 2019 heb ik een eerste keer goed nagedacht over mijn toekomst. Ik had toen al uitgemaakt dat ik anders aan politiek wou doen. Ik wou meer strijd leveren over ideeën en minder over partijen en personen. Minder praten, meer nadenken. Dat is mij ook gelukt, denk ik. Ik vind mezelf vandaag interessanter dan vroeger, ook al heb ik niet alle antwoorden klaar. Dat hoeft ook niet, weet ik nu. (zwijgt even) Ik voel ook minder de behoefte om eerste viool te spelen. In de politiek is een titel of een mandaat te vaak een doel op zich.”
Dat was het ook voor u. U wou ook minister worden in 2020, toen de Vivaldi-regering van start ging.
(knikt) “Als je impact wil hebben, word je best minister of partijvoorzitter. Dat is nu eenmaal eigen aan het systeem. Maar als ik vandaag terugkijk: misschien wou ik inderdaad wel té graag minister worden. Dat was een terechte kritiek. Vandaag sta ik daar ietwat anders in. Ik geniet nu veel meer van samenwerking. Ik verlang er echt naar om dingen te kunnen realiseren, samen met andere mensen.”
Kon u dat te weinig in het parlement?
“Volksvertegenwoordiger mogen zijn, is een voorrecht. Ik was wel bang voor de dag dat ik het parlement beu zou geraken. (wikt zijn woorden) Het is normaal dat je in een democratie niet alles kunt realiseren wat je wil. Maar ik vind wel dat parlementsleden in ons systeem te weinig vrijheid hebben. Ik heb tot de allerlaatste dag keihard gewerkt aan twee dossiers: asbest en partijfinanciering. Het is twee keer niet gelukt. En waarom? Omdat sommige collega’s wisten hoe graag ik deze dossiers succesvol wou afronden. Dan wordt het u niet gegund.”
“Ik vind mezelf vandaag interessanter dan vroeger. Ik voel ook minder de behoefte om eerste viool te spelen”
Wat een pijnlijke conclusie.
(knikt) “Politici onderschatten hoe graag de mensen willen dat wij samenwerken. De Wetstraat is en blijft in de ban van dagjespolitiek en het narcisme van de kleine verschillen. Daar wou ik uit weg. (weer enthousiast) In Mechelen doen we anders aan politiek. Hier gaan we straks voor de vierde keer met groenen, liberalen en onafhankelijken op een stadslijst naar de kiezer. Dat is het langste politieke huwelijk van Vlaanderen.”
Droomt u niet stiekem van de sjerp?
“Neen. Anders zou ik mezelf tegenspreken. (benadrukt) Echt waar, de ambitie om helemaal vooraan te staan, is weggeëbd. We hebben met Bart Somers (Open VLD) al een heel goede burgemeester. Ik hoop natuurlijk wel de kans te krijgen om als schepen mee de stad te besturen.”
Somers was de voorbije jaren eerst burgemeester, daarna minister en vervolgens weer burgemeester. Vreest u niet dat de kiezer het jobhoppen zal afstraffen?
“Eigenlijk niet, neen. Bart is altijd burgervader gebleven. Ook toen hij minister werd, bleef Mechelen op de eerste plaats staan. Dat is een verschil met andere figuren. Bart ziet deze stad graag. Ik ben daar zeker van, anders zou ik het niet zo stellig zeggen.”
Zou niet beter komaf gemaakt worden met die titelvoerende statuten?
“Dat is een debat waard. Ik ben ook titelvoerend schepen geweest, maar in mijn geval was dat om een cumul te vermijden. Ik ben geen schepen geworden, omdat ik parlementslid was. Maar van mij mag dat afgeschaft worden, ja.”
“Laat het alstublieft niet opnieuw de hele tijd over de casting gaan. Dat mag niet de conclusie zijn van 9 juni”
Wat is uw rol nog binnen de partij? U zetelt niet meer in het partijbestuur.
“Die rol is niet gedefinieerd. Ik blijf lid en ik denk dat iedereen wel weet dat ik graag zou blijven meepraten over de toekomst van groene en progressieve politiek. Maar ik steek niet weg dat ik een ambigue relatie heb met partijpolitiek. Politiek is altijd collectief, maar ik ben ook een vrijdenker. Het ligt niet in mijn karakter om gewoon marsorders van de partij te volgen. Dat is nog een reden voor mijn beslissing. Vandaag heb ik meer vrijheid van spreken en denken.”
Vindt u dat de covoorzitters Jeremie Vaneeckhout en Nadia Naji kunnen aanblijven na de nederlaag van 9 juni?
(feller) “Dat vind ik een foute vraag. Laat het alstublieft niet opnieuw de hele tijd over de casting gaan. Dat mag niet de conclusie zijn van 9 juni. Al vrees ik daar wel voor. Kijk naar de liberalen. (denkt na) Dat is dikwijls gemakzucht, vind ik. De partijen redeneren: we nemen een nieuwe voorzitter en het is opgelost. Néén, zo werkt het niet. Het probleem zit veel dieper. Groenen, maar ook socialisten, liberalen en christendemocraten, mogen echt niet tevreden zijn over 9 juni. Ik kan de initiële opluchting begrijpen, maar finaal is het wel een gitzwarte zondag geworden. Tom Van Grieken is op een haar na formateur geworden. Laten we dat toch niet vergeten!”
Wat moet er dan gebeuren?
“Ten eerste moeten we een correcte analyse durven maken. Dat geldt ook voor die andere partijen. Het was niet goed. Punt. Ten tweede: minder met onszelf bezig zijn. Voorzittersverkiezingen zijn zelden interessant. Dat is vooral preken voor eigen kerk. Je kan nu al voorspellen wat de kandidaten gaan zeggen. Dat we scherper moeten zijn, enzovoort. (op dreef) Wat we moeten doen, is eindelijk die ramen en deuren opengooien. Durven praten met mensen van andere partijen en van de brede samenleving. Zoals wij in Mechelen doen. De Belgische politiek snakt naar nieuwe combinaties. Zeker de brede groep van progressieve democraten moeten veel meer samenwerken. Namen doen ertoe, maar hun belang wordt fors overschat.”
Zou u geen goede partijvoorzitter zijn?
“Ik heb daar twee jaar geleden over nagedacht. Als het had gekund op de Nederlandse manier, waarbij de voorzitter meer op de achtergrond staat en meer bezig is met de grote lijnen, dan had ik het graag geprobeerd. Maar de partij wou liever een klassiek voorzitterschap, weliswaar met twee figuren. Daar had ik geen zin in. (op dreef) Kijk naar de formatie. Waarom loopt het vast? Omdat de voorzitters spektakel willen opvoeren. Als we blijven opteren voor dit model, zal België nooit meer een stabiel land worden. Dat was nochtans ooit de reden van bestaan voor partijen: zorgen voor stabiliteit en orde.”
Vindt u dat De Wever een nieuwe kans verdient met deze Arizona-coalitie (N-VA, MR, Les Engagés, CD&V en Vooruit)?
“Ja. Deze coalitie is een correcte weergave van de uitslag en dus een logische piste. Ik vind De Wever ook de meest logische premier. Ik heb trouwens respect voor zijn parcours na de verkiezingen. Een groot verschil met anderen is dat hij wél in staat is om enkele weken te zwijgen. Allé, een voorzitter die naar de koning gaat, waarom wil die zo graag voordien op de stoep nog een statement maken? (zucht) Zwijgt af en toe een keer. Dat is mijn belangrijkste oproep. Let op: ik ben vroeger ook in die val getrapt. Ik wou ook over vanalles en nog wat een mening hebben. Vandaag niet meer. Of toch minder. (lacht) De mensen verlangen dat ook niet van ons. Of die peilingen: ik ben daar ook tien jaar obsessief mee bezig geweest. Dat is verloren energie.”
Wat als Arizona toch mislukt? Ziet u dan een rol weggelegd voor Groen?
“Als je gevraagd wordt, moet je luisteren. Maar je moet niet op alles ja zeggen. Nu, die kans lijkt me heel klein. Laat De Wever nu maar doen. Dat wil niet zeggen dat ik het inhoudelijk eens ben met hem, integendeel zelfs. Uit de maatregelen die uitlekken, blijkt een groot wantrouwen tegenover de burger. Dat druist in tegen mijn mensbeeld. Maar wat hij probeert, is wel de meest logische coalitie.”
U hangt graag een lyrisch beeld op van de politiek in Mechelen. Hoe verklaart u dan dat Vlaams Belang ook hier sterk scoorde op 9 juni?
(geprikkeld) “Dat waren nationale verkiezingen. Dan spelen andere dingen. Mechelen is niet perfect, maar niemand kan ontkennen dat de stad een enorm positieve evolutie heeft doorgemaakt. Dat is dankzij die samenwerking tussen verschillende strekkingen in het belang van de stad. (op dreef) Misschien dat jij samenwerking een saai begrip vindt, maar ik niet. Meer zelfs: ik vind samenwerking heel opwindend. Weet je wat ik saai vind? Het politiek spektakel. Ik vind het afgezaagd, altijd diezelfde ruzies. Vroeger wou ik naar elk politiek programma op televisie kijken. Die tijd is voorbij, hoor.”
Maar als u té melig wordt, zal niemand u nog geloven.
“Daar protesteer ik tegen. Politici moeten niet klinken zoals hooligans, wel zoals gewone vaders en moeders. Je moet een samenleving inrichten als een familie, niet als een wedstrijd. In elke familie wordt er wel eens ruzie gemaakt, maar uiteindelijk moet je samen vooruit. Leading by example. Als je zelf voortdurend ruzie maakt, hoe kan je dan verwachten dat de mensen in de samenleving overeenkomen?”
Wat als uw partij naast de coalitie valt in Mechelen? Wat zou u dan doen in het leven? U hebt nooit iets anders gedaan dan politiek.
“Dat weet ik nog niet. Ik zou heel ontgoocheld zijn. (denkt na) Maar aan politiek doen, hangt niet noodzakelijk vast aan een mandaat. Ik amuseer mij ongelooflijk bij Maanrock. Misschien iets in die richting? Of de sport? Dat zijn twee andere sectoren die het potentieel hebben om mensen bij elkaar te brengen. Ik ga ervan uit dat ik ook elders wel mijn weg zal vinden, zeker? Ik ben daar eigenlijk niet bang voor.”
U had moeten zeggen: eindelijk die huwelijksreis maken!
“Juust, ja. Merci om mij te helpen. Wil je dat uit mijn mond laten komen?” (schatert het uit)
Kristof Calvo
Geboren op 30 januari 1987 in Rumst.
Woont in Mechelen. Getrouwd met Jessika Soors.
Master in de Politieke Communicatie (Universiteit Antwerpen).
Voorzitter van Jong Groen van 2007 tot 2010.
Federaal parlementslid voor Groen van 2010 tot 2024. Fractieleider van 2014 tot 2021.
Gemeenteraadslid in Mechelen sinds 2013.
Auteur van F*ck De Zijlijn (2015), Leve Politiek (2018) en Staat van Vertrouwen (2023).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier