Hiken over berg en dal: La Gomera lonkt naar de sportieve meerwaardezoeker
De Canarische Eilanden zijn al vele jaren dé populairste vakantiebestemming in het winterzon aanbod van de Belgische touroperators. Ook deze winter kiezen vele Belgen voor Tenerife, Gran Canaria of Lanzarote. Wij trekken echter naar La Gomera, een authentieke eilandparel vol groene valleien, imposante kliffen, ruige bergketens en pittoreske dorpjes. Hier geen massatoerisme, maar een fascinerend eiland dat het vooral moet hebben van natuurbeleving in zijn meest pure vorm.
Wie La Gomera wil bereiken, moet eerst naar Tenerife vliegen. Vanuit de haven van Los Cristianos, op een 15 à 20 minuten van de luchthaven Tenerife Zuid, nemen we een van de dagelijkse overzetboten richting La Gomera. Na ongeveer een half uurtje meren we al aan in hoofdstad San Sebastian de la Gomera.
La Gomera is een wandelparadijs. Gewapend met stevige stappers trekekn we naar het Parque Nacional de Garajonay. Mijn stapschoenen hebben al menige kilometers op de teller staan, maar staat nog steeds hun mannetje. Daaraan zal het niet liggen. Nu maar hopen dat de benen in vorm zijn, want het belooft een pittige dag te worden. Om het in wielertermen te zeggen: er staan een pak hoogtemeters op het programma.
Laurierbos met geschiedenis
Het Parque Nacional de Garajonay is dé trots van La Gomera. Het neemt je miljoenen jaren terug in de tijd. Uniek aan dit Nationaal Park is dat het grotendeels bestaat uit laurierbossen, een van de oudste bossen van onze planeet. Enkel op Madeira en de Azoren kom je dit soort vegetatie ook nog tegen.
Een wandeling moet een doel hebben. Dat van ons is de top van de Garajonay, 1.487 meter boven de zeespiegel. Goed voor 4 uur stappen, al doen wij er omwille van de vele fotostops wel wat langer over. Weinig erg, zo kunnen we onderweg voluit genieten van de vele overweldigende panorama’s. Vruchtbare valleien, vervaarlijke kloven of een half in de mist gehulde bergtop: de bewegwijzerde route is heftig, maar oh zo mooi.
Vooral tijdens het eerste uur van onze wandeling – wanneer we regelmatig doorheen dikke mistbanken stappen – heeft onze tocht iets mythisch. Dit Nationaal Park staat trouwens bekend voor zijn vele mistbanken, veroorzaakt door de botsing tussen vochtige passaatwinden en warme Saharawinden. Eenmaal op de top van de Garajonay zien we overduidelijk de sporen van de recente bosbrand uit 2012. Toen ging nagenoeg meer dan 350 ha van het Nationaal Park in de vlammen op. Nu maar hopen dat de natuur zich vlug herstelt, want dit ecosysteem is even uniek als broos.
Een walvissafari
Na onze ochtendlijke bergwandeling trekken we in de namiddag op walvissafari. Daarvoor rijden we naar de haven van Vueltas. Deze havenstad is gelegen in de Vale Gran Rey, een westelijk georiënteerde vallei die door onze gids als dé mooiste vallei van La Gomera wordt omschreven. En wie zijn wij om haar woorden in twijfel te trekken? Met zijn uitgestrekte terrasakkers, zijn imposante ravijnwanden – vele honderden meters hoog – en zijn kriskras verspreide witte huisjes, komt deze vallei vooral als impressionant over.
Eenmaal aan boord van onze speedboot laat de skipper weten dat er 50 % kans is dat we walvissen zullen zien. Helaas, het geluk is niet aan onze zijde, want de walvissen blijven onzichtbaar. Gelukkig bieden de vele dolfijnen wat troost.
Colombus achterna
Ook de volgende ochtend beginnen we in hoofdstad San Sebastian. Hier zou Colombus overnacht hebben vooraleer hij de oversteek richting Amerika maakte. Nu maakt de hoofdstad een ietwat slaperige indruk, al kan dat ook aan het vroege uur op een zondagochtend liggen. In alle rust verkennen we het netjes gerestaureerde autovrije centrum.
Het pittige parcours kruipt al snel in de kuiten, maar de spectaculaire vergezichten maken veel, zo niet alles, goed
Maar San Sebastian is niet ons hoofddoel vandaag: we trekken opnieuw de stapschoenen aan en rijden richting vallei van Hermigua. Het gelijknamig dorpje is befaamd omwille van zijn wijnbouw, dus maken we eens top in een plaatselijke wijnbar voor een wijndegustatie. Daarna trekken we verder naar Valle Hermoso. Ons ambitieuze plan is om van daar door te steken naar het zuiden van het eiland, meer bepaald naar de Valle Gran Rey. Het pittige parcours – 950 m stijgend en 700 m dalend – kruipt al snel in de kuiten, al hoor je ons niet klagen. Ook deze keer maken de vele spectaculaire vergezichten veel, zo niet alles, goed. Ongeveer 5 uur later bereiken we ‘licht versleten’ ons einddoel, Lomo del Baro. Wanneer we die avond vroeg in bed kruipen, is onze conclusie duidelijk: dit is een topbestemming voor sportieve meerwaardezoekers die op zoek zijn naar een combinatie van zon en natuur, al dan niet in combinatie met een verlengd verblijf op Tenerife.
(
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier