De Loirevallei: kastelen, wallen én bloemenpracht
Deze week nemen we jullie mee naar de Loirevallei, meer bepaald naar de koninklijke stad Loches en omgeving. Zoek hier geen kasteel, want het historische centrum van Loches is in feite één immense kasteelsite, omringd met indrukwekkende omwallingsmuren. Het kasteel situeert zich op een heuveltop en torent hoog boven de regio uit. Die bestaat op zijn beurt uit een gezellige mix van bossen, charmante middeleeuwse stadjes en indrukwekkende kastelen. Meer moet dat niet zijn om ons te verleiden.
Door Igor Vandenberghe
Haar koninklijke status – als Cité Royale – heeft Loches te danken aan de graven van Anjou. Zij bouwden het kasteel van Loches uit tot een immense woonburcht. Later droeg ook de Engelse koning Hendrik II zijn steentje bij. Ook hij verbleef tijdens zijn regeerperiode voornamelijk in Loches. Het kasteel was ook lange tijd de officiële woonplaats van de Franse koningen Lodewijk IX en Filips de Schone. Het was ook in Loches dat Agnès Sorel – officiële minnares van de Franse koning Karel VII – zich, na haar verbanning aan het Franse hof, terugtrok. Kortom; een kasteelsite die voluit historie ademt.
Bloemendorp Chédigny
Onze eerste stop is voorzien in het bloemendorp Chédigny. En de omschrijving ‘bloemendorp’ is letterlijk te nemen, want dit middeleeuws dorpje is het enige dorp in Frankrijk dat mag pronken met de titel van ‘Jardin remarquable’. Lees: het ganse dorp is één groot tuindorp. Chédigny is slechts een figuurlijke zakdoek groot, maar wat een bloemen- en kleurenpracht. Sommige gevels zitten zelfs verstopt achter een bloemenmuur. De kleuren en de geuren spatten tijdens ons bezoek – vorige maand – dan ook letterlijk in het rond.
Van Chédigny gaat het verder naar het dorpje Montrésor, pronkend met de titel van ‘Les plus beaux villages de France’. En terecht. Hier geen bloemendorp à la Chédigny, maar een pittoresk middeleeuws stadje dat wordt overheerst door de robuuste contouren van het gelijknamige kasteel van Montrésor. Hier heeft men twee kastelen voor de prijs van één. Aan de ene kant vindt men de restanten van een vesting die dateert uit de 11de eeuw, aan de andere kant wacht een renaissance residentie vol weelderige schilderijen, verwijzend naar de Italiaanse primitieven. De residentie is nog bewoond. Mits een beetje geluk worden jullie zelfs rondgeleid door de kasteelheer himself.
Overnachten als een koning
Slapen doen we in stijl, in het gloednieuwe Hôtel de la Cité Royale, een 4*-hotel dat zich aan de rand van Loches bevindt, maar zo weggelopen lijkt uit een koninklijke setting. Met dank aan een imposante ingang vol koninklijke allures. Hier was ooit het plaatselijke justitiepaleis gevestigd. Nu overnacht men er met zicht op de Cité Royale van Loches.
Die Cité Royale staat de volgende ochtend centraal tijdens ons bezoek aan het middeleeuwse stadscentrum. Dat centrum is gebouwd omheen de Cité Royale. Wie zomaar lukraak wat rondslentert, wordt bijna constant geconfronteerd met de robuuste omwallingsmuren. Zij geven de kasteelsite een ietwat grimmige omkadering. Al verdwijnt deze perceptie als sneeuw voor de zon, eenmaal men de Cité Royale betreedt.
De bouw van de site sleepte maar liefst vijf eeuwen aan, waardoor men als bezoeker een unieke inkijk in de verschillende bouwstijlen wordt gegund. De omwallingsmuren dateren oorspronkelijk uit de 12de eeuw, al werden die later nog versterkt en uitgebreid. De indrukwekkende donjon en de Logis Royal – de zogenaamde Koninklijke Verblijven – zijn misschien wel de twee meest tastbare verwijzingen naar een tijdperk toen Loches het kloppende politieke hart van Frankrijk vormde. Bezoek hier zeker ook de paleistuinen. Je wordt er verwend met enkele lichtjes overdonderende panoramische zichten op de benedenstad en de wijde omgeving. Of vlei je neer op een zitbank, en geniet van de rust en stilte van deze historische site.
Groot natuurgebied
Loches bevindt zich in een van de meest groene regio’s van Frankrijk. Vandaar dat we besluiten om in de namiddag de omgeving per fiets te verkennen. Die huren we in het treinstation van Loches.
Ons doel is om de Prairies du Roy te verkennen, een 240 hectare groot natuurgebied, met de rivier de Indre als leidraad. Onze fietstocht leidt langs heidelandschappen, door donkere wouden en langs kabbelende beekjes. In Beaulieu-les-Loches pikken we een terrasje mee. De stad laat een gemoedelijke, bijna slaperige, indruk na. Weinig erg. Want de rust bevalt ons. En het landelijke wijntje glijdt soepel binnen. Het centrum van dit landelijk stadje wordt overheerst door de hoge contouren van de voormalige Romaanse abdijkerk l’Église Saint-Pierre-Saint-Paul, nu vervallen tot een knap gerestaureerd ruïnecomplex. Wat verder duiken we een immens woud in, ooit het voormalige jachtterrein van de Franse koningen, nu een groene long die vooral wandelaars en fietsers weet te lokken.
En om in de juiste gemoedsstemming te blijven, slapen we die avond in een heus kasteel, namelijk in het Château de Charnizay, een historische kasteelsite, nu omgebouwd tot een gastenverblijf met vijf kamers. De eigenaars zijn een voormalige notaris en zijn vrouw. Wie tot rust wil komen, zit hier perfect op zijn plaats, want de site heeft een zwembad en een 30 hectare groot park.
Nog meer kastelen…
De Loireregio staat bekend om zijn kastelen. Volgen de meeste toeristen trouw de rivier de Loire als leidraad, dan duiken wij het hinterland in, waarbij we op zoek gaan naar enkele onbekende pareltjes. Zoals de Château de la Guerche, een 15de-eeuwse kasteelsite, gelegen aan de rivier de Creuse. We bezoeken er de kazematten, de sierlijke salons en de ondergrondse gewelven, dit alles in het gezelschap van één van de kasteelheren.
En neen, we zijn de Loireboorden niet vergeten. Als slot van ons verlengd weekend bezoeken we nog het koninklijk kasteel van Amboise, één van de meest prestigieuze Loirekastelen, en gelegen aan de boorden van de Loire. In de kasteelkapel vindt men het graf van Leonardo da Vinci. Renaissanceliefhebbers mogen dit juweeltje niet missen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier