Verdienen leerkrachten een pensioen van 1.936 euro netto/maand?
De leerkrachten komen woensdag op straat omdat aan hun pensioen wordt gemorreld. Door hun studiejaren niet meer te laten meetellen, moeten ze langer werken en zal hun pensioen lager liggen. Een onderwijzer met 38 jaren dienst krijgt nu ruim 1.936 euro netto per maand. Na de ingreep zal zijn pensioen 1.623 euro bedragen. Maar dat is nog steeds ruim de helft meer dan wat een gemiddelde werknemer na een even lange loopbaan opstrijkt. Dus dringt de vraag zich op: is dit verschil verantwoord?
Leerkrachten worden vaak met jaloezie geconfronteerd. De vele vakantieperiodes en dan vooral de twee maanden lange zomervakantie doen velen groen uitslaan van afgunst. Maar ook het beperkt aantal officiële werkuren per week wekt ergernis bij sommigen. Wie fulltime in het lager onderwijs werkt, moet 24 uur per week aan de slag, in het secundair is dat nog twee uur minder. Wie een leidinggevende functie heeft in een privé-bedrijf, bereikt dit aantal in minder dan een halve week.
“Maar wij moeten veel thuis werken: lessen voorbereiden en proefwerken verbeteren. En in de privé verdienen ze veel meer” werpen de leerkrachten steevast tegen als ze aangevallen worden.
Het eerste argument is ontegensprekelijk waar: de doorsnee leerkracht die zijn lessen boeiend wil maken, moet daar heel wat tijd in investeren. En huistaken verbeteren zichzelf uiteraard niet. Dit thuiswerk wordt vaak zwaar onderschat.
Een kleuteronderwijzeres met 20 jaar ervaring verdient 2.107 euro netto
Maar of ze minder verdienen dan een gemiddelde werknemer in een privé-bedrijf, valt te betwijfelen. Een kleuteronderwijzeres met 20 jaar ervaring krijgt elke maand 2.107 euro netto op haar rekening gestort. Ik vrees dat er veel bedienden met een gelijkaardig diploma met minder tevreden moeten zijn.
Vroeger werd het hoger pensioen als uitgesteld loon beschouwd. Leerkrachten verdienden minder, maar ze kregen dat later terug. Dit blijkt niet langer het geval te zijn.
Pensioenen veel hoger in onze buurlanden
Hieruit besluiten velen dat het pensioen van de leerkrachten te hoog is en dat de overheid er goed aan doet dit terug te schroeven. Dit lijkt ons niet correct. Het probleem is dat het gemiddeld pensioen in ons land veel te laag ligt: zowat de helft van een gemiddeld inkomen. In de ons omringende landen is dat twee derde of zelfs vier vijfde van het laatste loon.
Het gevolg is dat wie door ziekte, echtscheiding of ontslag geen kans kreeg om te sparen al gauw in de armoede belandt. In België is bijna één op vijf gepensioneerden arm, in Frankrijk is dat één op tien en in Nederland zelfs maar één op twintig. Het is dus hoog tijd om het gemiddeld pensioen fors op te trekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier