Viceminister-president Bart Somers (Open VLD) over de uitdagingen van een steeds meer diverse samenleving: “Ik pas voor een maatschappij waarin we naast elkaar leven”
Hij draait al meer dan 25 jaar mee in de nationale politiek en toch is het de eerste keer dat Bart Somers vakminister is. De Vlaamse minister voor Samenleven en Binnenlands bestuur voelt zich in zijn sas in de regering-Jambon I. “Ik wist dat het niet de gemakkelijkste portefeuille was, maar het zijn wel bevoegdheden waarin ik als burgemeester van Mechelen veel ervaring heb opgebouwd. Vakminister zijn, bevalt me wel”, zegt Somers wanneer we hem spreken in zijn kantoor in Brussel. Hij is trots op het nieuwe inburgeringstraject dat deze week door het Vlaams parlement werd goedgekeurd.
Voldeed het huidige inburgeringstraject dan niet?
“Iemand die vandaag ons land binnenkomt, zit een jaar in een asielcentrum en volgt vervolgens een inburgeringstraject dat 17 maanden duurt. Zo plaats je mensen twee en een half jaar in wachtmodus. Dat kan niet meer. Slechts één op de twee inburgeraars ging naar de VDAB en één op de drie verplichte inburgeraars heeft een leefloon. Eens mensen hier legaal zijn, moeten we er als overheid voor zorgen dat ze zich zo snel mogelijk ingepast weten in de samenleving.”
Wat verandert er concreet voor inburgeraars?
“We hebben een radicale vernieuwing doorgevoerd. In Europese context is dit het best denkbare inburgeringsbeleid waarbij we van nieuwkomers extra inspanningen vragen én hen extra kansen geven. Naast Nederlands leren en een cursus maatschappelijke oriëntatie zullen we mensen voortaan binnen de twee maanden naar de VDAB leiden. Vroeger gebeurde dat pas op het einde van de cursus. Daarnaast krijgt elke inburgeraar ook een Vlaamse buddy voor 40 uren.”
Ook voor regionale en federale verkiezingen moet de opkomstplicht verdwijnen”
Welke voordelen biedt zo’n Vlaamse buddy?
“Ik pas voor een gesegregeerde maatschappij waarin we niet mét, maar naast elkaar leven. Een maatschappij met getto’s is niet wenselijk en heeft tot gevolg dat ook autochtone mensen zich niet meer thuis voelen en wie opgroeit in zo’n getto beknot is in zijn vrijheid. Ik wil die segregatie doorbreken en zo’n buddywerking draagt daartoe bij. Het enthousiasme voor het buddysysteem is groot. Ik ben ervan overtuigd dat we voldoende vrijwilligers gaan vinden. Er zijn veel mensen die vinden dat nieuwkomers Nederlands moeten leren en die daar zelf graag willen aan meewerken. Ik geloof sterk in het voluntarisme van de Vlamingen. Onderzoek van de KU Leuven heeft overigens uitgewezen dat een inburgeraar met een connectie met één autochtoon zijn kansen op de arbeids- en woningmarkt verdubbelt.”
Het nieuwe inburgeringstraject is niet langer gratis en een pak minder vrijblijvend dan voorheen.
“Per onderdeel betaalt men 90 euro. Een fair bedrag, zodat het duidelijk is dat deze cursussen toch waarde hebben. We ontwikkelen nu examens omdat dat belangrijk is voor de inburgeraar zelf. Die wil weten: is mijn kennis van het Nederlands goed? Wie niet slaagt, moet een cursus opnieuw volgen en dat kost je weer 90 euro. Er zijn ook boetes voor wie niet naar de les komt. Die kunnen oplopen tot 5.000 euro. Weigeren mensen moedwillig om in te burgeren, dan geven we die informatie door aan de Dienst Vreemdelingenzaken die in extremis de verblijfsvergunning kan intrekken. Burger worden in onze samenleving legt een aantal verplichtingen op je schouders. We stellen vast dat het overgrote deel van de nieuwkomers wíl inburgeren en zelfredzaam worden, meer dan de helft volgt de cursus zelfs vrijwillig.”
Er was deze week heisa rond aparte zwemuren voor vrouwen in het openluchtzwembad van Anderlecht. Hoe kijkt u daarnaar?
“Ik vind dat een overheid geen afzonderlijke zwemuren voor vrouwen moet organiseren. Zelf heb ik aparte zwemuren als burgemeester in mijn stad nooit gewenst. Ik wil die segregatie op basis van gender niet. Dat tast de vrijheid van ons allemaal aan en staat haaks op de open samenleving die wij moeten verdedigen. De overheid moet daar helder in zijn. Daarnaast moeten we ook niet doordrammen, want voor je het weet ga je een ladies night in de cinema of de werking van de boerinnenbond problematiseren. Op dat moment ben je de vrijheid niet meer aan het regelen, maar ben je ze net aan het inperken.”
Ihsane Haouach, die vrijdag haar ontslag indiende als regeringscommissaris bij het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen, lag eerder deze week onder vuur. Is een hoofddoekenverbod racistisch, zoals zij stelt?
“Een hoofddoekenverbod is niet racistisch, neen. Onze samenleving wordt op veel vlakken meer divers en dat is een goede zaak, want dan is er ook meer keuzevrijheid. En die toegenomen vrijheid moeten we koesteren. Hoe meer diversiteit, hoe belangrijker het is om onze fundamentele waarden en de spelregels rond vrijheden te bewaken. Dat kan alleen met een neutrale overheid. De vraag is: hoe vul je die neutraliteit in? Mensen die pleiten voor een neutrale overheid door een hoofddoek achter een loket te verbieden, zijn geen racisten. Dat is nonsens.”
Bij u in Mechelen mogen ambtenaren aan het loket een hoofddoek dragen, het standpunt van uw partij is dat je in een publieke functie neutraliteit moet uitstralen. Wringen die twee soms?
“Mijn partij zegt dat lokale besturen daarover zelf moeten beslissen. Een overheid moet neutraal zijn in haar dienstverlening, maar voor mij is dat combineerbaar met het dragen van een hoofddoek of ander symbool. Maar ik ben me er goed van bewust dat mensen op basis van diezelfde bekommernis tot een andere oplossing kunnen komen. In Mechelen kan je als ambtenaar een hoofddoek dragen, maar we hebben geen gescheiden zwemuren.”
Mevrouw Haouach meent ook dat we bij het principe van de scheiding van kerk en staat rekening moeten houden met de veranderende demografie. Dat nuanceerde ze later. Is dat een gevaarlijke uitspraak?
“Scheiding van kerk en staat garandeert ieders vrijheid: ik mag atheïst zijn, jij mag christen zijn en nog iemand anders moslim. Als we dat loslaten, offeren we de vrijheid van iedereen op. Samenleven in diversiteit is een uitdaging. Hadden we migratie in het verleden beter kunnen organiseren? Ja! Maar we moeten samen verder. We gaan toch niet een soort van permanente vijandschap organiseren? Ik wil met concreet beleid stappen voorwaarts zetten. Dat doen we nu met dit nieuwe inburgeringsbeleid.”
Als we de scheiding van kerk en staat loslaten, offeren we de vrijheid van iedereen op”
Volgende week wordt gestemd over de afschaffing van de opkomstplicht bij de lokale verkiezingen. Kan u nog eens uitleggen waarom dat een goed idee is?
“Kijk, het is een onverdedigbaar idee dat we mensen verplichten om naar het stemhokje te gaan. Naast Griekenland en Noord-Korea zijn we quasi het enige land dat dit nog doet. De opkomstplicht maakt politieke partijen erg gemakzuchtig, want ze moeten u niet overtuigen dat stemmen een meerwaarde heeft. Ik vind stemmen een burgerplicht, maar vind het gek om te dreigen met boetes en mensen tegen hun zin in te verplichten. Een democratie kan nooit gebaseerd zijn op dwang. Ik heb nooit een ernstig argument gehoord van zij die dat systeem willen behouden. Mijn partij vraagt de afschaffing al 30 jaar. Dat we hiermee bepaalde partijen klein willen maken klopt niet. Kijk trouwens naar Frankrijk of Italië, daar zitten sterke extreemrechtse partijen en is er geen opkomstplicht. Ons nieuw voorstel pakt ook de particratie aan en geeft de burger meer greep. Jij als burger bepaalt wie in de gemeenteraad komt. En je bepaalt wie burgemeester wordt.”
Dat laatste klopt niet helemaal.
“Neen, dat is juist, maar je zal er meer greep op hebben. Nu zijn het de politiek partijen die in een achterkamertje beslissen wie burgemeester wordt. Straks wordt dat de persoon met de meeste stemmen van de grootste partij in de coalitie. Dat geeft de burgemeester een dubbele legitimiteit. Let op, partijen zijn zenuwachtig over deze veranderingen, onderschat dat niet. De grootste partij krijgt voortaan ook twee weken de tijd om een meerderheid te vormen. Het is geen sluitend systeem tegen vooraf gemaakte afspraken tussen partijen, maar als je twee weken de tijd krijgt, ga je veel voorakkoorden uit elkaar spelen.”
Moet de opkomstplicht ook worden afgeschaft bij de regionale en federale verkiezingen?
“Dat dit nu lokaal gebeurt, is een eerste stap. Ik ben ervan overtuigd dat de rest zal volgen. Mensen verplichten om te gaan stemmen, is niet meer van deze tijd. Ik hoop dat we dit de volgende jaren ook op de andere niveaus kunnen doen.”
De Vlaamse regering stond het voorbije politieke jaar vaak in de schaduw van de federale en veel politieke commentatoren noemen de Vlaamse regering mak. Daar kan u niet blij mee zijn.
“Nee, maar ik begrijp het ook wel. Bij een pandemie komt de federale regering heel sterk in beeld. Als Vlaamse regering hebben we onze verantwoordelijkheid genomen en schouder aan schouder samengewerkt om die gezondheidscrisis te overwinnen. Onze minister-president heeft zich op een heel verantwoordelijke manier opgesteld en het algemeen belang voorop gezet. Je kan elk Overlegcomité ruzie maken en je profileren, maar we hebben daar bewust niet voor gekozen. Tegelijk heeft ook de Vlaamse regering sterk werk geleverd. Als we vandaag zowat de grootste vaccinatiegraad ter wereld hebben, dan is dat onze verdienste en die van de lokale besturen. Er is een half miljard geïnvesteerd in gezondheidszorg, Wouter Beke pakt de wachtlijsten aan, Lydia Peeters werkt volop aan mobiliteitsoplossingen, Zuhal Demir werkt aan de Blue Deal, Hilde Crevits wil de activiteitsgraad verhogen, Ben Weyts is bezig met het digitaliseren van het onderwijs… Dat zijn allemaal heel structurele hervormingen in de diepte. We hebben in een context moeten werken waarbij we onze eigen profilering ondergeschikt moesten maken aan het algemeen belang. Het potentieel van deze regering zal ons toelaten om dat de komende jaren verder uit te bouwen.”
Is het Vlaams parlement slagkrachtig genoeg? Het was minister Demir zelf die een onderzoekscommissie vroeg rond de PFOS-vervuiling, niet de parlementsleden.
“In het Vlaams parlement zinkt men soms te veel weg in technische details. Een parlementslid moet vooral maatschappelijke keuzes maken die tonen waar hij of zij voor staat. Op dat vlak valt in het Vlaams parlement misschien nog wat winst te halen. Voor mij mag het gerust wat meer knetteren. Het parlement moet een arena zijn van georganiseerde meningsverschillen. Ideeën moeten er kunnen botsen.”
VUB-professor Herman Matthijs stelt voor om de helft van de zetels te laten verkiezen in één grote Vlaamse kieskring. Is dat een goed idee?
“Persoonlijk ben ik voorstander van nog kleinere kieskringen in plaats van de provinciale kieskringen die er nu zijn. Dit versterkt namelijk de onafhankelijkheid van het parlementslid tegenover de partij. De greep van de politieke partijen in ons land is te groot. Wil je een meer levendig parlement, dan moet je zorgen dat de verkozenen zo onafhankelijk mogelijk zijn. Zo kunnen ze op eigen kracht hun zetel veroveren. Als ik kandidaat ben voor de provincie Antwerpen, kan ik onmogelijk een band hebben met die twee miljoen mensen en heb ik de partijfinanciën nodig om ze allemaal te bereiken. Dan moet je als verkozene al heel sterk staan om iets tegen je partij in te brengen.”
De jongste peilingen zijn niet goed voor Open VLD. Wat is de oorzaak?
“Ik denk dat het ook voor een groot deel aan de context van de coronacrisis ligt. Door de pandemie zitten velen slecht in hun vel. Bovendien zijn sociale media in zo’n crisis het enige venster op de wereld, een plek waar populisten die gevoelens gebruiken. Op het einde van de dag heb je twee soorten politici: zij die proberen te scoren op een gevoel van angst en onbehagen, en zij die problemen zien en die ook aanpakken.”
Zou het premierschap geen bonus moeten opleveren voor Open VLD?
“Als we een beleid kunnen voeren dat economische welvaart creëert, zullen de partijen die aan oplossingen werken weer beloond worden. Dat zal het draagvlak voor deze partijen alleen maar vergroten. Dat geldt voor Open VLD, maar ook voor de andere partners waarmee we in de regeringen zitten. En dan kan de premier inderdaad een troef zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier