De pittige strijd om de sjerp van Oostende, Bart Tommelein versus John Crombez: “U bent een populist, meneer Crombez!” “Allé, daar gaan we weer”
OOSTENDE – Ooit waren ze bijna vrienden. Vandaag zijn ze bijna vijanden. De strijd om het stadhuis woedt hard in de enige stad aan zee, Oostende. Een strijd die op 13 oktober ook de nationale spotlights zal kapen. Dat smeekt om een stevig debat met de twee tenoren: de liberale burgemeester Bart Tommelein versus de socialistische uitdager John Crombez. Over koffie drinken met Vlaams Belang, het geld van Antwerpen en huftergedrag van allochtonen en autochtonen.
Ze kennen elkaar al lang. Hun dochters zaten ooit op dezelfde school. Ze hebben nog samen muziek gespeeld voor de klas. “Of wat wij muziek noemden”, grijnst Crombez (Vooruit). Ook politiek waren ze het merendeel van de tijd coalitiepartners, lokaal én nationaal. Vandaag staan ze met geslepen messen tegenover elkaar. De inzet: het roestige doch fel begeerde stadhuis van Oostende. Als de heren aan tafel gaan voor dit debat, hangt de spanning in de lucht.
Dat hun relatie zes jaar geleden verzuurd is geraakt, zegt Tommelein die in Oostende een brede stadslijst trekt. “Omdat wij de socialisten na 24 jaar uit het stadhuis verdreven. Voordien dronken wij wel eens een pint – wat altijd aangenaam was. Wij komen over veel dingen goed overeen, méér dan de buitenwereld zou denken. Maar nu staat de relatie op scherp.” Crombez schudt het hoofd. “Wat toen is gebeurd, is niet wat blijft wegen. Jullie waren vier kleinere partijen, maar jullie hadden een meerderheid. Dat mag. Het ziekenhuisdossier, dat was voor mij de druppel.” Waarna een hevig debat volgt over de fusie van de lokale ziekenhuizen.
Meneer Crombez, is meneer Tommelein zo’n slechte burgemeester dat u terug voltijds politicus wil worden?
Crombez: “Dat speelt zeker mee. Ik ben inderdaad al enkele jaren van het politieke toneel verdwenen, maar Oostende ben ik altijd blijven volgen. Ik wil burgemeester worden, omdat ik vind dat Oostende beter verdient. Ik heb het al eens gezegd: ik krijg buikpijn van dit bestuur. (op dreef) Vooral van het gebrek aan dialoog met de burger. Op álle fronten. Een stadsbestuur zou het zijn inwoners en ondernemers gemakkelijker moeten maken. Hier gebeurt het omgekeerde.”
Maak dat eens concreet.
Crombez: “Een man van 85 jaar krijgt een brief van de stad dat hij zijn voortuin, die al 20 jaar onaangeroerd is, moet ontharden. Vind je dat normaal? Een ondernemer krijgt een zware heffing voorgeschoteld, omdat zijn project vertraging oploopt door problemen met erfgoed. Ik kan zo bakken voorbeelden geven. Het probleem is dat deze mensen niet met de stad in dialoog kunnen gaan.”
Tommelein: “(rolt de ogen) Wij hebben met deze ploeg afstand genomen van de vriendjespolitiek van vroeger. Dat klopt, John. Mag ik ook een voorbeeld geven? De aanduiding van de redders in de zomer. Wij kijken naar de uitslag van de examens, terwijl zij vroeger door de schepenen werden aangeduid. Betekent dat dat wij geen dialoog toelaten? Neen, natuurlijk niet.”
Crombez(pikt in): “Dat is waarom ik buikpijn krijg van dit bestuur. Dit antwoord. U weet niet wat er leeft in de stad. Het verplaatsen van het standbeeld van Dikke Mathille, de plannen voor hoogbouw aan het Thermae Palace: de burger wou dat allemaal niet. Luisteren naar je burgers, is geen vriendjespolitiek.”
“Stond het Thermae Palace in Antwerpen, dan was het al lang gerenoveerd. Wij vragen 30 miljoen”
Bart Tommelein
Overbodige vraag wellicht, maar toch: bent u blij met zijn terugkeer, meneer Tommelein?
Crombez(glimlacht): “Enorm, denk ik.”
Tommelein: “Neen, want ik vind dat hij een zeer somber beeld schetst van de stad. Alsof Oostende een hellhole is. Dat strookt totaal niet met de realiteit. Bovendien zijn veel dingen die wij doen, een verderzetting van het vorig beleid. Maar waar ik hem nooit over hoor spreken, is over zijn toekomstvisie. Hij wil blijkbaar vooral soepeler omgaan met regels.”
Crombez: “(zucht) Wat een framing … Wij doen al drie maanden niets anders dan voorstellen formuleren voor de toekomst. Wij willen komaf maken met overdreven boetes. Wij willen het contact met de burger verbeteren door de wijkraden te versterken. Nu beslist het bestuur boven alle hoofden.”
Tommelein: (windt zich op) “Dat klopt niet.”
Crombez: “Mag ik uitspreken? Ik heb u ook laten uitspreken. Zorg ervoor dat ambtenaren weer tijd hebben voor de mensen. Dat zijn allemaal toekomstplannen.”
Tommelein: “Maar enfin, de administratie heeft 24 jaar socialistische overheersing gekend. Wat verwacht u dan? Dat ik dat van de ene dag op de andere verander?”
Crombez: “U zat ook in het vorig bestuur, hè.”
Is het niet zo, meneer Crombez, dat Oostende wel weer een aantrekkelijke stad is geworden, zeker cultureel en toeristisch?
Crombez: “(fijntjes) Jawel, en zoals de burgemeester zelf zegt: veel van wat er gebeurt, is een voortzetting van het vorig beleid.”
Tommelein: “Nu wordt het nog straffer! Als het goed is, is het dankzij jullie en als het slecht is, is het mijn schuld.”
Crombez: “(droog) Ik zeg toch iets positief? Wij hebben inderdaad lange tijd samen bestuurd en daar zijn goede dingen uitgekomen, zeker op cultureel vlak.”
Is de teloorgang van het iconische Thermae Palace geen smet op uw palmares, meneer Tommelein?
Tommelein: “Neen, want dat heb ik niet in de hand. Iedereen weet waarom dit dossier jaren geleden is fout gelopen.”
Crombez: “Dat klopt (waarna wel een technische discussie volgt over wie, wat en waarom, red).”
Tommelein: “Maar de Thermen zijn niet verloren. De volgende Vlaamse regering zal wel met geld over de brug moeten komen: wij vragen 30 miljoen extra.”
Crombez: “(knikt) Dat is minder dan het keukenproject in Antwerpen (doelt op het Vlaams Culinair Centrum aan de Scheldekaaien dat 38 miljoen kostte, red.).”
Tommelein: “Ik ga meer zeggen: stond het Thermenhotel in Antwerpen, dan was het al lang gerenoveerd. Ik hoop dat we hier allemaal samen voor vechten. Het Thermae Palace is niet alleen van Oostende, hè. Dat is een icoon voor héél Vlaanderen. (benadrukt) De volgende regering moet haar middelen beter verdelen.”
Crombez: “We weten al 25 jaar dat de twee grootste steden te veel geld krijgen (Gent en Antwerpen, red.) en de andere steden te weinig. Dat is een scheeftrekking die helaas vastgeroest lijkt. Naar wat ik verneem uit de formatie, vrees ik dat daar weinig verandering in zal komen.”
“Ninove? We spreken hier over racisme en ontluikend fascisme. Natuurlijk moeten we daar wakker van liggen”
John Crombez
In Antwerpen klaagt burgemeester Bart De Wever (N-VA) het huftergedrag aan tegenover ambulanciers en andere gezagsdragers. Begrijpt u hem?
Tommelein: “Ja. Dat is onaanvaardbaar. Dat is ook hier een probleem, en vaak het gevolg van drugs en overmatig drankgebruik. En het is ook zo dat mensen van andere afkomst oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteitscijfers. We moeten dat niet doodzwijgen. Maar zeggen dat het vrijwel altijd allochtone mensen zijn, is een stap te ver. Er worden in deze stad ook veel criminele feiten gepleegd door niet-allochtonen. Ik beoordeel mensen nooit op afkomst, wel op gedrag.”
Crombez: “Bart De Wever zou dat niet zeggen buiten campagnetijden. Hij wil in Antwerpen de stemmen halen van de autochtone Vlaming en de joodse gemeenschap en daarom zegt hij dat. Ik ben trouwens niet tegen zijn idee van burgerstages (voor 17- en 18-jarigen, red.). Ik pleit daar al langer voor. Er zit veel tijd tussen een eerste delict en de ontsporing. Die tijd mag niet verloren gaan. Als jeugdinstellingen vol zitten, moeten we jongeren vastpakken en hen inderdaad in een stagetraject stoppen.”
Tommelein: “Wij hebben in Oostende al een bemiddelingsproject ingevoerd voor minderjarigen, hè (Undo, red.). Héél belangrijk.”
Twintig procent van de Oostendenaars voelt zich onveilig, volgens de stadsmonitor. Daar kan u niet fier op zijn, meneer Tommelein?
Tommelein: “Neen. Dat is trouwens een probleem waar ook mijn voorgangers mee worstelden. Deze stad is niet onveiliger dan andere steden – dat blijkt uit de statistieken -, maar de inwoners voelen het wel zo aan.”
Crombez: “Hoe komt dat? Dat is de vraag. Dat is deels omdat er hier steeds meer mensen met allochtone roots zijn. Maar het is ook omdat er te weinig politie op straat aanwezig is in onze wijken. Waarom voelt iemand zich onveilig? Dikwijls begint dat met een klein feit. Afval bijvoorbeeld. Maar als dat niet aangepakt wordt, gaat dat gevoel groeien. Overlast moet veel aanklampender aangepakt worden.”
Tommelein: “(fel) Dat is nonsens, hè. Wij hebben 35 extra politieagenten aangeworven. Wij investeren in camera’s. Wij klampen aan. Wij pakken de drugdealers op. Helaas leidt dat niet automatisch tot een beter gevoel.”
Crombez: “(kwaad) Dus jij vindt dat de Oostendenaar nonsens vertelt? Gaan we eens naar de uitbaters in de Langestraat? Gaan we daar eens vragen of de drugdealers opgepakt worden? (benadrukt) Het is niet genoeg. Deze zomer opnieuw, toen het strand een grote vuilnisbelt leek. Dat werd helemaal niet aanklampend aangepakt.”
Tommelein: “Meneer Crombez vertelt vooral graag wat de mensen willen horen. Er bestaat daar een naam voor.”
Crombez: “(zucht) Allé, daar gaan we weer. Zeg het maar.”
Tommelein: “Populisme, meneer Crombez!”
Iets anders, heren. Oostende zal op 13 oktober de spotlights moeten delen met Ninove en Guy D’Haeseleer, waar het cordon mogelijk breekt. Houdt u dat bezig?
Crombez: “We spreken hier over racisme en ontluikend fascisme. Natuurlijk moeten we daar wakker van liggen. Onze democratie is kwetsbaar. Oostende is een stad waar iedereen zich vrij kan ontwikkelen, ongeacht kleur en afkomst. Het extremisme vormt een grote bedreiging daarvoor.”
Tommelein: “Ik verfoei extremisme, zowel links als rechts. Daarom betreur ik ook dat democratische partijen altijd maar op elkaar schieten. We zouden veel meer moeten samenwerken en zo de extremen bekampen.”
Vlaams Belang was ook hier de grootste op 9 juni. Als zich dat herhaalt op 13 oktober, hebben zij volgens de nieuwe regels het initiatiefrecht. Gaat u dan praten met hen?
Crombez: “Ik niet. Als VB de grootste wordt, mogen zij inderdaad iedereen uitnodigen op de koffie. Mij moeten ze niet vragen. Dat zou alleen maar tijdverlies zijn. Je kan met hun programma geen beleid voeren.”
Tommelein: “Het heeft inderdaad geen zin om te spreken met een partij waar je het honderd procent mee oneens bent. Als dat scenario waarheid wordt, zal het dus twee weken wachten zijn tot de tweede partij het initiatiefrecht krijgt. Wie weet zijn wij straks nog tot elkaar veroordeeld? (lacht)”
Crombez: “Er zijn maar weinig lijsten in Oostende, dus je kan niets uitsluiten. Ik ben wel duidelijk over wat ik ga doen: ik ga geen schepen worden onder burgemeester Tommelein. Dat zou geen goede zaak zijn voor de stad. Wij hebben veel jonge mensen die die taak beter zouden uitvoeren.”
Tommelein: “Ik vind het vreemd dat u dat zegt. Ik ga hier niets uitsluiten.”
Intussen hapert zowel de federale als de Vlaamse regeringsvorming. Zal dat impact hebben op de lokale uitslag, denkt u?
Crombez: “Er moet een Vlaamse regering zijn tegen 13 oktober. Dat is ook de uitdrukkelijke wens van mijn partij. Een ellenlang theater voedt alleen maar de afkeer van de politiek. Dus in die zin kan het wel impact hebben. Maar we hebben nog vier weken te gaan. Dat moet lukken.”
Tommelein: “Het zou me verbazen mocht het lukken. Ik denk dat er bewust veel theater gespeeld wordt. N-VA en Vooruit willen niet alleen nationaal samen besturen, maar ook de grote steden, waaronder Oostende.”
Crombez: “(zucht) Maar komaan. Er is nog nooit een link geweest tussen de regering en de lokale besturen. Ga dat maar na. De burgemeester is politieke stratego aan het spelen. Ik heb met niemand gesproken, laat staan dat ik een voorakkoord zou hebben. Niets. Nul. Nougatbollen.”
Tommelein: “Als u kan, gaat u met N-VA een coalitie sluiten. Daarom zeg ik heel duidelijk: een stem voor N-VA is een stem voor burgemeester Crombez.”
Crombez: “(lacht) Dus u geeft toe dat u stratego speelt.”
Tommelein: “(fel) En u gaat de mensen wijsmaken dat de nationale hoofdkwartieren geen pogingen doen om de stedelijke coalities te beïnvloeden? Komaan. Zes jaar geleden, toen u zelf partijvoorzitter was, hebt u het ook geprobeerd.”
Crombez: “U haalt uw eigen punt onderuit. Kijk naar de coalitie in Oostende. Het is dan toch klaarblijkelijk niet gelukt. Denkt u echt dat de lokale afdelingen zomaar luisteren naar de hoofdkwartieren?”
Tommelein: “Voor één keer heb je een punt. (lacht)”
Wat een mooie afsluiter. Bedankt, heren!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier