Kleurrijke parel van de Canarische biedt meer dan enkel zon, zee en strand: Genieten van Grand cru Canaria
Gran Canaria, één van de zeven eilanden van de Canarische eilanden, is al jarenlang de uitvalsbasis voor zonnekloppers. Maar het eiland herbergt zoveel meer dan enkel zon, zee én (woestijn)strand. Culinaire pareltjes, idyllische ministadjes en een prachtige natuur bijvoorbeeld. Op zoek naar de Gran(d) Cru Canaria. Vamos!
Gran Canaria, het tweede grootste eiland van de Canarische eilanden, biedt een garantie op mooi weer. Met een gemiddelde jaartemperatuur van 22graden en slechts 3 (!) regendagen ben je ook zeker van zon. Op de vulkanische ondergrond vind je veel palmbomen en nog meer cactussen,maar ook woestijnvormige stranden, grillige bergen en idyllische dorpjes. Tijd voor een mini-ontdekkingstocht. We starten onze trip aan Maspalomas, veruit het populairste strand, gelegen in het uiterste zuiden. Vlakbij de bekende duinen in het zicht van El Faro, de oudste bedrijvige vuurtoren van de eilandengroep. Aan dé boulevard en sociale levensader van het eiland waar een leuke vibe heerst: van lopers die er genieten van vergezichten op de Atlantische Oceaan tot verliefde koppeltjes in de vele bars en restaurantjes. Een ideale plek voor een eerste kennismaking met het ritme van het eiland.
Zandbruine kloof
Het binnenland en vooral het hart van Gran Canaria is redelijk ruig. Zoals de Barranco de Guayadeque, een vallei met diepe ravijnen van zo’n 20km lang, waardoor talloze wandelpaden kronkelen. Een echt natuurmonument. De naam Guayadeque verwijst naar een rivier in de diepte van de barranco, die nu vrijwel verdwenen is. In tegenstelling tot het meer dorre, droge gezicht van het eiland kleurt toch de omgeving hier best wel groen. Wie in de buurt is, moet ook even halt houden aan Barranco de Las Vacas. De kloof bestaat uit op elkaar geperste lagen van vulkanische as. Een hidden gem die pas een tijdje geleden door influencers werd ontdekt, maar nog niet werd gecommercialiseerd. Bewijze het gebrek aan parking en duidelijke (weg)markeringen. Deze Spaanse mini-Grand Canyon van enkele honderden meters lang bezoek je best ‘s morgens of bij valavond, wanneer de zon de uitgeholde rotsen in een kleurenmozaïek van rood, geel en bruin omtovert. Geen echte omrit waard, maar een leuke pitstop voor wie Agüimes wil bezoeken, een stadje een paar kilometer verderop.
Gele stadje
Agüimes is voor velen het mooiste dorpje van het eiland. Begrijpelijk want het pittoreske ministadje, met kleurrijke historie en gele gevels, prikkelt om door te flaneren. Vooral het oude centrum straalt één en al authenticiteit uit. Spierwit is dan weer de gevelcode van het nabijgelegen Ingenio, bekend om zijn ambachtelijke tradities. Helaas hebben we geen tijd om dit dorpje te bezoeken.
Onze maag rammelt en eten doen we op een wel heel unieke locatie: restaurant Tagoror. Het culinaire pareltje is goed verstopt en uitgehouwen uit één van de zovele dorre en steile bergflanken. Een idyllische setting met natuurlijke airco. We kiezen er voor de typische ‘G(rand) C(anaria)-style’: aardappelen, groene pepers en een veel te grote maar malse steak. De bediening is er, net zoals de temperaturen buiten, erg warm.
“Met slechts 3 (!) regendagen op een jaar is Gran Canaria een zekerheid op zon”
Extra calorieën afstappen, dat is na een bezoek aan deze culinaire grot van Ali Baba wel een must. Maar geen nood, ook hier hebben sportievelingen keuze te over. Zoals stappen naar de Roque Nublo. Deze bijna 70 meter hoge monoliet op maar liefst 1.813 meter hoogte is een magneet voor wandeladepten. Verschillende routes leiden naar deze op één na hoogste puist van het eiland. Het plateau bij de ‘wolkenrots’ biedt een mooi uitzicht, bij helder weer zelfs op buureiland Tenerife. En ook al is hij net ietsje kleiner dan de nabijgelegen Pico de las Nieves (1.949 meter), je kuitspieren worden wel deftig getest. Tip voor wie meer tijd heeft: in de buurt bevindt zich de erg populaire, 65 km lange pelgrimsroute El Camino de Santiago de Gran Canaria, die van het zuiden naar het noorden loopt. Prachtig naar verluidt, maar ook pittig.
Knaloranje duikboot
De volgende dag rijden we naar de Vallei der Duizend Palmen, een erg groen stukje waarin Fataga ligt. Een lieflijk bergdorpje waarvan de huizen, allen met witte gevels en oranje pannendaken, uitnodigen om door te laveren. Maar onze timing is strak, want er wacht een stukje hemel op ons, letterlijk en figuurlijk. Meer bepaald het 4-sterrenhotel Gloria Palace San Agustín, dat naast 7.000 m² aan wellness met Gorbea Terrace misschien wél het prachtigste dakterras van het eiland heeft met zicht op Maspalomas en de Atlantische Oceaan. Tel daarbij heerlijke muziek, lekkere tapas, verfrissende cocktails én de deugddoende zon op onze snoet, en we voelen ons even koning van het eiland.
Tijd voor onze volgende stop. Met de auto kronkelen we langs wegen tussen steile rotsen en prachtige maanvormige stranden (onze favoriet: Playa de Amadores) richting de haven van Puerto Rico. Waar we per boot richting Puerto de Mogán, of het Venetië van de Canarische, zullen dobberen. Omwille van de smalle kanalen, romantische bruggetjes en heerlijke sfeer een erg populaire plek. Eenmaal aangemeerd, begrijpen we waarom: de haven telt tal van leuke souvenirshops én (vis)restaurants. De witgekalkte oude visserswoningen met felgekleurde kozijnen vallen op, zeker met de nabije bergflanken als achtergronddecor. Een heerlijke plek om op adem te komen.
The Beatles zongen er ooit over, en in het water zie ik al onze volgende activiteit dobberen. Een oranje-gele duikboot van 108.000 kilo en onze onderzeeër-ontmaagding: de Golden Shark. Spectaculair diep gaat die niet, maar met 20 meter én dankzij het heldere water toch meer dan voldoende om het vele onderwaterleven door ons eigen ronde raam te aanschouwen. Machtig om zien hoe een school vissen met ons meezwemt. Volgen nog: honderden vissen – waaronder enkele barracuda’s en een pijlstaartrog – én we passeren ook nog twee scheepswrakken.
Hoewel de zuurstof het langer zou toelaten, duurt onze onderwaterexpeditie slechts een 40-tal minuten. De activiteit is wel ietwat prijzig, maar aan de wauw-salvo’s (van vooral de allerkleinsten aan boord) te horen, zijn geld waard.
Zware rode wijn
Van onderwaternatuur naar historie en cultuur. Het hart én de hoofdstad van het eiland. De plék waar ongeveer de helft van de eilandbewoners leeft: het kosmopolitische Las Palmas. Het bekende strand, de lokale Copacabana, laten we links liggen. Het oude centrum interesseert ons meer. Meer bepaald de wijk Vegueta vol karakteristieke woningen, een plek waar een vleugje historie om elke hoek loert. Zoals Pasaje Pedro de Algaba en Casa de Colón of Het Huis van Columbus. Even was Gran Canaria de laatste thuishaven van ‘s wereld bekendste ontdekkingsreiziger, toen in Spaanse loondienst, alvorens hij in 1492 koers zette en hij en de wereld ‘De Nieuwe Wereld’ ontdekten.
Via de bruisende straatjes slenteren we richting Plaza de Santa Ana, een rechthoekig plein in koloniale stijl, met een kolos van een kathedraal (wat een gebouw!) die ons enkele eeuwen terug in de tijd lijkt de katapulteren. Het plein ademt historie uit en dat zie en voel je. De overdekte Mercado de Vegueta, met lokale lekkernijen, laten we links liggen want er volgt nog een proeverij in wijngaard Vandama, waar elk jaar een 6.000-tal flessen rijpen. Hoewel het eiland deels vulkanisch is en de ondergrond dus vaak moeilijk te bewerken, slaagt de Gran Canarische wijn erin om zichzelf opnieuw op de internationale wijnkaart te wurmen. Terecht. Dat proeven we tijdens de uitgebreide degustatie, al slaat ons hoofd tilt bij het analyseren van tientallen mogelijke aroma’s die in de flessen kunnen zitten. Onze smaakpapillen houden het bij heel goede zware, lekkere rode wijn. En hoewel na enkele glazen onze snelheid van denken afneemt, weten we zeker wél: zonaanbidders en actievelingen, wijnkenners of -leken, de grand cru van de Canarische eilanden biedt voor elk wat wils.
Praktische informatie:
Tijdsverschil: in Gran Canaria is het 1 uur vroeger dan in België. Munteenheid: Euro.
Documenten: een Belgische ID volstaat om naar daar te vliegen.
Logeertip: Deze reis kwam tot stand in samenwerking met Corendon. We verbleven in twee van hun magnifieke hotels in Maspalomas: het 4-sterrencomplex Suites and Villas by Dunas Hotel (www.hotelesdunas.com) en het 5-sterrenhotel Lopesan Baobab (www.lopesan.com), volledig ingericht in Afrikaanse sfeer.
Eettips: de rooftopbar en -resto van Gorbea Chill Out & Restaurant (gloriapalaceth.com), met prachtig uitzicht op Maspalomas. Alleen al voor de unieke locatie: Bar-Restaurante Tagoror (restaurantetagoror.com).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier