Kersvers Vlaams minister-president Matthias Diependaele: “Wij doen geen enkele toegift aan Vlaams Belang. Wij houden wel rekening met hun kiezers.” (foto Christophe De Muynck)

Matthias Diependaele (N-VA) over zijn eerste week als Vlaams minister-president: “Zwijg over die frieten, ik heb het al mogen horen”

“Als je zo verder gaat vragen, ga ik mij echt een freak beginnen voelen.” Ontmoet Matthias Diependaele, het nieuwe boegbeeld van de Vlaamse regering. Zo schroomvol de 45-jarige Oost-Vlaming over zichzelf praat, zo strijdvaardig klinkt hij over zijn beleidsplannen.

Zijn eerste week als Vlaams minister-president is voorbij. Met welk gevoel Matthias Diependaele terugblikt? “Dat is een moeilijke vraag. Ik en gevoelens…” De N-VA’er glimlacht even. “Woensdagavond viel er wel wat gewicht van mijn schouders. Na een lang en goed debat in het parlement werd het regeerakkoord goedgekeurd. Dat is het resultaat van maandenlang keihard werken. Ben ik tevreden over de eerste week? Is dat niet aan anderen om te zeggen? Er zijn dingen die beter moeten. Mijn speech bijvoorbeeld, de septemberverklaring. Die werd blijkbaar saai bevonden. ”

De waarheid is saai, schreef Harry Mulisch.

“Ah, die kende ik nog niet. Ik ga dat opschrijven, merci! (lacht) Ik vond mezelf niet saai voor alle duidelijkheid. Ik geef wel toe dat ik vermoeid was na een lang weekend onderhandelen. Ik was niet genoeg voorbereid. En wat ik ook beter niet meer doe, is een mop vertellen op televisie. Ik heb dat geprobeerd bij Gert Verhulst, maar niemand lachte. (droog) Het was nochtans een goede mop.”

Beseft u het al helemaal, dat u minister-president bent?

“Ik denk het niet. Ik denk ook dat ik nog moet groeien. Maar wie zou dat niet moeten, als hij plots op deze stoel zit? Het is een hele eer om deze rol te mogen vervullen, maar had Bart (De Wever, red.) iemand anders aangeduid, dan zou ik even loyaal meegewerkt hebben. Dit was geen kinderdroom of zo.”

U komt nochtans uit een Vlaams nest. Is dat daar niet het hoogste goed?

“Dat wel. Zeker mijn vader is enorm trots. Al blijft hij herhalen dat ik niet moet gaan zweven – ook deze week weer. Alsof dat gevaar bestaat bij mij.” (lacht)

“Is het de bedoeling om mij te doen wenen? Dat zal niet lukken, hoor”

U wordt overal neergezet als koele kikker. Bent u dat ook?

“Ik hou van ernst en zakelijkheid in de politiek. Dat is wat de mensen van ons mogen verwachten. Maar ben ik daarom koel? Ik denk dat niet. Als ik mijn kinderen zie, kan ik ook emotioneel worden. Of bij het graf van mijn moeder. (even stil) Is het nu de bedoeling om mij te doen wenen? Dat zal niet lukken, hoor.” (grijnst)

Wanneer hebt u voor het laatst geweend?

“Dat overkomt mij niet snel. (denkt na) Dat zal bij mijn scheiding geweest zijn. Enkele jaren geleden dus.”

Wat zegt het thuisfront over uw nieuwe rol?

“Wij praten daar niet zo veel over. Ik wil mijn kinderen ook niet vervelen met mijn werk. Als ik met hen praat, is het vooral over hun leven. Sarah, mijn vriendin, is natuurlijk fier, maar verder doen we zo gewoon mogelijk.”

U hebt twee kinderen en vier pluskinderen. Hoe gaat u dat combineren? Of gaan zij u de komende vijf jaar niet meer zien?

“Zeker wel. Ik blijf in de eerste plaats vader en partner. Ik breng twee van hen elke ochtend naar school en ik ga dat blijven doen. Twee anderen zitten al in Gent. Als we daar passeren, gaan we samen een frietje eten. Ook in het weekend doen we dingen samen. Op zaterdagmorgen ga ik graag naar hun baseball. Of ik neem hen op zondag mee naar mijn activiteiten. Waarom niet? Als minister is mij dat ook gelukt, zonder dat mijn werk daaronder lijdt. Ik werk elke dag tien tot vijftien uur, ook in het weekend. Ik kan gelukkig rekenen op steun van mijn vriendin en ook van mijn ex-vrouw.”

Laten we naar dat werk kijken. Het regeerakkoord bevat 203 pagina’s. Waar bent u het meeste fier op?

“Het is een samenhangende tekst met enkele rode draden. Daar ben ik blij om. Het belang van het Nederlands bijvoorbeeld komt in verschillende hoofdstukken naar voren. Het is dus geen samenraapsel van losse dingen. (denkt na) Als ik iets moet noemen, dan zeg ik administratieve vereenvoudiging en financiën. Het eerste omdat Vlaanderen dringend toe is aan minder regeltjes, het tweede omdat ik dat hoofdstuk zelf heb geschreven.”

Is de begroting zo belangrijk dat heel wat kosten omhoog moeten? Ik denk aan water, bussen, kinderopvang en dienstencheques.

(feller) “Ik ben het daar niet mee eens. Wat u opsomt, zijn vooral verbruikerskosten. De dienstencheques: wij gaan naar 10 euro. Voor één uur poetshulp! De waterfactuur: water is een schaars goed aan het worden. Als we proper water willen, dan moeten we daarin investeren. (op dreef) Want dát is waarom sommige dingen duurder worden: omdat we betere dienstverlening willen. Wij gaan extra investeren in welzijn en onderwijs. Die centen moeten van ergens komen, hè. Anders moet je de belastingen verhogen, maar dat gaan wij niet doen. De fiscale druk blijft gelijk.”

“Ik had zeker een boeiend studentenleven, maar ik was geen flierefluiter, hoor. Dat ik veel op café zat, was omdat ik daar werkte.” (foto Christophe De Muynck)
“Ik had zeker een boeiend studentenleven, maar ik was geen flierefluiter, hoor. Dat ik veel op café zat, was omdat ik daar werkte.” (foto Christophe De Muynck)

Had u niet meer kunnen knippen in de riante subsidiestromen? Dat gaat over vijftien tot twintig miljard per jaar.

“Maar wat zit daarin vervat? Ook drie tot vier miljard voor lokale besturen. Ook zes tot zeven miljard voor welzijn. Ik ga akkoord dat je elke subsidie onder de loep moet nemen. Wij gaan dat doen en daar ook stevig in snoeien. Maar zeggen dat je alles kunt knippen, is larie.”

Meer nettoloon voor wie werkt, was de belangrijkste verkiezingsbelofte van uw partij. Waarom gaat u dat niet uitvoeren?

“Deze belofte blijft overeind. Wij gaan de jobbonus alleen maar schrappen als de federale regering een fiscale hervorming doorvoert die minstens hetzelfde effect heeft op het loon. Het zal zelfs een groter effect zijn. En waarom gaan we dan de jobbonus schrappen? Omdat die niet het verwachte activerend effect heeft. Bovendien is de jobbonus een soort premie. Wij denken dat het beter is om de nettolonen te verhogen zodat de mensen élke maand meer overhouden.”

“Wie zegt dat de belastingen omhoog gaan, vertelt leugens. Daar kan ik niet tegen”

Dat zegt u nu. Uw voorzitter Bart De Wever zei vlak voor de verkiezingen in deze krant dat hij de jobbonus wou uitbreiden.

(onverstoord) “Dat gaan we niet doen, want federaal ligt er iets op tafel dat veel beter zal zijn voor de werkenden.”

Wat als die fiscale hervorming toch niet lukt?

“Dan gaan we de jobbonus behouden.”

En uitbreiden, zoals beloofd?

(geprikkeld) “Dat gaan we op dat moment zien. Ik vind het trouwens vreemd dat er nu zulke vragen komen. Vroeger was de kritiek dat de regeringen hun beleid niet genoeg afstemden op elkaar. Als we dat dan willen doen, krijgen we de vraag waarom we wachten.”

Ik wijs u alleen op uw belofte aan de kiezer.

(benadrukt) “Maar wij gaan onze belofte waarmaken. Het verschil tussen werken en niet-werken zal groter worden. Helaas hebben wij als Vlaamse regering weinig instrumenten om dat te doen. Sommigen zeggen: verlaag uw deel op de personenbelasting. Maar dat zou iedereen ten goede komen, dus ook wie niet werkt.”

Zijn er afspraken gemaakt met de coalitiepartners Vooruit en CD&V over deelname aan de federale regering?

“Niet dat ik weet, neen. Misschien dat de voorzitters iets besproken hebben, maar mij is niets gezegd. Dat het ambetant zou zijn als zij zonder ons in een federale regering stappen, is natuurlijk evident. Héél ambetant zelfs.”

Bijna één op de vier Vlamingen stemde in juni voor Vlaams Belang. Is daarmee rekening gehouden in het regeerakkoord?

“Wij houden rekening met alle kiezers. Maar de focus op het Nederlands, het verhaal van rechten en plichten, het feit dat illegalen niet meer zomaar een woning kunnen huren: dat zijn allemaal dingen waar ook de VB-kiezers wakker van liggen.”

U laat de klimaatdoelstellingen los, stellen experten vast. Is dat een toegift aan Vlaams Belang?

(windt zich op) “Waar haalt u dat? Wij doen geen enkele toegift aan die partij. Wij houden wel rekening met de kiezers. Wat klimaat betreft: wij zijn heel ambitieus, maar we zetten geen doelstellingen voorop die we toch niet kunnen halen. Het moet haalbaar en betaalbaar zijn. Als je daar geen rekening mee houdt, ga je de mensen verliezen. Ik zie trouwens dat ook de Europese Unie die switch aan het maken is. Ursula von der Leyen spreekt vandaag andere taal dan vijf jaar geleden. Dat is waarom wij sommige dingen bijsturen, zoals de renovatieplicht.”

Waardoor u de doelstellingen niet zal halen.

(zucht) “Wie zegt dat? We gaan 400 miljoen extra investeren in propere bussen. We gaan 10.000 hectare bos aanplanten. We gaan voor meer windenergie en meer zonnepanelen. Onze ambitie is 40 procent minder uitstoot tegen 2030 en dat gaan we ook halen.”

Het geld voor de Blue Deal wordt teruggeschroefd. Wat gaat u zeggen als er straks een waterbom op Vlaanderen valt?

“Als je dat risico tot nul wil reduceren, moet je alles afbreken. Dat gaan wij niet doen. Wij investeren in water, maar op een redelijke manier. (op dreef) Ik doe trouwens niet mee aan doemdenken en paniekvoetbal. En misschien is dat gevaarlijk, ja, want morgen kan er iets gebeuren dat in mijn gezicht ontploft. Dat neem ik erbij.”

Zet u zo de erfenis van Zuhal Demir (N-VA) niet bij het huisvuil?

(fel) “Helemaal niet! Vijf jaar geleden was er nog geen sprake van een Blue Deal. Dat werd opgestart met het relancegeld van onder meer Europa. Wij gaan daar iets structureel van maken. Dat is toch het mooiste compliment dat Zuhal kan krijgen? Maar Vlaanderen kent ook andere noden. Wij gaan de wachtlijsten in de jeugdzorg wegwerken – om maar één iets te noemen. Dat kost ook geld!”

Wordt ook het stikstofakkoord niet in de vuilbak gegooid?

“Neen. Dat wordt uitgevoerd tot 2030, zoals afgesproken. Daarna komt er een nieuw decreet en dat gaan wij de komende jaren voorbereiden.”

Vindt u de kritiek op uw regering onredelijk?

(blaast) “Soms wel. Wie zegt dat de belastingen omhoog gaan, vertelt leugens. Dat is niet fair, en daar kan ik niet tegen. Maar verder … ik wil elke maatregel met veel plezier verdedigen. Het is natuurlijk makkelijker om te zeggen dat er geld genoeg is om vanalles te doen. Maar is dat eerlijk tegenover de kiezer? Ik vind van niet. Nu, over het algemeen vind ik dat we de kritiek goed hebben weerlegd. Er zijn geen gaten geslagen in de coalitie.”

Een opmerkelijk idee is de aanleg van een Finse piste die alle provincies verbindt. Is dat meer dan symboliek?

“Dat is de bedoeling, ja. Dat is een ambitieus project, waarmee we willen aantonen hoe belangrijk sport is in onze samenleving. Maar vraag me geen details, want het zijn de mensen van sport die dat gaan uitwerken.”

Gaan we die piste op het einde van de legislatuur samen aflopen?

“Neen.” (lacht)

U sport niet, laat ik mij vertellen. Wat doet u dan wel om te ontspannen?

“Tijd doorbrengen met mijn kinderen en vriendin, dat vooral. We gaan binnenkort op weekend naar de Ardennen. Daar kijk ik heel hard naar uit. Maar verder? (denkt na) Ik heb eigenlijk geen hobby’s. Of het zou de lokale afdeling van N-VA in Zottegem moeten zijn. Maar dat is geen goed antwoord, zeker?”

Leest u geen boeken?

“Af en toe. Maar ik ben zeker geen veellezer. Ik ben nu bezig met Alkibiades van Pfeijffer. Maar dat gaat heel traag bij mij. (zwijgt even) Als je zo verder gaat vragen, ga ik mij echt nog een freak beginnen voelen.” (lacht)

U was niet altijd saai, verneem ik. In uw studententijd zat u meer op café dan in de aula.

“Daar mogen we niet te diep op ingaan. Niet alles is verjaard. (lacht) Ik had zeker een boeiend studentenleven, maar ik was geen flierefluiter, hoor. Dat ik veel op café zat, was omdat ik daar werkte. Toen ik zestien was, werkte ik al in de Zottegemse discotheek. Later in Leuven stond ik achter de toog van een bruine kroeg. Daar gold trouwens de regel dat wie een slechte pint tapte, die zelf moest opdrinken.”

Hebt u daarom acht jaar over uw rechtenstudie gedaan?

“Dat had zeker te maken met mijn nevenactiviteiten: werk, maar ook politiek. Ik was te weinig bezig met mijn studies. Als je jong bent, weet je niet meteen wat je echt wil. Toen ik afstudeerde, heb ik eerst enkele maanden gewerkt in het bouwbedrijf van mijn vader: als metserdiender. Ik heb helaas twee linkse handen. ‘Doe maar iets anders’, zei mijn vader. Dat is dan de politiek geworden.”

Laatste vraag. Wat was het mooiste moment van deze week?

“Het moment dat ik het spandoek van mijn kinderen zag (waarop stond: proficiat vake, de mayonaise heeft gepakt, red.). Dat was maandag in het parlement. Ik had het eerst niet gezien, maar mijn collega’s wezen mij daarop. Dat deed toch iets met mij, moet ik toegeven. Je ziet: ik kan emotioneel zijn.” (glimlacht)

De cirkel is rond. Tijd om een frietje te steken?

“Zwijg daar maar over, ik heb het al mogen horen thuis. Mijn vriendin kan immers heel goed koken en neen, geen frieten. Dat verhaal werd buiten proportie opgeblazen. Het lijkt wel alsof ik elke dag in de frituur zit – wat dus niet het geval is. Soms wel, ja. Maar ik eet ook héél graag thuis.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier