Een inkijk in de ziel van Valerie Van Peel, boegbeeld van N-VA in het federaal parlement: “Ik ben geen goede politica: ik kan niet liegen”
“Ik loop te veel met mijn kop tegen de muur.” Valerie Van Peel is het politieke spel beu. Ze wil (nog) niet stoppen, maar denkt wel aan het leven na de politiek. De gedreven N-VA-politica zou graag een instelling voor kwetsbare kinderen uit de grond stampen, én een honden-asiel. Van Peel is een politica zonder franjes. Rechttoe, rechtaan. Soms emotioneel, soms keihard. Komen ook aan bod: de gevaren van een lockdown, de erfenis van haar verleden en een pamper-verversende Bart De Wever.
Valerie Van Peel is de leading lady van N-VA in het federaal parlement. De 41-jarige Antwerpse, zus van komiek Michael, heeft een vreemde week achter de rug. Enkele dagen quarantaine. Vals alarm, zo bleek. De coronatest wees negatief aan. Dat De Toestand véél gevoelens oproept, zegt ze. “Ik word angstig als ik lees wat in de ziekenhuizen gebeurt. Ik word kwaad als ik de onkunde van het beleid zie. En ik ben bezorgd als ik bedenk wat een nieuwe lockdown kan doen met kwetsbare mensen. Dat gaat van eenzame ouderen tot kinderen die thuis slachtoffer zijn van misbruik en geweld. (kwaad) We zijn die vergeten, hè, in de eerste lockdown. Vergéten. En zij dreigen wéér geïsoleerd te worden.” Zeldzaam zijn de politici die zó begaan zijn met het lot van kwetsbare kinderen als Van Peel. Dit is haar drijfveer in de politiek én het leven. Haar verontwaardiging is écht. Ze weet wat misbruik doet. Ze heeft het zelf meegemaakt als kind.
Er zijn experten en politici die een tweede lockdown willen.
We moeten dat vooral vermijden. Maar we zijn die kansen aan het missen. Waarom niet regionaal ingrijpen als Brussel en Luik rood kleuren? In Antwerpen is dat wél gebeurd en dat heeft gezorgd voor een knik in de curve. Ik vind dat er te makkelijk over een tweede lockdown wordt gesproken. We zijn lang niet hersteld van de menselijke schade van de eerste. Dit mag niet alleen over corona gaan, dit moet óók gaan over de stijging van zelfmoord, familiaal geweld en kindermisbruik.
Wat kan er gebeuren?
Ik heb de premier gevraagd wat hij wil doen. Zijn antwoord? Dat de avondklok niet telt voor mensen die vluchten van geweld. (feller) Het zou er verdorie aan moeten mankeren. De politiek moet méér doen. Laat de politie proactief ingrijpen in gezinnen waar men weet heeft van geweld. Ga daar binnen. Of ook: verplicht hulpverleners om kindermisbruik te melden. Hef het beroepsgeheim op.
Is dat niet gevaarlijk? Zal een therapeut niet anders benaderd worden?
Dat is dan het tegenargument. Maar er bestaat al zoiets als spreekrecht voor hulpverleners. De daders weten dat. Wie wil spreken, laat zich daardoor niet tegenhouden.
Zal een slachtoffer niet bang zijn om te spreken?
(feller) Néén. Een kind weet amper wat beroepsgeheim is. Een kind kan ook niet inschatten hoe ernstig de situatie is. Als een ouder de dader is, dan blijft dat kind die ouder graag zien. (op dreef) Wat is voor mij cruciaal? Een hulpverlener mag een kind dat thuis misbruikt wordt, niet terug naar huis sturen. Wie dat wel doet, weet niet wat misbruik is. Child Focus steunt mijn voorstel. Ik heb het parlement vorige week gevraagd om dit met urgentie te behandelen. Wat zegt de meerderheid? Néén. (zucht) Dat is dan het politieke spel. Ik ben daar drie dagen ziek van geweest. Er wordt een minuut later wel gestemd voor extra stemrecht voor de PS in een bestuurlijk orgaan van de Kamer. Mét urgentie. Is dat de nieuwe politiek van deze regering? Ik vrees soms dat ik niet cynisch genoeg ben.
Doet u dit nog graag?
(lang stil) Ik vraag me dat ook af. Ik zit nu elf jaar in de politiek. Dat doet een mens nadenken. Is dit wel de weg die ik wil bewandelen? Ik twijfel vaak. Dit is een rare wereld. Wie in de meerderheid zit, moet soms het onverdedigbare verdedigen. Wie in de oppositie zit, moet alles slecht vinden. Dat spel frustreert mij. Ik wil niet veranderen omdat ik nu toevallig in de oppositie zit. (denkt na) Weet u wat mijn grootste probleem is? Ik kan niet liegen en niet acteren.
Oei. Dan zoekt u misschien beter een andere stiel.
Ik weet het. Ik ben eigenlijk geen goede politica. (lacht) Allé, vorige week met dat voorstel. Verschillende collega’s, ook partijgenoten, komen mij zeggen: “Je wist dat toch, dat is het spel van meerderheid tegen oppositie.” (windt zich op) Néén, ik wist dat niet. Ik wil zo niet aan politiek doen.
Ik vind dat ik te weinig doe voor andere slachtoffers van misbruik. Ik wil stenen verleggen in de rivier. Dat is naïef, zeker?
Is dit een afscheidsinterview?
Dat is te vroeg om te zeggen. Ik ben geen opgever: ik ben verkozen tot 2024 en wil die rit uitdoen. Daarna zien we wel verder. (even stil) Weet u wat ik wil in mijn leven? Stenen verleggen in de rivier, het verschil maken voor mensen. Kan ik dat vanuit het parlement? Voorlopig niet genoeg, vind ik. Ik loop te veel met mijn kop tegen de muur. Maar het zal allicht altijd te weinig zijn voor mij.
U hebt al een grote steen verlegd. U hebt ervoor gezorgd dat kindermisbruik niet meer kan verjaren.
(glimlacht) Dank u. Dat was samen met John Crombez (SP.A). Dat is hoe ik aan politiek wil doen. En zeggen dat ik dat een saaie man vond, toen ik hem nog niet kende. Ik zag geen passie. Bleek ik even fout te zitten. (lacht) Dat is inderdaad een grote én emotionele realisatie. Daar ben ik fier op.
Is dit thema niet confronterend voor u? U hebt dit zelf meegemaakt toen u kind was.
Ik ben gebeten door deze materie. Dat is zo. Maar John is dat even goed. Hij heeft vroeger gewerkt met kwetsbare kinderen. (even stil) Is dat confronterend? Natuurlijk wel. Al mijn hele volwassen leven spreek ik met slachtoffers. Ik krijg dagelijks mails en verhalen binnen. Maar dat vergroot vooral mijn begrip en kennis. Daar niets mee doen, zou egoïstisch zijn. Als je ergens expertise in hebt, dan moet je dat gebruiken. Ik moet dit niet meer voor mezelf doen. Ik kan er wel anderen mee helpen.
Uw getuigenis enkele jaren geleden heeft veel mensen weer doen ademen.
Ik hoop het. Dat was de enige bedoeling. Ik vond het alleen spijtig dat ik daarom mijn verhaal moest vertellen. (even moeilijk) Ik vind nog altijd dat ik te weinig doe voor andere slachtoffers. Dat is naïef, zeker? Ik word elke dag wakker met het idee dat ik de wereld ga veranderen. ’s Middags ben ik al wat teleurgesteld. En tegen de avond ben ik kwaad. (lacht) Maar de dag nadien begin ik opnieuw. That’s me. Dat houdt me ook recht.
Waarom wou u de politiek in?
Omdat ik de maatschappij wou wakker schudden. Dat is ook waarom ik journaliste ben geworden. Ik werkte voor Actua TV vanuit het Vlaams parlement. Ik heb me vaak moeten inhouden om niet zélf te roepen. Ik heb Bart De Wever nog geïnterviewd voor Dag Allemaal. Ik was meteen overtuigd van zijn visie. Ik vroeg hem de pieren uit de neus. Ik vergat haast te vragen hoe het met zijn gezin gaat, óók belangrijk voor dat blad.
U hebt hem zelfs pampers zien verversen. Wie kan dat zeggen?
Niemand, denk ik. (lacht) Maar hij was zó onhandig dat ik denk dat dat zijn eerste keer was. Ik zag ook zijn vrouw grote ogen trekken. Hij deed dat wellicht voor de fotograaf. Dat staat mooi, hè. (lacht)
Uw vader was een sterkhouder van CD&V in Kalmthout. Hoe werd uw partijkeuze onthaald?
Positief. In onze familie komen álle kleuren voor. Mijn vader stemde nationaal ook voor N-VA. Hij had lokaal een eigen partij, maar is later overgestapt naar CD&V. (fijntjes) Een echte CD&V-er dus. Hij is begin dit jaar overleden. Dat was een moeilijke periode voor mij. Ik had een complexe relatie met hem. Ik denk zoals veel meisjes met hun vader. We leken hard op elkaar. Ik heb in mijn leven veel gedaan om gezien te worden door hem. Bewust en onbewust. Ik vraag me af of ik ook daarom in de politiek wou gaan. (even stil) Ik denk van wel. Enfin, het is een raar jaar.
U hebt ook ooit voor Frank Vandenbroucke (SP.A) gestemd.
(knikt) Dat was mijn allereerste stem. Ik was negentien, zeker? Ik vond hem een atypisch politicus. Een man met durf. Dat is een karaktertrek die ik bewonder. Hij durft onpopulaire maatregelen verdedigen, omdat die in het algemeen belang zijn. Ook vandaag. Dat is knap.
Uw partij zou dat ook moeten leren. De kritiek op de sluiting van de horeca was stuitend. Dat is mee beslist door Jan Jambon.
Dat is geen goed voorbeeld. Dat had op regionaal niveau beslist moeten worden. Dat was ook de vraag van Jan. Moeten wij dan nadien iets anders beweren? Zie naar Ben Weyts. Hij krijgt bakken kritiek voor het openhouden van de scholen, maar hij verdedigt dat wél. Wat u zegt, klopt dus niet.
Met andere woorden, Jambon heeft niet goed onderhandeld?
(fel) Dit is geen kritiek op Jan. Hij is maar één van de tien mensen aan tafel. Laat ons niet flauw doen: de federale regering is de baas in het overlegcomité. De Vlamingen staan daar buitenspel.
Iets anders. Waarom gaat u niet voor het voorzitterschap van de partij?
Omdat Bart opnieuw kandidaat is. En dat is de beste én meest populaire politicus van deze eeuw. We gaan niet van voorzitter veranderen omdat sommige journalisten dat willen. De partijraad was unaniem. Als Bart dat wil doen, dan juichen wij dat toe.
Was u anders wel kandidaat?
(grijnst) Ik heb gelukkig niet over die vraag moeten nadenken. Ik kan daar nu geen ja of neen op antwoorden.
Is N-VA vadsig geworden?
(lacht) Dat is wat Bart zei op het partijbestuur. Hij waarschuwt daarvoor. En hij heeft gelijk. Wij mogen niet achterover leunen. Dat is een gevaar voor een partij die lang succesvol is. (denkt na) We staan voor moeilijke jaren, maar moeten vooral naar onszelf kijken. Niet naar links of rechts. Wie beleid voert, moet soms van zijn lijn afwijken. De oppositie biedt een kans om die weer scherp te stellen. Dat is volgens mij dé opdracht. We hébben een sterke en coherente maatschappijvisie. Laat die maar weer het vertrekpunt zijn.
U wil geen ruk naar rechts?
Niemand wil dat. Dat is wat de pers ervan maakt. Ik lees voortdurend dat ik een bitse strijd zou voeren met Theo Francken. (zucht) Dat is niet zo. Dat is een valse tegenstelling. Theo is minder rechts dan de mensen denken en ik ben minder links. Maar perceptie is moeilijk te keren. Ben ik het soms oneens met Theo? Ja, natuurlijk. Ik ben het met niemand voor honderd procent eens. Zelfs niet met mezelf. Maar als er al iets is, dan praten wij dat uit.
Kan een coalitie met Vlaams Belang voor u?
Vandaag niet, neen. Niet met dit Vlaams Belang. Tom Van Grieken doet vooral alsof, maar verandert intern heel weinig. (windt zich op) Ze vallen Petra De Sutter (Groen) aan omdat ze transgender is. Dat maakt me echt kwaad. Sorry, hoor. Die vuilspuiterij kan niet voor mij. Als zij willen samenwerken, zullen zij moeten veranderen.
Weet u al wat u wil doen na de politiek?
Jawel. Dat komt raar over, zeker? Enfin, het is zo. (enthousiast) Ik zou graag een instelling openen voor kwetsbare kinderen in een huiselijke omgeving. En ik wil dat combineren met, – niet lachen – een asielcentrum voor mishandelde honden. Ik geloof in de wisselwerking tussen mens en dier. Die twee kunnen helend werken op elkaar. Let op: ik wil dit niet alleen doen. Ik wil een raad van bestuur met topexperten. Mensen zoals Peter Adriaenssens. Ik zie het al helemaal voor me. Ik ben nu bezig met de locatie.
U klinkt heel enthousiast.
Dit is dan ook mijn droom. Ik wil in mijn volgend leven geen politieke spelletjes meer spelen. Ik wil écht een verschil maken. Ik denk daar al langer over na. Ik zei zonet dat ik dagelijks verhalen krijg van slachtoffers van misbruik en geweld. Die laten mij niet los. Ik wil daar iets mee doen.
U zou een gemis zijn. Bent u niet meer tegen te houden?
Het is simpel. Als ik voel dat ik zinvol werk lever, dan doe ik graag voort. Als ik voel dat ik vooral een dikke pré opstrijk voor weinig werk, dan stop ik liever. Maar goed, die beslissing is niet voor morgen. Ik heb nog even. Wat ik nadien wil doen, vraagt jaren voorbereiding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier