Mark Eyskens openhartig over verleden, heden en toekomst: “De boeren vergissen zich van vijand”
“De regering viel misschien nog te redden, maar ik heb foert gezegd. Mijn moeder was stervende en ik had geen tijd om haar te bezoeken.” Oud-premier Mark Eyskens openhartig over zijn diepste pijn, het geheim van Churchill, boze boeren en de vallei der doden. Vergis je niet: ondanks zijn 90 lentes bruist de man van het leven.
Ik ben tien minuten te laat op de afspraak. Ellenlange files op de baan. Gelukkig was Mark Eyskens naast politicus ook heel zijn leven academicus. “U bent nog net binnen het academisch kwartiertje”, grijnst de CD&V-eminentie – nog altijd scherp van tong en geest. We gaan zitten in zijn werksalon dat uitpuilt van boeken, foto’s en prullaria. De oud-premier én zijn omgeving ademen een rijke geschiedenis uit. De man tovert anekdotes boven over zijn ontmoetingen met Lady Diana, Bill Clinton, Michail Gorbatsjov, Winston Churchill en andere wereldleiders.
Voor de jongere lezers: Mark Eyskens was zestien jaar lid van de federale regering. Even was hij ook premier – daarover later meer. Hij heeft 67 (!) boeken op zijn naam staan. Vandaag is hij vooral een levende encyclopedie en een onuitputtelijke spraakwaterval. Over zijn werksalon: “Deze kamer stelt nog niets voor. Wacht tot ik u de geheime ruimtes hiernaast toon. Die staan volgestouwd met boeken, tot in oude wijnkratten toe. Het is ook daar dat ik schilder. Kom anders even mee.”
Straks graag. Mag ik eerst enkele vragen stellen?
“Doet u maar, jongeman. Het is daarvoor dat u bent gekomen.”
Eerst de obligate vraag: hoe is het met uw gezondheid?
“Steeds beter, nooit goed. (grijnst) Ik ben 90 jaar geworden. Dat is vooral een kosmologisch verschijnsel: ik heb 90 keer het wentelen van de aarde rond de zon mogen meemaken. Verder zegt dat cijfer niet veel. Ik heb af en toe een klein probleempje, een taaie griep enkele weken geleden, maar het gaat wel. Bezig blijven, jongen. Altijd bezig blijven. Dat is mijn geheim. Ik heb mij nog geen seconde verveeld in mijn leven. Ook vandaag niet: lezen, vergaderen, schrijven, schilderen.”
Weet u wat Churchill zei toen ze hem vroegen naar het geheim van zijn lange leven?
“No sports, just whisky. (grijnst) En hij had gelijk. Al verkies ik rode wijn. Ik heb sport geprobeerd. Voetbal. In het college was ik doelman. Maar die bal werd altijd met zo’n kracht afgevuurd dat ik ervan wegliep. Die vloog dus altijd binnen. Later heb ik tennis gedaan, maar om een of andere reden hing het net altijd in de weg van mijn bal. Ik heb dat spel nooit begrepen.”
“Hoeveel losgeld ze voor mij vroegen? Veel te weinig!”
Hoe kijkt een man van 90 naar de boerenprotesten?
“Ik heb sympathie voor de boeren. Wat zouden wij eten zonder de boeren? Ik begrijp ook een groot deel van hun eisen: de bureaucratie, hun lage inkomen. Ik vind wel dat ze overdreven anti-Europees aan het worden zijn. Ik betreur dat. Zij vergissen zich van vijand. (benadrukt) Het is dankzij het Europees beleid dat we hier nog een landbouw hebben. Dat lijken zij niet te beseffen.”
Was Europa niet altijd de vijand? ‘Hitler vermoordde de joden, Mansholt de boeren’ klonk het op de ‘moeder aller betogingen’ in 1971. Mansholt was de bevoegde Europese commissaris.
“Dat was andere koek. Een vreselijke slogan. Mijn vader was toen premier. Gelukkig was hij een en ander gewoon. De boeren zijn braver geworden.”
Maar krijgen ze geen gelijk? Het is toch Europa dat hen gedwongen heeft om altijd maar groter te worden? De gevolgen voelen ze vandaag.
“De schaalvergroting was nodig om rendabeler te worden. Dat was de enige manier om te overleven. Maar weet u hoeveel steun de boeren krijgen van Europa? Bijna zestig miljard euro per jaar! Dat is ongeveer veertig procent van de totale begroting. Zonder deze steun zouden wij vandaag al onze voedingswaren importeren.”
Op wie moeten zij dan hun woede richten?
“Dat ze streven naar een beter beleid, is goed. Maar de oplossing zal van Europa moeten komen, dus ze mogen van Europa niet de vijand maken. (denkt na) De Green Deal – die absoluut uitgevoerd moet worden – maakt het hen natuurlijk extreem moeilijk. De landbouw, en zeker de veeteelt, is immers verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de klimaatverandering. Denk aan stikstof en andere dingen. Die moeten allemaal weggewerkt worden, liefst geleidelijk, maar het moet wel gebeuren. Dat is het eeuwige conflict tussen het beleid op korte termijn en lange termijn.”
Kiezen beleidsmakers niet beter voor de korte pijn?
“Ursula Von der Leyen (voorzitter Europese Commissie, red.) is tamelijk soft aan het worden. Veel maatregelen worden teruggeschroefd. Dat houdt het risico in dat we onze klimaatdoelstellingen niet zullen halen. Tegelijk mag je de boeren economisch niet vermoorden. Ik vind dat Jo Brouns (CD&V-minister van Landbouw, red.) dit zeer menselijk en correct aanpakt. Als je dan de verklaringen hoort van Bart De Wever (N-VA-voorzitter, red.): lieve deugd! Dat zijn klappen voor de boeren, hoor. CD&V is de enige partij die de problemen echt begrijpt.”
En Vlaams Belang?
(zucht) “Wie voor hen stemt, zal nadien héél ontgoocheld zijn.”
Hebt u de boeren nooit over u heen gekregen?
“Neen. Wel de staalarbeiders en de mannen van de steenkoolmijnen. Dat was begin jaren tachtig, toen ik minister van Economische Zaken was. Ze hebben hier eens bergen steenkool in onze voortuin gedropt. Smerig tot en met. Maar dat was nog niets in vergelijking met wat ik heb meegemaakt ten tijde van de CCC (extreemlinkse terroristen, red.).
Wilden die u niet ontvoeren?
“Jawel. Jean Gol, toen minister van Justitie, had mij toevertrouwd dat ik op de lijst stond. Mijn huis werd bewaakt en ik kreeg lijfwachten en een gepantserd voertuig mee. Ze wilden mij ontvoeren om losgeld te krijgen. En als dat niet werd betaald, zouden ze vinger na vinger afknippen en opsturen.”
Hoeveel losgeld wilden ze vragen?
(fijntjes) “Ik weet het niet exact, maar ongetwijfeld veel te weinig.”
Laten we eens vooruitblikken op de verkiezingen van 9 juni. Is een nieuwe zwarte zondag nog te vermijden?
“Ik hoop het. Vier maanden is een eeuwigheid in de politiek. Dat N-VA en Vlaams Belang een meerderheid behalen in het Vlaams parlement, dat is het grootste gevaar. De Wever zegt wel dat hij niet met Vlaams Belang wil besturen, maar hij zal dat niet kunnen volhouden. Anders valt zijn partij in twee. Maar als die twee een regering vormen, dan krijgen we hier Catalaanse toestanden. (plots fel) Weet u wat dat betekent? Dan trekken bedrijven en investeerders weg. Antwerpen zou verkommeren. En wees maar zeker dat een onafhankelijk Vlaanderen ook uit de Europese Unie vliegt. Dat zou pure waanzin zijn. Wie wil dat?”
Op welk scenario hoopt u?
“Ik hoop dat de centrumpartijen sterker scoren dan verwacht. Het lijkt mij immers moeilijk om een regering te vormen met N-VA. Tenzij De Wever zijn confederaal programma loslaat. Confederalisme is idioot en ontoepasbaar. Dit land krijgt geen staatshervorming meer geregeld. Waarom eraan beginnen dan? Een tweede Vivaldi? Als dat de enige mogelijkheid is, why not?”
“Een comeback? Het kriebelt soms, maar ik zou niet meer mogen van mijn vrouw”
U klinkt enthousiast als u over politiek praat. Wanneer wordt de comeback van Mark Eyskens aangekondigd?
(lacht) “Ik zou niet meer mogen van mijn vrouw. Ik juich wel toe dat mensen zoals Louis Tobback en Wivina Demeester weer op een lijst staan. Ook de bevolking wordt ouder, dus waarom zouden we tachtigers uitsluiten? Let op: het kriebelt soms, hoor. Niet voor de Belgische politiek. Dat is te veel partijpolitiek. Ik ben premier geweest – een vreselijke job. Altijd maar compromissen zoeken en altijd maar botsen op de partijbelangen. Wél voor de Europese politiek. Dat gaat echt over beleid. Als je daar aan tafel zit, vergeet je welke kleur je collega heeft.”
U was acht maanden premier in 1981. Klopt het dat u ooit hebt gezegd dat uw regering een pedagogische demonstratie was van hoe het niet moet?
“Ja. Die regering werd gevormd om aan te tonen dat de socialisten niet meer konden besturen. Dat was het idee bij ons. We zaten met dat vreselijke staaldossier. De socialisten willen alleen maar uitgeven, terwijl we geen geld meer hadden. We hebben dag en nacht onderhandeld daarover. (even stil) Maar ik ga u eens iets toevertrouwen dat ik nog nooit met zoveel woorden heb uitgesproken. Misschien viel die regering nog te redden. Maar ik heb foert gezegd. In de nazomer van 1981 is mijn moeder stervende geworden. Acute bloedkanker. Veroordeeld tot de dood. Ik had geen tijd om haar te bezoeken, omdat ik voortdurend aan het onderhandelen was. (even moeilijk) Toen ze stierf, was de regering al in lopende zaken. Die verdomde politiek heeft mij verhinderd om bij haar te zijn. Ik was daar kapot van.”
Had het anders gekund?
“Wellicht niet. Alhoewel: Sophie Wilmès (MR) heeft bewezen dat het wél anders kan. Zij is gestopt als minister om voor haar man te zorgen. Dat was een heel correcte houding van haar. Ik verwijt mezelf nog altijd dat ik niet bij mijn moeder was. Dat is mijn diepste pijn.”
Raakt het u dat er vooral lacherig wordt gedaan over uw regering?
“Neen. Dat is eigen aan de politiek. Het idee achter die regering was fout. Ik geef dat ook zelf toe. Ik moest als premier vooral bewijzen dat het niet meer ging met de socialisten. Dat was een pedagogische oefening die niet voor herhaling vatbaar is.”
Laten we eens over de plas kijken. In Amerika krijgen we een strijd tussen Joe Biden, bijna 82 jaar, en Donald Trump, bijna 78 jaar. Juicht u dat ook toe?
“Neen. Een man van 82 kan bijzonder fit zijn. Toen ik 82 was, sprong ik bij wijze van spreken nog over de bok. Maar Biden maakt fysiek en mentaal een slechte indruk. Het lijkt wel een man van 95. Ik vraag me af waarom hij dit nog doet. Wellicht is het zijn entourage die hem wijsmaakt dat hij goed bezig is. Die mensen verdienen daar goed geld mee, hè. Trump is een ander verhaal. Dat is wel een sterke en levendige kerel. Als Biden nog geloofwaardig wil zijn, dan kiest hij best een sterke vicepresident en zegt hij aan de kiezers: ‘Dit wordt mijn co-president’.
Was dat niet de bedoeling met Kamala Harris?
“Ja, maar dat is mislukt. Hij moet dus iemand anders kiezen. Je hoort nu fluisteren dat Michelle Obama de ideale kandidate zou zijn. Dat denk ik ook.”
Wat als Trump opnieuw aan de macht komt? ‘Alleen ik kan een Derde Wereldoorlog voorkomen’, liet hij al noteren.
“Trump is een uitermate gevaarlijke kerel. Een man zonder principes die tot alles in staat is. Gelukkig heeft hij de goedkeuring van de militaire staf nodig om een atoomoorlog te ontketenen. Dat kan hij niet alleen. Maar wat als hij zich terugtrekt uit de NAVO? Dat zie ik hem wel doen. Ik heb het al vaak gezegd en ik was blij te zien dat ook Henry Kissinger het overnam in zijn memoires: Europa is een economische reus, een politieke dwerg en een militaire worm. Zonder Amerika zijn wij niets tegenover een militaire supermacht zoals Rusland.”
Terug naar u. De kans is groot dat u meer tijd achter u hebt dan voor u. Bent u bang voor wat komt?
“Dat is een diepgaande filosofische vraag. Ik zal u zeggen wat mijn overtuiging is. Ik geloof dat er nog een werkelijkheid bestaat zonder tijd en ruimte. Een dimensie die wij, mensen, niet kennen of kunnen begrijpen. We noemen dat de eeuwigheid. Toen ik geen minister meer was, heb ik mij verdiept in de kwantumfysica. Ik ben veel wijzer geworden. We sterven wel, maar we gaan niet dood. Sterven is niet het einde van het ‘zijn’. Dat blijkt ook uit de spraakkunst. Als iemand gestorven is, dan zeggen we: ‘hij is geweest’. Dat is dus nog altijd in het ‘zijn’.”
Bent u bang om te sterven?
“Neen. Wel van het pijn lijden. En van het afscheid nemen van de mensen die je bemint. Dat is iets waar ik dikwijls aan denk, ja. Afscheid nemen, is altijd heel pijnlijk. (stil) Weet je wat de grootste troost is in mijn leven? Muziek. Dat brengt bij mij iets bovennatuurlijks teweeg. Een transcendente ervaring bijna. Maar ik ben nog niet klaar met dit leven. Ik wil erbij zijn als België zijn 200ste verjaardag viert.”
Dat is over zes jaar. Als ik u hoor spreken, dan zal dat zeker lukken. En dan zit ik hier opnieuw.
“Dat is afgesproken, jongeman. Maar kom, nu wil ik u meenemen naar het heilige der heiligen. Ik mag dat eigenlijk aan niemand tonen van mijn vrouw, omdat het zo’n rommelboeltje is. (lacht) Ik noem het mijn hoogsteigen vallei der doden.”
Uw wat?
(grijnst) “De plek waar tussen mijn boeken ook alle doodsprentjes uitgestald staan. Van bekende en minder bekende vrienden en kennissen. Helaas krijg ik er de laatste tijd veel te veel binnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier