© BELGA

Verkiezingen 13 oktober: professor Herwig Reynaert over de nieuwe regels

Op zondag 13 oktober mogen we allemaal naar de stembus om te kiezen wie straks de sjerp van onze gemeente zal dragen. Mógen, inderdaad, want de opkomstplicht is afgeschaft. Dat is maar één van de vele veranderingen. Professor Herwig Reynaert (UGent) fileert de nieuwe regels én het nieuwe regeerakkoord.

‘De afschaffing van de opkomstplicht is een historische vergissing’, schreef u mee in een open brief. Waarom, professor?

“Omdat veel mensen gestreden hebben om te kunnen stemmen. De opkomstplicht is ingevoerd zodat iedereen zou gaan stemmen. Dat wordt nu teruggedraaid. Want wat zal er gebeuren? Bepaalde groepen zullen minder gaan stemmen, waardoor de uitslag niet representatief zal zijn voor de hele bevolking. Welke groepen? Kortgeschoolden, andersgekleurde medemensen en ook vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek in andere landen. Ik betreur dat.”

Wat als er straks in een bepaalde gemeente minder dan de helft van de mensen gaan stemmen? Is het nieuwe bestuur dan legitiem?

“Dat is een terechte vraag. Het antwoord is natuurlijk ja, want dat is nu eenmaal het nieuwe systeem. Maar echt gedragen zou die burgemeester niet zijn, neen. Ik denk dat niemand in die situatie terecht wil komen.”

Soms wordt gefluisterd dat men hiermee de opmars van Vlaams Belang wil stoppen.

“Ik hoor dat ook, maar dat zou een vreselijk domme reden zijn. Ik ben helemaal niet zeker dat Vlaams Belang het meest getroffen zal worden. Je kan dat onmogelijk inschatten. De afschaffing was vooral de liberale trofee in de vorige regering.”

Wat zegt het nieuwe regeerakkoord over deze kwestie?

“De facto niets. Ik hoor wel dat men de nieuwe regels gaat evalueren. Wij gaan met de universiteit ook zelf onderzoek doen naar de gevolgen. Let wel: als zou blijken dat pakweg zestig procent gaat stemmen en die groep is representatief voor de hele bevolking, dan trek ik mijn kritiek terug. Maar dat zou me heel erg verbazen. Waarom zou hier anders gestemd worden dan in buurlanden?”

Tweede nieuwigheid: de stemmenkampioen van de grootste lijst krijgt twee weken de tijd om een coalitie te vormen. Is dat een goede maatregel?

“Dat mag ook op de schop, want dat zal weinig verschil maken. Als de tweede en de derde partij een akkoord willen met elkaar, dan gaan ze de eerste partij gewoon rondjes laten draaien. Resultaat: twee weken kwijt. Ook vandaag is in 75 à 80 procent van de gemeenten de stemmenkampioen al burgemeester. Bart Somers, die bevoegd was voor de hervorming, wou hiermee vooral de voorakkoorden fnuiken.”

Is dat gelukt?

“Neen. Er worden nog altijd voorakkoorden gesloten – volgens mijn inschatting bijna evenveel als vorige keer. Ik vind dat trouwens geen slechte zaak. Alleen zou ik als kiezer willen weten wie met wie spreekt. Wat daarom wel positief is, is dat partijen nu meer in kartel naar de kiezer stappen. Sommigen noemen dat kiezersbedrog. Ik niet. Dat is open en bloot zeggen: kijk, met deze partner willen wij verder.”

Wie wordt straks burgemeester? Is het zeker dat dat altijd de stemmenkampioen van de grootste meerderheidsfractie wordt?

“Dat is de nieuwe regel, ja. Tenzij die persoon zelf verzaakt aan zijn of haar mandaat. Wat dus niet meer zal gebeuren, is dat een kleine partij het burgemeesterschap aangeboden krijgt. Dat is een stap vooruit.”

Een derde nieuwigheid gaat over de lijststem. Wat verandert er hier?

“Het overdrachtelijk effect verdwijnt. Dat wil zeggen: de lijststem wordt niet afgeschaft, maar telt niet meer mee om te bepalen wie naar de gemeenteraad mag. Voordien waren de lijststemmen in het voordeel van de mensen bovenaan de lijst. Zo kon het gebeuren dat iemand met minder stemmen toch verkozen raakte. Door de nieuwe regel krijgt de kiezer meer macht en dat is een goede zaak. Als je verkozen wil worden, moet je dus zelf genoeg stemmen halen.”

De nieuwe Vlaamse regering wil de gemeenteraden versterken. Weet u al hoe ze dat wil doen?

“Neen. Dat is het probleem van het hoofdstuk over lokale besturen: dat het vaag is. Er zouden minder mandatarissen komen, lees ik, maar ik lees niet wat er concreet zal gebeuren. Ik hoop vooral dat de raadsleden beter ondersteund gaan worden. In Nederland heb je daar een raadsgriffier voor. Ik zeg niet dat je ook hier een nieuwe functie moet creëren – ook de administratie zou dat kunnen – , maar de ondersteuning moet echt wel beter. Anders gaat stilaan de vraag rijzen: wie wil dat nog doen?”

Een raadslid verdient 250 euro bruto per zitting. Is dat niet veel te weinig?

“Ik vind van wel. Ik vind ook dat burgemeesters en schepenen te weinig betaald worden voor het werk dat zij doen. Dat is natuurlijk geen populair standpunt. Toch hoop ik dat daar eens een debat over gevoerd wordt. Anderzijds vind ik wel dat de lonen transparanter moeten zijn. Als burgemeester moet je één wedde krijgen voor al het werk dat je doet voor je gemeente. En dus niet zoals nu: een wedde en daarnaast allerlei extra vergoedingen voor intercommunales, enzovoort.”

De verplichte fusies zijn van de baan. Is dat een goede zaak?

“Ik vind van wel. Ik ben niet tegen fusies, maar dat is geen zaligmakende oplossing. Elke gemeente zou zichzelf de vraag moeten stellen: zijn wij nog in staat om de taken te doen die we moeten doen? Als het antwoord neen is, moet je ofwel een fusie overwegen ofwel meer intergemeentelijke samenwerking. Het is daarom ook goed dat de nieuwe regering vrijwillige fusies zal blijven ondersteunen. Ik hoor in de wandelgangen dat ook het bedrag gelijk zou blijven: 200 à 500 euro per inwoner, afhankelijk van de grootte van de nieuwe gemeente.”

We stemmen straks ook voor de provincieraad. Is dat geen overbodig beleidsniveau geworden?

“Wat mij betreft niet. Veel lokale besturen hebben nood aan een tussenniveau. Dat geven ze ook zelf aan. Als je dan moet kiezen tussen de nieuwe referentieregio’s of een bestuur dat al bestaat en bovendien democratisch verkozen wordt, dan kies ik altijd voor het laatste. Ik ben een koele minnaar van de regio’s. Wat zal dat worden op termijn? Oók een nieuwe bestuurslaag. Van mij mogen ze deze schrappen en de provincies weer versterken. Want wat is de echte miserie van de provincies? Dat ze hun bevoegdheden kwijt zijn. Daarom kunnen ze minder meerwaarde bieden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier