CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten vlijmscherp voor coalitiepartner: “N-VA is een brug te ver gegaan”
Er ligt Servais Verherstraeten iets op de maag. De CD&V-fractieleider in het federaal parlement is niet te spreken over een opiniestuk van zijn N-VA-collega Peter De Roover die eind augustus op zijn blog de christendemocratie zwaar op de korrel nam. Maar het is meer dan dat. Verherstraeten waarschuwt zijn coalitiepartner. “Als je voortdurend ballonnetjes oplaat, maak je het compromis zeer lastig.”
“Ik heb me heel de zomer gestoord aan de communicatie van N-VA”, zegt de 56-jarige Kempenaar. “Ik heb op mijn tanden moeten bijten om tot nu te zwijgen. Kijk, wat ik al even vaststel, is dat N-VA de nalatenschap van de Volksunie helemaal heeft verworpen. De VU zou nooit een regeerakkoord gesloten hebben zonder communautair hoofdstuk én zonder enige absolute garantie voor de toekomst. Nu merk ik ook dat N-VA de nalatenschap van het Vlaams kartel (kartel met CD&V van 2004 en 2008, red) heeft verworpen. Dat kartel streefde naar een warme en solidaire samenleving in overleg met het middenveld, waar mijn partij nog altijd achterstaat. De kracht van verandering zit volgens mij vooral in de verandering van N-VA zelf. Beleid is compromissen sluiten en geen oppositie voeren.”
Vindt u dat N-VA dat doet?
Wil je een sterke regering die beslissingen neemt, dan moet je respect hebben voor elkaar en rekening houden met de visies van anderen. Dat respect mis ik van N-VA. Als je voortdurend ballonnetjes oplaat, maak je het compromis zeer lastig. En al zeker als die ballonnetjes betrekking hebben op zaken die binnen de regering zijn besproken, zoals de noodtoestand. Dat is contraproductief. Na de aanslagen in Parijs heeft deze regering een resem terechte veiligheidsmaatregelen genomen. Als je dan voortdurend praat over zaken waarvan beslist is dat we die niet gaan doen, plaats je al het goede werk dat geleverd is helemaal in de schaduw.
Nochtans heeft ook uw partij een veiligheidsplan voorgesteld.
Dat klopt, met concrete maatregelen die aansluiten op wat de regering al beslist heeft, zoals meer slagkracht voor lokale besturen en de verlenging van de aanhouding tot 72 uur voor terroristische misdrijven. Dat zijn geen ballonnetjes die afbreuk doen aan het goede veiligheidsbeleid.
Brengt dat voortdurend gekibbel de toekomst van deze regering in gevaar?
Dat zeg ik niet. Deze regering voert goed beleid. Maar zij maken het ons niet gemakkelijk. Kijk, je hebt vier coalitiepartners en deze horen elkaar te respecteren. Dat is deze zomer niet gebeurd. N-VA is een brug te ver gegaan. Al denk ik dat ze dat nu zelf ook wel beseffen, want dit is ook hun partij aan het schaden.
“De uitspraak van Bourgeois heeft mij verrast. Waarom heeft hij in godsnaam het kartel opgeblazen?”
Volgens Peter De Roover zit de christendemocratie met dikke problemen. “De aantrekkingskracht van de C is zo goed als verdwenen. Wie gelooft dat daarrond nog een dominante volkspartij kan worden uitgebouwd?”
(fijntjes) Ik heb niet de indruk dat wij de partij zijn met problemen. Het is niet omdat de kerken niet meer vol zitten, dat de C niet meer actueel is. Die C slaat op onze waarden: rechten, plichten en sociale dialoog. En als er één partij is die niet afwijkt van haar waardenkompas en een standvastig parcours rijdt, dan zijn wij het wel. Ik zie dat links en rechts het noorden kwijt zijn, en hun kompas naar de tijdsgeest of de opiniepeilingen zetten. Wij niet, wij houden koers.
In de vluchtelingencrisis lijkt de Duitse bondskanselier Angela Merkel al spijt te hebben van dat standvastig parcours.
We hebben in België tussen de 40.000 en de 50.000 vluchtelingen opgevangen. Ja, we hadden dat ook liever iets meer gespreid gezien, dat zou voor meer draagkracht onder de bevolking gezorgd hebben. Maar goed. Nu de opvangcentra leeglopen, volgt de tweede en heel belangrijke stap. De mensen die erkend zijn, moeten we opvangen. Dat is onze maatschappelijke opdracht. Omgekeerd hebben die mensen de opdracht zich te integreren, de taal te leren, een job te zoeken en zo mee te werken aan de opbouw van onze samenleving. Je hebt daarnaast ook de mensen die niet erkend zijn. Zij moeten verplicht worden terug te keren, zo humaan mogelijk, en hun toekomst opbouwen in hun land van oorsprong. Dat is ons standpunt, en ik denk dat dat het enige juiste en duurzame is.
Hoe belangrijk is de V nog in CD&V?
Als je naar de laatste veertig jaar kijkt, moet je concluderen dat CD&V de meest verdienstelijke partij is geweest voor Vlaanderen. Ons parcours was ook op dat vlak standvastig: gaan voor een sterker Vlaanderen en een sterker België. Als de Vlaamse regering vandaag het leven van mensen kan beïnvloeden van wieg tot graf, dan is dat in de eerste plaats dankzij CD&V.
Blijft uw partij streven naar confederalisme?
Dat staat in onze statuten die zijn aangenomen door het congres in Kortrijk in 2001, en die blijven overeind. Als ik deze week in Knack lees dat de Vlaamse minister-president (Geert Bourgeois, N-VA, red) streeft naar meer autonomie voor Vlaanderen en een gemeenschappelijke hoofdstad voor België, dan vraag ik me toch af: waarom heeft hij in godsnaam dat kartel opgeblazen? Die uitspraak heeft me echt verrast. Dat was het uitgangspunt van het kartel, en dat is nog steeds het uitgangspunt van CD&V. Ik blijf ervan overtuigd dat er ooit een zevende staatshervorming komt. En een achtste.
In 2019 al?
Vandaag zijn werk en veiligheid dé prioriteiten. Daarnaast moet je eerst de zesde staatshervorming helemaal uitwerken. Je kan niet voorspellen hoe lang dat zal duren.
Ik zie dat links en rechts het noorden kwijt zijn. Wij niet, wij houden koers.
Iets anders. Hoe belangrijk is een begroting in evenwicht tegen 2018 voor uw partij?
Weet u, ik heb al veel begrotingsbesprekingen meegemaakt. Ik ken het ritueel dat eraan voorafgaat. De uitspraken zijn altijd dezelfde. Ik herinner mij dat ik in mijn eerste periode als fractieleider (2007-2010, red) eens zei dat een begrotingsevenwicht geen fetisj mocht zijn. Dezelfde dag werd ik na tussenkomst van een coalitiepartner begrijpelijk teruggefloten door mijn voorzitter. Wel, die regering heeft een begroting ingediend zonder evenwicht.
Hebt u al ooit een evenwicht meegemaakt?
Virtuele evenwichten wel, ja. (lacht) Voor mij is vandaag het woord begrotingsdiscipline veel belangrijker. Als deze regering discipline aan de dag legt, zal ze dicht tegen dat evenwicht landen. De premier heeft trouwens gelijk dat er ook geïnvesteerd moet worden. Begrotingsdiscipline, investeringen en de structurele hervormingen verder zetten, in overleg met de sociale partners, dat zijn voor mij de drie uitgangspunten voor de komende weken. Kijk, deze regering verdient een onderscheiding voor veiligheidsbeleid en vluchtelingenopvang, het is nu de uitdaging dat ook te halen voor begrotingsbeleid.
Hoe zit het trouwens met de oplossing voor Arco? Dat dossier zou ook dit jaar moeten landen.
Ik heb veel begrip voor het ongeduld van de Arcospaarder, maar ik heb geleerd dat als je een timing uitspreekt, een zaak dikwijls op de lange baan belandt. In de schoot van de regering zijn er duidelijke afspraken gemaakt. De Arcospaarder zal een gedeeltelijke vergoeding krijgen. Ik ga ervan uit dat alle coalitiepartners die afspraken nakomen. De premier moet daarvoor borg staan, en ik geloof ook dat hij dat zal doen.
“er moet een Gedragscode komen voor parlementairen”
Hebt u nog geen heimwee naar de PS?
O neen, je mag nooit heimwee hebben. Je weet dat in een democratie af en toe de spelers wisselen. Ik heb nu zelf ook een andere positie, en ik beschouw dat helemaal niet als een degradatie (hij was van 2011 tot 2014 staatssecretaris, red). Ik ben van nature uit meer een generalist. Ik voel me dan ook heel goed in die rol van fractieleider.
Het parlementair jaar is woelig begonnen met de Marokko-uitspraken van Open VLD’er Luk Van Biesen. Vindt u dat kunnen in de Kamer?
Neen. Ik ben wel blij dat hij en Meryame Kitir dit onderling uitgeklaard hebben. Parlementairen hebben weliswaar freedom of speech, maar moeten fatsoenlijk blijven. Hier is een grens overschreden, ruim zelfs. Ik vind dat de deontologische commissie, opgericht in het kader van de zesde staatshervorming, een gedragscode moet opstellen. Ik heb dat ook op tafel gelegd op de Conferentie van voorzitters van de Kamer. Wie een bepaalde grens overschrijdt, zou gesanctioneerd moeten worden.
Wat doet u als iemand uit uw fractie zoiets roept?
Ik maak me sterk dat een CD&V’er zulke uitspraken niet doet.
Overschreed ook Laurette Onkelinx (PS) een grens toen ze twee jaar geleden Theo Francken (N-VA) voor racist uitschold?
Dat zou de deontologische commissie dan moeten bepalen. Maar ik vind van wel, ja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier