Antarctica, het magische continent
Met een plons beland ik in het ijskoude water. Het voelt alsof er miljoenen naaldjes in mijn huid prikken, en proestend kom ik opnieuw boven. Terwijl ik de zodiac probeer te lokaliseren, zie ik een ijsberg voorbijdrijven. Ik denk aan de dwergvinvissen die we hier vlakbij gespot hebben, aan de duizenden pinguïns, de zeehonden en de walvissen die we op deze trip al gezien hebben. De reis van mijn leven. Bestemming: Antarctica.
Spoiler alert: mijn duik in het ijskoude Antarctische wateren heb ik overleefd, én was ook niet per ongeluk. Maar daarover later meer. Eerst trekken we naar Buenos Aires, waar mijn avontuur begint. In de Argentijnse hoofdstad heeft cruisemaatschappij Seabourn immers een hotel, waar alle gasten op de vooravond van de cruise verzamelen. Lekker makkelijk voor Seabourn en voor die passagiers zelf. Hier kunnen we de bagage al afgeven en hebben we er geen omkijken naar tot we op het schip zijn, op de veiligheidscheck op de luchthaven van Ushuaia na. Daar, in het uiterste zuiden van Argentinië, wacht de Seabourn Venture, het expiditieschip waarmee we de komende tien dagen het magische witte continent mogen ontdekken. Maar eerst hebben we tijd om Ushuaia zelf – tip: laat je paspoort hier afstempelen – en het schip te ontdekken.
En vooral dat laatste is indrukwekkend: er zijn meerdere restaurants en bars, er is een gym en een sauna, een zwembad en jacuzzi’s,… Wanneer kapitein Jeroen om 19 uur de trossen laat losgooien, verzamelen we op het bovenste dek. We laten Ushuaia achter ons en zetten koers naar Antarctica. Eerst door het Beaglekanaal, dat genoemd werd naar het schip van Charles Darwin. En daarna door het bij de reizigers én personeel meest gevreesde stukje van onze reis: de oversteek van de Drake-zeestraat. Wie gelukt heeft, merkt hier amper wat deining op – de Drake Lake-versie – maar wij krijgen de Drake Shake-ervaring, mét metershoge golven en heel wat zeezieke passagiers tot gevolg. De oversteek duurt twee dagen, maar je hoeft je in die tijd niet te vervelen: er zijn rondleidingen in het wellnessgedeelte en de duikbootgarage, er is de verplichte safety briefing en de al even verplichte IAATO briefing, waarbij we leren wat we wel en vooral niet mogen doen wanneer we aan land gaan. En de regels zijn – gelukkig maar – best wel streng: zitten, hurken en dingen op de grond plaatsen zijn ten strengste verboden, en je moet ook altijd minstens vijf meter afstand van de dieren houden. “Om de impact van ons bezoek zo beperkt mogelijk te houden, mogen nooit meer dan 200 gasten tegelijkertijd aan land gaan”, legt expeditieleider Nicki uit. “Het is de bedoeling dat wanneer we opnieuw vertrekken, je niet kan merken dat we er geweest zijn.”
“Even denk ik dat de twee vinvissen een jong hebben, maar het blijkt een orka te zijn”
Ik spot op de ochtend van de tweede dag mijn eerste ijsberg en ga naar de eerste van vele lezingen: maar liefst 24 experten reizen met ons mee. Ze begeleiden onze expedities, geven lezingen én lopen ook voortdurend rond op het schip om tekst en uitleg te geven. En dan is ons eerste Antarctisch stukje land in zicht. Ik vat post op het dek terwijl we Moon Island naderen en spot mijn eerste walvis. Of toch een stukje, want veel meer dan een zwarte rug en wat opspuitend water zie ik die eerste keer niet. Dan zijn de pinguïns minder verlegen: en masse zwemmen ze voorbij het schip.
Praktisch
* Wij maakten deze reis op uitnodiging van Seabourn. De elfdaagse cruise The Great White Continent kan vanaf 8.414 euro. Vluchten tussen België en Buenos Aires niet inbegrepen. Op het schip is alles inbegrepen, tot de kaviaar toe (met uitzondering van enkele heel exclusieve dranken). Ook de excursies en zodiactours zijn inbegrepen. Voor de kajak en de duikboot dien je wel bij te betalen, net als voor de wellnessbehandelingen.
www.seabourn.com
* Wij maakten deze reis in november, wanneer het lente is in Antarctica. Antarcticacruises zijn mogelijk van oktober tot eind februari.
De spanning stijgt wanneer de zodiacs te water worden gelaten, maar al vlug volgt een domper: de zee is te ruw en onze eerste expeditie wordt afgelast. Ook dat is Antarctica: de weersomstandigheden zijn moeilijk te voorspellen, dus kan het gebeuren dat geplande expedities niet kunnen doorgaan. Maar Seabourn zorgt voor een mooi alternatief: het schip heeft supercamera’s aan boord, die inzoomen op het eiland. Pinguïnexpert Brent Houston geeft tekst en uitleg bij de beelden. En zo leer ik dat we op deze reis drie soorten zullen leren kennen: de kinbandpinguïns, te herkennen aan het lijntje over hun kin, de adeliepinguïns met volledig zwarte kop, en de ezelspinguïns met een wit vlekje boven hun ogen. “Die laatste zijn de surfers van de pinguïnwereld. They go with the flow, passen zich heel makkelijk aan. Ligt hun broedplek nog onder de sneeuw, dan wachten ze wel met broeden of gaan ze op zoek naar een andere plek. De kinband- en vooral de adeliepinguïns hangen meer vast aan hun vaste broedplek én -tijd, wat met de climate change problematisch is. Er is meer sneeuw die ook langer blijft liggen, ook op hun broedplekken. Met alle gevolgen van dien”, legt Brent uit.
Kajakken tussen de ijsbergen
De volgende dag komen we aan bij Mikkelsen Harbour en is er van de ruwe zee geen sprake meer. En maar goed ook, want we gaan kajakken! En dat blijkt magisch te zijn: er is geen golfje te bespeuren, de ijsbergen weerspiegelen in het helderblauwe water… We worden er allemaal stil van. We peddelen langs een ezelspinguïnkolonie, waar plots een zeehond opduikt. Het prachtige dier glijdt langs onze kajak door het water, en duikt dan opnieuw onder. Terug in de zodiac hebben onze gidsen nog een verrassing voor ons: we varen niet terug naar het schip, maar naar D’Hainaut Island, waar we voor het eerst voet op Antarctische bodem kunnen zetten. We bewonderen de pinguïns, die hier een kolonie hebben. Bovenop een berg, wat best wel een uitdaging is, merken we: een pinguïn is aan zijn eigen processie van Echternach bezig: voor elke stap die hij vooruit zet, glijdt hij er twee achteruit. In de namiddag staat een zodiactocht op het programma, waarbij vooral de vele aalscholvers die er broeden de show stelen.
En zo gaan de dagen voorbij, met quasi dagelijks een expeditie aan land en een zodiactocht. We maken een natte landing – vanuit de zodiac op het strand – in Neko Harbour, ooit ontdekt door ‘onze’ Adrien de Gerlache. Onze monden vallen open bij de pracht van Paradise Bay. We worden overstelpt met pinguïnweetjes en merken duidelijk dat het paarseizoen is begonnen… Ook tussen de uitstappen door is het genieten. Van het lekkere eten en het verbroederen met de andere passagiers, maar vooral van wat er te zien is. We turen naar de golven en zien ijsbergen in de meest bijzondere vormen, al stelen de walvissen de show. Bultruggen, dwergvinvissen, een hele school orka’s… We genieten van prachtige zonsondergangen, waarbij de hemel in brand lijkt te staan en de ijsbergen wat verderop de mooiste suikerspinkleuren krijgen. Een van de mooiste momenten is wanneer twee vinvissen langs ons schip zwemmen. Met een maximale lengte van 27 meter de een na grootste diersoort ter wereld, na de blauwe vinvis. Even meen ik een jong bij het koppel te bespeuren, maar al vlug blijkt het om een orka te gaan. Zelfs de experts met jarenlange ervaring zijn dolenthousiast: orka’s en vinvissen die samen een groep vormen, dat is heel uitzonderlijk.
De polar plunge
Op dag zes weerklinkt een mededeling waar we stiekem op zitten te wachten: het is tijd voor de polar plunge! Wie wil, kan vanop een zodiac het ijskoude zeewater – goed voor -2° C – induiken. Samen met Francesca uit Canada klim ik van het schip in de zodiac die als tijdelijke duikplank wordt gebruikt. We worden vastgegespt, de crew telt af en dan springen we het ijskoude water in! Een ervaring om nooit meer te vergeten! Ook de volgende dag duik ik het water in, maar dan wel lekker droog en warm in een duikboot. Pilote Cassy neemt ons zo’n goeie 100 meter mee naar beneden. We zien de meest vreemde wezens, spotten krill – het lievelingseten van veel walvissen – en zelfs een antarctische kabeljauw. Terug aan boord word ik verwelkomd door de bewoners van de Britse basis Port Lockroy. Hun lezing heb ik gemist, maar ik heb wel nog de tijd om enkele briefkaarten naar het thuisfront te versturen vanuit wat ongetwijfeld het verste postkantoor ter wereld is.
Onze laatste expeditie wordt er ook eentje om niet te vergeten: Deception Island. Het eiland is eigenlijk de kratermond van een nog altijd actieve onderwatervulkaan. We gaan aan land in Whalers Bay, ooit een station waar walvisjagers hun vangst verwerkten en later een militaire basis, maar nu is het al decennia verlaten. Het is een surrealistische plek, met het zwarte vulkanische zand en de halfvergane huizen en olietanks. Ik waan me op een filmset, en de sneeuwstorm die er woedt, verhoogt nog het apocalyptische gevoel. Op het strand kom ik oog in oog kom te staan met een pelsrob, een echt kippenvelmoment. Wat een reis!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier