Onze thuis voor zeven dagen: de prachtige viermaster Star Clipper. (foto SRA)

Cruisen met een zeilschip langs magisch Costa Rica

We staan met zijn allen op het dek, onder een fonkelende sterrenhemel. Terwijl de zeilen worden gehesen, weerklinkt ‘Conquest of Paradise’ van Vangelis. Zo cliché als maar kan, en toch doet het wat met me. De wind krijgt de zeilen te pakken en we varen de haven van Puerto Caldera uit, klaar om zeven dagen lang verrast te worden door het magische Costa Rica.

Maar eerst terug naar het begin. De afvaart van de Star Clipper is immers niet de start van onze reis. Een dag eerder zijn we al geland in San José, de hoofdstad van Costa Rica, waar we ook overnacht hebben. Omdat we maar in de late namiddag moeten inschepen, laat reisorganisator Sudamerica Tours ons al een eerste keer van Costa Rica proeven. Letterlijk én figuurlijk. Eerst trekken we naar de vulkaan Poas, in het gelijknamige nationaal park. De nog altijd actieve vulkaan is met 2.708 meter hoogte en drie kraters een echte reus, maar regen en mist houden de kraters voor ons verborgen. Enkel de zwavelgeur verklapt dat we niet op een normale berg wandelen. Ook de bekende blauwe lagune Boto krijgen we niet te zien, een grote poster toont ons welke uitzicht we mislopen. Gelukkig is er heel wat ander moois te bewonderen. We wandelen tussen varens en andere reuzenplanten. “De bladeren van deze plant zijn uitstekend geschikt om op te schrijven. En deze…”, wijst onze gids, “noemt de poor man’s umbrella.” Wanneer we de grote ronde bladeren van de Gunnera insignis zien, weten we meteen waarom.

We laten de vulkaan en de regen achter ons en rijden verder richting Stille Oceaan. In Grecia houden we even halt bij een knalrode kerk. Het bouwwerk is opgetrokken uit metaalplaten die in de jaren 1890 in ons land gemaakt zijn! Onze volgende stop is Sarchi, een dorp bekend om het houtsnijwerk. Hier leren we voor het eerst de Costa Ricaanse keuken kennen, waarbij rijst en bonen de hoofdrol spelen. “’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds … zonder rijst en bonen heb je niet gegeten”, weet onze gids, die ons meteen ook de lijfspreuk van elke tico – de bijnaam van de Costa Ricanen – leert kennen. “Pura vida! Een zin die je voor zowat alles kan gebruiken, van goeiedag over smakelijk tot het zit me wat tegen …”

Zwart goud

Pura vida weerklinkt ook bij ons volgende stop: een koffiecoöperatie. Voor de koffie, maar ook voor de drie toekans die van boom tot boom vliegen. Hun roep klinkt als een kikker, maar hun snavels zijn indrukwekkend. Net zoals Ronny, onze goedlachse gids die ons rondleidt door de koffieplantage. We mogen koffiebonen plukken en proeven- de rode bessen smaken verrassend zoet – en leren hoe zo’n bes in een kopje zwart goud verandert. Onze gids gaat ook de harde waarheden niet uit de weg: een mand koffiebessen – goed voor 8.000 bessen en minstens een uur plukken – levert 5 dollar op. “Hier vinden we niemand meer die dit werk nog wil doen, dus doen we beroep op gastarbeiders uit Nicaragua”, legt hij uit. Bijla casita de Juancho – een hut die toont hoe koffiearbeiders vroeger leefden- volgt het hoogtepunt van de rondleiding: Ronny leert ons hoe we op traditionele manier koffie kunnen zetten. “Zo krijg je de beste koffie ooit”, beweert hij, en na het proeven kunnen we hem alleen maar gelijk geven.

Gids Ronny toont ons hoe koffie geplukt wordt. De rode bessen smaken verrassend zoet. (foto SRA)
Gids Ronny toont ons hoe koffie geplukt wordt. De rode bessen smaken verrassend zoet. (foto SRA)

Helemaal voldaan komen we in Puerto Caldera aan, waar we de Star Clipper al zien liggen. De prachtige viermaster wordt onze thuis voor de komende week. Na een grondige controle, een welkomstcocktail, de verplichte veiligheidsoefening en ons eerste diner, zeilen we de haven uit. Een heel bijzonder gevoel, dat blijft aanhouden: wat later laat ik me met veel plezier in slaap wiegen door het schip.

“Terwijl wij alleen maar planten zien, spot onze gids de meest bijzondere dieren”

De volgende dag blijken we een heel eind naar het zuiden gevaren te hebben, tot in Quepos. Hier bezoeken we het populairste nationaal park van Costa Rica: Manuel Antonio, waar we ons door een gids op sleeptouw laten nemen. En gelukkig maar, want terwijl wij alleen maar veel planten zien, spot hij voortdurend de meest bijzondere dieren. Luiaards, spinnen, een pauraque – een vogel uit de familie van de nachtzwaluw – die perfect gecamoufleerd aan de rand van de weg zit te broeden, vleermuizen, een regenboogsprinkhaan die maar op één giftige plant leeft … Pas op het strand ontdekken we zelf als eerste een dier: een gigantische leguaan die op een rots ligt te zonnen. En wat verder is het ook onmogelijk om de kapucijnaapjes niet te zien. Wanneer onze gids vertelt dat in Costa Rica 137 soorten slangen leven, waaronder 21 giftige, zijn we vooral opgelucht dat we die niet gezien hebben.

Een bijzondere zonneklopper: een gigantische leguaan op het strand van het nationaal park Manuel Antonio. (foto SRA)
Een bijzondere zonneklopper: een gigantische leguaan op het strand van het nationaal park Manuel Antonio. (foto SRA)

Paradijselijk strand

Op dag 3 komen we aan in Golfito, de plek om zeeleven te spotten. Door de diepte van de baai en de aanwezigheid van veel vis en kwallen, is dit een geliefde plek voor dolfijnen en walvissen. We kiezen dan ook voor een dolfijntocht als excursie, en spotten al vlug de eerste tuimelaars. Kleine, grote, gevlekte, … We krijgen een keur aan dolfijnen te zien, die enthousiast met onze boot blijven meezwemmen en ons verrassen met spectaculaire sprongen uit het water. Wat later houden we halt bij een verlaten strand vlakbij Piedras Blancas, nog een nationaal park waarin niet gebouwd mag worden. Costa Rica zet volop in op het beschermen van de natuur. En gelukkig maar, want dit bijzondere land heeft maar liefst 13 ecosystemen en omvat 5 % van de totale biodiversiteit van de wereld. Wanneer we een duik nemen in het warme water, merken we wat verder toch één huisje op, inclusief een man die in de hangmat ligt te luieren. Pura vida!

En dan volgt een zeedag, ideaal om het schip nog beter te leren kennen. De durvers onder ons klimmen in de mast, terwijl ik met een boek postvat bij een van de twee plonsbaden op het dek. Al hoeven ook niet-lezers zich hier geen moment te vervelen. Het sportteam zorgt dagelijks voor verschillende activiteiten – van yoga over jeu de boules tot 1 mijl wandelen op het dek – en er zijn regelmatig voordrachten. Ook de avonden zijn gevuld, met onder meer een modeshow, een quiz, een white party en een heuse talentenshow.

Ondertussen zijn we in het noorden van het land aanbeland, waar we opnieuw elke dag keuze hebben tussen verschillende excursies. We gaan floaten op de Corobicirivier, waar we opnieuw verrast worden door de fantastische fauna en flora. En door krokodillen. “Geen ledematen in het water steken”, wijst Roberto, de bestuurder van onze raft, naar zijn beenprothese. Om na het zien van onze verschrikte gezichten in lachen uit te barsten. Hij verloor zijn been niet door een krokodil, maar door een motorongeluk. In Bahia Portrero verzorgen honderden pelikanen een heuse lucht- en watershow voor ons: ze duiken massaal de zee in, op zoek naar een lekker visje. In het Curu Wildlife Refuge stelen apen en agoeti’s de show, al spotten we ook krokodillen, leguanen en een pak bijzondere vogels.

Na al die natuurpracht is het even wennen op Isla Tortuga, een eiland dat duidelijk afgestemd is op feesttoeristen. Terwijl de luide muziek door de boxen knalt, duiken wij het tropische droge bos in voor een ecotour. Een pittige klim, die wordt beloond met een resem bijzondere planten – zoals de apenladder en bedreigde orchideeën – en dieren zoals herten en halsbandpekari. Na nog een zwemtochtje naar een verlaten strandje blijken de meeste toeristen vertrokken te zijn en kunnen wij een strandbarhouder overtuigen om zijn bar toch nog wat langer open te houden. De verse piña colada’s smaken heerlijk.

Na nog een laatste zonsopgang op het dek – een must – meren we opnieuw aan in Puerto Caldera. Tijd om afscheid te nemen van ons schip, al zit onze ontdekkingstocht er nog niet op. We maken een laatste tussenstop bij de Tarcoles River, voor een boottocht over deze ‘krokodillenrivier’. Die krokodillen zien we in alle mogelijk formaten, maar het zijn toch de vogels die hier de show stelen. Een visarend, reigers, ibissen, ara’s, ijsvogels, … De pret kan niet op. Na nog een city walk in hoofdstad San José besluiten we onze reis met nog een laatste cocktail op een rooftopbar. Pura vida!

Praktische info

* We maakten deze reis op uitnodiging van Star Clippers (www.starclippers.com) en Sudamerica Tours (www.sudamericatours.be). De cruise zelf duurde zeven dagen en kan je vanaf 9 december tot half maart maken. Prijzen vanaf 1.915 euro, haventaksen niet inbegrepen (circa 200 euro).

* Costa Rica ligt in Centraal-Amerika. Om er naartoe te reizen, heb je een internationaal paspoort nodig dat nog minstens 6 maanden geldig is. De munteenheid is de colón, maar als toerist kan je er alles betalen met US dollars.

Toptip

Heb je net zoals wij een hele vroege vlucht? Vermijd dan alle stress en nachtelijke ritten en slaap de nacht voordien al bij de luchthaven. Onze vlucht naar Costa Rica vertrok om 6.40 uur, waardoor we om 4.40 uur al in de luchthaven moesten zijn. We bleven slapen in Sheraton Brussels Airport hotel (www.marriott.com), recht tegenover de vertrek- en aankomsthal. Na een korte maar deugddoende nacht hoefden we enkel de straat over te steken om in de luchthaven in te checken. Zelfs de koffiekoeken stonden, zo rond 4.30 uur, al klaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier