Kimono’s in Kyoto
Waar het in Tokio allemaal rond flitsende neon, drukke kruispunten en pijlsnelle treinen draait, gaat het er in Kyoto heel wat rustiger aan toe. Verkleurende esdoorns in zorgvuldig onderhouden tuinen, uitgebreide theeceremonieën, een geisha in kimono die een steegje in duikt. Kyoto houdt zijn tradities in ere.
Kyoto, de stad die meer dan duizend jaar lang de keizerlijke hoofdstad van Japan was, herbergt pakweg tweeduizend boeddhistische tempels en shinto-schrijnen. Kyoto is de bakermat van de geisha’s, de geboorteplaats van de theeceremonie en het wereldwijde mekka voor liefhebbers van Japanse tuinen. Het is een stad vol tradities, cultuur en geschiedenis. En toch sta je na een vlucht van een uur of 11 en een ritje in een supersnelle trein plots in een hypermodern treinstation van elf verdiepingen hoog, waar snel duidelijk wordt dat Kyoto ook een stad van de 21ste eeuw is.
Het is even slikken in Kyoto Station, waar het metrosysteem (en het gebrek aan duidelijke bewegwijzering) me danig in war brengt. Gelukkig hoef ik maar twee haltes noordwaarts, om daarna te voet de kleinere straatjes van Kyoto-centrum in te duiken. Daar vind ik meteen het Kyoto dat ik me herinner van mijn eerste reis door Japan, ondertussen tien jaar geleden: traditionele restaurants en bars op elke straathoek, kleurrijke frisdrankmachines vol Japanse gekkigheden, een oude schrijn tussen twee moderne gebouwen. Een interessante mix van modern en traditioneel.
Op de fiets
Nadat ik het zwaartepunt van mijn jetlag met de nodige slaap heb bezworen, huur ik een fiets voor het weekend. Kyoto heeft namelijk ideale afmetingen om op de tweewieler te verkennen. Mijn eindbestemming voor die dag is Arashiyama, een buitenwijk in het uiterste westen van Kyoto die gevuld is met tempels, schrijnen en een zeer populair bamboebos.
In een rechte lijn is Arashiyama net geen 10 kilometer fietsen, wat volgens de fietsverhuurder neerkomt op 45 minuten trappen. Maar ik heb veel tijd en een lege geheugenkaart in mijn camera. Dus fiets ik langs het Kyoto Imperial Palace, de voormalige residentie van de keizerlijke familie, dat in Kyoto Gyoen – een soort Central Park – ligt. Van daaruit gaat het door kleine straatjes noordwestwaarts, tot aan Kinkaku-ji, het Gouden Paviljoen en een van de absolute hoogtepunten van Kyoto. Onwaarschijnlijk mooi, zeker tegen die achtergrond van groene heuvels. Pas daar, buiten het stadscentrum wordt duidelijk hoe bijzonder Kyoto gelegen is: in het westen, noorden én oosten omringd door groene bergen.
Noedels slurpen in Arashiyama
Vanaf het Gouden Paviljoen is het slechts een paar minuten fietsen naar nog zo’n belangrijke bezienswaardigheid, Ryoan-ji, de Tempel van de Vreedzame Draak. Deze tempel is vooral bekend vanwege zijn Japanse rotstuin: vijftien stenen in een met geharkte kiezels bedekte vierhoek. Het zou de eerste zen-tuin ter wereld zijn. Na een bezoekje aan Tenryu-ji, nog zo’n bijzondere tempel die ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO prijkt, kom ik eindelijk aan in Arashiyama, waar er zo’n massa toeristen loopt dat ik vanzelf meegezogen word naar de Bamboo Grove. Het is een indrukwekkende verzameling bamboe, maar de drukte is overweldigend.
Vreemd genoeg is het aan de andere kant van het riviertje, in de prachtige heuvels van Arashiyama, een pak rustiger. Het is de ideale plek om uit te puffen en noedels te slurpen voordat ik aan de terugtocht begin.
De ultieme Instagramfoto
De dag erna begint met een blitzbezoek aan de Nishiki Market, waar de bekendste messenwinkel van de stad en misschien wel van heel het land (Aritsugu) ligt. Met mijn nogal dure aankoop in mijn rugzak fiets ik dit keer naar het oosten, voorbij de Kamo-rivier die de stad in tweeën splijt.
In het oosten liggen de meeste toeristische hoogtepunten en ik heb dus minstens twee dagen nodig om hier alles van mijn lijstje af te kunnen vinken. Ik start bij Fushimi Inari-taisha in het zuidoosten, een van de oudste en bekendste shintoïstische heiligdommen in Kyoto. Het complex bestaat uit vijf schrijnen die door middel van een pad van duizenden rode torii-poorten met elkaar zijn verbonden. Opvallend is dat hier gigantisch veel toeristen in traditioneel Japanse outfit rondlopen, op zoek naar de ultieme Instagramfoto. Uiteraard zijn het geen geisha’s, want zo lopen er in heel Kyoto slechts een honderdtal rond. En zij geven wellicht geen bal om Instagram.
Op zoek naar de geisha
Wat verder naar het noorden ligt Kiyumizu-dera, de Helder Water Tempel, en ook Werelderfgoed. Het is een bouwwerk van meer dan 1.200 jaar oud, dat omringd is door fel oranje geschilderde paviljoenen. Het is een kleurrijk schouwspel, hier op de heuvel in Higashiyama. Deze wijk bestaat overigens voornamelijk uit traditionele houten handelaarshuisjes, tempels en steegjes en is een van de beste districten om het oude, traditionele Kyoto te beleven. Ook Gion, het district van de geisha, is een fantastische buurt om te verkennen. Hier wonen en werken geiko’s (volleerde geisha’s) en maiko’s (geisha’s in opleiding. Rond etenstijd kunnen ze gespot worden in de met lampionnen verlichte straatjes van Gion, mits een flinke portie geluk. Want geisha’s gaan niet graag op de foto en bovendien zijn er naar schatting maar een tweehonderdtal in Kyoto. Het is trouwens een hardnekkig Europees misverstand dat geisha’s Japanse prostituees zouden zijn. Geisha’s (gei = kunst, sha = persoon) zijn vrouwen die mannen entertainen met zang, muziek en dans, spelletjes en conversatie. Geisha’s worden beschouwd als toonbeelden van schoonheid en verfijnde cultuur.
Adembenemende tuinen
Tot slot breng ik nog een bezoek aan Ginkaku-ji in het noordoosten van de stad. Ginkaku-ji is het Zilveren Paviljoen – en mijn persoonlijke favoriet in Kyoto – en werd in de vijftiende eeuw gebouwd om het Gouden Paviljoen naar de kroon te steken. Vooral de tuinen rondom het paviljoen zijn adembenemend, en al zeker met dat uitzicht op de stad als achtergrond.
Hier begint trouwens ook het Philosopher’s Path, het door kerselaars geflankeerde filosofenpad dat tot Nanzen-ji (de zoveelste wondermooie tempel) loopt. Als er één ding is dat het filosofenpad duidelijk maakt, is het dit: Kyoto is een pareltje, een absolute beauty in het land van de rijzende zon.
Praktische info
Vlucht: Finnair vliegt vanuit Brussel, via een korte tussenstop in Helsinki, naar Kansai International Airport. Van daaruit rijdt de Haruka-trein in 75 minuten naar Kyoto Station. Een vlucht kan vanaf 580 euro h/t. Info: finnair.com
Tip: Huur op de luchthaven een Mi-Fi, een apparaat dat een Wi-Fi-netwerk aanmaakt waarop je onbeperkt kan surfen.
Hotel: Ik sliep in IMU Hotel Kyoto, een nieuw, stijlvol en budgetvriendelijk hotel in het centrum van de stad. Prijzen vanaf 60 euro per nacht. Info: imuhotel.jp
Wie ongebreidelde luxe wil, kan opteren voor hotel Hishinoya Kyoto, uniek gelegen aan de rivier in Arashiyama. Gasten worden met een bootje opgehaald en gebracht. Prijzen vanaf 750 euro per nacht. Info: hoshinoya.com/kyoto
Beste periode: Kyoto is zowel in de herfst, de winter als het voorjaar adembenemend mooi. Alleen de zomer is minder aangenaam door de hoge temperaturen. De beste tijden zijn oktober/november en maart tot mei.
Corona: Momenteel zijn reizen naar Japan, door corona, nog niet toegelaten voor Belgische toeristen. Ongetwijfeld komt daar ooit weer verandering in. Onder normale omstandigheden is een visum niet nodig om Japan binnen te komen, een geldige reispas volstaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier